Henk Kuipers, voorman van motorclub No Surrender, heeft aangekondigd de politiek in te gaan. Met de partij ‘Rechtdoor’ wil hij in 2017 meedoen aan de Kamerverkiezingen. Kuipers is geen onbeschreven blad: vorig jaar verscheen het boek Vechten voor mijn leven, geschreven door Michiel Blijboom.
Een fascinerend portret van een bijzondere man. Een van de hoofdstukken gaat over de moord op uitsmijter en bodyguard Orhan Istekli (34) uit Coevorden, in 2001. Vriendin Annita (35) en haar nieuwe, twaalf jaar jongere minnaar Dennis lokten hem in de val. Er was een kuil gegraven net over de grens tussen Drenthe en Duitsland en Annita had hem twintig capsules met slaapmiddel weten toe te dienen. In het boek vertelt Henk Kuipers hoe hij deze zaak heeft beleefd. Orhan was zijn vriend en compagnon.
“Tijdens het werken aan dit boek besloot ik even snel de naam Orhan in mijn nek te laten graveren. Kostte me een klein kwartier.” Zo vertelt Henk Kuipers in het boek over zijn leven. Na een wat stroef begin aan de deur van een disco in Coevorden, groeiden ze uit tot bloedgabbers. “We waren ook dag en nacht samen: soms letterlijk zeven dagen per week. ‘De Twee Musketiers’ noemde ik ons weleens. Ik liet hem in die dagen ook altijd mijn auto starten, daar betaalde ik hem extra voor. Hoorde ik geen knal, dan wist ik zeker dat niemand een granaat onder de carrosserie had verstopt. Hij vond het súper om dat te doen. Die spanning – ontploffing, geen ontploffing – daar kickte hij op. Als we elkaar bij uitzondering een dag niet zouden zien, dan meldde hij zich ’s ochtends even per telefoon. Puur om te laten weten dat het goed met hem ging. Vond ik heel belangrijk, want we waren natuurlijk met gevaarlijke zaken bezig.”
Orhan was de eerste Turk die Drents sprak. Kuipers bracht hem de liefde voor countrymuziek bij. ‘If Tomorrow Never Comes’ van Garth Brooks vond hij prachtig.
“Toepasselijk liedje ook, want Orhan hield er altijd rekening mee dat er geen morgen meer zou zijn. Hij sliep altijd met zijn hand onder zijn kussen en in die hand had hij dan een doorgeladen pistool. Hij was gewoon gék op dat pistool. En voorzichtig. In een hotel sliep hij ook nooit twee nachten in dezelfde kamer. Orhan durfde alles – en samen waren we onoverwinnelijk. Althans, zo voelde dat. We waren een fantastisch team, dwongen overal respect af. Kwamen ook altijd overal gratis binnen. The Challenge in Hoofddorp, de Baja Beach Club in Rotterdam, de iT in Amsterdam… En dat was alleen maar omdat we daar gezien wilden worden, als gevierde jongens. Want ik zit eerlijk gezegd veel liever in een bruin café dan in zo’n trendy discotheek.”
Terwijl Kuipers verderging in de security, begon Orhan zijn eigen handeltjes. Auto’s, wiet, dat soort zaken. “Maar we bleven gabbers. Hij zou ook getuige zijn op mijn huwelijk met Sylvie, in 2001, ware het niet dat hij weer in de gevangenis zat omdat hij iemand in elkaar had getimmerd. Toen ie vrijkwam, pakte hij de draad weer op van het zich dagelijks telefonisch bij mij melden. ‘Cheffie, ik ben wakker!’ zei ie dan. Dus toen ik op een zaterdagochtend ineens geen telefoontje kreeg, begon ik ’m te knijpen. Ik wíst gewoon: dit is niet goed. Ik was er ook van op de hoogte dat zijn vrouw het had aangelegd met een andere man, tijdens een van de keren dat Orhan in de bak zat. Die vent, een bodybuilder uit Hollandscheveld die onder de anabolen zat, is toen helemaal door hem in elkaar geslagen. Kortom: er speelde het een en ander op de achtergrond, en het zat me niet lekker.
Ik besloot op de motor te stappen en naar Coevorden te rijden om bij Annita, de vrouw van Orhan met wie hij op dat moment niet meer samen was, te informeren wat er aan de hand kon zijn. Toen ik daar aankwam, zag ik haar al een beetje paniekerig naar buiten komen, terwijl ze met haar handen haar haren op orde probeerde te brengen.
‘Is Orhan er niet?’ vroeg ik.
‘Nee, die is weg.’
‘Weg? Zonder zich bij mij te melden?’
‘Ja, eh, ik weet ook niet waarheen. Misschien naar het
TT-terrein in Assen.’
Dus ik reed terug, terwijl er van alles door m’n hoofd
spookte. En toen ik thuiskwam, zei ik tegen Sylvie: ‘Annita heeft Orhan vermoord.’
‘Jij bent hartstikke gek,’ antwoordde Sylvie.
Maar ik was niet gek. Ik vóélde dat ze het gedaan had. Maar ja, wat kun je op zo’n moment?
Ik ben weer op de motor gesprongen en naar het TT-terrein in Assen gescheurd. Daar stonden toen nog geen beveiligingscamera’s en daarom werden er weleens duistere zaakjes afgehandeld. Orhan kon daar weleens bezig zijn geweest met een drugsdeal. Eentje die verkeerd was afgelopen. En dus, zo spookte het door m’n hoofd, zou Orhans lichaam daar best in de bosjes kunnen liggen. Hij was per slot van rekening al eens betrokken geweest bij een ripdeal met een stel Joegoslaven.
Maar hoe ik ook zocht, geen Orhan. Geen levende en geen dode. Dus na een hele middag zoeken ben ik wéér naar Coevorden gereden, naar Annita. En opnieuw kwam ze in paniek naar buiten.
‘Annita!’ schreeuwde ik haar toe. ‘Zeg me nou eindelijk eens wat er aan de hand is!’
Toen raakte ze nog meer in paniek. ‘Ik, eh, weet het écht niet,’ stamelde ze.
Daarop ben ik linea recta naar het politiebureau gereden.
‘Ik heb het vermoeden dat mijn kameraad is vermoord,’ zei ik daar. ‘Door zijn eigen vrouw.’
Niet lang daarna werd Orhans lichaam gevonden, langs de snelweg Emmen-Hoogeveen, tussen twee tankstations. Hij was bijna niet meer te herkennen, zo verschrikkelijk hadden ze hem toegetakeld.
Orhan was het slachtoffer geworden van een intens gemeen plan. Annita had hem met een smoes naar haar huis gelokt.
‘Ik wil het weer met je proberen, lieverd,’ had ze hem door de telefoon laten weten. Ze had voor de gelegenheid zelfs koffie met gebak laten aanrukken. In die koffie had ze zware slaapmiddelen gestopt, genoeg om een neushoorn onder zeil te krijgen. Die slaapmiddelen had ze in twee etappes bij de apotheker gehaald. De bodybuilder had de inhoud van de capsules vervolgens in een injectiespuit gestopt. Daar had hij er genoeg van, spuiten, want die gast zat tot zijn kruin vol met anabolen. Op een onbewaakt moment heeft Annita de spuit toen in Orhans koffie geleegd. En toen mijn vriend eenmaal in slaap was, heeft ze een sms naar de bodybuilder gestuurd met de tekst ‘Veel plezier vanavond’. Dat was codetaal voor: ‘Het is gebeurd, je kunt langskomen.’
Annita en de bodybuilder hebben Orhans handen toen met tie-wraps vastgebonden, waarna ze hem in de kofferbak van hun auto zouden dumpen. Maar Orhan werd onver- wachts wakker en gaf de bodybuilder een enorme kopstoot, zó hard dat de man achterover tegen de muur knalde. Het bloed zat aan het behang. Toen hebben ze een golfclub gepakt en hem geslagen, geslagen, geslágen, net zo lang tot hij knock-out ging. Terwijl zijn handen op zijn rug waren gebonden. Hoeveel wreder en laffer wil je het hebben?
Maar Orhan bleef ademen. Toen heeft Annita haar hand op zijn mond gelegd en tegelijkertijd zijn neus dichtgeknepen, zodat hij zou stikken. Daarna hebben ze hem toch in de kofferbak van hun grote Mercedes gegooid en zijn ze naar een bosje ergens langs de snelweg gereden, waar ze hem zouden begraven.
Maar, onvoorstelbaar, toen ze hem in het vers gedolven graf gooiden, merkten ze dat hij nóg steeds ademde! Daarop hebben ze, na alles wat ze al hadden gedaan, ook nog eens met een schep zijn hele kop kapotgeslagen…
En ook tóén was hij nog niet dood, want uit autopsie zou later blijken dat Orhan levend is begraven. Barbaarser en onmenselijker kán niet! Elke keer als ik eraan terugdenk, word ik weer zó kwaad dat ik in staat ben om een deur uit de sponningen te trappen. Door een ongelooflijke stommiteit van de bodybuilder is het tweetal trouwens tegen de lamp gelopen. Hij had de kleren van Orhan in een tas gestopt die hij vervolgens had verstopt onder een caravan op recreatiepark Schoonhoven in Hollandsche Rading. De idioot zou de tas later komen ophalen en vernietigen, was het plan. Maar door een fantastisch toeval was de politie hem voor geweest.
Dat ontdekte hij toen hij op zijn fiets bij de caravan aankwam en daar een politieauto aantrof. Toen besefte hij dat ie de lul was – en goed ook! In de tas zat namelijk ook een van de doosjes waarin de slaapmiddelen zich hadden bevonden. En op het doosje stonden… de naam en het adres van Annita!
In paniek belde hij haar op.
‘Dat is handig van je,’ beet ze hem toe. ‘Héél handig!’
Ze maakten een afspraak in een sportschool in Gramsbergen, om daar te bespreken hoe het verder moest. Maar zover kwam het niet, want de politie – op het juiste spoor gebracht door de verklaring van Henk Kuipers – tapte al een tijdje Annita’s telefoon af. En dit gesprek tussen haar en de bodybuilder was niets minder dan een schuldbekentenis.
In augustus 2002 eist de officier van justitie bij de rechtbank in Assen tegen Annita en Dennis gevangenisstraffen van vijftien jaar wegens ‘moord op een lage, doortrapte manier’. Tijdens de rechtszaak bleek dat beide geliefden samen verder door het leven wilden, zonder de angst en dreiging door Orhans voortdurende intimidatie en psychische chantage: hij zou zowel Annita en haar familie als Dennis afmaken als hij erachter kwam dat zij een verhouding hadden. En hij zou in elk geval Annita haar dochtertje afpakken en het meisje wegbrengen naar familie in Turkije. Hij controleerde haar en wilde onafgebroken weten waar ze uithing. Toch bezocht ze hem trouw in de gevangenis, maar dat was onderdeel van het plan.
De officier van justitie betwijfelde overigens of de relatie tussen Annita en Ohran zo slecht was als Annita wilde doen voorkomen en of ze werkelijk zo bang was geweest. Ze was al voor de tweede keer een verhouding met een andere man begonnen. Annita is verminderd toerekeningsvatbaar bevonden, Dennis licht verminderd. Bij hem moeten, meer nog dan doodsangst, vooral woede en wraak drijfveren zijn geweest. Orhan had hem vijf maanden eerder het huis had uitgeslagen toen hij de nacht met Annita had doorgebracht.
Tijdens de zitting overheersen spijt en schaamte, geen van beiden begrijpen ze hoe ze het hebben kunnen doen. Dennis: “Mijn geweten is mijn grootste straf.”