In februari 2013 wordt in Emmen Kim Stoker doodgestoken door haar jaloerse vriend Arjan de G. (24); Rob, de vader van Kim, ziet vanaf het eerste begin met tomeloos verdriet, maar ook met verbazing, woede en onbegrip hoe zo’n proces verloopt. Vanaf dat hij hoort dat zijn dochter dood is tot de uitspraak in hoger beroep. Een advocaat die probeert Kim de schuld in de schoenen te schuiven, deskundigen die alleen maar lijken mee te leven met de verdachte, een dader die op alle mogelijke manier er onderuit probeert te komen, rechters die maar een beperkte straf op kunnen leggen. In het boek ’30 messteken’ beschrijft hij pijnlijk gedetailleerd de rol van verschillende betrokkenen bij het drama.
“10 februari 2013. Katja en ik zaten aan tafel bij goede vrienden. De maaltijd zou net beginnen, het was ongeveer 18.30 uur, toen mijn dochter Els belde. Ze klonk een beetje paniekerig en vroeg me of ik iets van Kim had gehoord. Dat was niet het geval, maar ik voelde vanaf dat moment dat het een andere avond zou worden dan ik gedacht had. Els vertelde me dat ze een berichtje had ontvangen van iemand die in dezelfde flat woont als Kim. Kim woonde daar samen met Arjan de G. ‘Papa, er is iets niet goed. Er is een ziekenauto weggereden met Arjan erin, Kim zat er niet in, en er is een lint om het huis van Kim.’ Kims woning was ongeveer vijf minuten rijden vanaf de plek waar we zaten te eten.”
Zo begint Rob Stoker (58) zijn verhaal over de moord op zijn dochter Kim (24). Drie jaar na het gebeurde is het als boek verschenen. Rob heeft het hele proces vanaf het begin van dichtbij meegemaakt en kan er eigenlijk niet over uit dat de dader er met zo weinig gevangenisstraf vanaf komt. Twaalf jaar betekent in de praktijk automatisch acht jaar.
Bij het huis waar Kim woont, in de Emmermeer, blijkt meteen dat het helemaal fout is. Rob denkt meteen al dat het iets met Arjan te maken kan hebben. Hij heeft als leraar Nederland Arjan nog enige tijd in de klas gehad. Dat was al een behoorlijke tijd geleden. Wat hij meekreeg van de relatie met Kim is dat hij en Kim geregeld bonje hadden en dat Arjan behoorlijk agressief kon zijn. Bij de flat staan een politieauto en een politiemotor. Kim woont op de derde verdieping. Rob en Katja rennen de trap op. Ze horen Els, zijn andere dochter, huilen. In de overgang van het trappenhuis naar de galerij staat een agent. Rob mag er niet door. Als hij zegt dat hij de vader van Kim is, is het antwoord: “Bereidt u zich maar voor op het ergste.” “Is ze dood?” vraagt hij. De agent antwoordt bevestigend.
Buiten staat een politieauto, die hen naar het politiebureau brengt. Ze horen dat Kim door haar vriend vermoord is en dat de vriend gewond is afgevoerd naar het ziekenhuis. Daarna volgt een moeilijke gang naar Margriet, de moeder van Kim. Ze doet de deur vrolijk open. “Zo laat op de avond nog bezoek van jou, dat betekent vast niet veel goeds. Is er iets met je vader?” Rob heeft zijn emoties niet in bedwang, en zegt dat het veel erger is: “Onze Kim is dood Margriet.”
Op het politiebureau maken ze kennis met de familierechercheur. Die kan niet vertellen hoe Kim om het leven is gebracht. Rob kan dat moeilijk geloven, maar de rechercheur legt uit dat er twee groepen bezig zijn met het onderzoek. Duidelijk was dat Arjan Kim had vermoord, dit aan zijn ouders had verteld en daarna zichzelf had verwond met een mes als ‘poging tot zelfmoord’. Ze willen niets liever dan Kim zien, maar dat kan waarschijnlijk pas aan het eind van de week.
De volgende morgen vertellen de familierechercheurs dat Kim en Arjan zaterdagavond een feestje hadden gegeven, met vier vrienden erbij. Gamen, drinken en er werd geblowd. Een van de vrienden, L., had een oogje op Kim. Kim vond hem ook leuk en ze had al aan haar zus verteld dat ze daarom bij Arjan weg wilde. Els had gezegd dat ze het heel onverstandig vond om hem ook uit te nodigen voor de party die avond. Ze hadden nog niets met elkaar gedaan, niet gezoend of zo, maar de spanning was er wel. Tijdens het feestje hadden Kim en L. een beetje met elkaar geflirt. Arjan kreeg dat in de gaten en nam Kim apart in de slaapkamer. Daarna was de sfeer niet meer goed en Arjan vroeg de jongens te vertrekken. Kim bleef.
Later op die avond stuurde Kim via de computer een bericht naar de jongens gestuurd. “Dikke fight, Arjan heeft mijn mobiel afgepakt.” De jongens waren nog in de buurt, maar besloten geen actie te ondernemen. Arjan ging in de woonkamer op de computer zoeken. Hij vond iets waardoor hij zich bedonderd voelde. Vermoedelijk dat Kim zich op haar Facebook als ‘vrijgezel’ had aangevinkt, maar dat had ze wel vaker gedaan. Op dat moment besloot hij dat ze allebei dood moesten. Hij zou eerst Kim doden en daarna zichzelf.
De familierechercheur kan melden dat Arjan Kim met een mes heeft vermoord, tussen 12 en 1 uur ’s nachts. Daarna had hij zichzelf in zijn arm gesneden. Hij had zijn moeder nog een sms gestuurd met de melding ‘Kim is vreemdgegaan’. Zijn moeder had dit bericht pas de volgende ochtend gelezen en nam contact met hem op. Via whatsapp had ze gevraagd of ze langs moest komen, maar Arjan stuurde toen terug dat alles oké was. Dit was ’s morgens rond elf uur. Kim lag toen dus al ruim tien uur dood op bed. Wat hij verder die dag heeft gedaan, is onduidelijk. Pas rond half vijf nam hij weer contact op met zijn ouders en zei dat er iets ergs gebeurd was.
De volgende dag lezen ze in de krant dat de advocaat van Arjan, mr. Hugo Pellinkhof, zegt: “Kim Stoker had al geruime tijd een relatie met een ander. Heel hun omgeving en vriendenkring was hiervan op de hoogte, alleen mijn cliënt niet.”
Kim kan zich niet meer verdedigen, haar vader vloekt alles bij elkaar. Tijdens een bezoek aan de supermarkt hoort hij mensen met elkaar praten over de moord op ‘dat meisje’. “Nou, ze had het er ook wel een beetje naar gemaakt, las ik … ze ging al heel lang vreemd … logisch dat je dan als vriend kwaad wordt als je erachter komt..”
Rob: “Ik wilde op dat moment alles doen wat verboden was, maar ik ben zo snel mogelijk vertrokken en heb lang zitten huilen in mijn auto. Ik heb me zelden zo machteloos gevoeld.”
Na verloop van enige tijd kan de familierechercheur meer details geven. Maar willen ze dat? Willen ze de beperkte versie, of het volledige verhaal? Na veel wikken en wegen kiezen ze voor het hele verhaal.
De rechtszaak is in mei. In de aanloop krijgen ze het verzoek mee te werken met een ‘milieudeskundige’ om een beeld te geven van de verdachte. Rob: “Ik vertelde dat ik hem goed kende, zowel privé als in schoolsituaties. Met name op school had ik hem goed leren kennen. Een grappige, intelligente, geslepen leerling die door het grootste deel van mijn collega’s werd uitgekotst, voortdurend voor onrust zorgde, uiterst manipulatief was en er veel plezier in had als hij door zijn stelselmatige leugens onder een bepaalde strafmaatregel uit wist te komen. Tijdens de grote schoolfeesten was hij als grap- en paljas actief op het podium.”
Van collega’s die op de basisschool werkten in de tijd dat Arjan daar op school zat, had Rob gehoord dat hij daar al problematisch gedrag vertoonde. Als Rob vraagt of de milieudeskundige al gesprekken heeft gehad met leerkrachten van zijn basisschool, reageert ze verbaasd. “Het is niet uitgesloten dat ik dat alsnog ga doen, dank voor de tip.” Opmerkelijk is dat ze steeds over Kim begint: “Kim heeft ook veel problemen gekend toch?” Of: “Kim had ook veel ellende in haar vorige relatie heb ik begrepen? Hoe was Kim als puber?” Als de moeder van Kim na een uur vraagt: “Is dit gesprek bedoeld om meer over Kim te weten te komen of over Arjan?” is het gesprek afgelopen.
Rob: “Ik had al jaren sterke twijfels over ons rechtssysteem en het gesprek met deze milieudeskundige zorgde er niet bepaald voor dat ik meer vertrouwen kreeg in onze zaak. Zo zag ik het eigenlijk wel, ‘onze zaak’. Alsof ons gezin moest knokken om ervoor te zorgen dat Arjan zo zwaar mogelijk gestraft zou worden. Alsof wij de enige partij waren die het voor Kim zou opnemen, terwijl de dader alle hulp en onderzoeken zou krijgen die zijn daad en strafmaat konden verzachten. Dit gevoel werd versterkt toen de eerste contacten werden gelegd met de casemanager vanuit de rechtbank Assen.”
De vraag is met hoeveel personen de familie zal verschijnen tijdens de rechtszaak. Zes, en alleen Rob zal gebruik maken van zijn spreekrecht. De reactie: het is onmogelijk zes stoelen vrij te maken voor het gezin, de zaal in Assen, waar de zitting zou plaatsvinden, is niet al te groot, er is alleen ruimte achter de glazen wand, op de publieke tribune. Alleen Rob mag vóór het glas plaatsnemen. Het betekent dat de rest van de familie op de publieke tribune moet zitten, waar ook de familie en vrienden van Arjan zouden zitten.
Rob belt de casemanager, over de stoelenkwestie en omdat hij graag inzage wil in het dossier. Door het artikel in de krant van Arjans advocaat was onrust ontstaan over de relatie die Kim al zou hebben gehad met een andere jongen. Rob wil tijdens het spreekrecht de bezoedelde naam van zijn dochter aan de orde stellen. Om heel zeker te zijn, wil hij alle verklaringen lezen die zijn afgelegd. De casemanager zal haar best doen drie stoelen te regelen. Verklaringen meegeven kan niet, maar hij mag ze waarschijnlijk wel inzien bij de officier van justitie, veertien dagen voor de zitting.
Die ontmoeting met de officier verloopt moeizaam. Er blijken maar twee stoelen beschikbaar in de zaal: voor Rob en iemand van Slachtofferhulp die hem kan begeleiden. Na afloop leidt een vriendelijke gerechtsbode hen nog even rond in de zaal waar de zitting plaats zal vinden. “Achter in de zaal, net voor het glas dat de scheiding was tussen de zaal en de publieke tribune, zag ik twaalf stoelen, alle voorzien van een soort bureau. Ik vroeg hem voor wie die bestemd waren. Hij zei dat er een stuk of zes voor de pers gereserveerd waren en dat de familie van het slachtoffer meestal op de andere overgebleven plekken plaatsnam. Ik legde hem uit dat ik net gehoord had dat er weinig ruimte was en wij met twee stoelen genoegen moesten nemen. ‘Nou dat is gek,’ zei hij, ‘normaal zitten er veel meer familieleden van een slachtoffer.’”
Het blijkt ineens geen bezwaar de verklaringen mee te geven. Voor Rob is van belang of het is zoals de advocaat beweerde, dat er sprake was van ‘een maandenlange relatie waar iedereen van wist behalve mijn cliënt.’ Uit de verklaringen blijkt dat Kim een jongen leuk vond. “Er was wel sprake van een spanningsveld tussen die twee, er was ook contact op chat, maar er was nog niets gebeurd. Dus Kim wilde gewoon de relatie met Arjan beëindigen en zo goed als zeker zouden Kim en L. dan iets met elkaar begonnen zijn.”
Een fragment uit de verklaringen van Arjan, die had verteld hoe het feestje was verlopen, dat hij Kims telefoon had afgepakt en dat Kim naar bed was gegaan. Dat hij toen op Facebook had gekeken en had gezien dat Kim haar status had veranderd in ‘vrijgezel’. Toen knapte er iets in hem.
V: Toen is er bij jou iets geknapt?
A: Ja, ik wist het gewoon niet meer. Toen dacht ik, ik doe het dan wel en maak ik mezelf ook dood en dan is het klaar. Ik dacht dat dat het makkelijkste was. Alles was gewoon nep, ik kon het niet bevatten…
V: Je zegt zelf, ‘ik kon het toen niet bevatten en dacht toen het is het simpelste om …’
A: Ik had daar in principe niets te verliezen … mijn vriendin had mij verneukt … mijn vrienden hadden mij verneukt … zo voelde ik mij zo …
V: Oké, je zegt: ‘Toen dacht ik dat …, toen knapte’.
A: Toen knapte er wat bij mij. Toen heb ik het mes uit de keuken gepakt en toen ben ik naar de slaapkamer gegaan … en toen heb ik haar vermoord. Mag ik straks als het zover is een sigaretje roken?
V: Dat moeten we regelen met de arrestantenzorg. Je zegt net ‘dan loop je naar de keuken en pak je een mes’. Wat voor mes?
A: Ik pak een scherp mes wat volgens mij de scherpste was.
O: Verdachte spreidt de handen uit elkaar en duidt een afstand aan.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Ongeveer 20-25 cm.
V: Waar loop je ermee heen?
A: Naar de slaapkamer
V: Wat is dan het eerste wat je doet?
A: Ik vroeg waar zij mee bezig was.
V: Hoe lag zij, onder jou?
A: Zij lag op haar buik.
V: Wat zegt zij dan?
A: Weet ik niet meer zo goed eigenlijk… weet ik niet meer.
V: Wat doe je dan?
A: Dan steek ik in haar hals, keel of hier ergens, zijkant van de hals… ik denk het. En toen begon ze wat tegen te stribbelen en toen heb ik in haar rug gestoken. Jaaa … jaaaa … het was heel moeilijk hè … ze … ja ik heb er natuurlijk geen ervaring mee … ik dacht als ik één keer steek dan is het … ik heb meerdere malen moeten steken. In haar hals, haar rug en achterhoofd. (Hierna vertelt hij hoe hij zichzelf heeft willen doden met een mes, maar dat dit best tegenviel. Dat hij nog ‘bleekspul’ of ‘chemisch-achtig spul’ heeft gepakt. Daar wilde hij een slok van nemen, maar dat durfde hij niet, beweerde hij. Een nieuwe poging met mes resulteerde in een snee in de slagader, volgens hem.)”
Rob: “Ik kan me zo goed haar onmacht voorstellen. Hij met zijn treiterbek haar mobiel in zijn bezit houdend, wetend dat ze nooit weg zal gaan midden in de nacht, zonder de mogelijkheid te hebben iemand te bellen. Dat wist hij. Dat noemt hij ook een aantal keren in zijn verklaring: ‘Ik gaf de mobiel niet terug, zodat ze niet weg kon.’ Het beeld dat Kim moegestreden naar bed is gegaan en geen idee had dat ze een halfuur later met 30 messteken door deze schoft zou worden afgemaakt, houdt me elke dag nog bezig.”
Tijdens de rechtszaak houdt Rob zijn toespraak. “Toen de zitting voorbij was, hoorde ik dat de broer van Arjan demonstratief opgestaan was toen ik mijn verhaal begon en met de woorden ‘Deze onzin hoef ik niet aan te horen,’ de zaal luidruchtig verlaten had.”
De advocaat voert aan dat zijn cliënt “er niets aan kon doen.” Hij kan geen antwoorden geven over de moord, hij lijdt aan dissociatieve amnesie. Volgens deskundigen lijdt hij aan PDD-NOS. Door deze afwijking kon hij niet goed omgaan met de onduidelijkheid die Kim hem bezorgd had. Het advies: de kans op herhaling is zeer gering omdat hij niet wist dat hij PDD-NOS had. Nu hij het wel weet, zal hij in een vergelijkbare situatie niet nog een keer moorden. Een korte detentie is het beste: uit ervaring is gebleken dat mensen met PDD-NOS zich niet zo prettig voelen in de gevangenis en dan alleen maar achteruitgaan, wat hun re-integratie in de maatschappij dus een stuk lastiger maakt.
In hoger beroep wordt Arjan veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf.
Een vorig bericht staat hier
(c) 30 messteken. Hoe de moord op Kim Stoker doodslag werd. Door Rob Stoker. Uitgeverij Kleine Uil.