Zonder dna-match was Jos Brech – in de zaak van Nicky Verstappen – nimmer in beeld gekomen. Twee oudere, ietwat vergeten moordzaken, zijn ook opgelost dankzij dna. De verkrachters/moordenaars van de bejaarde weduwe Serné in het Zeeuwse St. Philipsland (2002) en van ‘het wandelvrouwtje’ in Emmen (2003) kwamen ook door dit wondermiddel aan het licht.
In december 2002 verkracht en vermoordt de 18-jarige Jacco van K. zijn 80‑jarige achterbuurvrouw Jakoba (‘Tante Co’) Serné. Voor het hele dorp is het een volslagen raadsel hoe de jongen, afkomstig uit een keurig christelijk gezin met zes kinderen, tot deze daad is gekomen. Als het dna-onderzoek deze dader niet had aangewezen, had niemand het geloofd. “Het had net zo goed uw zoon geweest kunnen zijn,” zegt een buurman. Op 8 december was Tante Co doodgebloed en met ingeslagen schedel aangetroffen in haar bungalow aan de Oostdijk in het Zeeuwse dorpje, dat in Zeeland meestal Flipland wordt genoemd.
De politie vermoedde al snel dat de dader uit de directe omgeving kwam, maar kreeg aanvankelijk geen verdachte in beeld. Na een grootschalig dna-onderzoek viel buurjongen door de mand. Het huis van zijn ouders, aan de Zijpestraat, grenst aan de achtertuin van het slachtoffer. Direct na de aanhouding is daar huiszoeking verricht en ook de werkplaats waar Jacco werkte, is doorzocht.
Jacco bekende de moord. Hij was na een feest in het dorp in een dronken bui bij haar naar binnen gegaan en had geprobeerd haar te verkrachten. Hoe het mogelijk is dat de politie hem toen niet meteen als verdachte heeft aangemerkt en zijn dna heeft vergeleken, is nog altijd een raadsel.
Een woordvoerder van justitie liet destijds weten: “Over het hoe en waarom kunnen we nog niks naar buiten brengen, omdat de jongen een heel verhaal heeft te vertellen. Hij had regelmatig contact met de weduwe. Hoe die relatie precies in elkaar stak, proberen we te achterhalen. Eén ding is wel zeker: er is geen sprake van een pats‑boem‑roofmoord. Er spelen vele complexe factoren mee.”
Gereformeerd
De arrestatie van Jacco was voor zijn ouders en broers en zussen een complete verrassing: ze hebben totaal niets in de gaten gehad. De familie staat in de straat als uiterst keurig bekend. Meelevend lid van de gereformeerde kerk en ze woonden al meer dan twintig jaar in de Zijpestraat. De vader is van oorsprong geen Zeeuw: hij komt van de Veluwe. Hij is getrouwd met een Zeeuwse vrouw en na het huwelijk zijn ze in Philipsland gaan wonen.
De wandelvrouw
Veel verder uit elkaar kun je ‘t niet krijgen in Nederland: Philipsland in Tholen en Emmen in Drenthe. Een afstand van 270 kilometer. Toch speelden zich in deze twee plaatsen misdrijven af die griezelig veel op elkaar lijken: in beide gevallen werd een bejaarde vrouw verkracht door een buurtgenoot en in beide gevallen werd de dader ontmaskerd dankzij een dna-onderzoek onder mannen uit de buurt.
Maandagmorgen 30 juni 2003, om kwart over zes, als Erik W. (29) uit Emmen op weg is naar zijn werk, houdt de politie hem aan. Vier dagen eerder was er bericht van het Nederlands Forensisch Instituut gekomen: een match. Na de moord op de 79‑jarige mevrouw Johanna Maria van Offeren-Bik uit Emmen, die bekend stond als ‘het wandelvrouwtje’, had de politie een grootschalig dna-onderzoek gehouden. Het slachtoffer was op 20 februari verkracht en vermoord aangetroffen in een bos, vastgebonden aan een boom. De politie beschikte over dna-materiaal van de dader en er waren aanwijzingen dat de dader uit de buurt kwam.
Na haar overlijden plaatst de familie een rouwadvertentie waarin wordt verwezen naar het beroemde lied van Pete Seeger, gebaseerd op bijbelboek Prediker 3. De Byrds hadden er een wereldhit mee.
Match
Het eerste onderzoek onder negentig mannen uit de wijk Emmerschans leverde geen match op. Toen werd de ‘Operatie Stofkam’ gehouden: een buurtonderzoek waarbij in twee weken tijd alle 1600 mannelijke bewoners van de wijk Emmerschans, van 13 jaar en ouder, werden ondervraagd over het wonen in de wijk. Daaruit is een eerste selectie gemaakt van 120 mannen. Dat leverde uiteindelijk de ‘match’ op waar de politie op zat te wachten.
Erik W. en mevrouw Van Offeren kenden elkaar niet, al woonden ze wel in dezelfde straat, Hoornwerk. Erik W. woonde sinds enkele jaren samen met de Roemeense Gaby en haar 3‑jarig kind. Hij stond bekend als een typische Drent: gesloten, die alleen loskomt als er samen met vrienden flink wat bier wordt gedronken. Hij werkte bij het loonbedrijf van zijn vader.
Agressief
Voor de familie is het een uitzonderlijk drama: twee jaar geleden verloren ze een andere zoon bij een verkeersongeluk. Volgens buurtbewoners kon Erik behoorlijk agressief zijn: hij zou zijn vriendin en huisdieren geregeld mishandelen. Buurtbewoners die door de politie waren ondervraagd, trokken al eerder de conclusie dat mevrouw Van Offeren Erik wellicht had betrapt toen hij in het bos een hond doodsloeg. Na zijn aanhouding legde Erik vrij vlot een bekentenis af, waaruit bleek dat het anders was gegaan.
Vastgebonden
Hij was op de ochtend van 14 februari op weg naar zijn ouders. Dichtbij hun huis liep mevrouw van Offeren die hij niet kende. Ineens ‘knapte er iets in zijn hoofd’ en hij veranderde zijn plan om via zijn ouders naar het werk te gaan. Hij dwong de vrouw in zijn auto te stappen en hij reed met haar naar het bos. Daar heeft hij haar verkracht, met een schep geslagen en aan een boom vastgebonden. Hij liet haar levend achter. Hij had niet verwacht dat ze zou sterven, zei hij later. Twee dagen later vertrok hij samen met zijn vriendin voor een maand naar Roemenië. Pas toen ze terugkwamen, hoorde hij ‘met verbijstering en verbazing’ dat zijn slachtoffer was overleden. Ze was pas na zes dagen gevonden. Toen hij dit hoorde, deed hij een poging tot zelfmoord. Niemand wist waarom: hij had zijn gruwelijke geheim aan niemand verteld. De familie had wel een verklaring: Erik was al geruime tijd depressief vanwege het al jaren slechtlopende grondverzetbedrijf en de geldproblemen.
Kolder
In april 2004 komen die geldproblemen tijdens een proces in Assen aan de orde als daar de 50-jarige M.H. uit Schoonebeek terechtstaat voor oplichtingspraktijken: hij zou Erik W. ook hebben opgelicht, die daardoor zo aan de grond was komen te zitten dat hij tot de moord en verkrachting was gekomen. Volgens de rechter en de deskundigen hadden H’s oplichtingspraktijken voor menselijke drama’s gezorgd, zoals de moord op mevrouw Van Offeren. De oplichter zelf noemde dit ‘kolder’: hij vond dat W. zelf verantwoordelijk was voor zijn problemen.
Dood spoor
In hun boek ‘Dood Spoor, DNA: crime scene investigation in Nederland en Amerika’ besteden Marjan Husken en Freke Vuijst aandacht aan de moord in Flipland. Een paar fragmenten:
Mevrouw Serné was een schippersweduwe, die twintig jaar eerder in ‘Flipland’ was gaan wonen. Enkele maanden geleden was haar dochter overleden, haar zoon maakte zich wat zorgen over zijn licht dementerende moeder, maar ze wilde nog niets weten van een verzorgingshuis. Opvallend: ze deed niet voor iedereen open. De dader moet een bekende zijn geweest, die ze zelf had binnengelaten. Tussen zes uur zaterdagmiddag en twaalf uur ’s avonds.
Daderprofiel
Rechercheurs ondervragen alle ruim 2200 inwoners van veertien jaar en ouder. Tien dagen later meldt politiewoordvoerder Alwin Don dat er sterke vermoedens zijn dat de moord door een man is gepleegd. Vervolgens worden de 850 mannen en jongens uit het dorp nader aan de tand gevoeld. De recherche beschikt over een daderprofiel, gemaakt door een specialist die de plaats delict heeft onderzocht, en een dna-profiel van de mogelijke dader: er is een haar gevonden.
Donkere man
Op 26 februari vraagt het politieteam in een brief aan alle inwoners om informatie over een Ford Mondeo en een Citroën Xantia waarin ‘een donkere man’ zou hebben gezeten: “Weet u wie er met deze auto op de dijk heeft gestaan?” en “Wie heeft een witte bestelbus gezien, en wie zat daarin?” Er is ook een vraag over een gestolen damesfiets en over een onbekende man die op de avond van de moord om 23.00 uur voor de woning van mevrouw Serné is gezien.
Geen diefstal
De Provinciale Zeeuwse Courant schrijft dat er geen sprake is geweest van diefstal en laat neef Dirk en zijn vrouw Lida aan het woord. Volgens hen was haar tante iemand die zich niet de kaas van het brood liet eten: “Mijn gevoel zegt me dat iemand die een beetje eigen met haar was, iets van haar heeft gewild. En tante Co deed niet wat een ander wilde. Dat heeft ze haar hele leven niet gedaan.”
Tachtig mannen krijgen het verzoek om in de week van 27 maart tot 5 april dna af te staan in het dorpshuis. Mensen die weigeren, moeten er wel rekening mee houden dat de politie hun om uitleg zal vragen.
Klusjes
Nog voordat het onderzoek bij het NFI is afgerond, blijkt er een match. Een volkomen verrassing voor politie en justitie: de betrokkene was helemaal niet in beeld als verdachte. Op 23 april 2003 wordt achterbuurjongen Jacco van K. (18) ’s morgens vroeg met een arrestatieteam met veel geweld aangehouden. Hij woont nog bij zijn ouders. Hun tuin grenst aan die van het slachtoffer. Jacco is een van de zeven kinderen van een keurig gereformeerd gezin. Toen de man van tante Co nog leefde, hielp hij hem klusjes in de tuin. Na twee weken legt hij een volledige bekentenis af. “Ik had eerder naar de politie moeten stappen, maar ik wist niet of ik droomde of het echt had gedaan,” zegt hij bij de rechtbank. Hij had die avond vijftien flesjes bier gedronken en daarna nog Sinterklaas gevierd bij zijn familie. Toen hij ‘s avonds de hond uitliet, knapte er wat in zijn hoofd. Hij moest naar het huis van de weduwe Serné. Hij sloop door de achterdeur naar binnen. De oude vrouw lag te slapen op de bank.
Verkracht
Wat er daarna gebeurde, kan Jacco zich niet meer goed herinneren. De rechter houdt het hem voor, uit het proces-verbaal: “Je legde een hand op het gezicht van mevrouw Serné. Die begon te gillen. Je gaf haar een klap, want je wilde dat ze ophield. Mevrouw Serné rolde van de bank. Toen ben je op haar gaan zitten. Je hebt haar opnieuw een aantal malen hard geslagen. Maar mevrouw Serné hield niet op met gillen. Je hebt een kussen gepakt om haar te stoppen. Dat lukte niet. Je hebt haar nog een klap gegeven en ook in de zij geschopt. Maar het gillen stopte niet. Je hebt haar bij de keel gepakt en die dichtgeknepen. Toen hield het gillen op.”
Daarna had hij haar verkracht: “Weet je nog dat je boven op mevrouw Serné bent gaan liggen en hebt geprobeerd met je geslachtsdeel bij haar naar binnen te dringen, wat niet lukte?”
Dat herinnert hij zich ook niet, wel dat hij in de badkamer het bloed van zijn handen heeft gewassen en is vertrokken zonder zich om het toen nog levende slachtoffer te bekommeren.
Kwetsbaar
Het psychiatrische rapport van het Pieter Baan Centrum typeert hem als sterk verminderd toerekeningsvatbaar en als een kwetsbare jongen die zich slecht kan uiten, maar buiten het gezin met zijn strikte normen en waarden uit de band sprong. Hij had last van seksuele problemen. Hij kon niet klaarkomen. Daarover was hij zo gefrustreerd dat hij een ‘tikkende tijdbom’ was. Hij is veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en tbs.
Er is een podcast gemaakt van de zaak in Emmerschans, door Joost Wilgenhof. Turf, jenever en achterdocht. Voor Parel Radio Klik op de link onder voor meer informatie.