Op een zaterdagmiddag in oktober 2014 vertrekt Amsterdammer Frank Kater (42) uit een afkickkliniek in Zuid-Afrika voor een bezoek aan Kaapstad om een petje te kopen. Het is al vreemd dat hij daar toestemming voor krijgt, maar nog vreemder: hij komt nooit meer terug. Ondanks intensieve zoekacties in Kaapstad, waar hij in dat weekend nog verschillende contacten had, is er nooit meer iets van hem vernomen.
“Zelfs de minister-president uitte in een tweet zijn bezorgdheid over de vermiste man,” schrijft een Zuid-Afrikaanse krant. Die tweet is niet een-twee-drie terug te vinden, maar het zou zomaar kunnen: Amsterdammer Frank was niet van de straat. Had een topfunctie bij een Brits telecombedrijf, en verkeerde in de betere kringen. Ook in de gayscene. Daar ergens ging het mis. Na een bezoek aan New York was hij verslaafd geraakt aan crystal meth, het spul dat we in Nederland vooral kennen van de serie Breaking Bad. Hij zou het toegediend hebben gekregen zonder dat zelf te weten. Iedereen weet: als je dat blijft gebruiken, ga je eraan onderdoor. Afkicken was het devies, en dan kom je haast vanzelf of in Thailand of in Zuid-Afrika terecht. In zijn geval werd het de kliniek Stepping Stone, zo’n 25 kilometer van Kaapstad, in het onooglijke kustplaatsje Kommetjie aan de Westkaap.
“U moet die foto verwijderen, anders krijgt u problemen,” zegt de resolute directrice van afkickkliniek Stepping Stone in Kommetjie. Hier was het dat Frank Kater ruim drie jaar geleden verdween. De kliniek valt nu onder een andere instelling, de naam van de overkoepelende organisatie is veranderd en moet vooral niet in verband worden gebracht met Frank Kater. Mocht er op enige wijze worden gezinspeeld op de huidige instelling, dan zal de juridische dienst maatregelen nemen.
De gevoeligheid is te begrijpen: de gang van zaken met Frank Kater roept heel veel vragen op. Hoe kan het dat hij na een verblijf van amper vijf weken in z’n eentje een bezoek aan Kaapstad kon brengen? Als er werk van zou zijn gemaakt, had de kliniek een serieuze schadeclaim tegemoet kunnen zien. Op publiciteit zitten ze sowieso niet te wachten: een opname hier kost zo’n 5500 dollar (5000 euro) per maand. De verzekering betaalt, maar je mag toch verwachten dat cliënten met een ernstige verslaving serieus worden behandeld. Frank was hier terechtgekomen via SolutionS in Barneveld. Ook daar is weinig behoefte aan commentaar: privacy. Bovendien: de banden met Stepping Stone zijn al enige tijd verbroken en SolutionS doet sowieso niks meer met verslaafden. Afgesproken was dat Frank twee keer vier weken in Stepping Stone zou blijven, waarvan de tweede vier weken in het Beach House, met meer vrijheden. Wat ook al een uiterst dubieus uitgangspunt lijkt.
Er is zowel in Nederland als in Zuid-Afrika aardig wat aandacht geweest voor deze ongewone spoorloze verdwijning. De toenmalige partner van Frank reisde vijf weken na de vermissing naar Kaapstad, met nog een vriend. Ze staan op foto’s in Zuid-Afrikaanse kranten, om aandacht te vragen voor hun zoektocht. Tal van anderen werden ingeschakeld: privédetectives, de plaatselijke politie, de ambassade; er volgden intensieve zoektochten in de krochten van Kaapstad, waarbij wel het een en ander boven tafel kwam dat in de kranten niet of nauwelijks werd vermeld. Misschien omdat het toen nog niet bekend was, of omdat er een goede reden was bepaalde details niet naar buiten te brengen.
Het bezoekje aan Kaapstad van die zaterdagmiddag was niet zo onschuldig als afgespiegeld. Er was wel wat meer aan de hand dan dat Frank die middag een petje wilde kopen. In de dagen ervoor had hij kans gezien contacten te leggen in de Kaapse gayscene en dáár ging hij naar toe. Daar was hij op verschillende locaties aanwezig, het was ook daar dat hij verdween.
‘Ziekte’
Op 5 september 2014 was Frank naar de afkickkliniek in Kommetjie gegaan. Hij hield met Whatsapp en telefoongesprekken contact met zijn partner. Ze hadden al ongeveer drie jaar een relatie en het ging het allemaal buitengewoon goed.
De partner, in de Kaapse krant Cape Argus:“Op donderdag 9 oktober sprak ik hem voor het laatst. Op vrijdag stuurde hij een Whatsapp waarin hij zegt dat hij mij zondag zou bellen. Hij voelde zich goed en gaf aan dat hij aan het vechten was tegen zijn ‘ziekte’” Overigens: dat ‘ziekte’ is een term die de krant gebruikte, Frank noemde het beestje gewoon bij de naam: verslaving.
Op zondag 12 oktober krijgt de partner inderdaad een telefoontje, maar niet van Frank: het is iemand van de kliniek die zegt dat Frank niet is teruggekeerd van een uitstapje.
Niemand weet wat er aan de hand is. Er komt nog wel een brief, maar die is op de post gedaan op 31 september, ruim voor de vermissing. Frank schrijft daarin dat hij kan merken dat zijn partner trots op hem is dat het zo goed gaat, dat het hem heel goed bevalt, dat het erg mooi is en dat hij walvissen heeft gezien. Het lijkt hem leuk daar ook nog eens samen naar te kijken. De partner beschrijft Frank als een vriendelijke, zorgzame man die er altijd voor je is als je hem nodig hebt. Humoristisch, prettig gezelschap, zeker niet iemand die weg zou blijven zonder iets te zeggen, dat past helemaal niet bij hem. “Dat is helemaal niet zoals ik Frank ken. Het is een nachtmerrie.”
Of dit het hele verhaal is, is de vraag. Er waren ook wel wat signalen dat Frank Kater zich niet meer helemaal gelukkig voelde. Dat hij er ook andere contacten op nahield, was overigens geen geheim: op die manier had hij ook zijn verslaving opgelopen. Hij was eerder dat jaar naar New York geweest en daar was hij verslaafd van teruggekeerd. Ook bij hem waren alle alarmbellen afgegaan. Op donderdag was hij terug in Nederland, op maandag stelde hij zich al onder behandeling bij SolutionS.
In Nederland was crystal meth zeker toen nog onbekend, in de Verenigde Staten was het populair als partydrug. Het wordt de gevaarlijkste drug ter wereld genoemd: één keer gebruiken kan genoeg zijn om iemand totaal afhankelijk te maken. Berucht zijn de series foto’s die destijds de ronde deden, na vijf jaar gebruik: totaal uitgemergeld. Frank vertelde dat iemand het in zijn drankje had gedaan en dat hij het niet bewust had gebruikt. In theorie kan dat, maar de gebruikelijke manieren van innemen zijn snuiven, roken of spuiten.
Het staat bekend als de moeilijkste verslaving om vanaf te komen. Dat maakt de gang van zaken rond zijn verdwijning zo merkwaardig: je zou haast denken dat ze bij Stepping Stone niet wisten waarvoor hij daar zat. Het is moeilijk te verklaren waarom hij na vier weken al naar het Beach House ging, de open afdeling van de kliniek.
Gayscene
Op de zaterdag van zijn verdwijning is er in de kliniek een ‘terugkeerdag’. Genezen ex-cliënten komen daar bij elkaar. Achteraf blijkt dat Frank in de voorgaande dagen vanuit de kliniek al allerlei contacten heeft gelegd in de gayscene in Kaapstad en dat hij van plan was zich daar in het weekend te melden. Hij krijgt van zijn begeleiders toestemming om te gaan lunchen met een van de bezoeksters van die ochtend, maar hij weet haar kennelijk te overreden hem een lift te geven naar Kaapstad. Tegen haar had hij gezegd dat hij alleen even naar de stad wilde om een petje te kopen. Hoe en wanneer hij terug wilde komen is onduidelijk. Dat zou alleen per taxi kunnen en dat zou dan een behoorlijk kostbare aangelegenheid worden.
Kommetjie is een afgelegen plaatsje aan de kust. Wie daar niks te zoeken heeft, blijft er weg. De kust is populair bij kreeftenvissers en dankzij de hoge golven wordt er weleens een surfer gesignaleerd, maar het water is ijskoud, het brede uitstrekte ruige strand is allesbehalve fraai en er is verder niks te beleven. Het zal niet voor niks zijn dat de afkickkliniek hier is gevestigd: de kans om in dit gat verkeerde figuren tegen te komen is gering, daarvoor moet je echt naar de bewoonde wereld.
Dubbele agenda
Kortom: een meth-verslaafde krijgt na vier paar weken ‘behandeling’ de kans in z’n eentje naar Kaapstad te gaan, de metropool die bekend staat om zijn gay- en drugsscene. Uit alles blijkt dat Frank weloverwogen van plan was zich daar vol in te storten. Wat hij ook deed. Maar dat blijkt pas veel later. Op welk moment zijn partner op de hoogte komt van de dubbele agenda van Frank is niet duidelijk, maar er zal het een en ander zijn gaan dagen toen hij vijf weken na de verdwijning samen met een goede vriend naar Kaapstad ging om te gaan zoeken.
Ze hebben contact met de Nederlandse consul, de SAPS (de politie) en een lokale privédetective. Iedereen maakt zich ernstig zorgen: Frank heeft aan niemand iets laten horen, zijn paspoort en bankpasjes zijn nog in de kliniek, hij heeft niks bij zich waaraan hij geïdentificeerd kan worden.
Er is één troost: de politie van Kaapstad kent haar pappenheimers aardig en gaat ervan uit dat er een goede kans is dat Frank nog leeft. Als hij was vermoord, hadden ze hem wel gevonden. In Kaapstad ligt elke week een lijk op straat, het is daar niet de gewoonte om die ergens te dumpen, dat is nergens voor nodig. De daders zijn toch niet te achterhalen.
In Nederland wordt de zoektocht gevolgd. Het Parool meldt dat “Frank Kater uit Amsterdam voor het laatst werd gezien in een Kaapse buitenwijk waar hij naar toe was gelift” en dat de zoekers vrezen dat hij tegen zijn wil wordt vastgehouden. Frank zou zijn afgezet door iemand die hem een lift had gegeven. De locatie was specifiek: bij de speeltoestellen in Green Point. Verder zijn er weinig aanknopingspunten. Alles wat hij bij zich had waren de kleren die hij droeg, zijn zonnebril, 140 euro aan Zuid-Afrikaans geld en zijn mobiele telefoon. Zijn creditcard en paspoort waren in de kliniek gebleven.
De zoekers keren onverrichterzake naar Nederland. Dan wordt er contact gelegd met Dick Steffens van recherchebureau Interludium Investigations International in Apeldoorn. Oud-rechercheur van de Amsterdamse politie en bekend als de losgeldrijder bij de Heinekenontvoering.
Steffens: “Ik was erg onder de indruk van wat die jongens in Kaapstad hebben gedaan. Ze zijn in de homoscene daar geweest, hebben veel contacten en heel veel kanalen aangeboord om informatie te krijgen. Ze hebben flyers uitgedeeld, hebben in de luxe gayscene alle bars bezocht, zijn bij de kliniek geweest, hebben een privédetective ingehuurd.”
Als de gegevens van zijn computer en telefoon worden uitgeplozen, blijkt dat Frank vanuit de kliniek de mogelijkheid heeft gehad contacten te maken in de homoscene en daar ook gebruik van heeft gemaakt. Steffens: “Daar mocht hij eigenlijk ook niet de beschikking over hebben.”
Seksfeest
Uit de naspeuringen blijkt dat Frank die zaterdag in Kaapstad contact heeft gehad met blanke Zuid-Afrikaanse mannen. Ook verslaafd. Niet direct een geschikte omgeving voor een afkickende cliënt. Steffens, die in januari 2015 samen met zijn vrouw zelf op zoek ging in Kaapstad, volgde dat spoor. “We zijn bij een van die mannen thuis geweest. Geen arme sloeber, wel een excentrieke man, met één arm. Hij vertelde dat er een seksfeest was geweest met meerdere mannen. De partner van Frank was ook bij hem geweest, die vond het een vriendelijke man, maar toen wij aanbelden was hij niet bepaald toeschietelijk. Hij wilde ons niet binnenlaten.”
Op zondag was Frank bij dat seksfeest geweest, daarna was hij met een van de andere mannen in de auto meegereden. Die had hem op zijn verzoek afgezet bij Green Point. Steffens: “Die man hebben we ook gesproken. Frank had gezegd: ‘Zet me er hier maar uit.’ Hij had gevraagd: ‘Waar ga je naar toe?’ Waarop Frank had gezegd: ‘Dat is voor jou een vraag, voor mij een weet.’ Daarna loopt het spoor dood.” Opmerkelijk: de man die hem hier had afgezet, had kort daarna zijn auto verkocht. Syeffens: “Hij zei tegen ons dat hij elke dag nog naar Frank uitkeek, of hij hem ergens zag.”
Het lijkt erop dat Frank nog een afspraak had en doelbewust naar Green Point was gegaan, maar niet iedereen is openhartig. Steffens: “Het zijn allemaal mensen met goede functies, er was een getrouwde man bij, ze zijn allemaal bang voor publiciteit.”
In tien dagen tijd spreken Dick en zijn vrouw tal van mensen en instanties. “We hadden goed contact met twee rechercheurs van de Nationale Politie. Hele goeie mensen, heel toegankelijk, met een realistische kijk op de zaak. Ze konden niet veel geven, maar wat ze hadden, hebben ze verstrekt.” Zo is de telefoon van Frank uitgepeild in Khayalitza, een township van Kaapstad. Een no-go-area voor iedereen die daar niet thuishoort. “Daar is het signaal twee keer getraceerd, bij een liquor store, maar de politie vond het te riskant daarheen te gaan. De kans dat het iets zou opleveren, was ook erg klein. Niemand denkt dat Frank daar zelf is geweest, het toestel zal ergens gevonden of gestolen zijn en doorverkocht, daar kom je nooit achter.”
Township
Steffens is in Kaapstad in het gezelschap van een Zuid-Afrikaanse privédetective die door de partner is ingehuurd, maar ook die ziet het niet zitten om naar de township te gaan voor onderzoek. Steffens: “Een van de politiemannen vertelde dat ze bijna elke dag bezig zijn met moordzaken, dat heeft meer prioriteit dan de vermissing van een meerderjarige buitenlander. De medewerking was goed, wat ze konden doen hebben ze gedaan en ook vanuit de ambassade was er volop steun, maar je kunt niet verwachten dat ze er een bataljon militairen voor inzetten. Volgens de politiemensen ligt het niet zo voor de hand dat Frank vermoord is. Als het een roofmoord om de telefoon was geweest, hadden ze hem op straat laten liggen, dan was hij wel gevonden.”
Steffens is ook bij het grootste mortuarium in Kaapstad geweest, maar daar – en in de andere mortuaria in Kaapstad – waren geen onbekende blanke lijken afgeleverd. Het DNA van Frank is bekend. Dat is vergeleken met dat van ongeïdentificeerde lijken, maar ook dat leverde geen match op.
Johannesburg
Wat zijn de mogelijkheden? Leeft Frank nog? Steffens: “Eén optie is dat hij weer verslaafd is geraakt en dan is de vraag of hij zich daar heeft kunnen handhaven. Er zijn in Kaapstad heel veel shelters, met ontzettend veel verslaafden en daklozen, hij zou meegegaan kunnen zijn in die stroom. Frank was een heel ijdele man, die zichzelf goed verzorgde. Het kan zijn dat hij zich zo schaamt dat hij niet meer terug durft. Wij hebben ons gefocust op Kaapstad, maar hij kan ook naar Johannesburg zijn gegaan.”
In Kaapstad is alles op alles gezet om Frank te traceren. “We hebben tientallen daklozen gesproken, we zijn van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op de bekende plekken geweest. We hadden een foto bij ons, er was een kleine beloning uitgeloofd in de hoop op tips van daklozen. Er waren erbij die zeiden dat ze ‘m hadden gezien, maar je weet nooit hoeveel waarde je daaraan kunt hechten.
Verpleger
Via dit kanaal komt er wel één serieuze tip binnen. Een verpleger van een ziekenhuis in Kaapstad is ervan overtuigd dat hij Frank heeft gezien. Steffens: “We hebben die verpleger op 4 januari gesproken. Er was een dakloze binnengebracht die de flyer met de vermissing van Frank in zijn broekzak had. Hij herkende hem meteen: hij was kort daarvoor bij Green Point aan het fitnessen geweest en toen had iemand – naar zijn stellige overtuiging was het Frank – hem gevraagd hoeveel push-ups hij had gedaan. Volgens hem zag de man er goed uit. De verpleger was meteen naar de politie gegaan om er melding van te maken.”
Frank, of iemand die op hem leek? Ook een andere vraag is nog niet beantwoord: heeft Frank dat petje nog gekocht?