Quantcast
Channel: Reportage – Misdaadjournalist
Viewing all articles
Browse latest Browse all 166

Meester Janssen vertelt: een college misdaadgeschiedenis

$
0
0

In het proces tegen Willem Holleeder deden de advocaten Sander Janssen en Robert Malewicz op 14 juni een verzoeking op opheffing van de voorlopige hechtenis voor zijn betrokkenheid bij de moord op Cor van Hout. De advocaten vinden op basis van de tot nu toe aangedragen verklaringen dat er geen enkel bewijs is. Het is een tamelijk formeel punt: Holleeder wordt van meer delicten verdacht, hij zal zijn cel in Vught niet verlaten, mocht het verzoek al worden gehonoreerd.  

Voor de advocaten was het een mogelijkheid een duidelijk punt te maken. Het pleidooi werd een soort hoorcollege misdaadgeschiedenis, waarin de ontwikkelingen in met name de Amsterdamse onderwereld vanaf de tijd van maffiabaas Klaas Bruinsma samenhangend en gedetailleerd wordt neergezet, op basis van tal van dossiers en zowel oude als zeer recente verklaringen. Het uiterst heldere en leerzame betoog van ‘meester Janssen’ kende in elk geval twee sceptische studenten: de officieren van justitie Sabine Tammes en Lars Stempher. Dat straalde zo van hun gezichten af dat Janssen zijn betoog onderbrak en vroeg of hij iets verkeerds zei: “Ik zie u moeilijk kijken.”

Janssen begint zijn pleidooi met erop te wijzen dat het van belang is dat de rechtbank een zo volledig mogelijk beeld heeft van de verhoudingen in de tijd waarin het zich allemaal afspeelt. Welke conflicten lagen daar welke verbanden en verbonden. “Er is één rode draad in al die dossiers: de  ongelooflijk ingewikkelde wisselwerking achter de schermen in het criminele milieu. Het gaat over het moeilijk waarneembaar contact tussen verschillende actoren, de manier waarop ze met elkaar een verbond sluiten of niet, op voet van oorlog staan, het weer goed maken of juist niet, in wisselende en soms heimelijke samenstelling.

Het beeld dat ontstaat is dat van een wereld waar je maar heel soms weet wat er achter de schermen gebeurt, welke belangen er zijn met andere clubs of juist niet. Pas als je zoals in dit geval het geluk hebt dat je een stap terug kunt zetten en van grotere afstand al die dossiers naast elkaar kunt leggen en de verbanden kunt leggen, pas dan kun je een glimp opvangen van wat er daadwerkelijk is gebeurd in die periode. Een waarschuwing die ik vaker zal doen: dit illustreert het moeilijke karakter van het zoveel jaren na dato stellige uitspraken doen. De rechtbank moet een stellige beslissing nemen; in de buitenwereld is er – onder andere door journalisten – met een grote mate van stelligheid van alles beweerd, wat op grond van de bewijsmiddelen niet terecht is. Het is niet zo duidelijk als wordt gesuggereerd.

Bruinsma

Het begint bij Klaas Bruinsma, eind jaren tachtig, begin jaren negentig. Hij is dan op het toppunt van zijn macht. Hij wordt wel de grootste hasjhandelaar van Europa genoemd. In die periode is er een coterie van personen om hem die een rol spelen. In de eerste ring: Etienne Urka en Ed Sweering, daarna Sam Klepper en John Mieremet. Daarbuiten: de groep van Stanley Hillis, Mink Kok en Jan Femer. En meer losstaande groepen: Cees Houtman, met Bob Benard, Jean-Baptiste Frederique en George Van Kleef en de groep met Cor van Hout, Willem Holleeder, Frans Meijer en Jan Boellaard.

Dit zijn de Hollandse netwerken; daarnaast heb je de Joego-maffia met de groep van Paja (Maruf Mrzic) en Duja (Ljubinko Becirovic), waar Jotcha Jocic bij hoort. Wat je overal terugleest is dat de escalatie tussen deze groepen enorm veel geweld heeft opgeleverd: in tien jaar tijd zijn er zo’n twintig personen vermoord en waren er minstens zoveel pogingen tot moord.

Het begin

Iemand die een poging overleefde en daarover een verklaring heeft afgelegd, is Sasa Markovic. Hij zegt dat het begin van het conflict bij Klaas Bruinsma ligt, die een meningsverschil had met Duja. Over een partij cocaïne die door Klepper en Mieremet achterover was gedrukt of niet was betaald. Mink Kok vertelt in het boek De Kouwe Ouwe een soortgelijk verhaal, maar in zijn versie hadden niet Klepper en Mieremet, maar Stanley Hillis en Charlie da Silva problemen gekregen met een aan Duja beloofde partij cocaïne. In beide gevallen werd Klaas Bruinsma erop aangesproken en werd hem een boete opgelegd. Hierdoor werd de hele groep van Bruinsma in het conflict betrokken. Volgens getuige Ton de Graaf (een Amsterdamse politieman) had dit ertoe geleid dat beide groepen op een bepaald moment zwaar bewapend tegenover elkaar stonden in de Warmoesstraat. Bruinsma wilde zich er niet mee bemoeien en zei dat Duja en Mieremet en Klepper en Hillis het samen maar moesten uitzoeken.

Martin Hoogland

Er volgen beschietingen over en weer waarbij meerdere doden vallen. Duja en Jocic kunnen maar net ontkomen als hun auto op 27 augustus 1990 onder vuur wordt genomen op het Van Tuyll van Serooskerkenplein. Duja wordt op 24 september 1990 vanaf de straat in zijn woning aan de Hoofdweg in Amsterdam beschoten. Als opdrachtgevers worden Klepper en Mieremet genoemd. In het ziekenhuis wordt Duja bezocht door Jocic, Markovic en Martin Hoogland; Duja overlijdt op 27 oktober 1990 aan zijn verwondingen.

Er volgt bloedig wraak. In het Joegoslavische milieu wordt een groot aantal liquidaties uitgevoerd, waaronder in oktober 1991 zelfs drie in één maand. Door de contacten tussen de Hollandse netwerken aan beide kanten van het conflict slaat het geweld ook over naar die groeperingen. De moorden op meerdere prominente figuren uit de Hollandse netwerken worden met dit conflict in verband gebracht. Meest prominent: de moord op Klaas Bruinsma op 27 juni 1991. Daarvoor wordt Martin Hoogland veroordeeld.

Tijdens zijn detentie houdt hij contact met Jocic en met Mieremet, die hem op de laatste dag van zijn detentie had willen laten ophalen door Sjors Kool om naar zijn woning in België te komen. De dag daarvoor, op 10 maart 2004, wordt Hoogland doodgeschoten. Mieremet had – volgens CIE-bronnen – Hoogland gevraagd Hillis en Holleeder van het leven te beroven. Mieremet plaatst een rouwadvertentie met de tekst “Je was als een vriend voor mij” en laat bij de vriendin van Hoogland een heel mooi en groot bloemstuk bezorgen.

Stanley Hillis 

In diezelfde periode had Stanley Hillis ook contact met Joegoslavische criminelen. Sinds eind jaren zeventig met Arkan – bekend van de Arkan Tijgers – en met Slobodan ‘Kolle’ Kostovski. Arkan werd in 2000 vermoord. Hillis had ook contact met Jocic.

Na de dood van Bruinsma ontstonden er nieuwe samenwerkingsverbanden, zoals de Delta-groep met Stanley Hillis, Mink Kok en Jan Femer en het duo Klepper en Mieremet. Zij werden verantwoordelijk gehouden voor de moord op Duja en zouden nog een grote partij hasj hebben geript van Magdi Barsoum, die eigenlijk eigendom was van Jocic.

In augustus 1991 werd Ed Sweering bij zijn woning in de Hudsonstraat geconfronteerd met gewapende Joegoslaven die ‘Edje’ in zijn nek sprongen, maar eigenlijk op zoek waren naar ‘Eutje’ (Etienne Urka) en naar Klepper en Mieremet. De laatste twee wilden dat Sweering aangifte ging doen. Dat deed hij samen met Sam Klepper, maar de politie had geen zin Klepper en Mieremet te helpen in de door hen zelf veroorzaakte escalatie van geweld. Daarop tipten ze de politie dat zij in de buurt van Alkmaar reden in een auto vol wapens. Ze organiseerden hun eigen arrestatie zodat zij enige tijd veilig binnen zouden zitten. Er is niemand die twijfelt aan deze gang van zaken. De kunstgreep werkte. Ze werden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden en toen zij in juli 1992 vrijkwamen was Jocic uitgeweken naar Belgrado, nadat hij op leden van het arrestatieteam had geschoten toen ze hem wilden aanhouden voor de moord op Luca Pranic, op 3 oktober 1991.

Ondanks het vertrek van Jocic was nog altijd sprake van zodanig veel dreiging dat zowel Klepper als Mieremet voor de zekerheid hun gezinnen naar België verhuisden.

Kort samengevat: in de eerste helft van de jaren negentig waren er veel conflicten, met een hoofdrol voor Klepper en Mieremet, die nauw contact hadden met de groep van Paja. Jocic was hun gezamenlijke vijand, in de trant van: “Als jij dezelfde vijand hebt, zijn wij vrienden.”

Spic & Span

Klepper en Mieremet hadden een beruchte reputatie. De naam Spic & Span wordt nu misschien gekscherend gebruikt, maar het was helemaal niet lachwekkend bedoeld. Ze werden in verband gebracht met moord op Michael Vane op 3 november 1993, de moord op Erwin Tra op 20 december 1993, de moord op Jean Mehagnoul op 12 november 1995 en de moord op Bert Bons op 24 januari 1996.

Op dit punt grijpt officier van justitie Sabine Tammes in. Voor twee correcties: het moet zijn Marcel Mehagnoul en waar Janssen als woonadres van Ed Sweering de Hudsonstraat noemde, moet het volgens haar de Hectorstraat zijn. Inderdaad werd Jean Marcel Mehagnoul doorgaans Marcel genoemd, over de Hectorstraat twijfelt Janssen. In misdaadboeken staat Hudsonstraat. Hoe dan ook: in dit criminele kruitvat, waar al veel moorden waren gepleegd, kwamen Cor van Hout en Willem Holleeder ten tonele na het uitzitten van hun straf voor de Heinekenontvoering.

Janssen: “Tot dat moment spelen zij geen rol van betekenis, maar dat verandert doordat Cor het ongenoegen van Mieremet en Klepper wekt. Dat er een conflict ontstaat is algemeen geaccepteerd, de precieze oorzaak is minder eenduidig. Getuigen noemen het onhebbelijke gedrag van Cor als hij teveel gedronken had – en dat was regelmatig het geval. In een dronken bui noemde hij Mieremet schele en had hij diens bril van zijn hoofd getrokken, Klepper had hij uitgelachen bij een wapenverkoop. Thomas van der Bijl en Ariën Kaale junior denken dat de oorzaak van het conflict in de handel in verdovende middelen ligt.

Slechte mensen

Van der Bijl verklaart ook in vroege verhoren al over het drankgebruik van Cor van Hout. In 1996: “Cor drinkt veel, dat is zijn fout. Daar heb ik hem voor gewaarschuwd. Hij drinkt nog steeds veel en gaat dan mensen beledigen.” En: “Willem is bij Cor weggegaan omdat hij zo vervelend was. Cor houdt als hij zo doorgaat alleen slechte mensen over. Zijn vrouw Sonja behandelt hij ook niet best. Ik heb Cor wel eens aangesproken over zijn gedrag tegenover Sonja.”

Jan Offenberg, een goede vriend van Cor, in 1997: “Ik denk dat hij, terwijl hij dronken was, iemand beledigd heeft.” Ook uit latere verklaringen blijkt dat het drankgebruik van Cor reden was voor mensen om met hem te breken.

Marcel Grifhorst: “Hij was niet meer te handhaven. Als hij dronken was, vernederde hij mensen. Mijn vader heeft toen bewust een einde gemaakt aan de vriendschap. Ik was bij dat gesprek, dat was in 1996 in Zuid-Frankrijk. Cor was een gevaar voor zichzelf geworden. Ik denk dat zijn grootspraak in de kroeg hem het leven heeft gekost.”

Getuige Willem de Jager heeft Cor ook gewaarschuwd: “Cor, je krijgt vandaag of morgen een mes tussen je ribben, of ze slopen je helemaal of ze schieten je helemaal kapot. Want je bent zo’n vervelende teringlijder als je gezopen hebt. Stop daar nou godverdomme eens mee.’”

Ariën Kaale zei: “Hij werd sarcastisch en naar in de omgang en ging lelijke dingen zeggen over mensen.”

In het recent ingebrachte gesprek in 2011 met Sonja vertelt hij dat Cor altijd iedereen uitschold als hij gedronken had, over een brandblaar waar verband op moest nadat Cor een bitterbal op zijn kale hoofd had geslagen, een bedreiging met een pistool van Bas Vermeulen waarbij hij totaal de weg kwijt was en zei dat hij Bas ging doodschieten, het zonder reden mensen in het gezicht slaan. Gedrag dat zeker in de criminele wereld tot ernstige consequenties kan leiden wanneer je dat met de verkeerde mensen doet.

Dronken kop

Voor de aanslag in de Deurloostraat zijn Klepper en Mieremet verantwoordelijk, dat kan als vaststaand worden aangemerkt. Cor van Hout was daar zelf ook voor 100 procent van overtuigd. Er is een verklaring van Peter de Vries waarin staat dat Cor hem heeft verteld dat de twee pogingen op zijn leven gepleegd waren in opdracht van Klepper en Mieremet en dat hij vermoedde dat dit te maken had met een bijdehante opmerking die hij in de richting van Klepper had gemaakt. “Een van de dingen is geweest dat hij een keer Klepper met zijn dronken kop beledigd had. Dat kon Cor doen. Als hij dronken was, kon hij iemand echt beledigen en sneren en noem maar op. Ik heb het wel eens meegemaakt dat hij zo was, dan kon hij mensen tot de grond toe afbreken. Dan kom je aan het respect, de hiërarchie.”

Ariën Kaale: “Cor had maar met één persoon een zogenaamde vete en dat was de persoon die hem in 1996 had neergeschoten. Cor wist zeker dat de eerste en tweede aanslag op hem door Mieremet waren gepleegd.”

Mieremet zelf maakt ook geen geheim meer van zijn betrokkenheid bij de eerste aanslag. In het beruchte interview met John van den Heuvel – 28 augustus 2002 in De Telegraaf–  geeft hij toe dat hij en Sam Klepper achter de aanslag op Cor van Hout zaten. In datzelfde artikel beschuldigt Mieremet Holleeder ervan de woning in de Deurloostraat aan Mieremet en Klepper te hebben aangewezen. Astrid en Sonja nemen dat in hun verklaringen over en zeggen dat dit aanleiding was te vermoeden dat Holleeder ook betrokken was bij de moord op Cor in 2003.

Deurloostraat

Deze aantijging is een uitgelezen voorbeeld dat Mieremet nadat hij met Holleeder gebrouilleerd was geraakt hem van van alles en nog wat is gaan beschuldigen. Het is uitgesloten dat Klepper en Mieremet Holleeder nodig hadden om die woning aan te wijzen. Die was volledig bekend bij een groot aantal personen uit het Amsterdamse milieu, waaronder nauwe contacten van Klepper en Mieremet. Etienne Urka, een goed contact van Sam Klepper, had er eerder gewoond. Die was naar eigen zeggen enkele malen bij Sonja thuis geweest. Urka had die woning weer van Stanley Kai Esser, met wie Cor tenniste. Esser was ook een contact van Klepper. De lijfwacht van Sam Klepper, ‘Peter Jood’, woonde om de hoek van de Deurloostraat en had vanuit zijn eigen woning zicht op de achtertuin van Cor van Hout. Cor had regelmatig contact en tenniste met Leen Bosnie, een gekend contact van Sam Klepper. Vanuit ’t Vliegertje en andere kroegen moest Cor regelmatig in stomdronken toestand worden thuisgebracht, onder andere door Mink Kok, ook weer een goed contact van Sam Klepper.

De beschuldiging dat Holleeder de woning in de Deurloostraat zou hebben aangewezen is pas bekend geworden in 2005, uit de aantekeningen op de laptop van John van den Heuvel, van het interview met Mieremet. Van den Heuvel had dit in het artikel niet vermeld: omdat hij het niet waarschijnlijk vond?

Een onderwerp dat in de gesprekken tussen Cor en anderen vaak naar voren kwam is de betaling van 1 miljoen gulden aan Klepper en Mieremet, na de aanslag. Peter de Vries had het zowel van Cor als van Willem vernomen. Hij zegt in een verklaring: “Cor vertelde mij toen ook wel dat Willem 1 miljoen aan ze heeft betaald. Dat was eigenlijk een soort schuldbekentenis. Doordat dat betaald moest worden, dan zou het over zijn en was het af. Cor was daar kwaad over. Die had echt zoiets van: nooit van mijn leven, ik had nooit die miljoen gedokt. En hij nam het Willem dus kwalijk. Ik heb achteraf wel begrepen dat Willem dacht dat hij vond dat hij daar een goede daad mee deed. Dat dat een verstandige zet was.”

Thomas van der Bijl vertelt op 14 maart 2005 dat hij samen met Willem in Amsterdam-Noord het geld is gaan betalen aan Stanley Hillis, die er om op dat moment onduidelijke redenen tussen had gezeten. Toen zij daarna samen naar de Frans-Italiaanse grens waren gereden waar Cor van Hout aan het revalideren was en vertelden dat zij die betaling hadden gedaan, ontstak Cor in woede en stuurde hen nadat zij 14 uur gereden hadden al na vijf  minuten weg.

Don Vito

Willem Holleeder zegt dat hij er contact over heeft gehad met Hillis, maar dat die er niet bij betrokken wilde worden. Door tussenkomst van een derde die nogal ongelukkig de wat theatrale naam De Allesweter heeft gekregen, is er contact gelegd met Mieremet en Klepper én met Mink Kok. Mink zou betrokken zijn geweest bij de betaling van de boete en zou daarmee in de woorden van Holleeder fungeren als een slotje op een slotje. Mink Kok zegt over de schietpartij: “Cor was een liefhebber, een innemer. Willem had zich gedistantieerd van het milieu. Cor van Hout wilde nog steeds de Don Vito uithangen.”

Hersenspinsel

De Allesweter is een goed voorbeeld van de risico’s wanneer je je jaren na dato en zonder dat je er eigen informatie over hebt, heel stellig gaat uitlaten over wat er gebeurd is.  De Allesweter is volstrekt in het belachelijke getrokken, zowel in de procedures als in de media. Het is ook een heel onhandig gekozen naam. Als je iemand ‘allesweter’ noemt roep je over je af dat er grappen worden gemaakt. Van bijna-allesweter tot niks-weter. Er zijn gerenommeerde journalisten die zich er uiterst stellig over hebben uitgelaten. Meest vergaand is geweest John van den Heuvel die het een ‘hersenspinsel’ en ‘een goedkoop verzinsel’ noemde, dat op kolderieke wijze werd opgevoerd. Hij heeft vergaand stelling genomen tegen het bestaan van die figuur met die onhandige naam. Terwijl toch wel vast is komen te staan dat dat deze persoon wel degelijk echt bestaan heeft.

Ik heb u het Panorama—artikel doen toekomen, over de aantekeningen van Bas van Hout, van het gesprek met de persoon die door Bas De Allesweter is genoemd. Die aantekeningen komen overeen met wat Holleeder daarover heeft verklaard. Dat Sam en Wim bang waren voor elkaar. Dat Willem op geen moment oprecht is geweest naar Sam en John, maar dat dit is hoe hij het overleefd heeft. Als hij niet geluisterd had, was hij dood geweest, zegt De Allesweter tegen Bas van Hout.

Bas noteerde ook: Cor zou betalen met kogels en bloed. Dat is precies wat Holleeder heeft verklaard. Je ziet dat dit door allerlei partijen gemakkelijk aan de kant is geschoven als een onzinverhaal, een hersenspinsel, op een kolderieke manier: “Daar is-ie weer, De Allesweter!” Journalisten zijn daar veel te stellig in geweest. Je ziet het risico van zulke stelligheid, wanneer je niet kan beschikken over een enorme hoeveelheid aan bewijsmiddelen en dossierstukken, maar in plaats daarvan een naam onhandig gekozen vindt of omdat je er eigen ideeën over hebt. Zo gaat dat dus.

(In het Panorama-artikel wordt onthuld dat Paja (Mrzic) De Allesweter was)

Kouwe Ouwe

In het boek De Kouwe Ouwevertelt Mink Kok tegen de journalisten Olling en De Haas dat hij Holleeder had geadviseerd afscheid te nemen van Cor van Hout omdat hij anders zou worden meegesleept. Bovendien geeft hij aan inderdaad de bemiddelende rol te hebben gespeeld die Holleeder hem toeschrijft én geeft hij verdere details hoe dat precies gegaan is. Kok is naar eigen zeggen samen met Stanley Hillis tot de oplossing van de betaling van het miljoen gekomen.

(citaat uit het boek De Kouwe Ouwe: Die Ouwe en ik prakkiseren zo wat door en komen dan met het volgende: Willem Holleeder is degene die het wil oplossen dus die moet betalen. Er moet een miljoen gulden komen aan premie. Daar moet dan 250 ruggen vanaf voor de schutters, zoals Sam heeft bedongen. Hou je 750 ruggen over. Dat bedrag deel je door twee: 375 ruggen voor ons en 375 ruggen voor die zogenaamde Joego’s, lees: Sam en John. Zo had iedereen een garantie dat er geen geweld gebruikt werd.

Zonder expliciet te vertellen wie waar achter zit wordt aldus een oplossing gezocht voor een probleem. Kok gaat terug naar Willem en vertelt hem over het bedrag, de schutters die betaald moeten worden en de ‘verzekeringspremie’. Willem gaat dat bespreekbaar maken met Cor en hun gezamenlijke vriend Robbie Grifhorst, De Bouwvakker. Kok: ‘Die Bouwvakker en Willem zien dat voorstel wel zitten maar Cor zegt: “Ik betaal helemaal niks.” Vanaf dat moment realiseren Willem en De Bouwvakker zich ineens: we zitten hier als sitting ducks. De veroorzaker van dit alles betaalt niet en neemt ondertussen ook zijn maten mee. Want Willem was niet gek. Die zag heel goed dat-ie gevaar liep. En die Bouwvakker ook hoor. Ze waren samen. Toen heeft Willem met De Bouwvakker besloten om dat miljoen te betalen. Cash.”

Deze verklaring van Mink Kok sluit naadloos aan op wat Willem Holleeder daarover heeft verteld. Het is ook niet de laatste keer dat Stanley Hillis een belangrijke rol speelt bij het al dan niet volledig doorsluizen van grote geldbedragen.

Fabelen

Dat die boete is betaald en dat dit gegaan is zoals Holleeder heeft verklaard, is een extra argument om de beschuldiging van Mieremet dat Holleeder betrokken was bij de eerste aanslag op Cor van Hout naar het rijk der fabelen te verwijzen. Maar het Openbaar Ministerie neemt de beschuldiging, gezien de zitting van vrijdag 25 mei jongstleden, zonder enige onderbouwing, maar met ogenschijnlijk groot gemak, over. Van enige contacten tussen Holleeder en Klepper of Mieremet in de periode vóór die eerste aanslag is overigens niets bekend.

De eerste aanslag en het gegeven dat voor iedereen duidelijk was dat Klepper en Mieremet daar achter zaten is van belang omdat daarmee een vete in het leven werd geroepen die nooit meer over zou gaan. Wanneer je op deze wijze, in aanwezigheid van je vrouw en kind, wordt beschoten, zal je degene die daar achter zit nooit meer kunnen vertrouwen, en diegene zal er op zijn beurt altijd rekening mee moeten houden dat er een dag komt dat je wraak neemt. Dat is in dit geval niet anders geweest.

City-Peak

Het was groot nieuws toen de Amsterdamse politie op 8 oktober 1997 overging tot aanhouding van de groep van Cor van Hout. Er was sprake van een bijzonder uitvoerig onderzoek naar drugshandel in binnen- en buitenland. De politie hield dertigverdachten aan en werden grote partijen drugs in beslag genomen: 160 kilo heroïne, ruim 35 kilo cocaïne, meer dan 5000 kilo hasj en 1200 kilo marihuana. Ook zouden er voorbereidingen zijn getroffen voor twee liquidaties waarbij het eerste slachtoffer in zijn auto zou worden opgeblazen en het tweede zou worden doodgeschoten met een precisiewapen.

De politie meldt dat in het criminele milieu eerder plannen werden gesmeed om Cor van Hout en Willem Holleeder uit de weg te ruimen nadat de eerste aanslag in de Deurloostraat was mislukt. De suggestie is dat de voorgenomen liquidaties een reactie op die plannen kunnen zijn. Op de dag van de aanhoudingen is een groot wapenarsenaal aangetroffen in woningen en in de garage bij de woning van Thomas van der Bijl: revolvers, machinepistolen, richtmicrofoons, kogelwerende vesten, pruiken, maskers, een gepantserde auto en ruim 1700 kogels. In het zaakdossier wordt nadrukkelijk verband gelegd tussen die wapens en de aanslag op Cor van Hout in de Deurloostraat, waarna de groep zich zou zijn gaan bewapenen.

Wapenvondst

Het is opvallend dat geen van de in dit onderzoek gehoorde getuigen iets heeft willen of kunnen verklaren over deze opvallend grote wapenvondst en de vraag wat daar de bedoeling van was. Getuigen geven aan daar helemaal niets van te weten, dan wel daar nooit met Cor over te hebben gesproken. Of ze beroepen zich – mijns inziens ten onrechte – op hun professioneel verschoningsrecht: Astrid Holleeder en Rob Meerman. Het is heel duidelijk dat niemand hier iets over wil zeggen. De verdediging concludeert dat Cor van Hout wel degelijk bereid was geweld te plegen wanneer de omstandigheden hem daartoe dwongen.

Fred Teeven

Uiteindelijk wordt Cor op 1 mei 1998 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar. Niet bepaald de klapper waar de opsporingsdiensten onder leiding van officier van justitie Fred Teeven op hadden gehoopt. Nog verbazingwekkender is dat diezelfde Fred Teeven op 13 juli 1998 met Van Hout overeenkomt dat Van Hout het hoger beroep tegen het vonnis van de Amsterdamse rechtbank zal intrekken en niet in de publiciteit zal treden, in ruil waarvoor het parket de ontnemingsactiviteiten beëindigt en het dossier sluit, Van Hout direct zal worden overgeplaatst naar de door hem gewenste gevangenis in Norgerhaven, hij daar in een soepel detentieregime zal worden geplaatst en er positief zal worden geadviseerd op een ingediend gratieverzoek. Niet in de overeenkomst opgenomen, maar wel onderdeel van de deal, was de eis van Teeven dat ook de andere verdachten hun hoger beroep zouden intrekken. Dat gebeurt ook: Kaale verklaart daarover bij de rechter-commissaris dat dit misschien niet per se in het belang van al die andere verdachten was, maar wel in het belang van Cor, en dus gebeurde het.

Waarom Teeven deze overeenkomst sluit na het onmiskenbaar tegenvallende resultaat is nooit duidelijk geworden. Er wordt gesuggereerd dat in het City-Peakdossier gebruik zou zijn gemaakt van onrechtmatige opsporingsmethoden zoals de inzet van een criminele burgerinfiltrant, maar daar is geen duidelijkheid over gekomen. Het is niet ondenkbaar, met deze officier van justitie, die in dezelfde periode ook andere contacten had die op of over de grenzen van het toelaatbare zaten: de beruchte deal met Karman en Abbas in de zaak tegen Johan Verhoek, de gesprekken met Mink Kok, de onderhandelingen Cees Helman en het beroemd geworden bonnetje.

Dat op initiatief van het Openbaar Ministerie tot deze overeenkomst is overgegaan is opmerkelijk, gezien de ronkende berichtgeving bij de aanhouding van de verdachten. En ook gezien de enorme omvang van het onderzoek en de verschillende financiële zaken die in beeld waren gekomen en die ten tijde van de deal nog volop onderwerp van onderzoek waren. Kennelijk waren er voor justitie redenen zo snel en stil mogelijk een punt achter deze zaak te zetten. Het resultaat was dat Cor van Hout in het voorjaar van 2000 alweer op vrije voeten kwam.

Van Essen 

De gebeurtenissen in het City-Peakdossier en de deal met Teeven zijn een cruciale schakel in wat er volgt. Als gevolg van die deal mocht Cor zijn vastgoedbezittingen – waaronder de Achterdam in Alkmaar – houden en hij leerde in de laatste fase van zijn detentie Ronald van Essen kennen. De opmaat naar een nieuwe turbulente periode in het Amsterdamse criminele milieu: de aanslag op Ronald van Essen op 26 december 1999.

Van Essen had een grote hoeveelheid met de handel in xtc verdiend geld bij Willem Endstra ondergebracht. Endstra is Van Essen regelmatig komen bezoeken tijdens diens detentie, waarbij de succesvolle ontwikkeling van zijn bij Endstra ondergebrachte kapitaal ter sprake kwam. Van Essen gaf in de gevangenis in Heerhugowaard hoog op over de hoeveelheid geld die hij van Endstra tegoed had. Celgenoot Cor van Hout waarschuwde hem regelmatig daar voorzichtiger mee om te gaan.

In de laatste fase van zijn detentie en na zijn vrijlating drong Van Essen in toenemende mate bij Endstra aan op uitbetaling van in ieder geval een deel van zijn geld. Endstra gaf steeds niet thuis, tot oplopende frustratie van Van Essen. Diverse bronnen stellen dat hij in dat proces ook regelmatig contact had met Cor van Hout, die van Essen wel zou willen assisteren bij het terugkrijgen van zijn geld.

Op 26 december 1999 wordt Ronald van Essen in zijn auto op de Minervalaan in zijn hoofd geschoten. Hij overleeft op wonderbaarlijke wijze maar loopt wel ernstig blijvend letsel op. Cor van Hout blijft in zijn eerste verklaring van 29 december 1999 nog redelijk op de vlakte en verklaart dat Ronald is neergeschoten omdat hij bezig was met het innen van oude schulden. Een dag later noemt hij expliciet Willem Endstra en Klepper en Mieremet: volgens hem hebben zij ook belangen bij Willem Endstra en is in opdracht van hen “afgerekend met die vervelende Ronald van Essen.”

Dat ook Mieremet en Klepper geld hadden ondergebracht bij Willem Endstra is een vaststaand feit. De theorie dat Mieremet en Klepper zich door het uitschakelen van Ronald van Essen de vordering die Van Essen op Endstra had, wilden toeëigenen is min of meer algemeen geaccepteerd. Klepper heeft zijn betrokkenheid bij deze aanslag toegegeven aan misdaadjournalist Bas van Hout, die het gesprek dat hij met Klepper voerde kort na de moord een bekentenis noemde: “Hij is toen helemaal leeggelopen. Als jullie dat hadden getapt, had je de zaak rond gehad.”

Jan Femer

Op dit moment is vooral van belang dat Cor van Hout opnieuw in een conflict terechtkomt met zijn gezworen vijanden Klepper en Mieremet. Op 23 september 2000 wordt Jan Femer doodgeschoten op de Haarlemmerdijk in Amsterdam. Femer is een oude vriend van Klepper en een prominent lid van de groep rond Stanley Hillis. De meest gangbare theorie is dat Femer in opdracht van Stanley Hillis is vermoord. Vanwege het uitgavenpatroon van Femer enerzijds en zijn slordige manier van werken rondom transporten in verdovende middelen anderzijds.

De beschuldiging is met name geuit door Ferry de Kok, die bijna dag en nacht samen was met Femer en stelt dat alleen hij en Hillis op de hoogte waren van de afspraak die Femer in de Haarlemmerstraat had op het moment dat hij daar werd doodgeschoten. De Kok heeft Hillis ook geconfronteerd met die verdenkingen en uit de reactie van Hillis heeft hij opgemaakt dat zijn vermoedens juist waren. Dat bracht De Kok ertoe in te trekken bij Mieremet.

De verdediging sluit niet uit dat de moorden op Jan Femer en Sam Klepper samenhangen. Dat illustreert de ingewikkelde wisselwerking en gelijk opgaande belangen die er in de criminele wereld kunnen zijn. Als Jocic heeft besloten Sam Klepper van het leven te beroven en als er contact is geweest tussen Hillis en Jocic, kunnen met wederzijds goedvinden Femer en Klepper kort na elkaar zijn vermoord. Uit de gebeurtenissen na deze moorden blijkt dat Jocic verantwoordelijk kan zijn voor de moord op Klepper, en dat Jocic en Hillis inderdaad goed contact met elkaar hadden.

Warmoesstraat

In 1999 en 2000 laait ook het oude conflict op tussen Mieremet/Klepper en Jocic. Magdi Barsoum is daarbij betrokken geraakt. Hij hoorde bij Jocic en was er al bij met dat gewapend conflict in de Warmoesstraat. Na die confrontatie had de Amsterdamse politie een ontmoeting bij de loods van Stanley Hillis in Amsterdam Noord, waar ook Jan Femer en Mink Kok bij waren. Hillis zei dat Barsoum het op zijn leven had voorzien. Barsoum was naar eigen zeggen tussenpersoon geweest tussen Jocic en Klepper/Mieremet bij het oude conflict over de betaling van de boete. Op 3 mei 2000 is de Keniaanse drugshandelaar Ibrahim Akasha in de Bloedstraat op de Wallen doodgeschoten, toen hij onderweg was naar een afspraak met Barsoum. Hij had ook een onflict met Jocic. Of dat hiermee te maken heeft is niet duidelijk.

Politieagent Ton de Graaf heeft aan toenmalig hoofd van de CID Jan van Looijen verteld dat het conflict tussen Jocic en Klepper/Mieremet samenhing met een geripte partij hasj en met de liquidatie van Duja. Tijdens een getuigenverklaring heeft De Graaf verteld dat als er niet betaald zou worden Sam Klepper zou worden geliquideerd, waarbij zelfs het woonadres van Klepper op het Gelderlandplein werd genoemd. Klepper was meermalen door de CID gewaarschuwd. Voor de Amsterdamse CID kan het niet als een grote verrassing zijn gekomen toen Sam Klepper op 10 oktober 2000 op het Gelderlandplein werd doodgeschoten. Mede door de moord op Jan Femer twee weken eerder ontstond grote ophef, in het criminele milieu was angst dat er een hele lijst met mensen afgewerkt zou worden.

Massagesalons

Eén iemand was niet rouwig om de dood van Klepper: Cor van Hout. Die was na zijn vrijlating uit de City-Peakzaak in zaken gegaan met de uit Brabant afkomstige Lou Lap. Hij had geïnvesteerd  in massagesalons. Lap had een reputatie op het gebied van vuurwapenbezit, incasso’s en geweldpleging. In het boek Cor van journalist Hendrik Jan Korterink vertelt Lap dat dat Cor hem gevraagd heeft of hij Mieremet en Klepper uit de weg zou willen ruimen. Bij de politie verklaart Lap dat Cor de terugbetaling van de investering in de massagesalons wilde laten zitten en er een miljoen gulden bovenop wilde doen als hij Klepper en Mieremet uit de weg zou ruimen. Lap weigert, hij zegt dat het veel te riskant is omdat iedereen weet dat Cor een conflict met hen heeft en ze meteen bij Van Hout uitkomen.

Na de moord op Klepper spreekt Lap met Cor en die bezweert dat hij er niet achter zat, maar het wel prima vond. “Je bent een half miljoen misgelopen,” had Cor gezegd. Cor zei dat hij antitankwapens voor de gepantserde auto’s had klaarliggen. Daarmee doelde hij op Mieremet. (Cor had letterlijk gezegd:

“Ik doe er een miljoen bij als die twee weg gaan. Ze rijden allebei in gepantserde auto’s die jongens. Ik weet ze te wonen. Ik heb er een miljoen voor over)

Op 12 juli 2017 wordt Lap gehoord bij de rechter-commissaris. Hij bevestigt zijn eerdere verklaring en kan zich nog precies herinneren waar en wanneer het gesprek plaatsvond: op een bruggetje bij een van de grachten in Amsterdam, na een bezoek aan het kantoor van de advocaat Hammerstein, in augustus of september 2000, één of twee maanden voordat Klepper werd doodgeschoten.

Cor en Jocic

Op verschillende momenten wordt in de dossiers gesuggereerd dat Cor van Hout contact heeft met Jocic. Officier van Justitie Fred Teeven noemt het in het verhoor van Thomas van der Bijl van 26 januari 2005, als het gaat over bedreiging aan het adres van Koos Plooij, waar volgens Teeven niet Holleeder achter zit, maar Jocic, die Joegoslaaf. “Dat was trouwens wel weer een vriend van Cor hè?” Thomas zegt: “Dat weet ik niet.” Teeven: “Het was geen vriend van Willem.” Thomas: “Nee. Weet ik niet.” Teeven: “Willem is met Paja en Cor met Jotsa.”

Willem de Jager zegt over contacten tussen Cor en Joegoslaven: “Ik weet niet of hij naar die Joego’s is gegaan of die Joego’s naar hem.” De verbalisanten geven aan zij geen enkele indicatie hebben dat Holleeder iets te maken heeft met de eerste of de tweede aanslag op Cor van Hout. De Jager zegt dat hij weet dat Cor contact ging onderhouden met Alex Bulatovic, Sergio Miranovic en Mikas Vukmirovic. De laatste was een goed contact van Jocic. Ook uit de aantekeningen van John van den Heuvel van zijn gesprekken met Mieremet volgt dat Mieremet in die periode dacht dat Cor van Hout en Jocic bij elkaar hoorden. Waarbij wel bedacht moet worden dat Mieremet aantoonbaar op onderdelen niet de waarheid spreekt. Hij zegt ook dat Ronald van Essen samen met Cor van Hout Jocic heeft ingehuurd om Mieremet en Klepper te laten vermoorden.

Bas van Hout zegt over de contacten tussen Mieremet en Van den Heuvel dat Mieremet hem heeft gevraagd: “Kan ik met die Van den Heuvel praten, ik moet druk op die Endstra zetten.”

Koos Plooij

Er was de verdenking dat Jocic een aanslag wilde plegen op officier van justitie Koos Plooij en dat er plannen waren Jocic te bevrijden uit de EBI. In dat kader zijn er gesprekken opgenomen tussen Jocic en Bas van Hout. Bas zegt: “Het was één groot spel.” Jocic: “Iemand heeft Cor en mij samengebracht.” In een ander gesprek zegt Jocic dat hij niet gelooft dat Cor een moordenaar is. Jocic geeft niet aan dat hij contact had met Cor van Hout, maar er kan wel worden afgeleid dat Jocic aanneemt dat Mieremet dacht dat hij contact had met Cor van Hout.

Teletekst

Norbert Stok was geen bekende figuur in het criminele milieu, maar werd door een officier van justitie omschreven als “één van de meest talentvolle en verdienstelijke hasjhandelaren in Nederland.”

In verhoren vertelt Stok dat hij in 2000, na een misgelopen transport, te maken kreeg met Jocic die 1 miljoen gulden van hem wilde en hem behoorlijk onder druk zette. Stok liet weten dat hij niet ging betalen. Op een dag belt Jocic hem en zegt dat hij om vier uur op teletekst moet kijken, dan weet hij waartoe Jocic in staat is. Om half vijf wordt hij weer gebeld: het is uitgesteld, het wordt de volgende dag om vier uur. De volgende dag belt Jocic weer rond één uur dat hij om vier uur moet kijken. Als Stok dat doet, ziet hij dat Sam Klepper is geliquideerd. Kort daarna belt Jocic: “Zie je wel wat ik allemaal kan?” Stok schrikt en stuurt een Joegoslavische vriend op pad om daar te kijken wat hij kan doen en hij vraagt zijn advocaat naar de politie te gaan. Het was de bedoeling dat de politie zou aangeven dat zij een tap op de telefoon van Stok hadden, dan kon Stok later zeggen dat deze informatie uit de tap was gekomen, maar de politie weigert. Stok legt contact met Mieremet omdat die de volgende zou zijn en moet weten door wie zijn partner is omgebracht. Stok vertelt Mieremet wat er gebeurd is. Mieremet probeert Stok te betrekken bij de betalingen aan Jocic, daar bedankt Stok voor.

Joegoslaven

In een gesprek tussen Mieremet en Sjors Kool zegt Mieremet dat hij nagenoeg weet wie de opdrachtgever is, dat de uitvoerders wel betaald zullen worden in marken, maar dat het hem gaat om de Hollandse opdrachtgever, en die weet hij ook al. Sjors Kool zegt in een verhoor over het uitbetalen in marken dat hij natuurlijk wist dat het met Joegoslaven te maken had.

In een gesprek tussen Norbert Stok en Ed Sweering blijkt dat ze zich allebei ernstig zorgen maken over de escalatie die gaat komen. Er wordt gezegd dat degene die daar achter zit er twee in één maand heeft gedaan – waarschijnlijk Femer en Klepper – en dat hij nog verder zal gaan: “Het is niet meer te stoppen.”

Die poedel

Jan van Looijen schrijft in een proces-verbaal dat de aanslag op Klepper gepleegd is in opdracht van Jocic en dat dit te maken heeft met de moord op Duja, waar Jocic behalve Klepper en Mieremet ook Kok, Femer en Urka voor verantwoordelijk houdt. In december 2000 gaat het gerucht dat Jocic naar Amsterdam is gekomen. Paja belt op 8 december 2000 met Jan van Looijen en vertelt dat “die poedel al twee dagen in Amsterdam is.” Paja weet niet waar Jocic is, maar als hij het wel weet, gaat hij Van Looijen niet bellen: “Ik zal hem in stukken hakken als ik hem heb.”

Paja vertelde dat Jocic altijd met Magdi Barsoum werkte en Jotsa en Magdi voor 9000 kilo zijn geript en dat ze toen Jan en Sam hebben vermoord. Johnny zou niet weten van die rippartij en die zou nu aan het onderhandelen zijn met Jotsa, via Stanley. Paja noemt ook Dino: “Dino van Stanley.”

Tweede aanslag

Op 20 december 2000 vlak voor middernacht is de tweede aanslag plaats op Cor van Hout. Hij is met Bas Vermeulen teruggekomen van een avondje doorzakken in café Murk in Utrecht als hij bij de voordeur van zijn woning in Amstelveen vanuit de bosjes wordt beschoten. Met een lange afstandswapen voorzien van een telescoopvizier en een standaard, waarmee twee of drie kogels zijn afgevuurd. Beiden blijven ongedeerd. Als verdachten worden Nico V., Paja en John Mieremet aangehouden, op basis van getapte telefoongesprekken en van de verklaring van Cor van Hout. De zaak komt niet tot vervolging, het onderzoek wordt in 2007 opnieuw opgepakt. Dat leidt tot een omvangrijk onderzoek waarin Nico . en Paja worden vervolgd in een procedure die nog steeds loopt bij de rechtbank in Haarlem. Mieremet is als opdrachtgever aangemerkt, maar hij kan niet meer vervolgd worden, door zijn overlijden in november 2005. Mieremet was in de veronderstelling dat Van Hout betrokken was geweest bij de moord op Sam Klepper, als Nederlandse opdrachtgever naast Jocic.

Dubbele tong

Verbalisanten die als eerste na de melding van de schietpartij aan de Catherina van Renesselaan in Amstelveen ter plaatse komen noteren dat Cor van Hout in bijzonder opgewonden toestand in de woning wordt aangetroffen en duidelijk maakt dat het nu oorlog is en dat hij die oorlog gaat winnen. Hij zegt tegen de politie dat ze in België moeten zijn. Tegen Sonja: “Je broer gaat eraan, nu is het genoeg geweest. Morgen ga ik naar Aruba en dan pak ik Willem en die ander.” In het proces-verbaal staat: “Ik pak die twee, en weet je wat ik dan doe?” Ik zag dat Van Hout met zijn beide armen een beweging maakte alsof dat hij een wapen vasthield. Hij ging met zijn beide armen horizontaal heen en weer ging en ik hoorde hem een geluid met zijn mond maken: prrrrrt, prrrrrt. Hij zei: “Ik pak ze allebei. Ik ga naar Eindhoven, België of Aruba.”

Een verbalisant hoort dat Van Hout onder invloed was van sterke drank en met dubbele tong sprak en steeds zegt: “Enthoven.” Hij zou dat kleine vrouwtje van hem – volgens de verbalisant Holleeder – die achter de Maasstraat woont doodsteken en een mes in haar hart steken. “Holleeder en zijn zoontje maak ik ook dood, want hij is nu een stap te ver gegaan.” Van Hout probeerde steeds een weddenschap af te sluiten op het feit dat het oorlog zal worden in Amsterdam.

Anders dan de verbalisant schrijft gaat dit niet over Holleeder maar over Mieremet. Holleeder had in 2000 helemaal geen zoon, het kleine vrouwtje achter de Maasstraat is de vriendin van Barry Mieremet die daar samen met Barry een woning heeft. Het Openbaar Ministerie ziet deze uitlatingen als veronderstelling dat Cor van Hout ervan uitging dat Holleeder achter de aanslag zat, maar Van Hout heeft hierna nog meerdere malen met de politie gesproken en in geen van die gesprekken herhaalt hij de boze dronken uitlatingen. Hij riep in dronken toestand wel vaker dat hij mensen te grazen zou gaan nemen, in het bijzonder zijn zwager Willem Holleeder. Er kan niet worden afgeleid dat hij op dat moment echt dacht dat Holleeder met de aanslag op zijn leven te maken had gehad.

Onmin

Ook geen van de getuigen verklaart op enig moment dat Cor Willem Holleeder medeverantwoordelijk hield voor de aanslagen op zijn leven. Wel komt steeds terug dat hij het niet kon verkroppen dat Holleeder contact met Klepper en Mieremet bleef houden en dat hij het Holleeder kwalijk nam dat deze de aanslagen niet hadden kunnen voorkomen. Peter de Vries verklaart: “Ik kan u zeggen dat zij gebrouilleerd waren. Zij leefden in onmin met elkaar. Cor nam het Willem kwalijk dat hij omging met Klepper en Mieremet, terwijl Cor hen verantwoordelijk hield voor de aanslag op zijn leven. In zijn ogen had Willem daar kennelijk niks aan gedaan om dat te voorkomen.”

Lisette, de vriendin van Cor: “Cor heeft mij ook gezegd dat hij John Mieremet ervan verdacht opdracht te hebben gegeven voor de tweede aanslag op zijn leven. Cor heeft mij gezegd dat hij erg teleurgesteld was in Holleeder, omdat die Cor zag als zijn beste vriend en volgens Cor was overgelopen naar het kamp van Klepper en Mieremet.”

Mister John

Bijzonder aan het onderzoek naar de moord op Klepper is dat er naast het reguliere onderzoek (Calkta5) er nóg een onderzoek is geweest: Vuurwerk. Over de betrokkenheid van Jocic bij die moord. Daarbij is de telefoon van Barsoum getapt en dat levert interessante gesprekken op die niet in andere grote grote onderzoeken terecht zijn gekomen. Uit gesprekken tussen Barsoum en politieagent Ton de Graaf blijkt dat Barsoum bang is voor een escalatie en hij zegt dat hij  – als er iets gebeurt – daar niet verantwoordelijk voor is. Op 22 december 2000 om 13.12 uur is er een gesprek met Ton de Graaf over de aanslag op Cor van Hout, anderhalve dag daarvoor. Ton: “Wist jij dat er aanslag was gepleegd op Cor van Hout?” Barsoum: “Ik heb dat niet gehoord. Mister John is bezig. Hij heb wel geld op de kop van hem gezet. Hij heb een miljoen op Cor.”

Barsoum gaat navraag doen en belt een half uur later terug: “Je weet wie heb die dinges geregeld voor Cor? Dino en Stanley. Stanley is bij de dochter van hem geweest. Die hebben ’t geregeld, voor twee miljoen gulden. Die wil eigenlijk eerst mij pakken.”

Later in dat jaar geeft Barsoum te kennen dat hij ernstig bedreigd wordt vanuit de groep van Hillis en dat hij in levensgevaar verkeert omdat Stanley Hillis opdracht heeft gegeven hem dood te schieten. De dreiging geldt ook voor zijn broer Adel.

Op 26 februari 2002 geeft Barsoum in een gesprek aan dat de dreiging jegens hem weg is, waarna hij op 2 maart 2002 in de Bloedstraat in Amsterdam wordt geliquideerd. Zijn broer Adel Mounir volgt op 8 juli 2004.

Jan van Looijen

Na het overlijden van Barsoum stelt Jan van Looijen (rechercheur Amsterdam) een zeldzaam uitgebreid proces-verbaal op met in de loop van de jaren van Barsoum gekregen informatie, over het miljoen op het hoofd van Cor en de tien miljoen op het hoofd van Jocic. Er wordt gesproken over de dreiging in de richting van Barsoum en de rol van Stanley Hillis. Er wordt melding van gemaakt dat de liquidatie van Willem Endstra op handen is. Dit is in een periode dat van dreiging van Holleeder naar Endstra nog geen sprake is. Integendeel, die relatie is nog prima en het zou nog geruime tijd duren voordat Endstra plaatsneemt op de achterbank van de CIE, met Jan van Looijen.

In het proces-verbaal staat dat Stanley Hillis de onderhandelingen met de Joegoslaven heeft overgenomen. Het tapgesprek van 7 januari 2001 tussen Barsoum en Mieremet:

“Magdi, die jongen komt morgen niet naar je toe, want ik ben al een tijdje met Stanley in onderhandeling om het op te lossen.” Barsoum: “Geen probleem als je met Stanley wil doorgaan.”

Stanley Hillis rijdt een paar maanden later, op 7 mei, met Sandra den Hartog mee naar Liechtenstein om ruim 4,5 miljoen gulden op te halen. Er wordt gesuggereerd dat Holleeder dat heeft georganiseerd om Sandra haar geld afhandig te maken, maar Hillis is aantoonbaar een actieve rol gaan spelen in de contacten tussen Jocic en Mieremet.

In het onderzoek naar de moord op Magdi Barsoum wordt eerst zijn broer Mounir gehoord. Die vertelt dat een maand of vijf eerder mensen tegen Magdi zeiden dat Stanley Hillis hem wilde doodschieten en dat Stanley zijn broer bedreigde. Hij vertelt dan ook het verhaal dat ‘Jotsa’ een paar miljoen gulden van Klepper en Mieremet wilde hebben, dat Mieremet dit via Stanley aan Jotsa had betaald en dat Stanley een gedeelte van dat geld had achtergehouden. Magdi werd ook bedreigd door John Mieremet omdat Mieremet dacht dat hij was neergeschoten in opdracht van Jocic.

‘Kolle’

Verder zijn er verklaringen van de nogal onbekende Abraham K. en van een zekere Rinaldo G. die deze gang van zaken bevestigen. Rinaldo zag de dag na de liquidatie van Klepper de foto van Mieremet in De Telegraaf, Magdi zei: “Ze zullen betalen.” Rinaldo verklaart dat het geld voor een deel betaald is door de weduwe van Sam Klepper, via een Joegoslaaf van wie hij zich de naam niet kan herinneren. Volgens Magdi zou het om een geldbedrag van 11 miljoen gaan. Zes weken later vertelt Rinaldo de politie dat hij zich de naam herinnert: Kolle. Slobodan Kostovski, een nauw contact van Stanley Hillis en van Jocic.

Op 12 februari 2001 wordt een rechtshulpverzoek aan Spanje wordt gestuurd waarin Officier van Justitie Plooij schrijft: “Uit het onderzoek kwam naar voren dat Stanley Hillis contacten heeft met personen die mogelijk de liquidatie op Sam Klepper hebben uitgevoerd.”

Stanley Hillis is met Sandra meegereden naar Liechtenstein en heeft het geld overgedragen aan Kolle. Of die het aan Jocic heeft overgedragen of dat het hele bedrag of een deel daarvan in de zak van Stanley Hillis is verdwenen, is niet duidelijk, maar vast staat dat Barsoum hierna aan meerdere personen en aan de politie heeft verteld te vrezen dat hij in opdracht van Hillis zou worden doodgeschoten.

Een laatste aanwijzing: het gespreksverslag van Peter de Vries van een gesprek op 24 maart 2003 met Ariën Kaale, die hem vertelde dat Cor er achter was gekomen dat Stanley geld achterover had gedrukt dat eigenlijk voor Jotsa bestemd was.  Cor zou Stanley in een dronken bui hebben gezegd dat hij er van wist en dat hij voor een miljoen gulden zijn mond zou houden. Kaale probeerde het te sussen, maar Stanley had het hoog opgenomen.

Gemene boef

Alles bij elkaar is dit voldoende om de stelling dat Holleeder betrokken was bij de moord op Sam Klepper naar het rijk der fabelen te verwijzen. In deze periode voerde Holleeder evident niet de boventoon. De gang van zaken onderstreept de grote risico’s wanneer op grond van verklaringen van horen zeggen vele jaren na de gebeurtenissen en op het onderbuikgevoel dat Willem Holleeder een ontzettend gemene boef is die iedereen zijn geld wil afpakken, vergaande conclusies worden getrokken over moorden in het verre verleden waar hij dan óók wel bij betrokken zal zijn.

Na de tweede aanslag op Cor van Hout tot en met diens moord in januari 2003 bleef het onrustig. Op 26 februari 2002 wordt een poging gedaan John Mieremet dood te schieten als hij het kantoor van zijn advocaat Evert Hingst verlaat. Een feit dat op de tenlastelegging van Holleeder staat.

De verdenking tegen Holleeder komt doordat Mieremet daar zelf over is gaan vertellen. Mieremet was ernstig gebrouilleerd geraakt met Holleeder na het gesprek van Holleeder en Sandra met Ria Eelzak bij wegrestaurant De Lucht, met het overzicht van Jan Guyt over de bezittingen van Mieremet en Klepper. Dat had Mieremet tot grote razernij gebracht. De timing van dat gesprek was niet bepaald gelukkig, maar er was na de moord op Klepper aardig wat tijd verstreken en het was niet vreemd navraag te doen naar zijn deel van de bezittingen, die grotendeels in bezit waren van Mieremet.

Gierig

Verschillende getuigen verklaren over de relatie tussen Mieremet en geld. Sjors Kool verklaart dat Mieremet liever een been liet amputeren dan dat hij 200 euro weggaf: “Hij was zo gierig als de tering natuurlijk.” Getuige Edgar van Lent: “John gaf liever drie vingers weg dan dat hij ging betalen.”

Mieremet legt later de verantwoordelijkheid voor die aanslag bij Willem Holleeder, Stanley Hillis en Dino Soerel, maar het is de vraag of hij dat direct na de aanslag ook al dacht. Bij de politie en in de media liet hij weten te vermoeden dat Evert Hingst hem in een val had gelokt door hem voor een nietszeggende afspraak naar kantoor te halen en na het beëindigen van die afspraak de deur van het advocatenkantoor achter hem op slot had gedraaid, waarna hij was beschoten. Uit de verklaringen van Ferry de Kok blijkt dat dit laatste onzin was, omdat Hingst altijd de deur van zijn kantoor op slot deed en dat Mieremet dat heel goed wist. En dat deze beschuldiging bedoeld was om druk te zetten op het onderzoek en op Hingst.

Na de bespreking bij De Lucht raakte Mieremet ervan overtuigd dat men achter zijn geld en het geld van Sam – waar hij ook recht op meende te hebben – aanzat en vanaf dat moment beschuldigde hij Holleeder, Hillis en Soerel expliciet van betrokkenheid bij die aanslag.

Ferry de Kok

Mieremet trekt zich na de aanslag terug in zijn woning in België en krijgt daar gezelschap van Ferry de Kok, die zich in Nederland niet meer veilig voelt nadat er op 24 februari 2004 een hele serie kogels op zijn woning is afgevuurd, waarschijnlijk met een uzi en met een revolver. De Kok verklaart altijd te hebben gedacht dat Hillis achter die aanslag zat. Die zou het gevolg zijn van de moord op Jan Femer. Ferry de Kok hield Hillis hiervoor verantwoordelijk en had dat Hillis in niet mis te verstane woorden verteld. Mieremet zag in De Kok een medestander in zijn strijd tegen Hillis en vond het gezien zijn angst voor een aanslag op zijn eigen leven prettig iemand als de Kok, met ervaring in het Amsterdamse criminele milieu, bij zich te hebben. Mieremet en De Kok zijn vervolgens vrijwel onafscheidelijk tot het moment dat Mieremet op 2 november 2005 in Thailand wordt vermoord.

Gijs van Dam

Op 5 december 2002 wordt een poging gedaan Gijs van Dam junior dood te schieten. ‘Gijsje’ is de zoon van Gijs van Dam senior, van de oude penoze uit de tijd van Bruinsma. Hij was een van de vaste leveranciers van hasj. Op 31 januari 1986 is hij aangehouden toen hij samen met Sam Klepper een partij van 500 kilo Marokkaanse hasj stond over te laden. Hij had toen het telefoonnummer van Sandra den Hartog op zak. Later was senior een goed contact van Cor van Hout, ze deelden de liefde voor de paardenrace. Ze waren samen op racebanen in heel Europa, waarbij Cor van Hout grote geldbedragen inzette. Kleine Gijs raakte ook goed bevriend met Cor, het was een soort vader-zoonrelatie. Gijs veroorzaakte wel veel problemen.

Thomas van der Bijl verklaart dat het conflict tussen Cor en Klepper en Mieremet in 1996 kwam door een partij verdovende middelen die Gijs uit een container zou halen voor een niet nader genoemde Joegoslaaf. Toen er niets in de container zat kreeg Gijs de schuld en omdat Cor werd gezien als de baas kreeg hij die boete van 1 miljoen. Of dit klopt is niet duidelijk, maar er zijn aanwijzingen dat Gijs junior zich bezighield met het rippen van drugs en dat Cor daarop werd aangesproken. In het City-Peakonderzoek zit een getapt telefoongesprek van 1 mei 1997 waarin Cor wordt gebeld door een zekere Bram (niet Bram Moszkowicz) die hem vertelt dat “die kleine krullenbol” een zootje achterover gedrukt heeft en de naam van Cor heeft gebruikt. Het gaat over ‘Oostblokkelingen’.

Drie Joego’s

Gijs had goede contacten in het Joegoslavische wereldje, met Bulatovic, Vukmirovic en Miranovic. Hij verbleef enige tijd in de woning van Vukmirovic in Spanje. De partner van Vukmirovic verklaart dat deze drie heel hecht waren en dat Gijs er ook vaak bij was. Ze noemt meermalen de naam Dino: daar zou Vukmirovic problemen mee hebben.

Stefan Meijer, de stiefzoon van Vukmirovic, verklaart dat Dino de grootste vijand van Vukmirovic was. Opmerkelijk: een telefoon die vier dagen na de moord op Cor van Hout wordt aangetroffen in een auto die werd bestuurd door Fred Ros, heeft meermalen contact gehad met een telefoon die op tijdstippen rond die moord contact had met twee zendmasten rond de plek waar de rode motor in het water werd gegooid.

De telefoon belt uit naar en wordt gebeld door Vukmirovic, Bulatovic en twee onbekende personen die als contacten van Miranovic werden beschouwd. De drie Joegoslaven zijn inmiddels geliquideerd: Bulatovic op 16 mei 2003 in de PC Hooftstraat in Amsterdam, Vukmirovic op 26 november 2003 in Spanje en Miranovic op 12 januari 2006 in Montenegro.

De lokker

Duidelijk is dat Gijs van Dam junior zich bezighield met zowel de handel in als het afpakken van partijen verdovende middelen. Daar ligt naar het oordeel van de verdediging de achtergrond van de aanslag op zijn leven op 5 december 2002, en de achtergrond van de moord op Cor van Hout een kleine twee maanden later. Daar komen we later uitvoerig op terug, het enige dat ik er nu uitpik: het verhaal van ‘de lokker’, dat in de loop der jaren een eigen leven is gaan leiden. Terwijl het voortkomt uit een onjuiste veronderstelling van Sonja Holleeder: dat pas op het laatste moment zou zijn besloten bij die Chinees in Amstelveen te gaan eten en dat er dus iemand moet zijn geweest die de gewijzigde lunchplannen heeft doorgebriefd aan de schutters.

Uit stukken die al van meet af aan in het dossier zitten blijkt dat hier helemaal geen sprake is geweest. Bassie Vermeulen verklaart al op 26 januari 2003 dat de afspraak bij de Chinees de avond daarvoor bij Loetje is gemaakt en dat alleen hij, Cor en Robert ter Haak daarvan wisten. Hij herhaalt dit op 25 februari 2003, en benadrukt dat niemand anders dan hij, Cor en Robert ter Haak van de afspraak wisten, maar dat het zou kunnen dat Robert bewust of onbewust aan anderen heeft verteld van zijn afspraak met Cor.

Dommigheid

Dat laatste is ook het vermoeden van Willem L. (‘Flappie’), die verklaart dat hij van Vermeulen heeft begrepen dat de afspraak bij het Chinees restaurant verder bij niemand bekend was, “of Haak moet zo gek zijn geweest.” Hij denkt dat Ter Haak dan wel ergens bij mensen is geweest, dan wel dat het dommigheid is, dat hij gewoon ‘s avonds in de kroeg heeft gezeten of in een club terecht is gekomen en daar heeft gezegd: “Ik heb morgen een afspraak met Cor van Hout.”

In een gesprek tussen Vermeulen en Lisette zegt Vermeulen dat er geen sprake is geweest van een gewijzigde afspraak: “Nee schat, nog een keer. Alleen Cor, ik en Haak. Niemand luistert steeds. Alleen Cor, ik en Haak. Niemand wist het, niet de kinderen, niet Boelo (Holtkamp),  niet de tante niet de burgemeester, niet de kelner. Alleen Cor en ik.”

Lisette zegt: “Cor is ‘s ochtends door die Kaale opgehaald en daar zal hij het toch tegen verteld hebben?” Vermeulen: “Nee, daar heeft hij het ook niet tegen verteld. Ik weet alles zeker, anders zeg ik het niet, alleen Cor, ik en Haak, ik heb dat al dertig keer tegen die smeris verteld.”

Lisette zegt dat Peter de Vries in de veronderstelling is dat zij naar dat restaurant zijn gereden omdat dat andere vol zat.

Grote bek

Direct na de moord wordt verband gelegd met de aanslag op Gijs van Dam. Peter de Vries had een gesprek op 27 januari met Gijs van Dam, drie dagen na de liquidatie van Cor, in het ziekenhuis. In het boek Alleen huilebalken hebben spijtschrijft De Vries dat Gijs opbiecht “dat de aanslag waarschijnlijk een gevolg is van een verkeerd gelopen drugsdeal, waar hij enkele tonnen in had gestoken. Het ging om een container van twintigduizend kilo, die een jaar eerder was binnengetrokken en die voor het Oostblok was bestemd. Uit de container was een paar duizend kilo hasj verdwenen en daar was met de medefinanciers, drie Marokkanen, fikse bonje over ontstaan.

Toen Van Dam desondanks aanspraak maakte op zijn deel, was hem botweg gezegd dat er ‘niets van jou bij zit’. Heineken-ontvoerder Cor van Hout, met wie Gijs vanuit zijn jeugd vriendschappelijke contacten onderhield, had nog geprobeerd te bemiddelen. Van Dam kon uiteindelijk nog vijfhonderd kilo krijgen, maar had dit geweigerd. Alles of niets. Over wat er toen gebeurde, is hij vaag: ‘Ik heb niet gedreigd en geen geweld gebruikt,’ zegt hij. Maar na een korte stilte, met een ietwat verwrongen glimlach: ‘Maar ik heb natuurlijk wel een grote bek opgezet.’” En dan komt het: “In deze zaak zijn meer moorden gepleegd en ook mensen spoorloos verdwenen,” vertelt Van Dam, “vooral in de regio Utrecht. Nee, het heeft niets te maken met die zogenaamde vete in de Amsterdamse onderwereld.” Ik kan dit niet anders lezen dan, ervan uitgaande dat De Vries waarheidsgetrouw heeft opgeschreven wat Gijs van Dam hem vertelt, dat Gijs drie dagen na de moord op Cor vertelt over een mislukte deal in de drugswereld, waarbij moorden zijn gepleegd en mensen spoorloos zijn verdwenen in de omgeving van Utrecht. Er staat niet bij dat dit gekoppeld wordt aan de zaak van Cor van Hout, maar gezien de timing…

(Janssen onderbreekt zijn betoog, kijkt naar de officieren van justitie): Of zeg ik iets verkeerd, ik zie u allebei moeilijk kijken.

Sabine Tammes: “Ik vind het nogal vergaande conclusies.”

Janssen: U vindt het een vergaande conclusie dat als Peter de Vries drie dagen na de moord op Cor met Gijs van Dam hierover spreekt, dat het niet over Cor van Hout gaat?

Tammes: Ja, nou ja. (zwijgt)

Rechter Wieland: Het OM houdt het kruit droog.

Janssen: Dat is misschien wel verstandig. Ik wacht het kruit af. Blijkens zijn verklaring ter zitting zag De Vries zelf het verband ook, anders dan het OM. Hij heeft nader onderzoek gedaan, maar dat leverde kennelijk niets op. Dat wil niet zeggen dat het niet juist kan zijn. De recherche ging er ook vanuit dat er een conflict was over een geripte partij. Er is destijds een heel onderzoek genaamd Fregat geweest dat zich richtte op de betreffende verdwijning en de samenhang met de handel in verdovende middelen, waarbij in het bijzonder werd gekeken naar de families Chengachi en Azouagh die in die handel betrokken zouden zijn en die een hooglopend geschil hadden.

‘Gluiperd’

Over die hele theorie en alles wat daaromtrent is onderzocht is in het onderzoek Viool opvallend genoeg helemaal niets te vinden. De naam Gijs van Dam komt daar helemaal niet voor,  terwijl in de loop der tijd getuigen allerlei verklaringen hebben afgelegd die duiden op een verband tussen de aanslag op Van Dam en de moord op Cor van Hout. Lisette en Bas Vermeulen praten over een waarschuwing die zou zijn gegeven door John van den Heuvel en die via Peter bij Cor terecht is gekomen. Bas vertelt dan over “die gluiperd van De Telegraaf” want die had Bas gewaarschuwd dat Cor op moest passen. Lisette vond het wel een beste vent: die had Cor tenminste wel gewaarschuwd. Lisette zegt dat het eigenlijk geen toeval kan zijn. Hij waarschuwt Cor en even later is Cor dood. Bas zegt: ja, dat was ongeveer twee weken daarvoor.

Peter de Vries verklaart dat hij met Cor heeft gesproken over de aanslag op Gijs omdat John van den Heuvel hem had gebeld en verteld dat hij van een informant had gehoord dat Gijs was neergeschoten als een waarschuwing aan het adres van Cor. “Cor vertelde mij dat dit onzin was, dat hij niets met de zaken van Gijs te maken had, maar dat Gijs wel een soort van zoon voor hem was.”

John van den Heuvel heeft bevestigd dat hij informatie had ontvangen dat er een dreiging op het leven van Cor van Hout zou zijn, dat dit zou samenhangen met de aanslag op Gijs van Dam, en dat hij de waarschuwing aan Peter de Vries heeft overgebracht. Behalve de toevoeging dat die informatie niet zag op betrokkenheid van Willem Holleeder wilde Van den Heuvel er met een beroep op bronbescherming niets over zeggen.

Jack Stroek, die in de ochtend nog een afspraak met Cor van Hout had gehad op de dag van de moord: “Jullie moeten maar kijken naar de dood van Gijssie van Dam. Misschien ligt daar wel een link. Gijssie en Cor waren gabbers van elkaar.”

Flappie heeft het over een partijtje wiet dat Gijs zou hebben geript en dat Cor weer een gedeelte van die partij zou hebben gehad. Dat had hij van Cor gehoord. In de periode tussen de aanslag op Gijs van Dam en de moord op Cor voelde hij zich minder veilig in de omgeving van Cor. “Ik ging met Cor naar het ziekenhuis toen Gijssie de eerste keer voor zijn flikker was geschoten. Ik liep altijd 25 tot 30 meter voor of achter Cor. Hij zei: ‘Wat is er aan de hand?’ Ik zei: ‘Je bent mij te heet nu.’ Ik dacht: ze hebben Gijssie gepakt, Cor komt ook aan de beurt.”

Ariën Kaale: “De laatste week had ik het idee dat er geen dreiging meer was in de richting van Cor. Daarvoor wel en dat had te maken met het neerschieten van Gijs van Dam.”

Ad van Hout krijgt van de politie de vraag: “Er is een verhaal over een rip die gepleegd zou zijn door Gijs en Cor op een groep Marokkanen uit de omgeving Utrecht.” Ad: “Ze hadden af en toe gewoon truken. Die kleine heeft mij verteld dat hij een ripdeal had gepleegd. Dat was uitgesproken. Gijs heeft bescherming gezocht bij Cor. Hij is in die tijd bij Cor in Nigtevecht geweest. Ik dacht dat de rip te maken had met Chong en met Mieremet.” Ad zegt dat hij van Gijs heeft gehoord dat Mieremet achter de aanslag op hem (Gijs) had gezeten.

Opmerkelijk is dat Cor van Hout als hij wordt gehoord over wie achter de aanslag op Gijs zou kunnen zitten, antwoordt: “Het is volgens mij honderd procent níet Willem Holleeder.” Als Cor echt zo gebrouilleerd was met Holleeder, zoals met name door Astrid en Sonja wordt gesuggereerd, zou hij zich dan zo stellig uitspreken over diens onschuld? Het was heel gemakkelijk om met een beschuldigende vinger te wijzen.

Chinese Eddy

In andere onderzoeken is gezocht naar het scenario dat de aanslag en moord op Gijs samenhangt met de moord op Kan Man Chong, ‘Chinese Eddy’, op 1 april 2002 op het Buikslotermeerplein in Amsterdam. Volgens CIE-informatie is die moord gepleegd door Albano A., de broer van Graziella A., de ex van Chinese Eddy en inmiddels samen met Gijs van Dam. De opdracht tot de moord zou van Gijs van Dam komen, om een conflict met Eddy over verdovende middelen. Van Dam had niet betaald en dat was aanleiding voor de aanslag, die door of namens Albano was gepleegd.

In andere CIE-informatie staat: “Cor van Hout is geliquideerd in opdracht van dezelfde personen die ook verantwoordelijk zijn voor de liquidatie van Gijs van Dam junior. Reden is dat Cor van Hout partij had gekozen voor Gijssie en samen met Gijssie in het milieu een partij Thai weed ver onder de marktprijs te koop aanbood. Dit was geript van een in Amsterdam-Noord geliquideerde Chinees.”

Gijs van Dam senior verklaart dat hij gehoord had dat Chong in het bezit was van een partij wiet die hij mogelijk geript had. Albano A. wist waar die partij opgeslagen was en had daarop Van Dam junior benaderd. Van Dam en Albano hadden toen de afspraak gemaakt dat Van Dam die partij zou verkopen en dat het geld bestemd zou zijn voor de zoon van Chong. Cor van Hout zou ook een deel van de partij wiet in zijn bezit hebben gehad.”

Julietbende

Op 30 maart 2018 legt John Jansen, verondersteld voormalig leider van de Julietbende, een opzienbarende verklaring af bij de rechter-commissaris. In een interview op internet had hij gezegd honderd procent zeker te weten dat Willem Holleeder niet achter de moord op Cor van Hout zit. Cor van Hout had hem verteld dat hij op een liquidatielijst zou staan van Marokkaanse mensen in Utrecht. Hij had goede contacten in de Marokkaanse wereld. Jamal Azouagh uit Breda was lid van Julietbende en zat in de hasjhandel. Jansen vertelt dat er een grote partij hasj was verdwenen en dat Mimoun Chengachi was verdwenen.

Eén van de laatsten die contact had met Mimoun was Jamal Azouagh. Jamal werkte samen met Gijs van Dam junior, John Jansen was hem een enkele keer tegen gekomen in Breda. Gijs en Jamal hadden een deel van de geripte partij op de markt gebracht, Gijs werd door de familie Chengachi verdacht van betrokkenheid bij de geripte partij drugs en bij de verdwijning van Mimoun. Gijs had steun gezocht bij Cor en vertelde John Jansen dat hij op de liquidatielijst stond. Cor wilde een front vormen met Jansen tegen de Marokkaanse groep uit Utrecht. Jansen heeft zelf de Marokkaanse familie benaderd en uitgelegd dat hij al jaren niks meer van doen had met Jamal. Hij had nog geprobeerd te achterhalen wat er met Mimoun was gebeurd. Dat was niet gelukt. Kort daarop was Cor geliquideerd. Jansen hoorde van de Utrechtse Marokkanen dat het te maken had met de actie die Cor wilde ondernemen.

Schoenpoetser

Jansen vertelt over de liquidatie van Jamal Azouagh op 15 juli 2002 in Tanger; zijn broer Youssef had het overleefd door een schoenpoetser als schild te gebruiken. Youssef is later geliquideerd in de Oranjeboomstraat in Breda.

Op 28 september 2002 raakt Omar Chengachi ernstig gewond bij een aanslag op coffeeshop Cobra in de Amsterdamse Jordaan, eigendom van de familie Chengachi. Ook zijn broer Allal Chengachi raakt gewond maar overleeft. Hij wordt op 24 december 2002 opnieuw beschoten in Utrecht, waarbij hij verlamd raakt.

Precies in deze periode is de aanslag op Gijs van Dam, een week of zes daarna de liquidatie van Cor van Hout.

In een CIE-verbaal uit juni 2004 staat:

“Gijs van Dam junior en Cor van Hout hebben een paar jaar geleden samen met een Marokkaan genaamd Mihoe een partij softdrugs binnengetrokken. Mihoe was eigenaar van een coffeeshop genaamd Cobra, hij werkte voor een Marokkaanse organisatie. Gijs en Cor hadden van deze partij een hoeveelheid voor zichzelf achtergehouden. Na het binnenhalen van de partij is Mihoe spoorloos. De Marokkaanse groep hield Gijs en Cor aansprakelijk en heeft opdracht gegeven aan een groep Marokkanen uit de omgeving van Utrecht om Cor en Gijs om te brengen. Dit heeft geresulteerd in de dood van Cor van Hout en de eerste en later dodelijke aanslag op Gijs van Dam junior.”

Holleeder heeft op 11 februari 2003 met Peter de Vries over dit scenario gesproken. Hij heeft steeds verklaard te denken dat Mieremet verantwoordelijk was voor de moord op Cor.

Sjaak Burger

Sjaak Burger is recent opnieuw als verdachte aangehouden nadat Astrid Holleeder op de zitting van 16 maart had verklaard dat hij de motor zou hebben bestuurd bij de liquidatie van Cor. Dit zou blijken uit een gesprek met Ariën Kaale, maar daarin staat juist níet dat Sjaak de bestuurder was.

Ook als je aanneemt dat Sjaak Burger of Jesse Remmers een rol speelden bij de moord op Cor, zegt dat nog niets over wie de opdracht gaf. Holleeder had geen contact met Remmers en Burger. Pieter en Edgar van Lent verklaren beiden dat ze van Mieremet hebben gehoord dat hij verantwoordelijk was voor de moord op Cor.

Lou Lap

Een belangrijke verklaring over de betrokkenheid van Mieremet is die van Lou Lap. Hij vertelt dat hij Cor in de weken voor zijn dood heeft gewaarschuwd dat hij gevaar liep, nadat hij van een crimineel contact uit het zuiden had gehoord dat er een prijs op het hoofd van Cor stond en dat hij ‘weg’ zou gaan. Daarbij was ook de naam van Mieremet genoemd. In tweede instantie vertelt Lap van wie hij dit heeft gehoord: Dennis Smolders, een enkele jaren geleden om het leven gekomen Brabander die verdacht werd van xtc-handel. Smolders had dit van Mieremet zelf gehoord op een feest in het zuiden van het land.

In zijn verhoor bij de rechter-commissaris vertelt Lap in detail hoe hij Cor in het restaurant waar ze aten wilde waarschuwen. Dat ze naar buiten liepen via de vluchtuitgang waar vitrage voor hing, dat het koud was buiten en dat hij op straat aan Cor heeft verteld dat hij van een serieuze jongen had gehoord dat het weer ging beginnen tegen hem. Eén of twee weken daarna is Cor geliquideerd.

Het komt overeen met andere bronnen dat er vanuit verschillende hoeken waarschuwingen zijn gekomen. John van den Heuvel had iets dergelijks opgevangen, de CIE heeft kort voor de moord met Cor gesproken en hem gewaarschuwd.

Lap is zeer stellig dat hij nooit heeft gehoord dat Cor zich over Willem Holleeder uitliet zoals over Mieremet en Klepper. Die laatsten wenste hij dood, over Holleeder had hij nooit zoiets gezegd. Andere getuigen verklaren ook dat de relatie helemaal niet zo slecht was en dat zij contact zijn blijven houden. Cor was boos over wat hij zag als het verraad van Holleeder, maar dat hij dacht dat het wel weer goed zou komen.

Gitzwart

Het bewijst niet dat Holleeder niet betrokken kán zijn bij de moord op Cor van Hout, maar het is heel anders dan het gitzwarte beeld dat van die relatie is geschetst door Astrid, Sonja en Sandra den Hartog. Bij hen valt op dat er een duidelijke evolutie is in hun verklaringen: met het verstrijken van de tijd wijzen ze in toenemende mate met een beschuldigende vinger naar Willem Holleeder. Ad van Hout zei in zijn eerste verhoren dat Holleeder niet achter de moorden op Cor en Gijs zat, maar Mieremet. Hij verklaart: “Na de eerste aanslag op Gijs vertelde Gijs mij dat hij erg bang was voor John Mieremet en dat hij dacht dat die er achter zou zitten. Toen mijn broer Cor was vermoord vertelde Gijs mij dat Mieremet achter de aanslag op zijn leven zat en dat Mieremet ook verantwoordelijk was voor de dood van Cor. Holleeder zit niet achter de dood van Gijs. Ik vind Willem een lafaard. Volgens mij zit Mieremet er achter.”

In een latere verklaring: “Ik weet wie de opdrachtgever is. De opdracht is gegeven door twee partijen die een belang ontwikkelen samen. Die kanker-John is er één van.”

Thomas van der Bijl is er na de dood van Cor van overtuigd dat Mieremet erachter zit. Pas later – nadat hij met Peter de Vries had gesproken – begint hij rond te bazuinen dat Holleeder erachter zat. Peter de Vries is dat zelf óók pas na 2012 gaan verklaren, nadat hij eerder expliciet uiteen zet waarom hij denkt dat Holleeder er niét bij betrokken is.

Het is opvallend dat meerdere getuigen in eerste instantie overtuigend verklaren te weten dat niet Holleeder maar Mieremet achter de liquidatie op Cor van Hout zit, en dat dit in de loop van de jaren, wanneer Holleeder meer en meer wordt geframed als ‘spin in het liquidatieweb’, verandert.

Een potje

Hoe verhoudt de vete tussen de families Chengachi en Azouagh zich tot de zelfverklaarde betrokkenheid van Mieremet en de waarschuwingen van Lou Lap? Het kan een goed voorbeeld zijn van het mechanisme in de zware criminaliteit dat de belangen van meerdere partijen gelijk opgaan en er in samenspraak kan zijn besloten tot – in dit geval – de liquidatie van Cor en dat er door meerdere partijen ‘een potje is gemaakt’ zoals Fred Ros dat noemt.

Of Hillis daar een rol bij heeft gespeeld is niet goed vast te stellen. Opvallend is wel dat getuigen uit die tijd Mieremet en Hillis noemen. In het gesprek tussen Ariën Kaale en Sonja Holleeder vertelt Kaale dat hij er regelmatig bij was als Cor contact had met Hillis, dat hij Hillis een psychopaat vond, dat Cor Hillis beledigde en uitschold en zei: “Ouwe vieze stinkkerel ben je.”

Naar aanleiding van het boek van Korterink wordt gesproken over een ontmoeting tussen Cor en Hillis waar ook Dino bij was en waar Cor zich ‘negatief zou hebben uitgelaten’ over Hillis. “Ja, daar is hij heel boos over geweest”, aldus Willem Holleeder.

Bitterbal

Kaale en Sonja herinneren zich hoe Cor in dronken toestand een bitterbal op het hoofd van Kaale kapotsloeg met een brandwond als gevolg, hoe hij op een avond in een hotel Bassie Vermeulen met een pistool onder schot hield en dreigde hem dood te zullen schieten, hoe hij uit het niks mensen in hun gezicht sloeg wanneer hij teveel gedronken had. Als waar is wat Kaale heeft verteld over de poging tot afpersing van Hillis door Cor en over de beledigingen van Hillis, dan komt daar nog een stevig motief van de kant van Hillis bij.

Zet dat eens af tegen het motief dat Willem Holleeder zou hebben gehad: het inpikken van bezittingen van Cor van Hout waar hij in een eerdere fase nooit aanspraak op had gemaakt en die hij na de dood van Cor ook nooit heeft gehad, noch zich bijzonder voor heeft ingespannen.

Alleen om die Achterdam, waar hij na de verdeling in 1996 nooit interesse in had getoond en die door Sonja en Astrid van de hand is gedaan waarna hij er óók niet meer naar omgekeken heeft, zou hij zijn overgegaan tot een zeer geruchtmakende en risicovolle moord op zijn zwager, de vader van zijn neefje en nichtje?

Dat is gewoon niet geloofwaardig.

Holleeder had voor die moord op Cor geen enkel motief, en tot het moment dat Willem Endstra hem op de Achterbank ging beschuldigen was er niemand die hem daarvan verdacht. Ook de verklaringen van de kroongetuigen La Serpe en Ros hebben er in eerste instantie niet toe geleid dat hij als verdachte werd aangemerkt. Dat is pas anders geworden na de verklaringen van Sonja en Astrid en Sandra.

Kop van Jut

La Serpe heeft over Cor van Hout een nogal wisselend verhaal over dat Jesse Remmers had gezegd dat hij Cor zou mogen doen en dat hij ‘de power van Holleeder’ achter zich had. Fred Ros heeft nooit contact gehad met Holleeder en heeft Holleeder en Soerel ook nooit samen gezien. Hij zegt te weten dat zij goed met elkaar omgingen en denkt dat daarmee het probleem van de één ook het probleem van de ander werd, maar hij weet niet wie het grootste probleem had met Van Hout. Ros verklaart ook over Holleeder dat die mooi als Kop van Jut kon fungeren voor de ‘serieuze mensen’ en noemt hem ‘een clown die opgeofferd mocht worden.’

Dan resteren alleen Astrid, Sonja en Sandra. Astrid heeft ter zitting gezegd over de beschuldigingen die Holleeder deed naar anderen dat het heel makkelijk is iemand te beschuldigen als het één op één contacten betreft en dat het voor de beschuldigde vrijwel onmogelijk is dat te weerleggen.

Dat is precies wat er gebeurt wanneer zij Willem Holleeder belasten: dat zijn ook één op één contacten, wat voor Holleeder vrijwel niet te weerleggen is. Daarom zijn de tapgesprekken tussen Holleeder en zijn familieleden van belang voor een beoordeling van de verhouding tussen hem en zijn familie. Ik stel vast er geen opname is waarin Holleeder zich in voor hemzelf belastende zin uitlaat over de moord op Cor. Uitlatingen die hij volgens de getuigen te pas en te onpas zou doen als “Je weet wat ik met Cor heb gedaan” zijn niet één keer te horen. Het enige is dat hij op het hoogtepunt van zijn boosheid en frustratie sist dat Sonja ‘ook’ gewild zou hebben dat Cor dood zou gaan.

Diabolisch

De verklaringen van deze getuigen zijn terug te brengen tot de stelling van Astrid en Sonja dat Holleeder sinds de eerste aanslag op Cor zou zijn blijven jagen en van Sandra dat ze blijdschap had waargenomen bij Holleeder op de dag van de moord. Het enige concrete van dat jagen, waardoor Holleeder bij uitstek als diabolisch wordt neergezet, zijn de beschuldiging dat Sonja de lamellen op een bepaalde manier moest zetten en dat Astrid verklaart dat Willem een vuurwapen op het hoofd van zijn neefje Ritchie had gericht om de verblijfplaats van Cor van Hout te achterhalen.

Juist deze meest vergaande beschuldiging, die een gitzwart beeld van hem schetst, is objectief als onwaarschijnlijk aan te merken. Niet alleen om de praktische onuitvoerbaarheid van zo’n lamellen-methode, waarbij je doorlopend zicht op die lamellen zou moeten hebben om te weten wat de stand van zaken is, maar omdat Sonja Cor naar eigen zeggen op de hoogte hield van alles wat er met Willem gebeurde. Dat zij hem verteld heeft van die lamellen en ook van die bedreiging.

Het is volstrekt onaannemelijk dat Cor van Hout, die als een serieuze speler in het criminele milieu werd beschouwd, dit over zijn kant zou hebben laten gaan. Nog  veel onaannemelijker is dat hij met deze wetenschap én nadat hij in december 2000 werd beschoten, geen enkele reactie in de richting van Willem Holleeder heeft gegeven en helemaal niemand heeft verteld dat hij Holleeder aansprakelijk hield voor die aanslag. Dat Van Hout het zou pikken dat er een vuurwapen op het hoofd van zijn kind is gezet, is naar ons oordeel ondenkbaar. Het kan niet anders worden gezien dan als een voorbeeld van een onjuiste beschuldiging. Over het waarom komen we later nog te spreken, op dit moment geldt dat deze verklaringen onvoldoende zijn om de ernstige bezwaren tegen Holleeder in de zaak Viool aan te nemen.

Aldus het pleidooi. Op 26 juni reageert het Openbaar Ministerie

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 166