Quantcast
Channel: Reportage – Misdaadjournalist
Viewing all articles
Browse latest Browse all 166

Posbankmoord: zijn de verdachten uit Erp ‘de Slavisch ogende types’?

$
0
0

Wordt de moord op Alex Wiegmink (44), de huisschilder uit Doetinchem die in januari 2003 ging hardlopen op de Posbank en werd vermoord, alsnog opgelost?  Het coldcase-team van de politie Oost-Nederland denkt nieuw technisch bewijs te hebben. Dat meldt Peter R. de Vries, die nauw contact heeft met het politieteam.  Een van de conclusies is dat de moordenaars waarschijnlijk uit het Brabantse Erp of de omgeving komen. Dat zou gebleken zijn uit telecomonderzoek.

Dat is wat al lang werd vermoed. Wiegmink was huisschilder en ging na zijn werk geregeld hardlopen op de Posbank. Daar kwam hij langs onderweg naar huis. Op de parkeerplaats liep hij criminelen tegen het lijf. Autokrakers? Die vermoordden hem waarschijnlijk ter plekke en reden daarna weg, met het lijk in zijn eigen auto. De auto werd later die avond uitgebrand teruggevonden in het Brabantse Erp.

Voor het inmiddels niet meer bestaande weekblad Aktueel maakte ik een reportage over deze zaak, in december 2008. Aanleiding was een tip die bij Peter de Vries was binnengekomen over de toen 47-jarige Arnhemmer Bernard K.; die werd opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de moord . Hij werd in korte tijd twee keer vrijgelaten en weer aangehouden.

Tot verbijstering van zijn familie. Uit  de gegevens die Bernard in de gevangenis wist te achterhalen blijkt dat hij er niets mee te maken heeft en dat de politie de echte daders kent: er zijn zelfs compositietekeningen van hen, er is dna-materiaal en er is een getuige die twee van de drie mannen recht in het gezicht heeft gekeken en hen zeer zeker zou herkennen. Ook heeft een getuige precies gezien hoe Wiegmink is vermoord en ook hij zag de daders. Dit was in januari 2003 allemaal al bekend, maar de politie heeft nooit moeite gedaan de identiteit via een gerichte actie in de media te achterhalen. Maar als een labiele vrouw uit wraak haar eigen broer tipt bij de politie (“Zen eige suster hep m veraije”) moet hij drie maanden de cel in.

wiegm-5

Op maandagmiddag 20 januari 2003 gaat huisschilder Alex Wiegmink (44) uit Drempt, bij Doesburg, nog even hardlopen op de Posbank, voor hij naar huis gaat. Hij was tot drie uur in Arnhem aan het werk geweest. Tot zover niks bijzonders, maar deze middag verloopt anders. Hij komt in conflict met drie op het eerste gezicht Oost-Europese mannen, in de buurt van zijn auto. De aanleiding is onduidelijk, mogelijk had Wiegmink hen betrapt bij een autokraak. Een mountainbiker ziet van enige afstand wat er gebeurt, ook hoe Wiegmink wordt vermoord en in de kofferbak van zijn eigen Opel Omega wordt gelegd.

Deze getuige beschrijft de twee mannen als ‘Turks-Marokkaans’. De donkergroene Opel Omega station van Wiegmink is opvallend door de kanobeugels op het dak. De auto wordt diezelfde avond even na acht uur in de bossen bij het Brabantse Erp uitgebrand aangetroffen met daarin het lichaam van Wiegmink, die enkele uren daarvoor als vermist was opgegeven.

Het is voor de politie direct al vrij duidelijk hoe het ongeveer gegaan moet zijn. In een uitzending van Opsporing Verzocht worden getuigen opgeroepen en tien dagen later zijn er verklaringen van drie mensen die de auto van Wiegmink die avond hebben zien rijden. De auto is bij de Posbank vandaan via Nijmegen over de A50 richting Den Bosch gereden. Twee vrouwen komen van de kant van Nijmegen, over de A15, en zien dan direct in het begin, als ze net op de A50 rijden, de Opel Omega met de kanobeugels. Zij menen dat er een auto achteraan rijdt die erbij hoort, maar daar hebben ze geen details van onthouden, behalve dat er één man in zat. De inzittenden van de Opel hebben ze niet goed kunnen zien.

wiegmink-auto

Dat heeft een andere getuige wél: het gaat om een vrouw die van Arnhem naar Eindhoven rijdt. De A50 is dan nog niet helemaal snelweg, van de afslag Oss-Oost/Uden tot aan Den Bosch staan stoplichten. Ongeveer drie kilometer vóór dit punt wordt ze ingehaald door de Opel Omega, die meteen haar aandacht trekt: haar schoonvader heeft precies zo’n auto, maar dan zonder die rare beugels. Ze vraagt zich af: wat voor mensen zijn dat, die met zo’n beugel op het dak rondrijden?

Ze krijgt alle kans dat goed te bekijken. Het is filerijden op het stoplichtentraject van wat dan nog de N50 heet. De vrouw komt er dagelijks langs en weet dat de rechterrijstrook meestal sneller gaat dan de linker. Drie keer haalt de Opel haar in, drie keer komt zij weer langsrijden, stapvoets. Ze concludeert dat de chauffeur hier niet bekend is, omdat hij op de linkerbaan blijft rijden. In de Opel brandt het lampje van de binnenverlichting, waardoor ze alle gelegenheid heeft de inzittenden goed te observeren. De chauffeur is ongeveer 50 jaar, heeft bebop-haar (kort aan de zijkant, langer bovenop) met grijsblonde plukken, blauwe ogen en rookt een sigaret. De leeftijd van de bijrijder kan ze moeilijk schatten: ergens de 45 en 55. Hij heeft een dunne snor. Beide mannen maken op haar ‘een Slavische indruk’ en ze vertelt de politie: “Als ik 100 jaar word, zal ik ze nog herkennen.”

De vrouw let altijd goed op de auto’s in de andere rij, om te kijken welke rij het snelst gaat. Het is tussen kwart voor en zeven uur. Ze ziet dat de schermen van de laadruimte niet helemaal dichtgetrokken zijn. De bestuurder heeft ze één keer naar rechts zien kijken, recht in haar gezicht. Hij had blauwe ogen. Aan de ruimte tussen zijn hoofd en het dak schat zij de  lengte van de bestuurder op ongeveer één meter tachtig. Hij draagt een blauwe jas. De bijrijder draagt een sportieve zwarte jas met gele band, een soort ski-jas. Hij heeft zwart haar met lichtgrijze puntjes, in een bepaald coupe. Hij maakt een verzorgde indruk. Hij heeft een scheiding links, een beetje zoals premier Balkenende, maar dan met korter haar. Over de dunne snor van de man valt haar op dat het veel werk moet zijn om deze zo bij te houden. Ook de bijrijder kijkt ze recht in het gezicht, zo van: “Zo, staan we weer in de file.” Ook hij heeft blauwe ogen. Opvallend is dat zijn rechter ooglid een beetje hangt. Hij maakt op haar de indruk van “een man die weet wat er in het leven te koop is,” het is iemand “met een wereldse blik in de ogen”.

wiegm-1a-180

Dat is nog niet alles: er zijn ook dna-sporen van de daders achtergebleven, op vier verschillende voorwerpen, ondermeer op onderdelen van de auto. Waarom de politie niet meteen via televisie een oproep heeft gedaan om de mannen aan de hand van compositietekeningen te achterhalen, is een raadsel. De kans dat deze drie op die maandag toevallig voor het eerst van hun leven in Nederland waren, lijkt niet al te groot. Minstens zo twijfelachtig is het feit dat Bernard K. zo lang wordt vastgehouden op basis van een tip, terwijl binnen drie dagen gemakkelijk had kunnen worden geconstateerd dat de kans dat hij er werkelijk iets mee te maken heeft nagenoeg nihil is.

 

Hoe kwam Bernard K. in beeld?

 

De politie ging er in 2003 meteen al vanuit dat er een grote kans was dat de daders autokrakers waren. Dat was de reden dat alle bekende autokrakers uit de wijde omgeving van Arnhem op het matje werden geroepen. De familie maakt er geen geheim van dat Bernard K. een autokraker was en in bepaalde kringen als zodanig bekend staat. Hij meldt zich dan ook op het politiebureau. Er is weinig onduidelijkheid over zijn alibi op die maandagmiddag: ze eten altijd om kwart over vier omdat zijn vrouw van half zes tot half acht werkt, dan past Bernard op hun jongste dochter. Hun oudste dochter, van 18, komt om half zeven thuis en treft haar vader dan met haar zusje aan. Niks bijzonders. Het is uitgesloten dat Bernard die middag van de Posbank naar Erp is gereden. Bernard biedt de politie aan dna af te staan, maar dat hoeft niet, hij is geen verdachte en hoort er verder nooit meer iets van.

 

In januari 2008 heeft Bernard een hooglopend conflict met zijn zus Willy. Het gaat slecht met haar. Ze is verslaafd aan drugs en alcohol. Haar grote wens is, als ze overlijdt, in het graf bij haar moeder te worden bijgezet. Broer Bernard heeft het graf op zijn naam staan en hij zegt: over mijn lijk! Als ik naar het graf van mijn moeder ga, wil ik niet naar het graf van een junk. In de Gelderlander leest Willy een berichtje over Peter de Vries die getuigen oproept in de zaak-Wiegmink en er is sprake van een beloning. Het is goed mogelijk dat Willy inderdaad denkt dat Bernard er iets mee te maken heeft gehad, het was bekend dat hij op het politiebureau was geweest als autokraker, om te worden gehoord. Verder weet zij er niks van, maar nu het zo uitkomt herinnert ze zich wel dat er iets was met Bernard en die zaak.

Ze neemt contact op met Peter de Vries, die uiteraard zeer geïnteresseerd is. Er wordt zelfs een poging gedaan tot een undercoveractie, met de ex van een andere zus. Hij komt ‘geprepareerd en wel’ op bezoek bij Bernard, maar de apparatuur is niet aangesloten, hij wil eerst proefdraaien. Hij staat stijf van de zenuwen, dat herinneren de aanwezigen zich achteraf, en besluit hier niet mee door te gaan.

 

In maart 2008 speelt De Vries de tip door aan de politie, die de zaak serieus oppakt en er een kernteam opzet onder de naam Kemphaan. De telefoons van de familie worden getapt, Bernard wordt geobserveerd en op 17 oktober wordt hij door de politie klemgereden, geboeid en geblinddoekt afgevoerd naar het politiebureau in Arnhem. Daar krijgt hij te horen dat hij wordt verdacht van betrokkenheid bij de moord op Alex Wiegmink. In het geruchtencircuit doet al snel de ronde hoe hij in beeld is gekomen: op de website van dagblad de Gelderlander meldt iemand in een anonieme reactie: “Zen eige suster hep m veraije”.

 

De grote vraag is meteen al: waar zijn de mededaders? Het staat wel vast dat de moord op Wiegmink nooit door één man kan zijn gepleegd, nog afgezien van het feit dat er getuigen zijn die ondubbelzinnig verklaren over de betrokkenheid van minstens twee daders. Uit niets blijkt ook maar enig verband tussen de ‘Zuid- of Oost-Europeanen’ en Bernard K. Het is dan ook weinig verbazingwekkend dat Bernard op donderdag 4 december uit voorlopige hechtenis wordt ontslagen en in afwachting van de rechtszaak op vrije voeten komt. Zeer tegen de zin van de betrokken officier van justitie, die Bernard meteen weer laat oppakken voor een oude zaak, over witwassen.

 

Het is wel een primeur: hij is de eerste gedetineerde die niet meer in de gevangenis zelf mag worden aangehouden, dat is in november juist veranderd door een uitspraak van de Hoge Raad, tegen een van de verdachten uit het Amsterdamse liquidatiesproces. De taxi waarmee Bernard van de Bijlmerbajes op weg is naar huis, wordt bij Wolfheze klemgereden door een arrestatieteam, maar de rechter-commissaris besluit de volgende morgen dat de officier van justitie zijn boekje te buiten is gegaan en laat Bernard alsnog vrij. De officier was in beroep gegaan tegen de vrijlating. Dat wordt behandeld op woensdag 10 december.

 

De uitspraak valt Bernard rauw op het dak: hij moet toch binnenblijven tot het proces en wordt die ochtend opnieuw aangehouden. Volgens zijn advocaat is die beroepsprocedure niet correct verlopen, dinsdag 16 december wordt een klacht hierover behandeld, maar de kans dat die wordt gehonoreerd lijkt vrij klein. Pas in februari 2009, tijdens het proces, zal Bernard de kans krijgen zijn onschuld aan te tonen, hoe graag hij dat ook eerder van de daken zou willen schreeuwen. Tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis kon hij zijn verhaal niet kwijt: als zeer unieke schorsingsvoorwaarde was opgelegd dat hij géén contact met hebben met de pers. Zus Willy is inmiddels op het politiebureau geweest om te verklaren dat ze alles gelogen had om haar broer een hak te zetten, uit wraak over het graf, maar dat zet geen zoden aan de dijk: wie gelooft er nou een junk?

 

Aldus de reportage in 2008. Naderhand zijn er nog tal van verhalen geweest over de zaak, waarvan de meeste kant noch wal raakten. Met als dieptepunt dat het om een homo-gerelateerde moord zou gaan. Met als enig ‘aanknopingspunt’ dat Wiegmink enige gelijkenis vertoont met Freddy Mercury, de zanger van Queen.

De getuigen van toen beschreven de daders als ‘oost-Europees’ of ‘Slavisch’. Zigeunerachtige types. Maar dat kunnen dus ook in Nederland wonende mensen zijn geweest. De grote vraag is of de politie voldoende bewijs heeft weten te verzamelen om de verdachten serieus te kunnen vervolgen. 

 

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 166