(reportage uit Mannen Magazine)
Op 21 mei 2000 vertrekt de dan 37-jarige Jeffrey Heuschen samen met Jan Nebbeling (40) uit Rijen naar Zuid-Afrika ‘voor vakantie en voor zaken.’ Heuschen is aspirant-lid van de Limburgse tak van de Hells Angels, de Nomads.
Op 22 mei laat Jeffrey een vriendin weten dat hij goed is aangekomen. Sindsdien is niets meer van hem vernomen. Al zijn bagage is in het hotel achtergebleven. Jan Nebbeling keert alleen terug, maar ook hij zal spoorloos verdwijnen: op 22 november 2000, na bezoek aan de clubavond in Oirsbeek. Ondanks alle aandacht in de media is er nooit meer iets van hen vernomen. Terwijl er waarschijnlijk heel wat mensen zijn die weten wat er met hen is gebeurd. Of wisten: er zijn er ook een heleboel vermoord.
In 1962 wordt Jeffrey Heuschen geboren in het Limburgse mijnwerkersdorpje Waubach, bij Heerlen. Vanaf zijn achttiende werkt hij als slager, later wordt hij portier bij een discotheek en werkt hij als bodyguard. Hij trouwt met Nicole, ‘het mooiste meisje van de klas’; ze krijgen twee kinderen, maar hun relatie houdt geen stand.
Jeffrey raakt verzeild in kringen waar zijn familie niet blij mee is. Hij wordt aspirant-lid van de Nomads, het Limburgse chapter van de Hells Angels. Hangaround. Volwaardig lid ben je niet zomaar. Glazen rondbrengen, klusjes doen.
Zijn mentor is Jan Nebbeling.
Drie jaar ouder dan hij. Geboren en opgegroeid in Soesterberg, waar zijn vader bij het leger werkt. Later verhuisd naar het Brabantse Rijen. De mentor legt uit dat je meer kans maakt volwaardig lid te worden als je de club kunt laten meeprofiteren van deals, van handel. En zo raakt Jeffrey samen met Nomad Marco H. uit Sittard betrokken bij een drugstransport.
Marco heeft een vrouw uit Cali, de beruchte drugshoofdstad van Colombia. Het loopt fout, de Belgische politie neemt de boel in beslag en Marco krijgt negen jaar celstraf.
Jeffrey komt er vanaf met een straf van een paar maanden. Marco wordt gezien als een spil in een Europees netwerk. Naar verluidt is hij woedend op Jeffrey, die hij kennelijk medeverantwoordelijk houdt voor het mislukken van het transport. Jeffrey zelf zou dat niet door hebben gehad.
Het vervolg speelt zich af in Zuid-Afrika. Niet zo gek: bij de groep van Marco hoorde de naar dit land geëmigreerde Nomad Charles Rosielle. Niet alleen goed bevriend met Rosielle, ook met het boegbeeld van de Nomads uit Oirsbeek, Peter Paul de Vries.
Zodra Jeffrey uit de Belgische cel is, nodigt Jan Nebbeling hem uit voor een nieuwe activiteit, iets met een nieuw recept voor xtc.
Het is de bedoeling dit in Zuid-Afrika op de markt te brengen. Daar hebben ze een goed contact. Met Charles Rosielle, in de miljoenenstad Johannesburg.
Jeffrey is enthousiast en vertelt zijn moeder over zijn reis naar Zuid-Afrika. In mei 2000 vliegt hij samen met Nebbeling naar Johannesburg. Ze boeken een kamer in een hotel in Germiston, een buitenwijk met veel drugstoeristen, hoeren en pooiers. In de meeste berichten staat dat Germiston de naam van het hotel, is, maar dat zou zomaar niet kunnen kloppen: Germiston is in elk geval ook de naam van de wijk en er is nergens ook maar iets te achterhalen over een hotel dat zo heet.
Hoe dan ook, het lijkt erop dat Jan en Jeffrey hun best doen geïnteresseerde klanten te vinden voor hun nieuwe product. Ze storten zich in het nachtleven en maken contact met potentiële afnemers. Horecapersoneel van verschillende gelegenheden vertelt later aan de politie dat de mannen zich behoorlijk te goed deden aan drank. Een van hun favoriete uitgaansgelegenheden is de Gecko Lounge, een als louche bekendstaande nachtclub.
Een paar dagen na aankomst checkt Nebbeling uit. Hij gaat terug naar Nederland. Pas als hij daar is, blijkt dat Jeffrey nergens meer te vinden is.
Volgens Nebbeling was hij op een avond niet meer teruggekomen naar het hotel. Nebbeling wist niet wat hij ermee aan moest en had zijn spullen gepakt. Via de narcoticabrigade in Johannesburg wordt in Nederland bekend dat de koffer en de kleren van Jeffrey zijn teruggevonden op zijn hotelkamer. Hij is spoorloos.
Wat zijn de scenario’s? Iedereen vindt het vreemd dat Nebbeling zonder Jeffrey is teruggekomen en geen enkele moeite lijkt te hebben gedaan zijn reismaatje te vinden.
Was het opzetten van een nieuwe xtc-lijn misschien een smoes om Jeffrey naar Zuid-Afrika te lokken?
Was het allemaal doorgestoken kaart en moest Jeffrey gewoon spoorloos verdwijnen, omdat hij verdacht werd van een foute rol bij dat mislukte transport naar België?
Eigenlijk had geen van beiden de kwaliteiten om zelfstandig een drugslijn op poten te zetten. Jeffrey was een loopjongen, Nebbeling gold niet als een hoogvlieger op organisatorisch gebied. Eerder iemand die zich gemakkelijk voor een karretje liet spannen. Heeft hij onbedoeld meegewerkt aan een complot om Jeffrey te laten verdwijnen?
Ex-vrouw Nicole, moeder van hun twee kinderen, laat het er niet bij zitten. Ze roept de hulp in van Tros Vermist en vertelt daar dat ze Nebbeling in Brabant heeft opgezocht om te vragen wat er was gebeurd.
Hij reageerde afwijzend. Hij wist van niks, misschien dat andere Nomads er iets over konden vertellen, hij in elk geval niet. Hij wees haar de deur.
De familie schakelt de politie in, maar die kan niet veel doen.
Er is geen misdrijf gemeld vanuit Johannesburg. Er is niet meer bekend dan dat Jeffrey is vermist. Zijn familie vreest wel meteen het ergste: het is niks voor Jeffrey om weg te blijven zonder iets van zich te laten horen. Hij zou zeker zijn kinderen en zijn moeder iets laten horen, als hij nog zou leven.
Degene die hem als een van de laatsten heeft gezien en bij wie misschien de sleutel ligt, verdwijnt in november spoorloos.
Na een clubavond in Sittard vertrekt Jan Nebbeling samen met een ander lid met onbekende bestemming. De politie traceert nog een telefoonsignaal van hem in het grensgebied van België en Luxemburg. Dat is het laatste levensteken dat van hem wordt vernomen.
Dan is er nog een aanknopingspunt: de al eerder genoemde, vanuit Nederland geëmigreerde Charles Rosielle.
Maar van hem komt geen informatie en na 2003 sowieso niet meer: dan wordt hij vermoord in Zuid-Afrika, na een conflict met andere drugshandelaren. Hij kreeg een grote ‘staatsbegrafenis’ van de Nomads in Nederland. Rosielle was heel goed bevriend met Peter Paul de Vries. Een van de drie kopstukken van de Nomads die in februari 2003 wordt vermoord in het clubhuis in Oirsbeek.
De Vries is de hoofdfiguur. Hij wordt ervan wordt verdacht een grote partij cocaïne te hebben geript van Colombianen. De Colombianen dreigen de hele club uit te roeien als men niet zelf afrekent met de verantwoordelijken. Hoewel dat duidelijk het geval lijkt te zijn geweest, wordt geen van de clubleden veroordeeld: omdat ze allemaal hun mond houden is er juridisch onvoldoende bewijs.
Het gerucht gaat dan dat De Vries ook betrokken zou zijn geweest bij de spoorloze verdwijningen van – en vermoedelijk de moorden op – Heuschen en Nebbeling, maar meer dan een gerucht is het niet. Er zijn geen aanwijzingen dat hij direct betrokken was bij de transacties waar het tweetal zich mee had beziggehouden. Dat dit gerucht ontstaat is niet zo gek, gezien zijn band met Rosielle en Johannesburg.
Aan Nederlandse kant is er weinig actie meer te bespeuren bij de opsporingsinstanties.
In Zuid-Afrika is het helemaal onbegonnen werk: in de achterbuurten van Johannesburg zoeken naar een vermiste Nederlander is niet alleen veel moeilijker dan zoeken naar een speld in een hooiberg, het is ook een stuk gevaarlijker.
En zinlozer.
Aan de andere kant: als Heuschen gewoon slachtoffer was geworden van een straatroof of van een mislukte transactie, dan was zijn lichaam waarschijnlijk wel gevonden. Gezien alle verwikkelingen, de rol van Nebbeling en diens even rigoureuze verdwijning, lijkt er sprake van een gecoördineerde actie. Van wie en om wat voor reden dan ook.
JAN EN JEFFREY IN DE MEDIA
De spoorloze verdwijningen van Heuschen en Nebbeling hebben altijd veel media-aandacht getrokken. BN/De Stem schreef dat het vermoeden bestaat dat Heuschen en Nebbeling zijn omgebracht door leden van hun eigen motorclub.
Nebbeling zou drugsgelden hebben gestolen. Hij zou een of meerdere liquidaties in opdracht van de motorclub hebben uitgevoerd en gehoord hebben bij de ‘filthy few’ zoals de leden van Angels en Nomads worden genoemd als ze een moord hebben gepleegd. Na zijn verdwijning was Nebbeling uit de club gegooid. Boze clubleden bezochten zijn familie om zijn motor en andere bezittingen op te eisen.
In april 2016 schrijft Johan Nebbeling een verhaal in regionale kranten, o.a. De Stentor, over zijn verdwenen neef ‘Kleine Jan’.
“Het verhaal gaat dat hij is vermoord, omdat hij de boel zou hebben belazerd. Iets met een drugstransport. Dat past wel bij mijn beeld van hem: een niet zo intelligent jongetje dat de gevolgen van zijn daden niet goed kon overzien. Meer moeite heb ik met het gerucht dat hij ook zelf iemand zou hebben vermoord. Een medeclublid dat na een gezamenlijke reis naar Zuid-Afrika spoorloos is verdwenen. Zou dat echt waar zijn? Ik kan het moeilijk geloven. Want Kleine Jan was een lief jochie, er zat gaan kwaad bij. Maar een beetje onnozel was hij wel. Hij geloofde alles wat je hem vertelde en verzon zelf ook graag spannende dingen die nooit konden kloppen.”
Later verloren ze elkaar uit het oog. Via zijn ouders hoorde Johan over problemen op school en dat er bij oom en tante geregeld politie aan de deur kwam, omdat Kleine Jan weer iets had uitgevreten. Na het overlijden van zijn vader was hij door zijn moeder uit huis gezet. “De laatste keer dat ik Kleine Jan ontmoette, was na het overlijden van onze opa. Kleine Jan was een reus geworden, die kwam aanrijden in een aftandse Mercedes. Zijn spiedende blik over de schamele boedel van opa bleef hangen op diens televisie: die wilde hij wel hebben. Maar dat was mijn vader te gortig.”
Neef Johan hoorde pas weer iets over Jan toen hij werd vermist. Toen zijn foto op televisie verscheen en er werd verteld dat hij zich bij de Nomads had aangesloten. Daar kon hij zich wel iets bij voorstellen. “En intussen te naïef om te beseffen in welke wereld hij zich werkelijk had begeven. Ik ben ervan overtuigd dat zijn onnozele goedgelovigheid hem het leven heeft gekost.”
De neef heeft ook meegekregen dat zijn vrouw haar aangifte van vermissing had ingetrokken na een bezoekje van zijn mede-Angels.
MOORD IN DE GECKO LOUNGE
Jeffrey Hulschen en Jan Nebbeling vermaakten zich in 2000 in de paar dagen dat ze in Johannesburg waren, enkele keren in de Gecko Lounge.
In april 2001 was dit het decor voor de moord op Carlos Binne. Hij was een van degenen die zou getuigen in de moordzaak van de Israëlische maffiabaas Shai Avissar. De vrouw van Avissar was Hazel Crane, die bekend werd als diamantsmokkelaarster, maar vooral als goede vriendin van Winnie Mandela, de echtgenote van Nelson Mandela. Ook Hazel werd vermoord. Een derde getuige werd in het hoofd geschoten in een verlaten garage in Modderfontein, ten oosten van Johannesburg.