Amokmaker of terrorist? Na de aanslagen in Nice, München en de priester in Saint-Étienne-du-Rouvray is er een schemergebied ontstaan.
Verwarde eenlingen die een bloedige aanslag plegen, die we voorheen als amokmakers of massamoordenaars bestempelden, brengen een ‘jihad-lading’ met zich mee. Als IS de aanslag dan opeist, is het helemaal verwarrend.
Zie dit citaat uit de Volkskrant, van psychiater Bram Bakker. Over de verwarde terroristen dan wel massamoordenaars die de laatste tijd het nieuws beheersen, weten we niet veel. Wat was hun frustratie, waar waren ze stukgelopen?
Over zij die hen voorgingen, is wel veel bekend. Dit is een hoofdstuk uit mijn reeds lang niet meer te achterhalen boek Moord in Nederland, waarin ik ook een uitstap maak naar buitenlandse massa- en seriemoordenaars. De psyche van massamoordenaars (psychoten) verschilt nogal van seriemoordenaars (psychopaten).
Haat tegen vrouwen, bewust of onbewust, is een van de belangrijkste motieven van veel moordenaars.
Dat geldt zowel voor massa- als voor seriemoordenaars. In verschillende Nederlandse zaken komen we dat verderop ook tegen. Het gaat dan ten diepste om haat tegen hun moeder. Soms omdat ze te weinig liefde hebben gekregen, soms omdat ze juist teveel aandacht kregen.
Een van de duidelijkste voorbeelden van een massamoordenaar met moederhaat komt uit de Verenigde Staten.
Op het gevaar af dat u denkt: Het heet toch ‘Moord in Nederland’, wat moet ik met die Amerikanen? wil ik hier toch aandacht aan besteden. Er zijn een paar opvallende overeenkomsten met de Delftse zaak (de massamoord in café ’t Koetsiertje, in 1983) en er is veel bekend over de achtergrond van de dader. Dat maakt een heleboel dingen duidelijk die ook in andere Nederlandse zaken spelen.
Op woensdag 16 oktober 1991, om tien minuten over half één ’s middags, rijdt de 35-jarige George Hennard met zijn blauwe Ford pickup dwars door het tot aan de grond doorlopende raam van Luby’s Cafetaria aan de U.S. Highway 190 in Killeen, Texas.
Het is Boss’s Day, de dag waarop Amerikanen hun baas te eten uitnodigen. Er zitten meer dan honderd mensen in Luby’s, veel meer dan normaal om die tijd op een doordeweekse dag.
Hennard stapt uit, met een 9mm semi-automatisch vuurwapen in zijn linkerhand. Een van de gasten is geraakt door de pickup en zit op zijn knieën. De man steekt zijn handen in de lucht en probeert overeind te komen, maar wordt van dichtbij neergeschoten. Daarop draait Hennard zich om en schiet een volgende man neer.
Hij stond daar maar bij die truck, zegt een ooggetuige later. Schoot. Schoot. Schoot. Hij schoot z’n hele magazijn leeg. Toen laadde hij opnieuw.
Bezoekster Jacquelyn Pleasant kan zich onder een tafel verstoppen. Ze hoort Hennard kalm praten. Hij blijft maar zeggen: Belton weet dat ik dit moet doen. Ze ziet dat hij al schietend in cirkels rond begint te lopen. De cirkels worden groter en groter. Dan ziet ze hoe haar vriend van dichtbij door het hoofd wordt geschoten.
Anita McNeil zit met haar moeder, Olgica Taylor, en haar vierjarige dochter vlakbij het raam waar de pickup is binnengereden. Haar moeder is in het been geschoten. Anita kan alleen nog het wit van haar moeders ogen zien.
En bloed.
Overal bloed.
Ze schreeuwt: Moeder, blijf liggen!
Hennard komt terug en schiet haar moeder dood. Tegen haar zegt hij: Jij met je baby, verdwijn en zeg tegen iedereen dat Bell County slecht is. Daarop vlucht ze met haar kind. Ze hoort hem roepen: Is dit het allemaal waard? Vandaag is het betaaldag! Is dit het allemaal waard?
Suzanna Gratia is met haar ouders in Luby’s, om hun 48‑jarig huwelijksfeest te vieren.
Ze weten hun tafel te kantelen om erachter te schuilen. Haar vader wordt woest. Hij schreeuwt: Ik moet iets doen! Hij gaat ons allemaal vermoorden! Hennard komt al schietend dichterbij. Hij schiet om de drie seconden, constateert Suzanna.
Ze probeert haar vader vast te houden, maar die springt op om Hennard te grijpen, waarop hij in de borst wordt geraakt en valt. Suzanna’s moeder kruipt op haar stervende man om hem te beschermen. Hennard komt nog dichterbij. Haar moeder kijkt de moordenaar aan. Hij richt zijn pistool, ze buigt haar hoofd en hij schiet er recht van boven in. Suzanna weet door een gebroken raam te ontsnappen.
Ook Debbie Curl is in Luby’s voor een lunch met haar ouders. Ze staan nog in de rij voor de balie als de pickup binnenrijdt.
Haar vader gooit haar en haar moeder op de grond om hen met zijn lichaam te beschermen. Er wordt op hem geschoten maar de kogel ketst af op zijn portefeuille en verwondt de voet van zijn vrouw. Debbie Curl herinnert zich later de starende ogen van de moordenaar. Alsof hij niet wist waar hij was. Ze hoorde hem roepen: Is dit goed genoeg? Ze dacht dat hij op haar hoofd mikte.
In nauwelijks tien minuten worden 22 mensen gedood: 14 vrouwen en 8 mannen. Er zijn 28 gewonden, van wie er één enkele dagen later overlijdt. Als toevallig in de buurt aanwezige politiemensen van een opleidingsschool niet hadden ingegrepen, was de slachting nog veel groter geweest. Door vier politiekogels geraakt strompelt Hennard naar het toilet, waar hij zelfmoord pleegt.
In november, een paar weken na de schietpartij, heeft Oprah Winfrey in haar talkshow overlevenden van Luby’s te gast. Ze vertellen over wat hen is overkomen.
Enkele details verschillen iets van de beschrijving in het voorgaande stuk, dat is gebaseerd op gegevens uit verschillende Amerikaanse kranten en weekbladen. Het gaat hier niet om een reconstructie, maar over hoe degenen die het meemaakten het hebben beleefd. Tussen de gesprekken door worden films vertoond over slachtoffers: gesprekken met nabestaanden, kinderen die hun vader hebben verloren, videofilms met vrolijke beelden van mannen en vrouwen die kort daarna zomaar uit dit leven werden weggerukt.
Luby’s Cafetaria is een restaurant met een gedeelte waar zelfbediening is en een deel mét bediening. Een aantal mensen stond in de rij voor het zelfbedieningsbuffet toen Hennard met zijn kleine truck naar binnen daverde.
Oprah: We praten vandaag met mensen die op 16 oktober in Luby’s Cafetaria waren, toen er plotseling een krankzinnige binnenkwam en zomaar 23 mensen doodde en 28 anderen ernstig verwondde.
Bezoeker Johnie Fitzwater, die samen met zijn vrouw Kelley bij Luby’s was: Toen hij was uitgestapt was het eerste wat hij zei: alle vrouwen van Killeen zijn ‘vipers'(adders, serpenten). Toen dacht ik al: die wil vrouwen doodschieten. Dus ook mijn vrouw. Ik dacht dus: ik moet mijn vrouw en mezelf zien te redden, als het kan. Ik keek wat hij deed en ik zag dat hij systematisch te werk ging. Hij schoot niet op iedereen die in de rij stond, ik kreeg dus het idee dat we misschien nog wel weg zouden kunnen komen.
Oprah: Jullie stonden in die rij, hè?
Charlene Smith, een vrouw van een jaar of veertig: Ja, en toen hij naar binnen reed riep ik: Een overval! Maar mijn man zei: Nee, die komt ons vermoorden.
Oprah: Hoe wist je dat?
Delbert Smith: Dat gevoel kreeg ik gewoon. Een overvaller zou het nooit zo aanpakken, volgens mij. Ik voelde dat hij ons wilde doden.
Oprah: Waar was jij op dat moment, Deborah?
(Deborah is Debbie Curl, dochter van Charlene en Delbert Smith)
Debbie, huilend: Ik stond achter mijn moeder.
Oprah, tegen Charlene: Ging je liggen toen je man dat zei?
Charlene: Ja. En ik begon te bidden. God, als ik moet sterven, zorg dan voor mijn dochter en mijn kleinkinderen. Daarna zei ik steeds weer opnieuw het Onze Vader. Hij kwam naar ons toe, en schoot de vrouw achter mijn man dood. Delbert hield me stevig vast en hij zei: Charlene, we gaan dood.
Oprah: Charlene, we gaan dood? Delbert, op het moment dat je dat denkt… soms zien mensen dan hun hele leven in een flits aan zich voorbijtrekken. Was dat bij jou zo?
Delbert knikt, Charlene zegt: Bij mij niet, ik was alleen maar aan het bidden. Het heeft maar tien minuten geduurd, maar voor ons duurde het uren.
Oprah: Ik heb gelezen dat er een griezelige stilte viel, dat er niet werd gegild.
Charlene: Niet in het deel waar wij waren. Ik weet niet waarom hij weer wegging, maar toen hij weg was zei iemand: Gauw, rennen! Dan kan hij ons nooit allemaal doodschieten!
Oprah: Jij werd geraakt hè? De kogel raakte je…
Delbert: …in mijn portemonnee…
Oprah: …en via de portemonnee ketste hij…
Charlene: …in mijn voet. Die hield ik ter bescherming voor Debbie’s hoofd, omdat hij andere vrouwen in het hoofd schoot.
Debbie: Ik lag met mijn hoofd op de heup van mijn vader.
Oprah: Toen ik tegen de producenten zei dat ik deze show wou doen.. het is echt niet zo dat ik (huilt zelf) uit jullie ellende munt wil slaan… maar ik wilde de mensen die het leven maar iets vanzelfsprekends vinden, laten begrijpen dat wanneer je zoiets overkomt… Toen ik over jullie las, dacht ik: hoe was jullie leven? Want jullie lijken me gewone mensen zoals wij allemaal. Je gaat ergens lunchen en opeens is je leven voor altijd veranderd. Hoeveel therapie je ook krijgt en hoeveel innerlijke rust je misschien weer kunt vinden. Als we hier iets van kunnen leren, is het dat geen enkele dag vanzelfsprekend is…
Charlene, toen jullie naar buiten renden wilde jij nog iemand helpen. Vertel eens?
Charlene: Toen we eenmaal begonnen te rennen voor ons leven zag ik een vrouw en die wilde ik helpen. Toen ik haar aanraakte, bleek ze al dood te zijn. Ze lag in een plas bloed. Mijn man had een shock, ik trok hem omhoog en ik zei: We moeten rennen voor ons leven!
Johnie Fitzwater: Ik denk dat de bewegingen die de meeste mensen maakten als reactie de reden waren waarom ze werden gedood. Anderen werden doodgeschoten omdat ze er lagen. Ik zei tegen mijn vrouw dat ze toch gewoon doodstil moest blijven liggen, wát ze ook zag. Mijn vrouw hield zich dus doodstil op de grond.
Kelley Fitzwater: Een meisje dat links van me lag, een tafel verder, keek op, ik weet niet of ze hem zag, maar ze zei: Oh my God! Toen zei hij: You bitch en schoot haar zo in haar hoofd. En daarna die oudere vrouw, die voor mijn man zat. Ze bewoog niet, maar ik zag dat hij haar ook in het hoofd schoot. Ik lag maar te bidden. God, laat hem ophouden. Ik weet eigenlijk niet wat me ervan heeft weerhouden iets te doen nadat ik dat had gezien. Het was gewoon vreselijk. Ik bad en hoorde mijn man steeds zeggen: Wat er ook gebeurt, please don’t move!
Johnie Fitzwater: En al die tijd liep hij maar te praten. Tell me people, is this all worth it? What Belton did to me… Daaraan kon ik horen waar hij was. Toen hij ver genoeg weg was richtte ik me op om hem te zien.
Oprah: Schreeuwde hij of was hij kalm?
Johnie: Hij praatte kalm, maar luid. Zijn stem droeg ver maar hij was heel kalm.
Kelley Fitzwater: Niet beverig of zo. Hij leek kalm en was de situatie volledig meester. Hij had vast iedereen willen doden, hij deed zijn rondes. Hij liep in een cirkel.
In het derde deel van dit boek besteed ik ondermeer aandacht aan de seriemoordenaar Jeffrey Dahmer.
Ook toen praatte Oprah met betrokkenen, maar was de aandacht meer op de dader gericht. De gasten waren vroegere kennissen van Dahmer. De naam van de dader van de schietpartij bij Luby’s is nauwelijks genoemd, er werd aan zijn achtergrond geen enkele aandacht besteed.
Dat is een opvallend, maar wel verklaarbaar verschijnsel dat zich vaak voordoet: bij massamoorden gaat de aandacht naar de slachtoffers, bij seriemoorden naar de dader. De verklaring is dat massamoordenaars in feite zelfmoordenaars zijn. Hun stoornis is tamelijk eenvoudig aan te geven. Bij seriemoordenaars, die zelden of nooit zelfmoord plegen, zijn de motieven veel ingewikkelder, al tonen ze wel raakvlakken met die van massamoordenaars.
George Hennard had een verstoorde relatie met zijn moeder, een kenmerk van veel massamoordenaars. Over zijn moeder had hij enkele keren gezegd dat hij haar wilde wurgen. In wezen schoot hij 23 keer zijn moeder dood. De relatie met zijn vader wordt als kil omschreven: hij had hem al een jaar niet meer gezien. Ook vertoonde hij dwangmatig gedrag.
Alle bekende ingrediënten voor een massamoord zijn bij Hennard aanwezig, wat niet wil zeggen dat het te voorkomen was: niet iedereen die een verstoorde relatie met zijn moeder in het bijzonder en met vrouwen in het algemeen heeft, wordt een massamoordenaar. Er zouden niet veel wereldbewoners overblijven. Maar de vrouwenhaat bij George Hennard was wel vrij extreem.
George Hennard had duidelijk een probleem met vrouwen.
Hij woonde alleen in een imposant vrijstaand huis in Belton, dat eigendom was van zijn moeder. Zijn vader was legerarts; doordat ze nooit langer dan een paar maanden op één plaats woonden, hadden de kinderen geen gelegenheid vrienden en vriendinnen te maken.
Enkele jaren voor de uitbarsting scheidden zijn ouders. Zijn vader vertrok naar Houston, zijn moeder naar Nevada. George paste niet erg in het keurige plaatsje Belton: veel mensen vonden hem vreemd en waren bang voor hem. Tegenover willekeurige vrouwen gedroeg George, overigens door iedereen als niet onknap omschreven, zich lomp en onbeschoft.
Zangeres Alexandra Garner had Hennard tijdelijk als drummer in haar band Missing Lynx.
Alexandra: ‘Hij bleef maar zeggen dat vrouwen lage en walgelijke wezens waren.’ Tegen zijn collega Leroy Howell vertelde Hennard twee weken voor de massamoord dat verschillende vrouwen in Belton door zijn raam probeerden te gluren en hem lastig vielen. Of ze reden langs en schreeuwden tegen hem, waarna ze hun echtgenoot erbij haalden om ruzie te zoeken. Hennard vertelde altijd dat hij alleen iets met buitenlandse vrouwen wilde. Die wisten nog hoe het hoorde. Hij ging veel naar de hoeren. Tijdens de massamoord in Luby’s Cafetaria riep Hennard: ‘Wacht tot die vrouwen in Belton dit zien! Ik vraag me af of ze denken dat dit het waard was!’
Tot twee weken voor de moorden werkte Hennard als losvaste kracht bij een bouwbedrijf in Killeen.
Zijn collega’s vertelden later dat hij de hele tijd naar twee bandjes luisterde. Het ene was van de hardrockgroep Metallica. Speciaal het nummer Enter Sandman draaide hij telkens weer.
Het nummer gaat over de angst voor het zwarte, het slechte, de angst voor nachtmerries. De andere tape die Hennard maar bleef draaien en die hij ook telkens enthousiast aan zijn collega’s liet horen, was Short Dogs in de house-versie van de succesvolle Californische rapgroep Too Short. Too Short rapt schunnige teksten die te smerig zijn om waar dan ook af te drukken.
Ze zijn vooral vernederend voor vrouwen: Break the bitch (maak de hoer kapot), is het telkens terugkerend thema. Als de vrouw niet de smeerpijperij wil bedrijven die de zanger voorstelt, moet ze kapotgemaakt worden.
Les één op de pooierschool: break the bitch.
Het woord bitch wordt door Too Short zeker honderd keer met nadrukkelijke walging uitgesproken. Het is een woord dat George Hennard bijzonder veel gebruikte. Ook tijdens de schietpartij.
Een bekend element bij massamoordenaars is het autoriteitscomplex, meestal het gevolg van identificatieproblemen met de vader.
George wilde ook in het leger, net als zijn vader, maar werd afgewezen omdat hij op marihuana was betrapt. Hij had verder conflicten met verschillende andere instanties, ondermeer met de gemeente over de waterrekening en over een muurtje in de tuin.
De meest directe aanleiding voor de schietpartij was waarschijnlijk een diepgaand conflict met buurvrouw Jane Bugg en haar beide dochters.
Jane Bugg: ‘In juni kregen mijn dochters een angstaanjagende brief van George. Hij wilde graag met hen in contact komen. Hij schreef dat hij Belton een vreemde plaats vond. Hier vond ik het beste en het slechtste in vrouwen. Jij en je zuster zijn de ene kant, de overvloed aan duivelse vrouwen is de andere kant. Ik zal die slangen duidelijk maken dat ik ook mijn rechten heb.’
Jane Bugg was zo geschrokken van de brief dat ze een aanklacht indiende bij de politie. Omdat er geen sprake was van een misdrijf, deed de politie er verder niets mee.
Jane Bugg: ‘In de loop van de zomer ging George zich steeds vreemder gedragen. Telkens als hij mij of mijn dochters zag, maakte hij obscene gebaren, schold hij ons uit en maakte hij ruzie. Als de politie toen iets had gedaan, waren die 23 levens gespaard gebleven.’
De diepere oorzaak van geweldsuitbarstingen als deze is eenzaamheid en gebrek aan contact en dan vooral de onmogelijkheid om contact te leggen met vrouwen.
De Haagse psychiater wijlen dr. Michael Zeegers onderzocht in opdracht van de rechtbank de schutter van ’t Koetsiertje in Delft, Cevdet Yilmaz. Er zijn een paar opmerkelijke overeenkomsten met George Hennard. Net als George Hennard had ook Cevdet een gestoorde relatie met vrouwen: zijn vader mishandelde zijn moeder, Cevdet mishandelde zijn moeder en beide zusters en zijn eigen vrouw.
George Hennard kondigde zijn daad in bedekte termen aan, Cevdet was duidelijker: Eén moord niet goed. Je moet er meteen vijf pakken, had hij tegen een kennis gezegd.
George Hennard belde de dag voor hij toesloeg met zijn moeder, omdat hij jarig was, maar als directe aanleiding wordt ook genoemd dat hij boos was over een te hoge waterrekening. Bij Cevdet was ook sprake van zo’n soort aanleiding: een bezoeker van café ’t Koetsiertje had hem beledigd.
De meest opmerkelijke overeenkomst betreft de afwezige blik, die ook bij George Hennard werd geconstateerd en die duidt op bewustzijnsvernauwing.
Niet alles is logisch te verklaren. De Engelse massamoordenaar Michael Ryan, de Rambo van Hungerford, schoot tijdens zijn actie eerst in het bos een onbekende picknickende vrouw dood. Haar twee kleine kinderen liet hij ongedeerd. Daarna schoot hij zijn moeder dood en stak hij het ouderlijk huis in brand. Vervolgens richtte hij een bloedbad aan in het stadje.
Dr. Zeegers: ‘Dat is wel typisch, die vrouw in het bos. Dat was ook een moeder. Kennelijk had hij een conflict met zijn eigen moeder, dat komt veel voor bij schizofrenie‑patiënten. De moeder kan het kind toch niet zo beschermen en liefhebben als het kind gedacht had. De teleurstelling daarover vertaalt zich in haatgevoelens.’
Maar George Hennard liet juist een vrouw met een baby met rust, overigens pas nadat hij wel eerst de moeder van die vrouw had doodgeschoten.
Dr. Zeegers: ‘Daar kunnen allerlei redenen voor zijn geweest. Het kan een bepaalde blik zijn die hem heeft getroffen, het kan de kleur van het jasje van het kind zijn geweest dat hem ergens aan deed denken en hem even ontroerde.’
Ook het voorval waarbij Hennard eerst zijn wapen richtte op een man, maar zich blijkbaar bedacht en ineens schoot op een vrouw die probeerde weg te kruipen, zegt volgens dr. Zeegers op zichzelf niet veel over het motief. ‘De agressie richt zich op degene die er vandoor gaat, dat is net als bij dieren. Als je een leeuw tegenkomt kun je ook beter blijven staan.’ Ook in ’t Koetsiertje bleef een man die rustig aan de bar bleef zitten ongedeerd.
Wat je het beste kunt doen als je zit te lunchen en er komt zo’n idioot met een geweer binnen, dat blijft een lastig probleem: vluchten of rustig blijven zitten. Als er al een keus is. Drieëntwintig weerloze mensen in Texas stierven, sommigen misschien omdat ze bleven zitten, anderen omdat ze wilden vluchten en weer anderen omdat ze die dag toevallig de verkeerde kleur jas droegen.
Meer achtergronden, met dr. Zeegers: zie hier