In de nacht van 15 op 16 september 2007 komt de 20-jarige Kim Veerman om het leven bij een brand in haar woning aan de Langgewenst in Hilversum. Ze slaapt op zolder, tegen de gevel is brand gesticht. Kim schrikt wakker, maar door de brand kan zij niet naar beneden. Als de brandweer op haar zolderkamer komt, is zij al overleden. De brand is aangestoken, maar door wie is nog altijd onbekend. De zaak is nu op de coldcase-kalender 2019 geplaatst. Misschien krijgen familie en vrienden van Kim na al die jaren eindelijk antwoord op hun vragen.
In die fatale septembernacht in 2007, van zaterdag op zondag, is Kim Veerman alleen in het grote hoekhuis aan de Langgewenst in Hilversum. Haar vriendin Billy, ook twintig jaar, is die avond bij een vriend blijven slapen. Anders zou zij ongetwijfeld ook ten prooi zijn gevallen aan de vlammen. Het pand ziet er niet uit als erg bewoond, een pyromaan kan gemakkelijk hebben gedacht dat er niemand in huis was.
Kim moet die ochtend wakker geschrokken zijn van het geluid van brand of door de rook, maar ze kan geen kant op. De enige uitgang van het slaapkamertje onder de hanebalken is de deur naar de woonkamer, maar daar woedt de vuurzee, daar kan ze onmogelijk langs. Er is geen ander alternatief dan in de slaapkamer te blijven en te hopen dat er hulp komt.
Doodsangst
In doodsangst belt ze haar vriend en haar ouders, maar wie neemt er op dit uur van de nacht zijn mobiele telefoon op? Iedereen slaapt. Het kamertje heeft geen raam waardoor ze kan ontsnappen. En de zoldering is waarschijnlijk toch net iets te solide om hierdoor naar buiten te breken. Wat kan ze nog doen? Met tape probeert ze de kieren van de deur af te plakken, zodat de rook en het vuur misschien wat langer buiten blijft. Het lijkt niet te helpen. Als allerlaatste redmiddel maakt ze een handdoek nat en gaat ze daarmee onder het bed liggen, haar gezicht zo dicht mogelijk op de vloer. Maar het vuur blijft branden, de vlammen kruipen naar boven en de verzengende hitte en de rook bereiken Kim. Als de brandweer arriveert, leeft ze nog wel maar eigenlijk heeft ze al geen schijn van kans meer. Kort na aankomst overlijdt ze in het ziekenhuis.
Hotelschool
Iedereen die haar ook maar een beetje kende is verslagen en ontdaan. Ze had zo’n mooie toekomst voor zich. Ze kwam uit Kortenhoef, volgde een opleiding aan de hotelschool en liep stage bij hotel Lapershoek in Hilversum, er was niets bekend van enig conflict: ze moest wel het slachtoffer zijn geworden van een misverstand of van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren
In de eerste dagen na de brand meldt een krant dat de brand mogelijk gesticht is door de man die in december 2004 aan de nabijgelegen Huizerweg een aantal panden in de as legde. Hij was daarvoor veroordeeld, maar inmiddels weer op vrije voeten. Hij zou problemen hebben gehad met iemand van café Bravour’s, naast de woning waar Kim een bovenkamer huurde. Het vuur zou begonnen zijn op het terras, maar door de wind was niet het café in brand gevlogen maar de woning ernaast, van postzegelhandelaar Hans Stiens.
Hilversummers
Toch is deze man niet degene die in november wordt aangehouden: de politie arresteert twee andere Hilversummers van 29 en 32 jaar. Het blijft lang onduidelijk wat hun motief zou zijn geweest en wat voor bewijs er eventueel is. Een politiewoordvoerder zegt ‘in het belang van het onderzoek’ niets over de mogelijke motieven van de arrestanten, noch over de manier waarop men de mannen op het spoor is gekomen.
De politie had alles uit de kast gehaald om de gruwelijke zinloze dood van Kim op te lossen. Met zeventien rechercheurs was intensief jacht gemaakt op de daders. Ook werden er flyers rondgedeeld van de vader van Kim, die in een brief opriep tips over de toedracht door te geven aan de politie. Deze flyers hingen in cafés in het centrum van Hilversum.
Alibi
Slechts één van de twee verdachten bleef zitten. De 32-jarige man werd na verhoor heengezonden, tegen de 29-jarige zou wel ‘flink wat bewijs’ zijn verzameld en in december werd zijn aanhouding met negentig dagen verlengd. De advocate van de verdachte, mr. Harriët de Kroon, liet bij die gelegenheid weten dat hij een waterdicht alibi heeft voor de bewuste nacht en rekende erop dat haar cliënt zou worden vrijgelaten. Volgens haar stond er hoegenaamd niets belastends tegen hem in het strafdossier. “Hij heeft een alibi, hij was gewoon thuis, anderen bevestigen dat.”
Hij was op 20 november in Bussum gearresteerd: hij was ‘bij toeval’ aangetroffen op de zolder van een school. Volgens het Openbaar Ministerie zou hij over ‘daderinformatie’ beschikken: kennis die alleen de dader kan hebben. De verdachte had bekend, maar er waren sterke twijfels aan die bekentenis. De man was zwakbegaafd, legde steeds wisselende verklaringen af en ontkende later dat hij de brandstichter is geweest. Zijn broer zegt dat de verdachte in een telefoongesprek tegen hem zou hebben bekend de brand te hebben gesticht maar telefoontaps van de politie bevestigden dat niet. Ook de broer is zwakbegaafd.
Behalve deze verdachte zijn er nog een paar anderen in beeld geweest. Het lijkt erop dat het alleen gaat om verklaringen van mensen die de bewuste personen in de nacht van de brand in de buurt van de plaats delict hebben gezien. Niemand heeft gezien dat er iemand brand stichtte, wel staat vrijwel onomstotelijk vast dát er in de steeg naast het pand brand is gesticht. Dat kan opzettelijk zijn geweest, met als doel het naastgelegen pand, het kan ook gericht zijn op de woning zelf.
Uit baldadigheid, door een late kroegtijger, of door een pyromaan.
‘Die beelden gaan niet meer uit mijn hoofd’
(interview coldcase-kalender)
Elf jaar later hebben de moeder van Kim, Rik Stoutenbeek en stiefvader Rino Bijkerk, het nog altijd heel moeilijk met het verlies van Kim.
Rik: “Kim was een heel erg sociaal meisje. Stond echt voor iedereen klaar. Ze studeerde aan de hotelschool en woonde net een paar maanden met een vriendin boven een huis van de gemeente.”
Rino: “Het was een oude postzegelhandel. Met miljoenen en miljoenen postzegels. Eén grote papierfabriek. Die nacht werden we rond zes uur gebeld door eigenaar: het stond in de fik.”
Rik: “Toen wij aankwamen op de markt van Hilversum zag het al zwart van de mensen, er stonden veel brandweerwagens en politieauto’s. De vlammen kwamen al door het dak. Kim was naar het ziekenhuis gebracht, ze werd gereanimeerd. Dat zeiden ze, voor ons.”
Rino: “Een brandweerman heeft haar uit het brandende pand gehaald. Achthonderd graden was het, te gevaarlijk. Maar ze gingen er toch in.”
Rino: “De eerste weken heb ik alleen maar gedacht hoe ik wraak zou nemen. Dat moet je niet doen, dan word je hartstikke gek.”
Rik: “De vreselijke angst die ze moet hebben gehad, dat doet het meeste zeer.”
Rino: “Haar verjaardag op 16 maart, de dag van de brand op 16 september en Kerst, dat blijven zware dagen. Het wordt je niet geleerd hoe je hiermee om moet gaan. De eerste maanden ben je gewoon in shock.”
Rik: “Ik heb mijn huis moeten verkopen. Kim bleef maar door de poort komen. Als ik nu nog in de tuin bezig ben en in het dorp een ambulance hoor, dan voelt het alsof mijn baarmoeder uit mijn lijf wordt getrokken. De beelden van de markt in Hilversum, die gaan niet meer uit mijn hoofd.”
Kapster Melissa: verbrand door inbreker
De dodelijke brand in Hilversum speelt zich af op het moment dat er een proces dient tegen een andere zaak waarbij een jonge vrouw bij een woningbrand om het leven kwam. Op 23 mei 2006 is de mooie jonge kapster Melissa Ulrich onverwacht alleen thuis in de flat aan het Immerlooplein in Arnhem-zuid: haar vriend is om half negen al vertrokken, zij had zich ziek gemeld omdat ze kiespijn had. Het lijkt erop dat een kennis van haar vriend, de Surinamer Orleando A.(22), die ochtend in de woning is gaan inbreken. Uit wraak, in verband met een conflict over jonge meisjes, of gewoon omdat hij dacht dat er niemand thuis zou zijn.
Brandspiritus
Toen hij ontdekte dat Melissa op bed lag en hij betrapt was, bond hij haar enkels vast met het elektriciteitssnoer van een tondeuse en met een sjaal om haar nek. Nadat hij haar de pincode van haar bankpasje had ontfutseld, overgoot hij haar met brandspiritus dat als schoonmaakmiddel in het keukenkastje stond. Hij had twee tassen vol met gestolen spullen, kort voor hij de flat verliet stak hij Melissa in brand. Een buurvrouw hoorde haar nog roepen: “Maak me niet dood! Ik wil niet dood!” maar ook voor Melissa kwam alle hulp te laat. Brandend over haar hele lichaam wist ze zich met haar vastgebonden enkels nog naar de voordeur te slepen. Daar werd ze gevonden door agenten die na de brandmelding meteen waren uitgerukt, maar ze konden niets meer voor haar doen. Ze droegen haar nog naar buiten, maar moesten haar laten vallen omdat ze gloeiend heet was. Na een doodsstrijd van een half uur overleed ze op de stoep.
Coffeeshop
Orleando A. kwam al snel in beeld als verdachte, vooral omdat hij nog geen half uur na Melissa’s dood door verschillende mensen was gezien bij een coffeeshop in Arnhem, waar hij de gestolen spullen aan de man probeerde te brengen. Ook pinde hij geld met Melissa’s bankpasje. Tijdens de verhoren loog Orleando alles aan elkaar, sprak hij zichzelf telkens tegen en probeerde hij vrienden de schuld in de schoenen te schuiven.
Er was van alles tégen hem: hij had de gestolen spullen en kon niet aangeven hoe hij daaraan gekomen was. Hij noemde wel namen van anderen, maar die hadden allemaal een alibi. Verder wist hij bepaalde details die alleen de dader kon weten en hij was geobsedeerd door vuur. Hij had al vaker gedreigd mensen in brand te steken en had zelfs al eens een tas met kleding van een ex-vriendin besprenkeld met terpentine. Maar één ding ontbreekt: technisch bewijs. Door de hitte en het vuur zijn er geen vingerafdrukken of dna-sporen van de dader veiliggesteld. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 15 jaar plus tbs, de rechtbank veroordeelde hem tot twintig jaar celstraf.
Tijdens de verhoren en het proces praat Orleando A. zichzelf telkens vast.
Rechter: Waarom gebruikte u de bonuskaart van Melissa?
Orleando: Omdat ik die gevonden had.
Rechter: Het is een opvallend stukje in de verhoren. U heeft moeite om te verklaren wat er gebeurd is.
Orleando: Ik heb moeite met het hele proces.
Rechter: U zegt pas dat u hem gevonden heeft als u in het nauw zit.
Orleando: Je wil het van je afpraten.
Rechter: Het lijkt of de verstrikkingen waarin u terechtkomt steeds erger worden.
Orleando: Die doen me behoorlijk de das om.
Rechter: Bent u zich ervan bewust dat u door uw leugenachtige verklaringen uw eigen ruiten heeft ingegooid?
Orleando: Daar ben ik mij heel bewust van.
Er is een undercover-agent ingezet, die met Orleando aanpapt tussen de verhoren door. Tegen hem vertelt Orleando “dat het meisje alles had gezien. Ze was vastgebonden en ze had geschreeuwd.” Volgens Orleando dachten de onderzoekers dat de brand in de woonkamer was begonnen, maar hij zei tegen de agent: “Het was in de slaapkamer. Ik ben een bad boy en ik zal altijd een bad boy blijven.”
Waardeer dit artikel!
Dit artikel las je gratis. Vond je het artikel de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te geven. Als veel lezers dit doen, kan ik nieuws en achtergronden over misdaad blijven publiceren