In april 2018 vliegen twee Rotterdamse zwaargewichten in de vechtsport elkaar in de haren over een oude moord. Jan Oosterbaan (‘Jantje O.’) beweert dat hij zes jaar celstraf heeft opgeknapt voor een moord die Hans van der Meer (‘Hans Lip’) heeft gepleegd. Stank voor dank, zegt Jan. Onzin, zegt Hans, die niet begrijpt waar hij deze late aanval aan te danken heeft. Aanleiding was het pas verschenen boek over Jan Oosterbaan. Toen leek het met een sisser af te lopen, maar in juli 2018 doet Bradly, de zoon van Hans, aangifte tegen Jordy Oosterbaan, zoon van Jan, wegens openlijke geweldpleging. Dit is de reportage uit april 2018, het bericht over de aangifte staat hier
“Hans Lul van der Meer vs Jan Oosterbaan. Imperium 1989, Moment of truth” Ik trapte die Lul alle kanten op, had nog medelijden met hem, ik heb ‘m nog gespaard ook…”
Zo. De toon is gezet. Een Facebook-bericht van Jan Oosterbaan, kort voordat op 12 april 2018 het boek over hem verschijnt. ‘Jantje O’ is het levensverhaal van de Rotterdamse sportschoolbaas, maar het gaat in het boek en in de publiciteit eromheen prominent over de bonje met zijn vroegere gabber Hans van der Meer, alias Hans Lip. In het boek wordt hij aangeduid als ‘Hazelip’. Zogenaamd een pseudoniem, maar er is niemand die ook maar enige twijfel kan hebben over wie er wordt bedoeld. Hans had dit bericht niet gezien. Hij is niet zo thuis op internet “en ik heb nog een telefoon uit de tijd van de Titanic.”
Zijn zoon zag het wel. Die sms’te aan Oosterbaan: “Hey vies mietje, wie denk jij wel niet dat je bent? Geloof dat jij al je belangrijke wedstrijdjes heb verloren hè. Ben je daar zo ziek van, ouwe wereldkampioen van de veteranen! Voor wie wil jij je uitsloven, sukkeltje. Beetje me vader belachelijk maken op internet, je weet al 22 jaar waar we wonen. Zo een held ben je dus niet.”
Waarop Oosterbaan reageert met: “Heerlijk als ik je tegenkom binnenkort, ff kijken of je m’n scheenbeen terug kan koppen, lul en koop het boek binnenkort ff, ik heb die homo van je vader Hazelip genoemd ipv Hanslip, lees het ff pannekoek!”
Als gezegd: de toon is gezet. Dit is een verbaal moddergevecht. Je zou zeggen: zet ze allebei in de ring en laat ze het op hun eigen manier uitvechten, maar Hans Lip heeft al jaren last van reuma, dat gaat ‘m niet meer worden. Hans: “In mijn goeie tijd had ik ‘m alle hoeken laten zien.” Hans is 63, Jan is 59. Beiden hebben hun sporen wel verdiend. Hans werd vijf keer Nederlands kampioen, Europees kampioen en tweede van de wereld. De laatste keer dat ze officieel tegen elkaar vochten was die wedstrijd in het Imperium, waar Oosterbaan in het eerste bericht aan refereert.
Hans: “Dat was mijn afscheidswedstrijd. Ik had toen al jaren niet meer getraind. Mijn vrienden van de sportschool vonden dat ik een afscheidswedstrijd verdiende.” Toen waren hij en Jan nog op goede voet met elkaar. Wie was er beter? Ze hebben allebei grote prijzen gewonnen, maar volgens Hans heeft Jan nooit gewonnen van de grote kampioenen. “Hij pakte zijn titels tegen het tweede garnituur.”
Daar moeten de echte kenners maar over oordelen, of dit meer is dan kinnesinne tussen twee kemphanen, de echte bonje is veel serieuzer van aard. In het boek en in de publiciteit eromheen beweert Oosterbaan dat hij zes jaar celstraf heeft opgeknapt voor Hans. Dat hij heeft gezeten omdat hij Hans niet wilde verraden, maar stank voor dank heeft gekregen: Hans had zijn vrouw Linda geen geld willen geven.
Kruimeltje
Het gaat om de moord op een andere bokser, John Smit (36), in april 1995. Er is weinig twijfel over dat die door een groepje Joegoslavische huurmoordenaars om zeep is geholpen, in café Kruimeltje in Rotterdam. Voor het motief is vanaf het begin vooral gewezen naar een bekende Rotterdamse gokbaas, Henk S.; John Smit zou zich aan diens vrouw en dochter hebben vergrepen én de kluis hebben leeggehaald. De liquidatie moest worden uitgevoerd met drie kogels: één voor zijn vrouw, één voor zijn dochter, één voor de centen. Het waren ook precies drie kogels, in het damestoilet van café Kruimeltje, waar John Smit zich even had afgezonderd voor zijn gebruikelijke snuifje coke.
Opdrachtgevers zijn doorgaans moeilijk te vervolgen: dat blijft haast altijd bij ‘van horen zeggen’ en het geruchtencircuit. Maar wie was de moordmakelaar? Twee Joegoslaven noemden de naam van Jan Oosterbaan, die een maand na dato werd aangehouden. Bij de rechtbank werd hij veroordeeld tot twaalf jaar, in hoger beroep werd het negen jaar. Effectief: zes jaar zitten. Oosterbaan is altijd blijven ontkennen dat hij bij de moord betrokken is geweest.
Wegrotten
Waar en wanneer komt Hans Lip in dit spel? In een bericht op internet, van 18 mei 2011, windt Linda, de vrouw van Jan, er geen doekjes om: “Lip is die vieze flapdrol en een ripper, die vrienden besteelt en vrienden zes jaar in de bajes laat zitten wegrotten. Hij moet nu met zijn reumavingertjes uit de prullebak vreten omdat hij van de honger geen ontlasting heeft. Ik hoop dat hij 150 jaar wordt onder deze omstandigheden, whahahahaha.” Even later noemt ze hem “een laag aan de wal geraakte oplichter huurmoordenaar ripper verklikker bangepoepert lafaard huilebalk. Ik hoop eigenlijk dat hij onder de brug ergens slaapt en dat het dalijk ga vriezen, goed voor zijn reuma!! Huilebalk!! Doet die alleen maar zodat die bolle vieze vette plof varkenskop van hem er niet afgetrokken wordt. Vieze bloedhond.”
Bovenlip
Dit is héél anders dan zoals Hans Lip het zelf vertelt. Maar hoe is dit allemaal zo gekomen, waarom werden de bloedgappies vijanden voor het leven? Hans van der Meer is op 11 maart 1955 in Rotterdam geboren. Zijn bijnaam dankt hij eraan dat hij soms een bepaalde beweging maakte met zijn bovenlip. Op school gaven ze hem de bijnaam Hans Lip en die is nooit meer weggegaan. Voetbal is wel een passie van hem, maar daar is hij geen uitblinker in. Wel in vechtsport.
“Toen ik zestien was ben ik begonnen bij Martin Borneman. Die gaf taekwondo, in het wijkgebouw. In Amsterdam was Tom Haring toen net begonnen.” Eerst heette het freefight, daarna ‘volcontact karate’ en later kickboksen. Hans bouwt zijn carrière op bij sportschool Maeng-Ho van Martin Borneman, in Rotterdam-Zuid. “We deden veel wedstrijden in Amsterdam en Rotterdam. En in het buitenland.” Zoals in juli 1978 in Monaco, voor het oog van de koninklijke familie: prins Rainier en prinses Gracia. “Toen was ik 23. Het was in het Stade Louis 2. Dat is nu het voetbalstadion.” Een heel ander publiek dan in Amsterdam: daar was de bekende rechercheur Jan van Looyen scheidsrechter en zat de later in opdracht van maffiabaas Klaas Bruinsma vermoorde kickbokser André Brilleman vooraan in het publiek.
In de vechtsport is in die tijd nog niet zoveel te verdienen als tegenwoordig. “Ik heb bij een sportzaak gewerkt, voor negen tientjes in de week, daarna in de haven voor 180 gulden.” Portier in een discotheek, in zijn geval ochtendzaak The Key in de Witte de Withstraat, tikte beter aan: op een goede avond 3000 gulden.”
In 1987 wordt Hans samen met de bekende bokskampioen Rudi Koopmans en kickbokser Nickie H. opgepakt. Ze hadden een zakenman uit Dinteloord geholpen met een incasso: de man was opgelicht voor meer dan een ton en probeerde wat van dat geld terug te krijgen. Dat was deels gelukt, maar het ‘incassobureau van de zware jongens’ was bij de politie in beeld gekomen. Rudi Koopmans werd veroordeeld tot een jaar celstraf, Hans kreeg vier maanden.
In november 1996 wordt Hans gepakt voor de smokkel van een partij van 20 ton wiet uit Colombia, met de groep van de tegenwoordig veel in het nieuws zijnde Henk E., maar Henk zelf was de dans ontsprongen. “Henk zou het transport doen, maar hij werd opgepakt. Met een paar andere Rotterdammers hebben wij het toen door laten gaan.” Dat ging fout. De anderen waren zwaargewichten in dit soort transporten, Hans was de nieuwkomer, “ik heb toen als enige drie jaar aan mijn broek gekregen.”
Overvallen
Jan Oosterbaan was het intussen niet veel beter vergaan. Vanaf 1986 had hij overvallen gepleegd op juweliers in Rotterdam en Amsterdam en was hij daarvoor veroordeeld. In 1990 was hij weer vrij. Hans: “Hij zat later ook bij Maeng-Ho. We trainden met elkaar en mijn afscheidswedstrijd op 26 november 1990, in het Imperium in Rotterdam, was tegen hem. Ik was al vijf jaar gestopt, ik deed niet meer aan kickboksen, mijn benen waren kapot. Vrienden vonden dat ik een afscheidswedstrijd moest krijgen. Als eerbetoon aan mij, het ging er niet om wie zou winnen.”
In 1992 wordt Oosterbaan in Duitsland opgepakt voor een gewapende overval. De verstandhouding met Hans is nog altijd goed. Hans: “Ik heb zijn Duitse advocaat betaald, ik ben in Duitsland bij hem op bezoek geweest.” In een brief van 22 februari 1992 schrijft Oosterbaan, vanuit de gevangenis in Mannheim (‘Cel 4317’): “Ook nog bedankt voor de Mollem die je bij Jan Lems gebracht had voor m’n rekening hier, klasse Hans…”
Op vrijdag 1 mei 1992: “Hallo Gap, bedankt voor je bezoek met Ger en voor de besomme.”
Besomme is ook een bargoens woord voor geld.
John Smit
Op 20 april 1995 wordt in café Kruimeltje in Rotterdam John Smit vermoord. In het boek vertelt Jan Oosterbaan dat hij een paar maanden eerder, in februari, onverwacht bezoek had gekregen van Hans Lip, die hem om hulp had gevraagd: zijn vrouw was in elkaar geslagen door John Smit. Hij wil wraak. Oosterbaan heeft op dat moment poolcafé Goodfellas, waar geregeld Joegoslaven komen. Hans zou hebben gevraagd naar de Joegoslaaf Darko en daar inderdaad een afspraak mee hebben gemaakt. Als John Smit op 20 april in het damestoilet van café Kruimeltje wordt vermoord, gaat er bij Oosterbaan een lampje branden: “Zouden die Joego’s en Hazenlip?”
Dat is nog niet echt een probleem, maar als Jan in juni wordt aangehouden wegens betrokkenheid bij deze moord en ervoor wordt veroordeeld, wordt het een ander verhaal. Althans: als we moeten geloven wat er in het boek staat, waarbij Hans Lip met terugwerkende kracht in de schoenen krijgt geschoven waarvoor Oosterbaan is veroordeeld. Hans Lip: “Ik kwam wel in Goodfellas, ik ging goed met Oosterbaan om, hij was mijn gap voor het leven. Ik heb die Joegoslaven daar misschien ook wel eens gezien, die kwamen daar. Darko was een vriend van Jan, maar ik heb nooit een gesprek met hem gehad. Ik kende John Smit, maar ik had totaal geen contact met hem. En hij heeft mijn vrouw ook nooit in elkaar geslagen.”
Rolex
Hans stond erom bekend dat hij gemakkelijk geld uitgaf. Als iemand wat nodig had, kreeg-ie het ook zo. Hans: “Ik had Jan Oosterbaan tien ruggen geleend en hij had een Rolex van mij, van 15.000 gulden. Hij zou dat allemaal afbetalen, maar toen kwam hij vast te zitten. In april 1995 ben ik bij Jan in Duitsland op bezoek geweest en heb ik 1500 euro op zijn bajesrekening gestort en later ook nog vanuit Nederland. Op 20 november 1996 kwam ik zelf vast te zitten, voor die wiet.”
De verstandhouding tussen Jan en Hans is dan nog altijd uitstekend. Getuige ook tal van brieven van Oosterbaan vanuit de gevangenis in Scheveningen.
Op 25 februari 1997 is de aanhef “Yo Bro Lippensteijn!” en hij sluit af met “All the best gappie, ik hou van je. Jantje.”
Zaterdag 15 maart 1997 noemt hij zich Janus Oosterbanus. Hans is dan net veroordeeld tot ‘drie kerstbomen’, dat valt zwaar tegen. “Groetjes aan Marilyn en de kids en ik zie je volgende brief wel weer tegemoet! Hou je appie gappie… groeten van je bloedgappie Jantje O!!!”
Henk S.
In de zomer van 1997 staat er een groot interview met Oosterbaan in Panorama, waarin hij vertelt dat hij ten onrechte vastzit. Door verklaringen van Joegoslaven die jaloers op hem waren. Hij wijst naar Henk S. als opdrachtgever. In een brief van 5 oktober, vanuit de gevangenis, schrijft hij erover aan Hans Lip: “Hoe vond je het artikel in de Pano? Was het positief gap? Ik hoor enkeld maar goeie berichten erover! En het is wat hé, dat ik overal vandaan hoor dat die S. een ton per jaar geeft aan die joego’s wanneer ze d’r muil houden.”
Geen woord van verwijt aan het adres van Hans.
Hans: “Ik kwam er in 1998 uit. Hij zat nog vast. Er was nog steeds niks aan de hand. Ik ben met andere jongens en met Linda bij hem op bezoek geweest toen hij in Overloon zat. Ik bleef hem geld geven. Anderen waren wat minder gul geworden. Dat kwam ook doordat Jan een dure jeep had gekocht, met zijn naam erop en met weekendverlof kocht hij schoenen van 400 gulden. Ik heb al die tijd nooit gehoord dat hij mij iets kwalijk nam. Hij zei zelf dat hij erin gelegd was door Joegoslaven. Het verhaal dat de ronde deed was dat iemand Jan had ingehuurd en dat Jan het contact had gelegd met die Joegoslaven.”
Antieke klok
Dat er iets loos is, merkt Hans als Jan Oosterbaan op 19 november 2001 bij het Novotel in Schiedam wordt aangehouden voor een akkefietje met een antieke klok. Hans: “Een vriend van Oosterbaan vroeg of ik 5000 gulden wilde geven voor de advocaat. Toen heb ik gezegd: ik kijk wel, maar ik dacht: het wordt nou te gek. Kort daarna hoorde ik dat Jan net 6 ton gehad van rippartij van een van zijn beste vrienden.”
Dat gaat over een partij olie – voor synthetische drugs – met een waarde van ongeveer 4 miljoen euro. De benadeelde partij was een goede vriend van Jan Oosterbaan, de rippers waren vrienden van Jan, van de beruchte Brabantse Julietbende.
Crisis
Uit wat er later gebeurt, blijkt dat als Oosterbaan uit de gevangenis komt, hij het idee heeft dat hij geld tegoed heeft van Hans Lip. In het boek staat een passage over Linda, de vrouw van Jan, die tijdens de detentie van haar man erachter zou zijn gekomen dat Jan zijn straf uitzit voor iemand anders. Voor Hans. In de zomer van 1999 zit Linda in geldproblemen. Ze kan de elektriciteit niet meer betalen. Jan zegt dat ze naar ‘de Eneco-man’ moet gaan. Ze gaat met de acceptgiro van het nutsbedrijf naar die man, en dat blijkt Hans Lip te zijn. Hij betaalt de rekening zonder morren. Daarmee zijn Linda’s financiële problemen uiteraard niet structureel opgelost, maar als ze weer bij Hans aanklopt, geeft die niet thuis. Hij vindt het wel mooi geweest en Jan is hem ook nogal wat schuldig. Linda wil het naadje van de kous weten en zet Jan in de gevangenis flink onder druk: wat is er aan de hand? Hij ‘bekent’ dan dat hij eigenlijk de straf uitzit voor Hans. Linda is woedend. Op Hans, maar ook op Jan. Het leidt tot een flinke crisis in hun relatie, maar op den duur leggen Jan en Linda het weer bij. Jan en Hans niet.
In het boek gaat het vervolgens over Joegoslaven die Linda bedreigen en Hans Lip die een afspraak maakt met Linda en dan begint te huilen en zegt: “Ik heb zo’n spijt!” Later staat hij bij haar op de stoep met een ton contant geld. Voor haar. “Dan moet je die en die uit het leven laten schieten. Weet jij iemand? Je kan er nog een cabrio bij krijgen. Heb ik net ook voor mijn vrouw gekocht.”
Tikkie
Totale nonsens, zegt Hans Lip. “Ik heb nooit met Linda afgesproken, dit zuigt ze uit haar duim. Het enige dat klopt is van die cabrio. Ik had een tikkie gemaakt en mijn vrouw een cabrio gegeven. Dit was in de tijd dat Oosterbaan die 5000 gulden voor de advocaat vroeg, ze waren kwaad dat ik mijn vrouw een cabrio gaf van 60.000 gulden en hij die 5000 niet kreeg. Toen hij vrijkwam, wilde hij 50.000 voor een tandartspraktijk. Heb ik ook niet gegeven. Hij had zelf net die 6 ton gehad van die rippartij met de Julietbende.”
In de tijd dat de affaire met de antieke klok speelt, in 2001, laat Hans aan Jan weten dat hij dit verhaal over de rippartij en de 6 ton kent. “Vanaf dat moment is al dat gezeik begonnen. Ik begrijp het wel: mensen kijken hem schuin aan, omdat hij voor moord heeft gezeten, dat kan hij niet gebruiken in zijn sportschool, iemand anders moet de schuld krijgen. Dat is volgens mij ook de opzet van dat hele boek: zichzelf schoonpraten, ten koste van mij.
Doodschieten
In het slotwoord van het boek schrijft Oosterbaan: “thnx fucking Hazenlip, voor het niet zorgen voor mijn vrouw en kinderen terwijl ik voor jou mijn muil dichthield en vijftien jaar trotseerde.”
Hans: “Thanks, meneer en mevrouw echte pannenkoek. Jullie zijn bezig met een campagne antipesten. Mooie ambassadeur! Het charmeoffensief is je duidelijk niet gelukt: mijn zoon bedreigen en hooligans naar het voetbalveld sturen met de mededeling dat je zijn vader gaat doodschieten…”
Reactie Jan en Linda Oosterbaan:
“Ik word platgebeld door mensen die hun verhaal over ‘Hazenlip’ willen doen en dat zijn echt geen fijne verhalen. Maar dan kun je aan de gang blijven. Ik sta honderd procent achter alles wat in het boek staat en heb overal mensen voor die het kunnen bevestigen. Wat erin staat zuig je echt niet uit je duim natuurlijk. Van de 24 hoofdstukken komt Hazenlip in ééntje naar voren, de rest gaat over kickboksen, motorclubs, liquidaties, portier staan, overvallen en de illegale gokwereld. Hij is echt niet de hoofdpersoon. Wat betreft die bedreigingen: ik hooligans sturen om zijn zoons te bedreigen? Wat een onzin. Alsof die jongens zich laten sturen. Netzomin als dat ik iemand dood zal schieten of dat aankondig als bedreiging. Dat is mijn eer te na en dat weet iedereen die mij ook maar een beetje kent. Hazenlip, er is in het hele verhaal maar één grote pannenkoek en dat ben ik niet. Een moordzaak verjaart niet. Lees het boek en desnoods gaan we voor heropening van de zaak.”
In juli 2018 doet Bradly van der Meer (22), zoon van Hans, aangifte tegen Jordy Oosterbaan, zoon van Jan, wegens openlijke geweldpleging. Zie hier