In Eindhoven wordt op vrijdagmorgen 5 april ‘Lange Frank’ (54) doodgeschoten bij de woning van zijn moeder in de Beukenlaan in Eindhoven. Over het motief is nog niets bekend, wel wordt hij steevast genoemd als een van de beste vrienden van de in 2010 geliquideerde Lesley Tunk uit Eindhoven. Een zaak die opmerkelijk weinig aandacht heeft getrokken. Dat is des te opvallender omdat er in die zaak eerst een vergismoord is geweest, al had ik dat woord toen nog niet bedacht. Bij een eerdere aanslag op Lesley werd de vriend van zijn dochter dodelijk geraakt: er werd lukraak van buiten door het raam geschoten. In 2013 maakte ik daar de volgende reportage over, voor het boek Misdaadjournalist.
Bij liquidaties in het criminele milieu zijn vrouwen en kinderen zelden het doelwit, maar soms worden ze wel geraakt. Letterlijk. Of de kogels vliegen hen om de oren. De schutters kijken niet op een lijk meer of minder en als er iemand toevallig in de buurt van het doelwit staat, ligt of zit: pech gehad. Ria Tunk en haar dochter Melanie zaten in de vuurlinie toen een schutter met een automatisch geweer hun rijtjeshuis in Eindhoven doorzeefde. Zij overleefden, met de kruitsporen in hun haren. De vriend van Melanie sneuvelde. Verkeerde tijd, verkeerde plek: de aanslag was bedoeld voor man/vader Lesley. Ria en Melanie vertellen over die gruwelnacht in januari 2009.
Vrijdagavond 30 januari 2009. Een rijtjeshuis in de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De gordijnen zijn open, van buitenaf kun je vijf mensen in de woonkamer zien. De televisie staat aan: de x-factor is net afgelopen. Als je door het raam naar binnen kijkt zie je op de bank, midden in de kamer, Ady Nahr zitten, een twintigjarige student. Rechts naast hem, op de leuning, zit Melanie Tunk (19), zijn vriendin. Ze wonen in Rotterdam. Melanie heeft net haar rijbewijs gehaald, ze wilden een eindje rijden en zijn daarom deze avond op bezoek bij haar moeder Ria in Eindhoven. Links, tegen de muur, zit een zus van Ria. Ria is op dat moment 39. Haar partner Lesley Tunk, de vader van hun dochters Melanie en Jody, is niet thuis: hij verblijft in Suriname. Wél in huis: Jody, elf jaar, samen met een vriendinnetje. Ria: “Ze zaten eerst in de eetkamer hun nageltjes te doen, maar ze weten dat ik dat niet leuk vind, toen zijn ze stilletjes naar boven gegaan.”
Duizendklapper
Als je voor het huis staat is de voordeur rechts naast de woonkamer. Achter de voordeur is een gang, links is een deur waardoor je de woonkamer binnenkomt. Achter de woonkamer is rechts het keukenblok. Ria staat in de woonkamer, bij de keuken, een paar meter van de bank waar Melanie en Ady zitten. “Ik zag buiten iemand lopen, met een mutsje op. Het was koud. Hij kwam van rechts. Hij droeg een tas. Ik dacht dat het iemand was die iets in de brievenbus wilde doen. Het ging zo snel. Het was zo’n geluid als wanneer je een duizendklapper afsteekt. Van die grote. Trrrrrttt.”
Bloed
Melanie: “Het eerste dat ik mij herinner is dat ik opstond en in de keuken ging staan, achter het muurtje. Ik zag niks, ik hoorde alleen maar rutttuttututttu. Ik dacht: dat is vuurwerk. Toen zag ik rook naar binnenkomen en dacht ik: nee, dat is geen vuurwerk, dan is de rook buiten, niet binnen. Ik wist niet echt wat er aan de hand was. Ik hoorde mijn moeder roepen: ‘Hé godverdomme, wat is hier aan de hand?’ en ‘stelletje mongolen’ of zoiets. En toen zag ik Ady op de grond kruipen. Ik zei: ‘Jongen, doe even normaal.’ Hij zat op de bank, hij was naar achteren gekropen. Ik ben op een stoel gaan zitten en toen zag ik allemaal bloed. Ik riep: ‘Bel een ambulance!’ Ik heb met mijn moeder nog bij Ady gezeten: ‘Hou vol, Ady hou vol. Maar toen… Nee.” Was ze niet bang dat ze zelf geraakt zou worden? Melanie: “Nee, ik wist niet wat er gebeurde. Ik had wel allemaal kruitdingen in mijn haar. Maar dat merkte ik pas achteraf.”
Vuurlinie
Melanie had een stap opzij gedaan waardoor ze net buiten de vuurlinie kwam, naast moeder Ria. Ady zat midden in de kamer, op de bank, hij was het doelwit. De schutter heeft gedacht dat hij Lesley Tunk was: beiden waren ongeveer even groot en leken ook wel wat op elkaar.
Ria: “Ik had ook kruitsporen in mijn haar. Ik voelde de luchtstroom, de kogels vlogen langs mijn hoofd. Op dat moment bedenk je nog niet: waar komt het vandaan? Maar toen ik dacht van: het duurt te lang. Ik ben opgestaan ben, zo van: ‘Godverdomme, is het nou nog niet afgelopen?’ Ik voelde dat gesuis langs mijn gezicht, je voelt automatisch dat er iets niet goed is. Het was niet van klak-klak, het was trrrrrrrr. Ik dacht eerst nog dat het mijn buurvrouw was. Sinds ik hier woon loopt ze me al te stalken. Mijn auto is kapotgemaakt, ze heeft een paar keer geprobeerd het tuinhuisje van mijn dochter in brand te steken. Dus dacht ik dat ze weer zo’n rotgeintje had uitgehaald. Ik stond op en ik liep naar de deur om naar buiten te gaan. Door het vuursalvo heen. Ik dacht: ‘Dit klopt niet.’ Je ziet van alles voor je gezicht heen en weer vliegen. Glassplinters. Rook. Ik zag mijn schoonzoon op de bank zitten, ik zag hem een gebaar maken met zijn handen. Ik lachte nog, ik dacht: ‘Hij is geschrokken dat hij zo doet.’ Dus ik loop door die kogelregen naar buiten. Ik dacht: ‘Dit voelt niet goed.’ Ik zie een auto wegrijden, ik roep: ‘Stelletje mongolen!’ Ik draai me om en ik zie die kogelgaten. Toen drong het pas tot me door wat er aan de hand was. Ik stapte door die rook heen naar binnen. Ik was heel blij dat iedereen intact was. Ik vroeg: ‘Waar is Ady?’ Mijn hart ging ‘boem’, helemaal naar beneden. Ik zag mijn zus, ik zag Melanie, en Ady, op de grond.”
Verhuisd
Ady heeft waarschijnlijk niet eens begrepen wat er aan de hand was, maar meteen nadat hij was geraakt was hij weggekropen. Melanie: “Hij riep ‘Help, help!’ Toen begon hij heel moeilijk te ademen.” Ria: “Ik ben naar buiten gerend, heb de voorruit kapotgeslagen bij de buren, die hebben de ambulance gebeld. Door de paniek wist ik het nummer niet meer. Zij hebben gebeld en ze hebben de kinderen opgevangen. Die mensen woonden hier nog maar net. Ze zijn van schrik meteen verhuisd.”
Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren
Ria is zelf meteen teruggegaan. “Ik ben bij Ady gaan liggen, in een hele grote plas bloed, ik zat er helemaal onder. Hij was van boven tot beneden geraakt, ook in zijn gezicht. Ik zei: ‘Ady kom op, volhouden, volhouden, kom op, je kan het.’ Tot er een ziekenbroeder kwam. Die zei: ‘Hij is dood.’ Toen was het gedaan.”
Dochter Jody, die met haar vriendinnetje boven was, heeft al geluk van de wereld gehad. Ria: “Toen ze dat lawaai hoorden zijn ze naar beneden gegaan. ‘Leuk, vuurwerk!’ Ze wilden net de deur opendoen, toen dachten ze: ‘We gaan lekker verder met de nageltjes’ en zijn ze de trap weer opgegaan. Ik moet er niet aan denken wat er anders was gebeurd.”
Gordijnen
Het is een wonder dat er verder niemand geraakt is. Ria: “We hebben echt engeltjes op onze schouders gehad.” De vuursalvo’s zijn dwars door de woning gegaan: door de voorruit naar binnen, dwars door de gordijnen en de achterruit naar buiten. Tientallen kogels. Ria: “Ik heb ze toen wel geteld, maar ik weet niet meer hoeveel het er precies waren. Het rapport heb ik nooit gezien: officieel woonde Lesley niet op dit adres, hij stond bij zijn tante ingeschreven. Die stukken, daar hebben wij helemaal geen inzage in gehad, dan word je afhankelijk van wat zijn familie vertelt. Als ik de politie belde was het ook: ‘Je bent geen familie, de vriendin is niet relevant.’”
Begrafenis
Ady is in Rotterdam begraven. Het contact met zijn familie verliep moeizaam. Melanie: “Toen we elkaar leerden kennen woonde Ady bij zijn tante in Schiedam. Zijn broers woonden in Rotterdam. Zijn tantes gaf mij de schuld dat hij dood was.” Terwijl zij ook verdriet had: “We waren vier jaar samen geweest. Zijn broers deden wel normaal tegen mij, maar je voelde wel dat er spanning was tussen ons. En sindsdien hebben we niet echt meer contact gehad.” Tijdens de begrafenis maken Ria en Melanie voor het eerst kennis met de ouders van Ady, die uit Suriname zijn overgekomen. Melanie: “Dat was de eerste keer dat ik zijn moeder zag. Ik heb zelf zijn hele familie moeten bellen: ‘Ik moet jullie iets vertellen. Ja, Ady is dood. Ik heb alles zelf moeten regelen. Dat was wel moeilijk.”
Schiphol
Lesley had geregeld dat de moeder van Ady naar Nederland kwam, met zijn broer. Zijn vader wilde niet komen. Ria: “En dan sta je daar op Schiphol om haar te ontvangen. Een vrouw die je nog nooit hebt gezien. Die je moet vertellen dat haar zoon is doodgegaan in jouw huis. Ik dacht: die vrouw gaat me in elkaar slaan of uitschelden. Ik had echt heel erg veel schrik. Maar in plaats van dat ze me uitschold of wat dan ook, liep ze naar me toe en heeft ze d’r armen om me heen geslagen. Dat vond ik zo fijn. Want ik was echt bang hoor. Van onze familie is er bijna niemand geweest, alleen een paar nichten. Wij hebben het graf betaald. Het engste was dat je dan als families bij elkaar in één ruimte bent. Je bent toch bang dat ze je gaan beschuldigen of wat dan ook.
Lesley
De man voor wie de aanslag bedoeld was, Lesley, was op dat moment in Suriname. Melanie: “Hij wilde wel komen, maar toen heb ik gezegd dat hij beter daar kon blijven. Ik had er geen zin in dat ik mijn vriend moest begraven en dan ook nog acht moet slaan op mijn vader. Mijn vader en Ady kenden elkaar vrij goed, we waren vaak samen in Eindhoven. Mijn vader voelde zich ook wel schuldig over wat er gebeurd is.”
Lesley had wel een vermoeden uit welke hoek de aanslag was gekomen, maar zei daar verder niet veel over. Melanie: “Hij was erg gesloten, hij praatte niet veel. Ik heb een paar keer naar de politie gebeld om te vragen hoe het zit, maar ik werd steeds van het kastje naar de muur gestuurd. Ze zouden me terugbellen, maar ik heb er nooit meer wat van gehoord.”
Vier jaar later zijn er nog volop stille getuigen aanwezig. De gordijnen aan de achterkant zitten vol kogelgaten. Een dienblad is doorboord. Kogels hebben de onderkant van een tafel geraakt, de vloer is beschadigd. Het onderzoek naar de aanslag leverde niet veel op. De dader en een handlanger waren gevlucht in een BMW die later uitgebrand werd gevonden op de Achtseweg-Zuid, anderhalve kilometer verderop.
Ria: “Ze zijn met die auto hier naar toe gereden, de schutter is even uitgestapt om te schieten. Toen hij mij zag is hij weggerend en in de auto gesprongen. Ze zijn in volle vaart weggereden. Ze zijn even gestopt bij de Esso, het benzinestation hier dichtbij, en toen zijn ze doorgereden.”
Hoekig
In april 2013 is er een uitzending van Opsporing Verzocht waarin om tips wordt gevraagd, maar die levert niet veel op. Er wordt een compositietekening getoond van de dader: een man van een jaar of 35, ongeveer 1,75 meter lang, met een hoekig gezicht. Hij droeg een donkere gewatteerde jas en een stoffen muts met opgerolde rand: een zogenaamd Harry Slinger petje. Volgens de recherche zijn er ‘geen harde aanwijzingen’ dat de aanslag bedoeld was voor de niet aanwezige Lesley Tunk, maar behalve de recherche twijfelt niemand daaraan. Dat blijkt al snel. Ria: “Er kwam iemand van de politie bij hem. Dat er een geldbedrag op zijn hoofd stond. Toen is hij kwaad geworden, zo van: ‘Flikker op, als ze me komen halen dan komen ze me maar halen.’”
Nieuwe aanslag
Op 22 december 2010 wordt er een nieuwe aanslag gepleegd op Lesley Tunk. Dit keer is het wel raak. De uitvoering is anders, het motief waarschijnlijk ook. Ria: “Dit kwam waarschijnlijk uit een andere hoek.” Maar het speelt zich wel weer af onder haar ogen. De verstandhouding van Lesley met dochter Melanie is niet al te best, op dat moment. “Papa en ik spraken elkaar ook niet echt. Ik was heel verdrietig over Ady. Toen werd hij ook nog boos op mij, zo van: jongens, het leven gaat door. Dat we niet moesten huilen. Niet móchten huilen.”
Ria voelt zich in dit huis niet meer veilig. “Ik was er al bijna nooit tegelijk met Lesley. Hij had een vriendin in Suriname, ik had een appartement in België. Als hij in Suriname was, woonde ik in Eindhoven. Als hij in Eindhoven was, ging ik naar België. Na de aanslag heeft hij een poosje bij mij in België ondergedoken gezeten. Daar zocht niemand hem, omdat ze wisten dat hij nooit naar België ging. Hij moest daar nog een straf uitzitten, hij durfde niet de grens over. Ik ben toen een hele tijd weggebleven uit Eindhoven, maar toen moest ik een keus maken. Of ik die woning nog wilde blijven huren. Dat heb ik toen toch maar gedaan. Ik had hier nare herinneringen, maar ook mooie.”
Na de aanslag moest ze zelf alles opruimen. De kogels hadden een ravage aangericht. “Alleen dat bloed, dat heeft een vriendin gedaan, dat kon ik niet aan. Ik heb hier toen ruim een jaar niet meer gewoond. Ik kwam er wel af en toe. Dan zette ik een muziekje op voor Ady. Toen kregen we bericht van de woningbouwvereniging wat we wilden. Elke keer als ik hier voorbij kwam, als ik in Nederland was, dan ging ik voor het raam staan en dan keek ik naar binnen. Dan komen al die herinneringen weer naar boven. Toen heb ik gezegd: ‘Dit is mijn huis.’ Als iemand doodgaat leg je een bloemetje neer. Je kan niet steeds, als iemand anders hier woont, steeds voorbijkomen en een bloemetje neerleggen. Ik wilde gewoon hier terug komen wonen. Veel mensen snappen dat niet, maar ik zou dit huis nooit kwijt willen, omdat het voor mij speciaal is.”
Janus
In die tijd vliegt Lesley vaak op en neer naar Suriname. “Hij was van plan daar te gaan wonen. Hij wist dat ze hem in Nederland zochten. Hij wilde samen met ons naar Suriname, maar dat wilde ik niet.” Ook al hebben ze dan geen relatie, ze zien elkaar nog wel vaak. In België, of als ze tegelijk in Nederland zijn, voor het contact met de kinderen. Ria: “Hij was wel heel gespannen, heel scherp. Hij lette heel goed op. Twee dagen na de moord op Ady was er een schietpartij bij de Mc Donalds in Best, tussen Piet P. en Janus van W., dat waren ook goede bekenden van hem. Daar schrok hij ook erg van. Als je bij hem in de auto zat keek hij vaak achterom, daar werd ik behoorlijk nerveus van. Er moest al helemaal geen scooter voorbijkomen.” Melanie: “Hij wilde liever niet dat wij bij hem in de auto zaten.” Ria: “Zo vaak zat ik niet bij hem in de auto, maar als ik erin zat had ik ook wel schrik. Ze zullen niet op mij richten, maar goed, je leest zo vaak: het gaat om die man en je zit er toevallig bij. Ja, jammer dan.”
Waarschuwing
In het najaar van 2010 neemt de dreiging toe. Ria: “Er kwam een wijkagent aan de deur om te zeggen dat ze iets zouden doen. Die kwam hem waarschuwen. Dat hij op een lijst stond, dat er zoveel geld op zijn hoofd stond. Daar lachte hij om. Hij zei: ‘Dat is wel veel!’ Wij woonden hier toen weer samen.” Ondanks wat er gebeurd en is ondanks de waarschuwingen van de politie voelde Ria zich veilig. “Ik had niet verwacht dat het nog een keer zou gaan gebeuren. Niet in huis in elk geval. Heel Eindhoven sprak schande van wat ze gedaan hadden, want zoiets kan niet. Ik wist wel dat er iets met hem zou gebeuren, maar niet met ons erbij. Daar worden ook afspraken over gemaakt: hoe kan je zoiets doen? Vrouw en kinderen, onschuldige personen. Als je iets wilt doen moet je die persoon zelf pakken. Dus daar was ik niet bang voor. De tijd verstreek, Lesley had er nergens meer over en op een gegeven moment ben ik ook mijn eigen leven weer gaan leiden. Hij was vaak weg.”
Busje
Op 10 december heeft Lesley een afspraak met iemand op het woonwagenkamp aan de Castiliëlaan in Eindhoven, vier kilometer verderop. Na de aanslag op Ady zijn er camera’s aangebracht bij de woning aan de Hendrik Staetslaan, daarop is precies te zien wat er gebeurt. Ria: “Hij kwam nog even terug. Hij had per ongeluk mijn telefoon meegenomen, die van hem had hij hier laten liggen. Die is hij op komen halen. Hij zag een busje in de straat staan, hij vroeg aan mij of dat busje daar al lang stond. Ik zei: ‘Hoe moet ik dat weten?’ Ik lag te slapen. Het schijnt dat hij mij onderweg naar het kamp nog heeft opgebeld, maar ik heb niet opgenomen.”
Om 12.10 uur vertrekt Lesley van huis. Om 12.35 uur registreren bewakingscamera’s bij het industrieterrein Ekkersrijt zijn zwarte Mercedes. Hij rijdt achter twee andere auto’s aan richting de A58. Voorop rijdt een personenauto, daarachter een zilverkleurige Mercedes ML (Jeep-model). Om 13.00 uur wordt de Mercedes van Lesley brandend op de Prins Hendriklaan in Esbeek gevonden met daarin zijn stoffelijk overschot. Tussen Tilburg en Turnhout
Woonwagenkamp
De politie gaat ervan uit dat Lesley op het woonwagenkamp is vermoord. Melanie: “Daar kwam hij wel vaker. Ik ging vroeger, samen met mijn zusje, ook wel eens met hem mee als hij daarheen ging.” De politie gaat er vanuit dat Lesley op het kamp is vermoord. Ria: “Hij is daar met die stoet naar toe gereden en daar is hij vermoord. Het is allemaal in een paar minuten gebeurd. Volgens de politie hadden ze hard gereden. Het leuke ervan is: die mensen waren ook nog op zijn crematie. Want ja, goeie vrienden regelden zijn begrafenis. Je man was al verbrand en dan moet je hem nog een keer verbranden. Ik heb de as hier nog staan. Als ik geld heb wil ik nog een keer naar Suriname om het daar uit te strooien.”
Volgens de politie hadden ze hard gereden… Dat moet wel. De Prins Hendriklaan bij Esbeek is een lange, smalle weg tussen Tilburg en Turnhout. Als de auto één meter verderop was aangetroffen, zou het een Belgisch onderzoek zijn geweest. Volgens de routeplanner is het van industrieterrein Ekkersrijt naar deze locatie zowel volgens de snelste route (via Tilburg) als volgens de kortste route (door de dorpjes Vessem en Casteren) drie kwartier rijden. Dat betekent ook dat Tunk al was vermoord toen de drie auto’s bij Ekkersrijt door de camera werden opgenomen.
Marcel Wilkens
Op 21 december 2010 vallen enkele honderden politieagenten het woonwagenkamp binnen omdat er aanwijzingen zijn dat Tunk hier om het leven is gebracht. Er worden vijf mannen uit dezelfde familie aangehouden. In de media wordt gesuggereerd dat Tunk actief was als huurmoordenaar voor de Brabantse drugsbaron Janus van W. Zo zat Tunk honderd dagen vast voor de moord op de 35-jarige drugscrimineel Marcel Wilkens in Brunssum in 2006, maar toen werd hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Bij zijn woning was een handschoen gevonden met DNA van Tunk en een profielafdruk van een schoen die overeenkomsten vertoonde met het schoeisel van Tunk.
De vier woonbewagenbewoners zijn 54, 40, 32 en 28 jaar oud. De andere Eindhovenaar is 30 jaar. De vijf worden verdacht van betrokkenheid bij de dood van Tunk en het in brand steken van diens auto in Esbeek. De meeste verdachten worden in februari 2011 vrijgelaten, één verdachte – de man van 40 – zit nog dertig dagen langer vast. De politie heeft het onderzoek nog niet afgesloten, officieel gelden de mannen nog als verdachten.
Aldus de reportage uit 2013. De moorden op Ady, Lesley en Marcel Wilkens zijn nooit opgelost.
Waardeer dit artikel!
De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.