Martin van de Pol, beter bekend als ‘Polletje’, is een Amsterdammer die zijn sporen heeft getrokken door heel wat criminele aangelegenheden. Hij was een van de hoofdrolspelers bij de geruchtmakende viervoudige moord in seksclub Esther in Haarlem; in 2012 was hij een van de overlevenden van een aanslag in Badhoevedorp.
Naar aanleiding van het vuurwerkincident tijdens de bekerfinale tussen PEC Zwolle en Ajax in de Kuip – in 2014 – werd zijn naam genoemd als ‘het criminele brein’ achter de harde kern van de Ajax-hooligans. In 2012 ontsnapte hij bij een poging tot liquidatie in Badhoevedorp, al is niet duidelijk of het op hem was gericht of dat hij daar toevallig stond. Het Parool van zaterdag 13 augustus meldt dat de rol van Polletje bij de Ajax-hooligans voorbij is. Wie is deze Polletje en wat was zijn rol bij een van de meest bizarre moordpartijen uit de Nederlandse geschiedenis?
‘Huize Esther’ stond op de hoek van de Kloosterstraat en de Generaal Bothastraat in de destijds afbladderende Transvaalbuurt in Haarlem. Op zondag 20 februari 2000 was dit van de buitenkant weinig lustopwekkend gebouw het toneel van moordpartij waarbij vier mensen om het leven kwamen, onder wie twee leden van de Hells Angels. Na het drama werd de seksclub gesloten. Er hebben nog wel tot 2001 plakkaten op de gesloten luiken gezeten. Twee vellen papier. Op het ene onder het opschrift ‘In memoriam’ de namen van drie slachtoffers: Rob Takken, Kobus van de Vorstenbosch en Facco Nieuwenhuis. Het andere papier was gewijd aan de nagedachtenis van het vierde slachtoffer, Hans van Keulen. “Hij was sportief vooral in de jiu-jitsu sport. In zijn grote hobby Harley Davidson motoren had hij zijn dagelijkse werk gevonden waarin hij ondanks zijn whiplash-handicap veel plezier beleefde. Daarvoor was hij jarenlang werkzaam in de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Een bewogen mens met een grote liefde en een nog grotere bezorgdheid voor de beschadigde medemens.”
Wat had zich hier op die 20-ste februari afgespeeld?
In de loop van de avond had de Haarlemse coffeeshophouder Rob Takken, al jarenlang aspirant-lid van de Hells Angels, hier samen met drie vrienden zijn opwachting gemaakt. Normaal gesproken kwam Takken hier niet binnen: hij had geen al te beste reputatie in de Haarlemse horeca. Deze avond stond niet de vaste portier aan de deur, maar ‘invaller Joey L. alias Popey. Vriend van bardame Josje. Eenmaal binnen ging het al snel fout, zo blijkt uit verschillende getuigenverklaringen.
Takken zou, onder invloed van drugs, zeer denigrerende opmerkingen hebben gemaakt tegen bardame Josje; hij zou Josje op brute wijze hebben geprobeerd over te halen met hem naar een kamertje te gaan voor seks. Als bardame weigerde ze dat pertinent. Bovendien stond haar vriend Popey als portier aan de deur, die daar ook niet van gediend zou zijn geweest. Takken draaide door en sloeg Josje met een bierglas op het hoofd; Popey probeerde nog te bemiddelen, maar Takken zette een vuurwapen tegen het hoofd van Josje. Daarop trok Popey een vuurwapen en schoot Takken van dichtbij dwars door zijn oog.
Popey en zijn eveneens gewapende vriend Polletje liepen vervolgens naar het gangetje tussen de bar en de peeskamers. In dat gangetje werd Hans van Keulen doodgeschoten. Hij was samen met een andere kamper, Kobus van de Vorstenbosch, met Takken meegekomen naar de club. Kobus probeerde naar de voordeur te vluchten, maar werd in zijn rug geschoten en kwam voor de bar ten val. De vierde man, Hell’s Angel Facco Nieuwenhuis, werd in het gangetje door ‘Popey’ en ‘Polletje’ overmeesterd en tegen de grond gewerkt. Hij werd minutenlang in een wurggreep gehouden, voordat hij door ‘Polletje’ werd geliquideerd.
Toen P & P terugkeerden naar de bar wees een klant naar de op de grond liggende Kobus. “Die leeft nog,” zei de klant. Vervolgens kreeg Kobus twee kogels door zijn hoofd. De schutters haalden een videoband uit de beveiligingscamera en vertrokken. De videoband werd in het water gegooid en is nooit meer teruggevonden. Pas twee dagen later, nadat familieleden van slachtoffers alarm hadden geslagen, ontdekte de politie de lijken.
Getuigen vertelden later dat zij op het moment van de moorden vreesden voor hun leven, maar na het doodschieten van de vier mannen was het gevaar geweken. Eén klant moest meehelpen drie lijken naar de garage te slepen, waar ze op elkaar werden gestapeld. Het lichaam van Kobus werd in de club achtergelaten.
Het duurt enige tijd voor bekend wordt wie de daders en wie de slachtoffers zijn. De daders zijn voortvluchtig. Als de identiteit van Polletje bekend wordt, blijkt het een man met een verleden. Hij was nog maar net vrij na een jarenlange gevangenisstraf wegens poging tot doodslag. De nieuwe relatie van zijn ex-vriendin was door hem met zeventien messteken bewerkt. Het slachtoffer had het aan zijn dikke jas te danken dat hij het overleefde.
Na de steekpartij op zijn liefdesrivaal zou hij voor de ogen van het zwaargewonde slachtoffer zijn ex-vriendin hebben verkracht. Iets dat hij zelf altijd heeft ontkend. Officieel werd hij verdacht van betrokkenheid bij twee verkrachtingen, maar volgens hem zijn deze aantijgingen verzonnen door wraakzuchtige vriendinnen. “Je reinste kolder. Met een van de twee ben ik later getrouwd.”
Dat hij zich niet altijd aan de wet heeft gehouden, beaamde hij: “Ik heb gestolen en bedrijven opgelicht. Dat is niet goed, maar ik moest toch eten. Iets anders kan ik niet. Bij voetbalwedstrijden ben ik ook geen lieverdje. Maar verkrachting? Mijn moeder is verkracht, door een vreemde. Ik háát verkrachting.”
Zowel Popey als Polletje worden door de politie achterhaald. Beiden moeten vrezen voor hun leven, vanwege de te verwachten wraak van de kant van de Hells Angels. De rechtszitting tegen hen wordt in de zwaar beveiligde Bunker in Osdorp gehouden, waarbij tientallen Hells Angels op de publieke tribune aanwezig zijn, met name vanwege lid Facco Nieuwenhuis en aspirant-lid Rob Takken.
Volgens Popey waren de vier mannen die zondagavond naar de club gekomen om zijn baas te grazen te nemen, die overhoop lag met de Hells Angels over geld of drugs, maar de baas was niet aanwezig. Popey werd meteen zwaar bedreigd en kreeg een vuurwapen in zijn nek. Toen bardame Josje werd bedreigd, had hij op Takken en Van Keulen geschoten. “Het was zij of ik. Ze wilden mij ook vermoorden. Ik keek de dood in de ogen, maar ik laat me niet slachten door Hells Angels. Dus ik deed boem, boem, boem.”
Onduidelijk bleef of er sprake was van een min of meer vooropgezet plan en of de baas van de club – die zelf ten tijde van de moorden in Spanje zat – er op enige manier mee te maken had gehad. Tussen Polletje en Popey boterde het niet meer zo, zo bleek tijdens de zitting. Volgens Polletje probeerde Popey de schuld zoveel mogelijk van zich af te schuiven. Polletje werd aanvankelijk veroordeeld tot levenslang; in hoger beroep werd het vijftien jaar.
Dat betekende dat hij in 2010 vrijkwam. Hij maakte van vroeger uit al deel uit van de F-side van Ajax, na zijn vrijlating meldde hij zich weer nadrukkelijk en speelde hij een leidende rol binnen de harde kern van Ajax-supporters. Na het vuurwerkincident in de Kuip, op Eerste Paasdag 2014, wordt hij ervan verdacht betrokken te zijn geweest bij diverse geweldsincidenten die met voetbal te maken hebben. De politie onderzoekt of het klopt dat een deel van de harde kern opdracht heeft gegeven tot het afsteken van vuurwerk omdat een aantal kopstukken de wedstrijd dreigde te missen. Hun bus had vertraging, waarna telefonisch orders werden gegeven de finale te saboteren. Onderzocht wordt of Polletje hierbij een rol heeft gespeeld.
LIQUIDATIE IN BADHOEVEDORP
In 2012 ontsnapt Martin van de Pol aan een moordaanslag in Badhoevedorp. Hij staat bij het garagebedrijf van de familie Hillegers. buiten, van de bekende broers Ruud en Martin; ineens komt er een Golf, met een paar mannen, aangereden en wordt het vuur op de mannen geopend. Broer Remco, die voor zover bekend niet met criminele activiteiten te maken had, wordt hierbij dodelijk getroffen. Een andere aanwezige,
Donny de K. uit IJmuiden, raakt zwaargewond. Een getuige die enkele minuten voor de schietpartij op bezoek was geweest, vertelde dat er toen een man of tien op het bewuste adres aanwezig was. “Je hebt daar een kantoortje, daar was iemand, en een soort kantine. Daar zaten wat mensen te kaarten, koffie te drinken, een biertje. Er was een Engelse jongen bij. Martin was een beetje hyper, maar ik weet niet of dat anders was dan anders, we kenden elkaar eigenlijk niet, alleen van naam. Die andere jongens zijn wel aan me voorgesteld, maar die kende ik ook niet. Martin was hel druk, hij moest zo weg, hij moest naar een bruiloft. We hebben het wel even gehad over wat gezamenlijke kennissen, er waren er een paar die ik al een hele tijd niet meer had gezien en die hij dagelijks tegenkwam. We zouden de week erop nog een keer afspreken als het wat rustiger was. Toen ik wegging waren er nog een mannetje of vijf, zes. Ik weet niet waar de schietpartij is geweest, buiten of binnen, maar toen ik wegging waren de meesten binnen. Ik stapte in de auto, toen was het 18 minuten over vijf, dat weet ik nog precies. Ik reed een paar honderd meter weg, toen heb de auto even langs de kant gezet om mijn vriendin te bellen. Ik zei dat het wat later was geworden, maar dat ik er zo aankwam. Op dat moment kwam er een zwart autootje met een pleurisgang voorbijrijden.”
Remco overleed, broer Martin en Polletje raakten beiden gewond. Vermoedelijk was de aanslag bedoeld voor Martin, maar het motief is nooit helemaal duidelijk geworden en de daders zijn niet gevonden. De politie vermoedt dat het te maken heeft met een oorlog in het drugscircuit. In 2015 leggen de zussen van Willem Holleeder verklaringen af waaruit zou blijken dat hij erbij betrokken was en op afstand zou hebben staan kijken.