(vooraf: zie hier)
Op 22 januari wordt de in 1969 in Paramaribo geboren Robbie K. gehoord. Hij woont officieel niet in Nederland, zijn vrouw en vier kinderen wel. Hij is geregeld bij hen, maar hij woont afwisselend in Dubai en in India. Op 20 januari 2017 was hij bij zijn gezin in Ridderkerk toen er een pakketje voor de deur lag. Op beelden van bewakingscamera’s is te zien dat het pakje daar wordt neergelegd, de beelden ervan zijn veiliggesteld.
Het pakketje was aan Robbie geadresseerd en er stond op de buitenkant: ‘voor aanstaande maandag’. Een niet te missen verwijzing naar ‘de afspraak’ waar hij en Ronald Maurits wordt gesommeerd die middag thuis te zijn in Ridderkerk.
Het pakje blijkt op 18 januari al te zijn verstuurd. In de enveloppe zit een getypte brief: “Ik weet dat jij een grote drugshandelaar bent. Zorg ervoor dat jou compagnon R. Maurits aanstaande maandag om 2 uur bij jou in Ridderkerk in het huis aanwezig is.” En nog iets als: “Je kunt maar beter doen wat wij zeggen.”
Hij had de brief in een tas gegooid om het te laten bezinken. Op 21 januari kwam er weer een brief. Hij had die even snel gelezen, omdat er visite was. Hij was daarvan geschrokken, maar hij vond het ook wel “een beetje grappig wat ze schreven en wilden”. Pas later had hij het bijbehorende pakketje geopend. Daar zat een Samsung telefoon in. Hij heeft zijn vrouw verteld wat er aan de hand was en hij had Ronald gebeld. Op 22 januari hadden ze bij De Meern afgesproken en Ronald had toen de politie gebeld.
Robbie vertelt dat Ronald wat heeft geïnvesteerd in zijn bedrijven. Robbie handelt in veganistische en biologische producten. Een deel van het geld is al terugbetaald, maar er staat nog wel wat open.
In de brief staan gegevens over de familie van Robbie. Over zijn moeder en over zijn overleden broer John. Die broer had met zijn twee kinderen in het buitenland gewoond. Hij was in 2010 naar Nederland gekomen, was gesscheiden van zijn vrouw en had toen kennis gekregen aan de Marokkaanse Hakima, met wie hij een soort knipperlichtrelatie onderhield . In de brief staat verder dat de zaak druggerelateerd was en dat er 10 miljoen euro moet worden betaald door hem en Ronald. “Ik ben niemand iets schuldig en ik heb geen vijanden,” zegt hij. Hij is wel bezorgd over zijn gezin.
In de eerste brief staat dat hij en Ronald op 23 januari om 14.00 uur thuis moeten zijn in Ridderkerk, “Daar krijgen jullie meer informatie. De keus is aan JULLIE”.
In de tweede brief staat: “Jullie zitten al jaren op onze markt, Waar we last en schade van hebben. We kennen jullie hele groep. Waar je mee werkt. Je kan ook mert jullie mensen praten uit Zuid Amerika. Die kan je ook op de hoogte stellen.. Daar hebben wij geen problemen mee. Dat je 10.000.000,- moet betalen aan ons. Je kan het ook gesloten houden. Wat je zelf wil? Daarna willen we alles wat je aan DRUGS importeerd. Rechtstreeks van jullie kopen, het moet onder de marktprijs zijn en dat er niks op de markt komt. En alles wat je importeerd binnen een maand wordt betaald (Contant). Dan kunnen jullie gewoon doorwerken. We zetten hier onder enkelle Familie namen.”
Vervolgens worden er acht familieleden genoemd met bijbehorende sofinummers, met als afsluiting: ALS JE HEIR NIET MEE ACCOORD GAAT , KOMT HET NIET GOED DIT ACCEPTEREN WIJ NIET!!”
Op 7 februari wordt Robbie opnieuw gehoord, over wat details. De politie laat hem een foto zien. Hij verklaart dat dit om een getinte man gaat. Hij weet nog niet wie er bij hem aan de deur is geweest om het pakketje achter te laten. Zijn dochter had een auto gezien met twee donkere mannen erin. Hij weet dat Ronald tijdens de ontvoering is gevraagd naar ‘zijn Hindoestaanse vriendje’. Alleen mensen die dicht bij hem staan kunnen dat weten.
De naam van Robbie is in 2007 genoemd in een drugszaak. De politie vraagt of daar mogelijk nog een conflict kan liggen. Nee, want hij had daar niets mee te maken gehad, daar was dus ook geen geschil over. En als dat al zo zou zijn dan is het raar dat daar tien jaar mee gewacht is en waarom ze Ronald dan hebben ontvoerd.
Er wordt een getuige gehoord, een goede vriend van Robbie, die verklaart dat hij op 4 of 5 februari in India gebeld was door *Lida (niet haar echte naam), de zus van Robbie, die de vader van Robbie wilde spreken. Die lag te slapen, toen had hij met Lida gepraat. Ze vertelde dat er een plan was om John, de broer van Robbie, te doden. De vrouw en de zus van John zouden daarbij betrokken zijn. Ze wilden de kinderen van John weghalen uit Nederland. Terug in Nederland had de getuige dit aan Robbie verteld en toen had hij een afspraak gemaakt met Lida, en een opname-apparaatje meegenomen. Hij vraagt Lidla of de kinderen van John gevaar lopen.
De getuige weet dat John een tijdje bedreigd is geweest door de man van Hakima. John is inmiddels overleden. De getuige heeft dit alles verteld aan Robbie, die erg verbaasd was over het verhaal en het als “een openbaring” zag: hij wist nu waar de bedreigingen vandaan kwamen. De ex van John zou bij Robbie aan de deur zijn geweest. De kinderen van John wonen bij het gezin van Robbie. De getuige denkt dat het om poen gaat en dat de ex van John en Hakima, de Marokkaanse vriendin van John, samenwerken.
(wordt vervolgd)