‘Alles weten maakt niet gelukkig’ – Dinsdag 22 maart 2016
(verslag: Bondtehond)
Paparazzo Ferry de Kok kwam dinsdagochtend getuigen voor het Hof in het Passage-proces in het JCS te Schiphol. Samen met zijn raadsvrouw Mr. Brigitte Roodveldt verscheen hij ruim voor de zitting in de loopgang bij de rechtszaal in de extra-beveiligde rechtbank. Ik herkende hem amper na de laatste keer dat ik hem sprak. Ferry is in de tussentijd naar eigen zeggen rond de 50 kilo kwijtgeraakt aan overtollig gewicht en zag er een stuk slanker uit vergeleken bij toen. Vers gekapt grijs/zwart haar, klaar voor de strijd…
En een soort van strijdje werd het later op de dag ook wel even. Wellicht heeft Ferry er iets te licht over gedacht, maar het Hof pikt dus absoluut geen inconsequenties in verhalen. En vergeleken met eerder afgelegde verklaringen door de toenmalige vriend van John Mieremet vond het Hof kennelijk wel dat daar sprake van was. In zulke mate dat het Hof hem in gijzeling nam en dat in de cel liet overdenken alvorens hem een laatste herkansing te geven. Anders zou hij toch echt max. 30 dagen in gijzeling kunnen worden genomen.
Voorzitter Mr. Ruud Veldhuisen opende de zitting en gaf aan dat het OM voor het verhoor van Ferry de Kok graag een dossierstuk wilde inbrengen en gaf het woord eerst aan officier van justitie Mr. Frits Posthumus. Mr. Posthumus deelde aanwezige procespartijen mede dat Vrijdag as. Sjaak Burger zal worden gehoord. Het OM wilde in verband daarmee enkele stukken inbrengen. Het gaat over een verklaring die Burger in Panama zou hebben afgelegd over de liquidatie van Cor van Hout (Viool).
Posthumus droeg dat stuk voor. Samengevat zei hij: Zoals u weet werd Burger in Panama slachtoffer van een liquidatiepoging. Hij meldt dat de liquidatiepoging te maken heeft met de moord op Cor van Hout. Burger geeft aan hierover de waarheid te willen verklaren. Hij is aangekomen in Nederland. Zijn familie heeft dat betaald. Burger zegt dat Cor van Hout is vermoord door twee Joegoslaven in opdracht van Mieremet. Burger wil geen informant zijn en heeft zijn mededelingen uit zichzelf gedaan. Burger is van mening dat hij de waarheid moet vertellen, omdat hij in de media als dader is afgeschilderd en dat gevaar oplevert. Burger zocht zelf contact met Wind omdat zijn leven gevaar liep en hij naar Nederland wilde. Volgens hem kloppen de berichten in de media over de moord op Cor van Hout niet en moet dat stoppen.
Vorige week is hij niet verschenen in het Gerechtshof aan het IJdok, maar zal wel vrijdag op zitting komen. Dat zegt zijn advocaat Marnix van der Werf. Burger voelt zich gedwongen te verklaren door Betty Wind. Het OM voegt een PV toe van Betty Wind waarin zij verslag doet. Daarin is de WhatsApp communicatie toegevoegd waaruit blijkt dat Burger niet gedwongen wordt door het OM om dit te vertellen. Inhoudelijk heeft Burger weinig gezegd, maar genoeg om het als ontlastend te zien voor Holleeder en Fred Ros. Dit is van belang in de zaak Viool en de Fred Ros toegedichte de rol. Tot zover. Vrijdag komt Burger dus naar het JCS. Verder is er weinig bekend over zijn gezondheidstoestand. Dat zal vrijdag waarschijnlijk blijken.
Hierna kon het verhoor van Ferry de Kok beginnen. Hij legde de belofte af voor het Hof. De voorzitter gaf raadsman Mr. Nico Meijering van Dino Soerel de eerste vragenronde. Heb het niet letterlijk kunnen meeschrijven, maar in grote lijnen ging het verhoor zo:
Voorzitter: Meneer Meijering begint.
Mr. Nico Meijering: Goedemorgen meneer Kok. Bent u gehoord in de zaak Vandros?
De Kok: Van Ros?
Mr. Meijering: Nou, ik zeg het misschien verkeerd, bent u in de zaak Holleeder gehoord?
De Kok: Ja.
Mr. Meijering: Bent u vaker gehoord?
De Kok: In de zaak Holleeder?
Mr. Meijering: Ja, in Vandros of andere zaken?
De Kok: Nee.
Mr. Meijering: U bent in het verleden met Mink Kok, Jan Femer en Stanley Hillis omgegaan. Kunt u vertellen hoe u zichzelf plaatst?
De Kok: Ik was bevriend.
Mr. Meijering: Heeft u ook zaken gedaan?
De Kok: Nee.
Mr. Meijering: Hoe lang kent u deze personen?
De Kok: Mink Kok ken ik al vanaf mijn 15e. Als je dat erbij telt is het 35 jaar.
Mr. Meijering: Wat deden jullie?
De Kok: Ja, vakanties, feestjes, kaarten, van alles…
Mr. Meijering: Er wordt gezegd dat je deel uitmaakte van de groep.
De Kok: Ja, als ze dat zo willen zien…
Mr. Meijering: Jan Femer?
De Kok: Nee, we waren bevriend.
Mr. Meijering: Mink Kok?
De Kok: Nee, die kaartte niet.
Mr. Meijering: Heeft u wel-es gesouffleerd?
De Kok: Eigenlijk niet nee, alleen kaarten.
Voorzitter: Als je bevriend bent, krijg je dan helemaal niet mee wat je vrienden doen?
De Kok: Nee, ik had daar helemaal geen behoefte aan.
Mr. Meijering: Hoe kent u Mieremet?
De Kok: Mieremet heb ik leren kennen omdat ik na een aanslag op mijn leven een tijdje bij hem heb gewoond.
Mr. Meijering: Maar kende u hem ook voor die tijd? Ik neem aan dat je niet zomaar bij iemand kunt wonen?
De Kok: Hij kwam bij een discotheek waar ik aan de deur stond als portier.
Mr. Meijering: Kende u hem toen goed?
De Kok: Nou, ik kende hem wel, maar het was meer van hey, hoi en een praatje.
Mr. Meijering: U heeft hem u beste vriend genoemd hè?
De Kok: Ja, dat is-ie. Je kunt misschien wel voorstellen als je bij hem en zijn gezin woont krijg je een band.
Mr. Meijering: Wat kunt u vertellen uit die tijd?
De Kok: Dat is één groot zwart gat. Ik weet niets meer van die tijd.
Voorzitter: U weet niets meer van die tijd?!
De Kok: Alles weten maakt niet gelukkig.
Voorzitter: Dat wil er niet zo goed in bij ons.
De Kok: Nou, het lijkt me dat als je je vriend ziet liggen met zijn hersenen naast hem en je houdt zijn hand vast en voelt hem langzaam koud worden, is dat wel aangrijpend.
Voorzitter: Ja en ongetwijfeld traumatisch. Maar u kunt zich daardoor niets meer herinneren?
De Kok: Nee, ik denk dat ik veel heb weggestopt. Je wilt daar niet meer aan terugdenken.
Mr. Meijering: En uw relatie met Holleeder?
De Kok: Holleeder heb ik leren kennen omdat ik hem kon fotograferen en zo bleef ik bij hem in de buurt.
Mr. Meijering: Om te fotograferen?
De Kok: Ja, op een gegeven moment trok hij veel bekende Nederlanders aan en daar maakte ik foto’s van.
Mr. Meijering: Heeft u het met Holleeder over Mieremet gehad?
De Kok: Nou nee, daar hadden we het nooit over.
Mr. Meijering: Als we uw verklaringen lezen, heeft u zich niet altijd gunstig uitgelaten over Holleeder. Bent u zich daarvan bewust?
De Kok: Ja.
Mr. Meijering: Ook over anderen trouwens. Hoe ging dat?
De Kok: Nou, je moet het zo zien, er kwam een heel rechercheteam naar Thailand en ik was nog half in shock en ze komen dan bij je en hebben een bandrecorder bij zich en vertellen je al van te voren wat ze ongeveer van je willen horen.
Mr. Meijering: Kunt u dat uitleggen?
De Kok: Nou, je hoort dingen en je zegt dan dat dat zou kunnen kloppen.
Voorzitter: Er komt toch best veel boven ineens hè?
De Kok: Ja, als ik effe nadenk.
Mr. Meijering: Over die 11 miljoen, wat weet u daarover?
De Kok: Ja, dat hoorde ik.
Meijering: Maar wat weet u daarover?
De Kok: Nou, alleen wat Mieremet mij daarover vertelde.
Mr. Meijering: Heeft Mieremet het weleens over Houtman gehad?
De Kok: Nee, niet dat ik weet.
Mr. Meijering: Heeft u het er met Mieremet wel eens over gehad dat hij Holleeder iets wilde aandoen?
De Kok: Nee.
Mr. Meijering: Denk eens goed na.
De Kok: Ja, dat doe ik.
Mr. Meijering: Ik stel me zo voor dat je aan de koffietafel zit en dat je wel e.e.a bespreekt, bv. of je iemand mag of niet.
De Kok: Nee, daar hadden we het niet over.
Voorzitter: Was er een verbinding tussen Soerel en Hillis?
De Kok: Die kenden elkaar denk wel.
Voorzitter: U mocht Hillis niet zo hè?
De Kok: Nee, dat vond ik een nare man. Die moest ik niet zo.
Mr. Meijering: Ken je Dino?
De Kok: Ja Dino kende ik wel. Via Mink.
Mr. Meijering: Ik dacht via Jan Femer?
De Kok: Ja, Jan Femer ook ja.
Mr. Meijering: U heeft over Dino gezegd: loopjongen. Kunt u zich dat herinneren?
De Kok: Kan wel dat ik dat eens gezegd heb ja.
Mr. Meijering: We gaan even terug naar die 11 miljoen. Er is 11 miljoen betaald.
De Kok: Daar weet ik niets van.
Voorzitter: Meneer Kok, laten we er nu niet zo omheen draaien. Even to the point, om tijd te besparen.
De Kok: Ik weet er helemaal niets van. Ja, ik heb de media ook gelezen ja.
Mr. Meijering: U kunt er niets over vertellen?
De Kok: Nee.
Mr. Meijering: We gaan even naar de verklaringen van de dames Holleeder en Den Hartog. Kent u Sandra den Hartog?
De Kok: Nou, ik heb haar 1 of 2 keer gezien toen ik met Holleeder foto’s ging nemen.
Mr. Meijering: Ik ga maar even verder. U vertelde dat u de recherche naar de mond praatte.
De Kok: Ja.
Mr. Meijering: Wie sprak u wel eens?
De Kok: George Kool sprak ik weleens.
Mr. Meijering: George Kool dat zegt me even niets.
De Kok: Ja, dat is een neef van Sam Klepper.
Mr. Meijering: U heeft verklaringen afgelegd over mensen. Ook over Hillis. Die noemt u een bloedhond.
De Kok: Ja, dat vind ik ook.
Voorzitter: Dat strekt wel verder. U vond het niet erg dat hij doodgeschoten werd.
De Kok: Nee, helemaal niet, nee. Ik vind het niet erg, nee.
Voorzitter: U werd dronken van geluk, zegt u eens.
De Kok: Ja, ik heb wel even een flesje losgetrokken, ja.
Voorzitter: Verplaatst u zich eens in anderen in de zaal.
Mr. Meijering: Ja, dat is wel even goed. Kent u Kolle? (fon.)
De Kok: Die naam zegt me wel iets ja, maar verder…
Mr. Meijering: Christian Brany (fon.)
De Kok: Ja, die naam ken ik ook wel.
Mr. Meijering: Die twee namen kent u… hoe?
De Kok: Die waren bevriend met Jan Femer.
De voorzitter wilde ter zake komen: Ik hou u een PV voor van een gesprek dat u op een terrasje zit met Barry Mieremet. Dan zegt de recherche: Wie is nou in staat zo’n aanslag op je vader uit te voeren?
(Ali Nalkiran is overigens kortgeleden vrijgesproken in Enclave en ook voor betrokkenheid bij de gewelddadige dood van John Mieremet is weinig tot geen bewijs. Hij werd destijds bijgestaan door dezelfde advocaat als Ferry de Kok nu heeft: Mr. Brigitte Roodveldt)
Voorzitter: Hij zegt dan: ‘Ja, dat is een Joego, hij zit helemaal onder de tattoos’. Recherche: ‘Wie kunnen dat regelen?’ Barry zegt dan: ‘Dat is die Dino’. Dan zegt u: ‘Ja, die heeft Kolle daarvoor.
De Kok: Dat kan ik mij allemaal niet meer herinneren.
Voorzitter: Meneer Kok, u bent fotograaf en wilde een vergoeding voor de tijd dat u geen foto’s kunt maken. Uw tijd is kostbaar, maar die van het Hof ook en het is van groot belang. We roepen u toch goed terug te gaan in uw geheugen. Heeft u Kolle ontmoet?
De Kok: Ja, ongetwijfeld…
Voorzitter: Heeft u Kolle wel eens gesproken?
De Kok: Nee, volgens mij niet.
Voorzitter: Ook niet op die boot?
De Kok: Nee… ja, ik zal hem gezien hebben en een misschien een klein praatje, maar dat weet ik niet meer.
Voorzitter: Denkt u eens goed na. U zat met mevrouw Ria Eelzak en Barry Mieremet op een terrasje bij eetcafé De Zomer nabij de Belgische grens. Herinnert u zich dat?
De Kok: Ja, daar spraken we wel vaker af.
Voorzitter: Ok, nou u zit daar op een terrasje en u zegt dan: ‘Ja, die heeft die Kolle daarvoor’, dan komen we dus op Christian Brany en op Kolle.
De Kok: Ja, ik kan alleen zeggen wat Mieremet me verteld heeft. Zelf uit eigen wetenschap weet ik er niks van.
Voorzitter: ‘Die Kolle heeft vastgezeten met die Arkan van de Arkan Tigers’… (bedoelt worden de beruchte Joegoslavische gangsters Kola ‘Kolle’ Kostovski en Zeljko ‘Arkan’ Raznjatov)
Mr. Meijering: U plaatst hen in relatie tot elkaar. Denkt u eens goed na over de relatie tot Dino. U zegt hier over Dino: ‘Ja, die heeft die Kolle daarvoor’.
De Kok: Ja, ik zeg wel meer dingen die niet waar zijn.
Voorzitter: We gaan even schorsen om te overleggen.
Op dit punt was de voorzitter het zat en was duidelijk geïrriteerd. Er werd even een korte schorsing ingelast van een minuut of 5. Terug in de zaal viel de voorzitter meteen met de deur in huis.
Voorzitter: Meneer Kok, we hebben u een aantal keer geprobeerd u tot antwoorden te bewegen, Dat gaat zo stroef dat we hebben besloten u te gijzelen.
Advocaat Mr. Brigitte Roodveldt reageerde: Ja, we hadden dit al voorzien, gezien uw houding van net. U kunt mijn cliënt gijzelen, maar of dat zijn houding en geheugen doet veranderen… We denken niet dat dat zijn geheugen doet opfrissen. Hij heeft ook de overdracht van zijn huis eind deze maand. Het lijkt mij niet zo bevorderlijk om hem nu te gijzelen.
Het Hof besloot Ferry de Kok toch te gijzelen, echter kon hij ’s middags nog een keer in de zaal komen voor een laatste herkansing. Anders zou hij echt max. 30 dagen worden gegijzeld. De Kok werd tussen parketwachten in afgevoerd naar het cellencomplex. Kennelijk had Mr. Roodveldt haar cliënt in de koffiepauze gesproken, want meteen na de pauze deelde ze het Hof mede dat De Kok toch bereid was te getuigen.
De andere getuigenverhoren, van Maike Dijkhuis (ex Holleeder) en Petra Copier (ex Soerel) kan ik niks over zeggen, omdat besloten werd deze verhoren achter gesloten deuren plaats te laten vinden. Copier op verzoek van Soerel, Dijkhuis op eigen verzoek. Beetje vervelend is het dan wel dat de aanwezige journalisten geen enkele reden voor het sluiten van de deuren krijgen te horen. Daar hadden we het nog even over in de perskamer. Daar moet je dan maar naar gissen.
Het verhoor van Ferry de Kok werd pas uren later voortgezet. Zijn advocaat vroeg namens haar cliënt of de zitting achter gesloten deuren kon worden voortgezet, maar dat werd afgewezen. Het verhoor ging openbaar verder en ging een stuk soepeler dan ’s ochtends.
Voorzitter: Uw standpunt is veranderd. Volgens het Hof kan dat niet anders begrepen worden dan dat uw standpunt vanmorgen niet in de haak was. Uw advocaat zegt: ‘We gaan het wat mij betreft opnieuw proberen’. Ja. zo zit het leven niet in elkaar en ik heb u gezegd: ‘Uw tijd is kostbaar, maar die van het Hof ook’, en we gaan niet eindeloos rondjes draaien van: ‘Nou vooruit, we gaan het eindeloos proberen’. Ik heb uw verplichtingen uiteengezet en uw rechten ook, dus we gaan echt gewoon verder en we zullen zien of uw standpunt echt veranderd is en of het Hof niet tot de slotsom komt dat uw standpunt eigenlijk niet veranderd is. In dat geval weet u dat we u max. 30 dagen kunnen gijzelen. Dat klinkt allemaal wat dreigend, maar daar is nu net de strekking van dat dwangmiddel, want dat dwangmiddel wordt ingezet om een getuige die niet meewerkt er toe te prikkelen dat hij/zij wel meewerkt.
Voorzitter: Dat vastgesteld hebbend, heeft het zin om nu verder te gaan, of zegt u…?
De Kok: Nee, ik eh… wil wel doorgaan.
Voorzitter: Weet u nog waar we gebleven waren, meneer Meijering?
Mr. Meijering: Nou nee, ik zei net tegen mijn cliënt dat ik de draad nu ook wel even kwijt ben.
Raadsheer: Zal ik u even helpen, meer Meijering?
Mr. Meijering: Ja graag.
Raadsheer: We waren gebleven bij dat gesprek over Kolle, waar Barry Mieremet en Ria Eelzak bij waren.
Voorzitter: Dat terrasgesprek.
Mr. Meijering: Ja. En dat is inderdaad belangrijk. Meneer De Kok, kunt u enigszins de vragen terughalen die gesteld werden? Niet alleen door mij, maar ook door andere aanwezigen…
Voorzitter: Vooral door het Hof ook hè.
De Kok: Of ik hem kon, dat was de vraag toch? Nou, ik heb hem wel eens gezien en gespr…. nou, niet echt gesproken, ik heb hem gezien op een boot waar we mee gingen varen en daar was hij op een gegeven moment ook op aanwezig.
Voorzitter: Misschien meneer de raadsman, ik spreek toch even, alles met het ook op de efficiency. We hebben gesproken over dat terrasgesprek…
De Kok: Ja ja ja…
Voorzitter: …waar Barry Mieremet was, waar Ria Eelzak was en u was er. Dat gesprek is opgenomen en woordelijk uitgewerkt. In dat gesprek wordt er gesproken over wie er achter de aanslag op Mieremet gezeten zou kunnen hebben. Toen heb ik u een passage voorgelezen, dat doe ik nu weer en mijn vraag is nu of u goed wilt luisteren.
De Kok: Ja ja ja…
Voorzitter: De politieman vraagt hoe het toen gegaan is: ‘Wie liepen er toen om hem heen die daarvoor in aanmerking kunnen komen?’ U vraagt dan: ‘Bij Holleeder?’ De politieman zegt: ‘Ja. Wie benadert hem nou om dit te regelen, op jouw vader?’ Kennelijk gericht aan Barry. Barry Mieremet zegt dat: ‘Dat is die Dino’. ‘Ok’, zegt de politieman, ‘en wie benadert Dino? Heeft hij verschillende mensen?’ Dan zegt u: ‘Ja, hij heeft er verschillende mensen voor. Kolle, dat is een Joegoslaaf’. Dan zegt de politieman: ‘Nou, ik zit aardig in de Joegoslaven, maar ‘Kolle’ zegt me even niks’. Dan zegt u: Ies Begien (fon.) met Christan Brany (fon.) Dat zegt de politieman: ‘Ja’. Dan zegt u: ‘Die regelt het… uh uh, ja die zit helemaal vol tattoos, zit hij’. En ietsje verderop zegt u: ‘Ja, hij heeft ook een hele tijd in Nederland gezeten, maar ik weet niet of hij daar nog zit. Hij heeft ook wel eens een tijdje bij ons op de boot gezeten’. Dan zegt die politieman: ‘Maar zit hij in het kamp van die eh…’ Dan zegt u: ‘Van die ouwe’.
Voorzitter: Ik neem aan dat u daar Hillis bedoelt?
De Kok: Klopt.
Voorzitter: Dan zegt die politieman: ‘Het zegt me namelijk helemaal niets die Kolle, een ouwe rakker? ‘Ja’, zegt u, ‘hij kwam bij ons op de boot, zeg maar. Waar was dat, Ibiza?’ Zegt de politieman: ‘Gibraltar zijn jullie toch geweest?’ ‘Ja’, zegt u, ‘daar ben ik ook geweest’. ‘In welke tijd praten we nu over?’, vraagt de politieman. ‘Ik weet het niet’, zegt u, ‘maar in die tijd’
Voorzitter: Ik spoel het bandje even verder. Dan zegt u: ‘Ja zoiets, ik denk dat hij een jaar of 50 moet zijn die gozer’. Vraagt de politieman aan u: ‘Maar een contact van Dino?’ En dan zegt u: ‘Ja, en die ouwe. Die ouwe heeft samen vastgezeten met Arkan’. Nou en dan gaat het verder over Kolle. ‘Is Kolle een bijnaam?’, vraagt de politie. Dan zegt u: ‘Ja, dat is een bijnaam’. Dan zegt de politie: ‘Nou dan moeten we hem wel kunnen traceren’. Dan is de vraagt aan u: ‘Hoe weet je dat hij daar voor gebruikt werd?’ Dan zegt u: ‘Dat was bij ons algemeen bekend dat hij dat regelde, dus ja’… Dan vraagt die politie: ‘En waren er nog meer van die gasten?’ Dan zegt u: ‘Ja, dat regelde… Dino regelde dat altijd samen met hem en hij woont in Amsterdam. Hij kwam wel eens in Amsterdam’.
Voorzitter: Nou, tot zover een stukje uit dat proces-verbaal. Dat is de achtergrond waartegen de vragen nu gesteld worden. Raadsman…
Mr. Meijering: Ja nou, u heeft ook eh… het is vanochtend al voorbij gekomen. Welke herinneringen roept dat nu bij u op? Want ik kan er heel veel vragen over stellen, van: Hoe weet u dit en wie is dat? Of wie is Arkan, wie is die Ouwe? Ja, ik kan er heel veel vragen over stellen, maar komt er nou bij u op, wat kunt u er nou over zeggen? Waarom zegt u dit? Ik ga er maar even vanuit dat het goed is weergegeven?
De Kok: Nou, ik heb ook veel gesprekken gevoerd, ook met John Mieremet, en die heeft mij dit soort dingen allemaal verteld. Dus daarvan had ik het eigenlijk. Ik heb het dus niet uit eigen… echt uit eigen wetenschap. Ik heb het van horen zeggen van John Mieremet. Die heeft het mij verteld en ik heb het zo herhaald eigenlijk.
Mr. Meijering: Maar wat kunt u daar dan van terughalen, van hoe die dat heeft gezegd?
De Kok: Nou ja, ik heb natuurlijk 2 jaar bij hem in huis gezeten, dus ik heb verscheidene gesprekken met hem gevoerd. En daar kwamen dit soort dingen ook bij naar boven, maar niet expliciet naar Dino of eh… niet naar Dino gericht of zo als je dat bedoelt.
Mr. Meijering: Nou ja, het lijkt er toch wel op, ja het gaat over Holleeder ook hoor, het gaat eerst over Holleeder, maar het lijkt dus ook over Dino te gaan. Ja, dan vraag ik gewoon, het kan een hoop betekenen zoiets, maar wat kunt u zich herinneren over wat Mieremet hierover heeft besproken met u?
De Kok: Nou, wat ik nu ook zeg….
Mr. Meijering: Kijk, ik kan er even iets uithalen. Er wordt gesproken over die aanslag op Mieremet, het is dan 2002. Dan wordt er gezegd: Het is Holleeder geweest. Toch?
De Kok: Ja eh… Mieremet dacht Holleeder ja.
Mr. Meijering: Weet u nog waar hij dat op baseerde, dat Holleeder dat zou hebben gedaan?
De Kok: Nee, hij zei dat het zijn gevoel was. Daar was hij eigenlijk ook van overtuigd, dat hij erachter zat en hij noemde ook eigenlijk alleen maar Holleeder… altijd
Mr. Meijering: Maar heeft u er dan een verklaring voor dat Dino hier eh… nou moet ik er wel even bij zeggen dat Barry begint met ‘Dat is die Dino’ hoor, die begint ermee, maar u lijkt daar op aan te haken.
De Kok: Nou, omdat eh…ehm… Dino is ook vaak gezien in het gezelschap van Holleeder, dus John ging er ook vanuit dat Dino bij Holleeder hoorde.
Mr. Meijering: Hij ging er vanuit, heeft hij dat zo gezegd, of heeft hij ook gezegd: ‘Ja, ik weet dat Dino erbij hoort, want…’? Of heeft hij dat ook echt uit feiten of van horen zeggen, zeg maar, kunnen opmaken?
De Kok: Nee, dat heb-ie nooit echt zo duidelijk gezegd.
Mr. Meijering: Hm… effe kijken, dan heb je nog… dan zegt u hier ook… ja kijk ik zeg er ook maar gewoon even bij, want dat weet u natuurlijk wel, dat is wat nu zo vervelend voor cliënt is: Holleeder zit achter Mieremet, althans de aanslag, nou wie hebben we daar dan voor? Dan hebben jullie het geloof ik over Dino en dan vervolgens over Kolle, een Joegoslaaf. U heeft het van Mieremet. Maar we hebben het hier wel over de aanslag op Mieremet en ik neem aan dat die Kolle niet aan Mieremet heeft verteld dat hij achter de aanslag zit, of zo? Kunt u mij volgen?
De Kok: Ja, ik heb natuurlijk een tijd op die boot gezeten. Ja, het jaargetijde weet ik ook niet, maar we hebben toen een tijd op die boot gevaren en daar kwam eh… Kolle kwam daar ook en eh… Dus als ik gesprekken had met Mieremet dan kwam dat ter sprake, wie erbij waren zoals die Kolle en toen zei John: ‘Hé, die Kolle regelt alles’. Zo, in die context is dat gegaan.
Mr. Meijering: Ja en dat nam u dan maar aan of heeft hij ook gezegd hoe hij dat wist?
De Kok: Ja, nee, ik heb nooit gevraagd hoe hij dat wist. Ik heb er zelf nooit bij gezeten als er wat geregeld moest worden, of zo.
Voorzitter: Dus u heeft op dat terras eigenlijk gewoon gepapagaait wat u van Mieremet hebt gehoord? Want u zegt het daar in ongeveer dezelfde woorden zoals u het van Mieremet heeft gehoord. Want u zegt hier: Ja, daar heeft-ie verschillende mensen voor, Kolle, dat is een Joegoslaaf, want dat heeft hij precies zo tegen u gezegd?
De Kok: Nou ja, precies, hij heb het… ja.. ja.
Voorztter: Maar u kende die Kolle wel.
De Kok: Ja, ik heb hem gezien en niet echt gesproken, maar…
Voorzitter: Maar u weet wel te melden dat hij vol tattoos zit?
De Kok: Ja, omdat-ie op de boot zat en…
Voorzitter: Ja, dus dat heeft u wel gezien?
De Kok: Ja, ja, ja… ja hij was ook boven daar en we waren aan het zwemmen en eh…
Voorzitter: Zeg, in de tijd van dit gesprek hè, vreesde u toen voor uw veiligheid? Dat terrasgesprek bedoel ik hè.
De Kok: Euhh… ja. Er was natuurlijk net een aanslag op me gepleegd…
Voorzitter: Zeker.
De Kok: …en ik wist dat ik op een dodenlijst stond. Dat ik weg moest blijven uit Amsterdam. Dus ja, dat nam ik dan aan. Dus ja, natuurlijk vreesde ik voor mijn leven.
Voorzitter: Ja.
De Kok: En voor mijn gezin ook. Daarom ben ik ook weggegaan,
Voorzitter: Ja, dat begrijp ik. Zeg en eh, even terug naar dat terrasgesprek. Uit welke hoek vreesde u?
De Kok: Ik vreesde de ellende van Hillis.
Voorzitter: Ja, u zegt ook over de aktuele stand van zaken en dan zegt u: ‘Nou, ik heb begrepen dat er nog steeds jacht wordt gemaakt op mij’. En dan vraagt de politie: ‘Door wie?’ En dan zegt u: ‘Hillis’.
De Kok: Ja.
Wordt vervolgd….
Later de rest van dat verhoor. Ben ook nog bezig met een samenvatting van het verhoor van Martin Hillegers van maandag. Dat komt dus ook nog.
Bondtehond