Quantcast
Channel: Reportage – Misdaadjournalist
Viewing all articles
Browse latest Browse all 166

De liquidatie van Eric Wassink

$
0
0

(reportage uit Panorama, 2012)

Op 17 juli 2000 wordt Eric Wassink (41) geliquideerd op de stoep van zijn massagesalon in Den Bosch. Heel even gaat het gerucht dat het Cor van Hout is die hier dood op straat ligt. Dat is niet zo vreemd: Cor was voor de helft eigenaar van de salon en als er iemand op een dodenlijst stond, dan was hij het, niet Wassink. Maar waarom moest Wassink dood? Twaalf jaar later is er nog steeds geen verdachte in beeld.

 

Mei 2000,locatie: kantoor advocaat Oscar Hammerstein Amsterdam. Rond het middaguur hebben Eric Wassink uit Almere, Cor van Hout uit Amsterdam en Lou Lap uit Eindhoven hier een afspraak. Wassink is in 1994 begonnen met een erotische massagesalon aan de Blauwkapelseweg in Utrecht. Het blijkt een gat in de markt en in enkele jaren tijd is het uitgegroeid tot een keten met tien zaken in het hele land, met een miljoenenomzet. ‘Hij heeft van zijn hobby zijn beroep gemaakt,’ zeggen kennissen. In september 1997 komt er een kink in de kabel. Wassink heeft een relatie met een jonge Marokkaanse vriendin, die hem -volgens zijn vrienden- het bloed onder de nagels vandaan haalt. Tijdens een hevige ruzie krijgt Wassink een ‘blackout’ en steekt hij haar neer. Hij wordt gearresteerd en veroordeeld en zal pas dertien maanden later vrijkomen.

Groeneweg

Dat leidt tot problemen met compagnon Jan Groeneweg uit Groningen, die ook bepaalde belangen heeft in de salons en de eigendomsrechten naar zich toetrekt. Als Wassink in oktober 1998 vrijkomt ziet het er allemaal somber uit: salons kwijt en een miljoenenschuld bij de belasting. Er volgen juridische procedures en in die situatie komt gewezen Heinekenontvoerder Cor van Hout in beeld. Hij is dan al geruime tijd bezig belangen te verwerven in de prostitutiebranche. Via stroman Benno H. (niet zijn echte naam) wil hij Wassink helpen met de massagesalons. Van Hout schakelt advocaat Hammerstein in om de eigendomsrechten terug te krijgen bij Wassink.

De eerste ontmoeting tussen Wassink en Van Hout zal zich afspelen ten kantore van Hammerstein. Wassink, van origine een boekhouder, is helemaal niet thuis in de criminele wereld en neemt als ‘back-up’ Lou Lap mee, een Brabantse jongen uit de wereld van de incasso’sen beveiliging. Wel iemand om rekening mee te houden: hij werd in 1999 verdacht van het gooien van vijf handgranaten in het kader van een grote incasso in het drugscircuit en één granaat in de hoofdingang van het politiebureau in Den Bosch en heeft verder ook wat antecedenten met geweld.

Lap: “Ik keek natuurlijk wel op tegen Van Hout. Hij was een legende, een instituut, maar die eerste kennismaking was een behoorlijke afknapper. We kwamen aanrijden, staan er vier zogenaamde bodyguards voor de deur. Jongens met leren jasjes aan, oortjes in, heel opzichtig. Dat was blijkbaar om indruk te maken op ons. Ik dacht: ‘Dat heeft zo’n van Hout toch niet nodig?’ Het was een belachelijke vertoning, het was tien keer niks.”

Rare smaak

Eenmaal binnen verloopt het gesprek niet al te soepel, Wassink wil niet tekenen, Cor bemoeit zich ermee, Hammerstein stuurt Lap en Van Hout naar buiten: hij wil alleen zakendoen met de officiële gemachtigden en dat zijn Benno H.* en Eric Wassink.

Lap: “Ik ging met Cor naar buiten, we liepen wat rond, praatten wat. Cor liep wat te snoeven, als een soort generaal, dat hij vijfhonderd man rond had lopen. Daar kreeg ik een beetje een rare smaak van in mijn mond, het was kinderachtig gepraat, beneden alle niveau. Hij zei: “Ik ken jou wel, waarom gooi je handgranaten op een politiebureau, dat levert toch geen geld op? Als je criminele dingen doet, doe je dat toch in de eerste plaats voor geld, zo’n handgranaat, daar heb je toch niks aan.” Ik heb gezegd dat ik daarvan was vrijgesproken en dat ik dat niet had gedaan. Toen begon hij over Wassink. Dat hij er zoveel ton in had zitten. Hij zei: “Die man is gek.” Was ik het niet mee eens, Wassink had ook zo zijn belangen natuurlijk. Maar het gesprek is verder wel goed verlopen, we hebben afgesproken een keer wat te gaan drinken samen. Toen we weggingen heb ik nog wel gevraagd: “Die jongens daarbuiten, staan die er nou nog? Zijn die van jou? Die vallen echt niet op hè?” Hij zei: “Ja, die zijn van mij.” Het lag op mijn tong om te zeggen: “Ik heb er ook een paar meegebracht, maar die zie je niet.” Het was eigenlijk een beetje een tegenvaller, het was niet de Van Hout die ik had verwacht tegen te komen.’

Er volgen meer ontmoetingen. Lap: ‘We hadden toch wel een klik. Cor keek in het begin ook een beetje tegen mij aan, zo van: enge jongen, handgranaten, iets met een autobom, maar we konden het eigenlijk direct goed met elkaar vinden. Ik was ingehuurd door Wassink, maar ik zag de belangen van Cor ook wel.’

Met de dames

Van Hout bezoekt geregeld Den Bosch. Meestal met chauffeur Bassie en zijn ‘bodyguards’, maar er is ook een etentje ‘met de dames’: Benno H. met vriendin, Lou met vriendin en Cor met Sonja. Wassink is daar niet bij, maar het gaat wel over de zaken. Met Wassink gaat het eigenlijk niet zo goed.

Lap: ‘Hij gedroeg zich vreemd. Cor had hem een ton gegeven om zijn schuld bij de belasting af te lossen, het eerste wat-ie doet is naar de BMW-dealer stappen voor de nieuwe 3-serie, met tv. Ging hij bestellen. Toen Cor dat hoorde was hij laaiend. Cor had zelf een Mercedes-sport, maar hij kon zich dat veroorloven, hij had inkomsten, maar Wassink verkeerde helemaal niet in zo’n positie, die moest schulden aflossen. Toen heb ik Wassink wel even bij zijn lurven gepakt: ‘Dit  gaat zo niet, dat je dat zelf niet snapt.’ Er waren meer van die vreemde dingen. Zaten we bij Hammerstein op kantoor, vroeg Hammerstein: “Heren, de agenda’s. Over twee weken op dinsdag, kan iedereen dan?” Zei Wassink: “Nee, dan komt mijn tuinman, die gaat het gras maaien en daar wil ik bij zijn.” Hij had toen net een villa in België gekocht, of gehuurd. Dan denk je ook: “Waar is zo’n man mee bezig?” Je zit met Van Hout en  Hammerstein, die mensen helpen jou, er moesten nog wat dingen worden geregeld, contracten getekend. Als je dan een begrafenis hebt, of iets met je kind, dan ben je verhinderd, maar toch niet omdat de tuinman komt?”

Donkere wolken

Ook in het privéleven van Wassink dreigen donkere wolken. In de periode dat dit zich afspeelt is hij net in Turkije getrouwd met de Turkse Aleyna. Ze is zwanger van hem, maar echtelijke trouw is aan Wassink niet besteed: hij houdt er een Joegoslavische minnares op na. Een week voor zijn dood komt Aleyna daar achter. Lou Lap: “Wassink is op maandag 17 juli vermoord, de zondag ervoor kwam hij samen met zijn Joegoslavische vriendin in paniek bij mij, in Eindhoven. Hij zei: “Aleyna weet het. Ze zei: ‘Ik schiet je door het waterbed heen.’”

Wat is er op die maandagavond precies gebeurd en hoe wist de moordenaar dat Wassink in Den Bosch was? Lap: ‘Ik had zelf Eric zondagmiddag nog gesproken, in een grand café in Eindhoven. Hij zou maandag de hele dag in Bredaen Den Bosch zijn, voor sollicitatiegesprekken met masseuses en receptionistes voor de vestigingen in Den Bosch en Eindhoven. Maar hij was die nacht ervoor aan het stappen geweest, hij voelde zich absoluut niet in staat maandag te gaan werken. Hij heeft toen geregeld dat zijn vrouw die gesprekken ging voeren. Ik heb maandag een aantal keren telefonisch contact met hem gehad. Hij is die dag in Soest geweest, in Utrecht en in Breda. Tegen een uur of acht kwam hij aan in Den Bosch. Daarvandaan belde hij. Ik vroeg: “Heb je al gegeten?” Hij zei dat hij een broodje had gehaald bij de shoarmazaak naast de salon in Den Bosch. Dat is mijn laatste gesprek met hem geweest.’

Posten

Het staat vast dat de moordenaar heeft staan posten om de hoek van de Oude Engelenseweg -waar de salon is gevestigd- en de Ossenstraat. Of hij heeft Wassink de hele dag gevolgd en heeft hem opgewacht vanaf het moment dat hij bij de salon naar binnen ging, of hij wist dat Wassink op dat tijdstip daar aanwezig was. Door het raam van een witgoedwinkel op de hoek kon de schutter de grijze BMW van Wassink onopvallend in de gaten houden. Vanaf dat punt was het maar enkele tientallen meters. Opmerkelijk is dat de auto van Wassink, die recht voor de deur van de salon stond geparkeerd, helemaal klem stond tussen twee andere auto’s. Volgens de politie hebben die andere auto’s er niets mee te maken, maar het kwam de schutter in elk geval erg goed uit. Gezien het feit dat Wassink op het trottoir is neergeschoten, lijkt het erop dat hij bij de auto is geweest en terug wilde lopen naar de salon om te vragen wie hem had klemgezet. Op dat moment ontmoette hij zijn moordenaar.

De pistoolschoten worden in de hele buurt gehoord. Een café-eigenaar denkt aan vuurwerk en hoort een motor wegrijden. Veel buurtbewoners raken in paniek. Er is actie gevoerd tegen de salon, maar dit was nou ook niet de bedoeling. De bejaarde echtgenote van een actievoerder duikt voor alle zekerheid enkele dagen onder bij een zus.

Vijanden

In de dagen na de moord duiken verschillende theorieën op. Wassink had zowel privé als zakelijk nogal wat vijanden gemaakt. Zo zijn er in mei 2000 aanslagen zijn gepleegd op Paul Wassink, de jongere broer van Eric, die wel wat hand- en spandiensten verleende, maar op papier niets met het bedrijf te maken had. Eerst was diens bij huis geparkeerde auto in brand gestoken, twee weken later werd de woning met kogels doorzeefd. Er raakte niemand gewond, het werd opgevat als waarschuwing, bestemd voor broer Eric, omdat die zelf vaak moeilijk te traceren was.

Na de dood van Wassink ontstaat er een merkwaardige situatie.

Lap: ‘Toen Cor en ik elkaar spraken, keken we elkaar allebei een beetje aan van: heb jij soms… Maar het was wel snel duidelijk dat wij er geen van beiden wat mee te maken hadden. Cor wilde er vanaf, hij zei: “Jammer van het geld dat ik erin heb gestoken.” Hij wilde niet de verdenking op zich hebben dat hij belang had bij de dood van Wassink.’ Broer Paul lijkt de aangewezen opvolger, maar zijn ouders vinden dat helemaal geen goed idee, ze zijn bang dat de liquidatie te maken heeft met de salons en dat Paul ook aan de beurt komt als hij het overneemt.

Erkamps

Uiteindelijk neemt Lou Lap een aantal salons over, andere blijven eigendom van Aleyna, de Turkse weduwe van Wassink. Zij heeft de salons in Apeldoorn en Utrecht. Om die in Apeldoorn ontstaat een merkwaardig conflict, waar de halfbroer van Cor van Hout, Martin Erkamps, zich om mee bemoeit: Aleyna had hem benaderd. De salon wordt een aantal dagen ‘bezet’ door een paar Joegoslavische gangsters, kennelijk in opdracht van Erkamps, met de bedoeling de salon over te nemen. Met dat plan wordt krachtdadig korte metten gemaakt. Ook opmerkelijk: weduwe Aleyna laat haar belangen in de salons behartigen door haar nichtje Nimeth, die daar op geheel eigen wijze inhoud aan geeft. In elk geval anders dan Aleyna had bedoeld. Nimeth knoopt een relatie aan met Jan Groeneweg, de ex-compagnon met wie Wassink zo overhoop had gelegen. Die relatie is geen lang leven beschoren, Nimeth belandt later in de armen van tv-presentator Jeroen Pauw. In 2010 heeft Lap zijn belangen in de salons verkocht. Uiteindelijk heeft Cor van Hout geen schade geleden van zijn massage-avontuur.

Lou Lap: “Ik heb zelf het geld dat hij erin had gestoken contant teruggegeven. Een A4-envelop vol. De afspraak was bij een restaurant in de buurt van Vinkeveen, vlak aan de snelweg. Cor vertelde dat die plek ook een rol had gespeeld bij de Heinekenontvoering. Iets met de losgeldoverdracht. ‘Toen ik die envelop gaf zei Cor tegen Bassie: “Ga maar naar de wc om het te tellen, of het klopt.” Toen Bassie terugkwam, kuste Cor het geld. Dat deed hij wel vaker, Cor was gek op geld. Maar hij gaf het ook graag uit. Toen we met de vrouwen erbij in Den Bosch hadden gegeten, had ik afgerekend. Dat kreeg je bij Cor niet snel voor elkaar, hij stond er altijd op dat hij betaalde, hij wilde mij het geld beslist teruggeven, maar dat heb ik geweigerd: ‘Onder de rivieren betaal ik.’”

In totaal duurde de samenwerking tussen Eric Wassink en Cor van Hout zo’n driekwart jaar, van najaar 1999 tot de zomer van 2000. De eerste aanslag op Van Hout was toen al wat weggezakt: in 1996 was hij in de Deurloostraat in Amsterdam voor zijn huis beschoten. Hij overleefde ternauwernood. Hij dook onder in België, maar in 2000 voelde hij zich betrekkelijk veilig. Ten onrechte. In december 2000 volgde de tweede aanslag, dit keer bij zijn huis in Amstelveen, toen hij ’s avonds laat thuiskwam. Ook deze overleefde hij. Beide keren was voor hem duidelijk uit welke hoek het kwam: uit het kamp van John Mieremet. In 2003 was het wel raak, na een lunch bij een Chinees restaurant in Amstelveen.

Theorieën over het motief voor de moord op Cor van Hout zijn er volop en justitie is nog steeds bezig verdachten achter de tralies te krijgen. Het onderzoek naar de moord op Wassink is al na enkele maanden een stille dood gestorven.

 

VAN BOEKHOUDER TOT SALONBAAS

In 1994 begon Eric Wassink -tot dan een keurige accountant bij een boekhoudkantoor in het Gooi- voor zichzelf met een massagesalon. De eerste salon, naar Thais model, was aan de Blauwkapelseweg 19 in Utrecht. Hij werkte samen met twee goede vrienden: Ton Verkoelen uit Limburg en Jan Groeneweg uit Groningen. De formule werd een doorslaand succes en in snel tempo worden nieuwe salons geopend: in Utrecht een tweede vestiging uitsluitend voor heren (‘Men Only’), gewone salons in Groningen, Nijmegen, Eindhoven, Den Bosch, Breda, Lelystad, Soest en later Apeldoorn. In 1996 hield Verkoelen ermee op: hij heeft een andere visie op de zaken dan Wassink en begon voor zichzelf in het zuiden, met evenveel succes, onder de naam ‘Massagewereld’.

Steekpartij

Nadat Wassink in 1997 door een steekpartij met zijn vriendin in de gevangenis belandde, begonnen de problemen met compagnon Jan Groeneweg. Op papier was alles van Wassink, maar er waren wat contracten met Groeneweg die in Groningen een aantal BV’s had op horecagebied, onder anderen Entertainment International, waarvoor hij als privéadres de massagesalon aan de Blauwkapelseweg in Utrecht opgaf. Groeneweg had het inrichten van de interieurs verzorgd en was eigenaar van enkele panden. Hij genoot nog enige tijd landelijke bekendheid toen hij het oude Veronicaschip opkocht om er een horecaboot van te maken, maar dat is niks geworden. Groeneweg wilde na de steekpartij niks meer met Wassink te maken hebben, vanwege ‘ethische bezwaren’. Hij spande een proces aan om het beheer van de salons naar zich toe te trekken. Hoewel hij daar op papier niet veel recht op leek te hebben gaf de rechtbank hem gelijk. Dankzij de inzet van advocaat Oscar Hammerstein werd dat grotendeels teruggedraaid, maar er bleven treiterijen over en weer. Zo kreeg Wassink in december 1999 een schadeclaim van 5,2 miljoen gulden aan zijn broek, van Groeneweg, die zijn faillissement aanvroeg. Ook dit keer won Wassink, die op zijn beurt een claim van 2 miljoen gulden indiende wegens wanbeheer.

Zeiljacht

Op 15 februari 2000 vloog het bedrijfspand annex woonhuis van Groeneweg, aan de Paradijsvogelweg in Groningen, in brand. De schade liep in de miljoenen. Groeneweg en zijn vrouw waren op dat moment op vakantie in Oostenrijk. De grootste financiële en emotionele strop was het verlies van een 30 meter lang zeewaardig zeiljacht dat zich in een loods bevond en waarmee Groeneweg al acht jaar lang mee aan het werk was. De waarde van het niet- of nauwelijks verzekerde jacht werd geschat op bedragen tussen de vijf en achttien miljoen gulden.

FIETSVRIENDEN

Hoe kwamen ‘de boekhouder’ en ‘de crimineel’ bij elkaar? Wassink had in 1999 kapitaal nodig en via een fietsvriend maakte hij kennis met Benno H., de stroman van Cor van Hout. Toen Cor van Hout in 1996 na de aanslag in de Deurloostraat onderdook koos hij domicilie in het viersterrenhotel Le Manoir du Lac in het Belgische plaatsje Genval. Op 14 september liet hij zich daar inschrijven onder de naam… Benno H. Tot juli 1998 bivakkeerde Van Hout hier samen met een select gezelschap potige heren.

Het hotelpersoneel was uitermate te spreken over de royaal fooien gevende Nederlanders, die zich zeer correct gedroegen. De verbazing bij de Belgen was dan ook groot dat de Nederlandse justitie later uitgerekend in dit appartement huiszoeking kwam doen, op jacht naar de vermeende spin in het web van een wijd vertakte drugsorganisatie: niemand minder dan Heineken-ontvoerder Cor van Hout. Uit veiligheidsoverwegingen had hij de naam gebruikt van Benno H., die toen al bekendstond als een soort stroman van Van Hout. Op 7 februari 2000 lieten Wassink en H. zich inschrijven als directeuren van Marnanda BV, die het beheer voerde over alle tien vestigingen van de massagesalons. Zulks tot ongenoegen van de vorige eigenaren van Marnanda BV. Toen deze naam in de publiciteit kwam, na de liquidatie van Wassink, bleek dat Marnanda BV ooit was opgericht als beleggingsmaatschappij door de Amsterdamse zakenman Smuling. Toen deze in 1996 overleed kwam de BV op naam van zijn dochter te staan. Deze Wendelien Smuling reageerde ‘verbijsterd’ toen haar naam in verband werd gebracht met een liquidatie, massagesalons en een Heineken-ontvoerder. De verklaring was simpel: Wendelien Smuling had Hammerstein als advocaat ingeschakeld en toen die voor zijn cliënt Wassink een lege BV zocht, was de deal snel rond. Het heeft een aantal voordelen een bestaande BV over te nemen in plaats van een nieuwe op te richten. Formeel had er wellicht een statutenwijziging moeten plaatsvinden: een beleggingsmaatschappij is geen massagesalon, maar de doelstelling van Marnanda BV was nogal ruim geformuleerd.

*In deze reportage is de naam Benno H. gebruikt voor Boelo H.


Viewing all articles
Browse latest Browse all 166