(reportage uit Panorama, september 2016)
In januari 2003 werd Cor van Hout vermoord. Als hij nog leefde, zou hij nu 59 jaar zijn. Als hij vanaf een wolk meekijkt, moet hij met lichte verbijstering zien hoe zijn nabestaanden nog altijd aan het touwtrekken zijn om zijn nalatenschap. Met in het midden een glinsterende berg goud, waarvan bijna niemand weet wat er precies mee aan de hand is. Wel dat deze goudklomp nog altijd gloeiend heet is en vooral zijn ex-vrouw Sonja Holleeder en haar familie heel wat blaren bezorgt.
In een bescheiden rijtjeshuis in een rustige woonwijk in het centrum van Alkmaar heeft een jaar lang een goudschat op zolder gelegen. Niet in een kluis of zo, gewoon in een kast. Tussen het speelgoed, in dozen van Playmobil. Veertig staven, in totaal zo’n twintig kilo. Het was nog net niet de bedoeling dat de kinderen er kasteeltjes mee gingen bouwen, maar verder lag het daar eigenlijk maar wat te liggen. Ad van Hout, de twee jaar oudere broer van Cor, had het in bewaring gekregen. Het goud was in 1989 bij een bank aangekocht door Rob Grifhorst, De Bouwvakker, die niet actief betrokken was geweest bij de Heinekenontvoering in 1983, maar wel bij de nasleep. Hij werd ervan verdacht een deel van het losgeld – ruim vijf miljoen gulden – te hebben geïnvesteerd in onroerend goed. Onder andere in Casa Rosso op de Wallen en in prostitutiepanden op de Achterdam in Alkmaar. Grifhorst is in 2014 overleden. Hij heeft in de jaren voor zijn dood nog een aantal verklaringen afgelegd over hoe het met die geldstromen tussen hem en zijn goede vriend Cor van Hout was gegaan. Dat kwam niet uit de lucht vallen: justitie had het onderzoek daarnaar in 2007 weer opgepakt, nadat een andere goede vriend van Cor, Thomas van der Bijl, daar bij justitie en politie verklaringen over had afgelegd.
Even terug naar de dagen van de ontvoering van Freddy Heineken en chauffeur Ab Doderer, in het najaar van 1983. Van de dertig miljoen gulden losgeld was meteen al, dankzij ‘een gouden tip’, een groot deel ontdekt in een bos bij Zeist. Cor van Hout en Willem Holleeder waren de dans ontsprongen: ze waren naar Parijs gevlucht en hadden hun deel van het losgeld, vijf à zes miljoen gulden, veiliggesteld. Er was er maar één die beweert dat hij wist waar het lag: Thomas van der Bijl. Van oudsher gabber van Cor en bijna-zwager: het eerste vriendinnetje van Cor was Anneke van der Bijl, zusje van Thomas.
Uit de Griekse mythologie stamt het verhaal van koning Midas. Alles wat hij aanraakte veranderde in goud, maar hij stierf ongelukkig: toen ook zijn voedsel en zijn kind in goud veranderden, was de lol er snel vanaf. Cor van Hout was ook iemand bij wie bijna alles voor de wind ging, toen hij vrijkwam na de straf voor de ontvoering. Een overvloed aan geld, een luxe leven, dure huizen, veel vrienden. Maar ook zijn gouden tijden veranderden. Hoe ironisch: koning Midas dankte zijn gave aan de wijngod, voor het redden van een dronken sater. Cor van Hout ging aan drank ten onder. Zijn beste vrienden keerden zich van hem af. Onder wie, ongeveer twee jaar voor zijn dood in 2006, Thomas van der Bijl.
Astrid Holleeder, zus van Willem, zegt hierover in een verklaring: ‘Thomas heeft Cor het huis uitgejaagd. Ik weet niet waarom. Als Cor dronken was, was het een echte zeikerd.’
Thomas was een van de dragers van de kist, op de begrafenis van Cor. Hij moet veel verdriet hebben gehad van de onenigheid met Cor. Die ruzie was er ook de oorzaak van dat het goud, dat Thomas in beheer had, werd afgeleverd bij Ad van Hout. Die er behoorlijk mee in zijn maag zat. Toen de verstandhouding tussen Ad en Cor – ook als gevolg van de drankzucht van Cor – verslechterde, gaf Cor opdracht het goud naar Sonja te brengen. Zij verkocht het voor 575.000 euro. Eind goed al goed.
Dat was misschien inderdaad het geval geweest, als Thomas van der Bijl zijn mond had gehouden. Maar dat deed hij niet. In de periode voor zijn dood, april 2006, was Thomas met de politie van Amsterdam gaan praten. Hij was opgepakt voor een drugszaak. In ruil voor informatie mocht hij als enige van de verdachten op vrije voeten, met goedkeuring van de in dit soort zaken onvermijdelijke Fred Teeven. Thomas vertelt: ‘Ik heb een gedeelte van het geld weggehaald uit Frankrijk. In een homofielenpark stond een boom met een M en dan zoveel stappen daar vandaan, heb ik twee nachten liggen graven. Toen heb ik het gevonden. Dat waren tassen met plastic en daarin het geld. Dat was 5 à 6 miljoen gulden bij elkaar. Ik heb de poen meegenomen en ingewisseld bij het Grenswisselkantoor en aan De Bouwvakker gegeven.’
Dat ‘homobos’ komt ook voor in het boek van Peter R. de Vries over de Heinekenontvoering. Cor en Willem waren na de ontvoering met de Golf Gti van Thomas naar Parijs gereden. ‘We gingen ook bijna iedere dag tennissen bij de duurste club van Parijs, de Beverly Hills, en trimden dikwijls in het nabijgelegen Bois de Boulogne,’ aldus Cor. Het losgeld zou in dat bos begraven zijn geweest. Volgens Thomas.
Het is duidelijk dat Thomas dit eind 2005 vertelt uit wraak. Hij zegt dat hij door Holleeder wordt bedreigd en vreest voor zijn leven. Grifhorst heeft altijd ontkend dat hij losgeld heeft gekregen en dat heeft gebruikt voor investeringen in onroerend goed.
Wat is de waarheid?
Van der Bijl heeft in zijn kluisverklaringen veel onzin verteld. Mensen die hem kenden konden zich moeilijk voorstellen dat hij in zijn eentje ’s nachts in hartje Parijs dat losgeld heeft kunnen vinden en dat het gegaan is zoals hij beweert: er moet iemand anders bij zijn geweest. Maar dat er een grote kern van waarheid schuilt in een zeker verband tussen het losgeld en de investeringen op de Wallen, is aannemelijk. In 2007, een jaar na de dood van Van der Bijl, sprong justitie er alsnog op in met het Goudsniponderzoek, dat tot de dag van vandaag nog menigeen hoofdpijn bezorgt. Holleeders advocaat Stijn Franken struikelde erover en het hele proces tegen Holleeder dreigt nu vast te lopen op dit dossier.
Wat zijn, voor zover na te gaan op basis van dossiers en verklaringen, de feiten? Het onderzoek heet niet voor niks Goudsnip: de berg goud speelt er een prominente, zij het nogal wazige rol in. Het onderzoek duurt inmiddels al negen jaar. Er zit weinig schot in en dat is niet zo vreemd. De eerste verdenking was dat er losgeld was geïnvesteerd in onroerend goed op de Wallen, in de periode dat Cor en Willem nog goed met elkaar door één deur konden. Onderzoek daarnaar leverde niets op. De gewezen ontvoerders hadden zelf niks op hun naam. Door de verklaring van Thomas van der Bijl, afgelegd in de periode voor zijn dood in april 2006, rook justitie een nieuwe kans. Dit keer concentreerde zich dat op de zakelijke belangen tussen Cor van Hout en Rob Grifhorst op de Achterdam.
Grifhorst legde het zo uit. Hij had dankzij een gouden tip van Cor flinke winst gemaakt met een onroerend-goedproject in Zaandam. Cor had recht op een provisie van 1,3 miljoen gulden (600.000 euro). Cor was in die periode, 1996, aan het investeren in onroerend goed en had wel oren naar de hoerenkasten van Grifhorst op de Achterdam en zou voor 1 miljoen gulden hebben gekocht. Hij betaalde de helft contant, de rest zou in termijnen volgen.
Vanaf hier beginnen de officiële verhalen en de onofficiële uit elkaar te lopen. Als justitie in 2007 met het onderzoek begint, verklaart Grifhorst dat hij de panden in 1998 al had teruggekocht van Cor, omdat er teveel problemen in Alkmaar kwamen. Banken zouden de rekeningen opzeggen, het was slecht voor de hele handel dat er een crimineel actief was. Bovendien was Cor in 1998 aangehouden voor een drugsonderzoek, Grifhorst was bang dat hij naar de rest van het geld kon fluiten. Hij had het teruggekocht voor 1,25 miljoen gulden. 750.000 betaalde hij met veertig kilo goud, de rest werd verrekend met de 500.000 gulden die hij nog van Cor tegoed had.
Dat is het officiële verhaal. Mensen uit de directe omgeving van Cor hebben het anders ervaren. Zij beweren dat Cor tot aan zijn dood inkomsten kreeg van de hoerenkasten in Alkmaar. Contant. Duizenden euro’s per week. Dat komt overeen met een andere feitelijke gebeurtenis: dat kort na de dood van Cor de panden op de Achterdam nieuwe eigenaars kregen. Ze worden stuk voor stuk genoemd in het Goudsnipdossier: de Alkmaarse gokkastenkoning Bertus H. en zijn echtgenote; de levenspartner van Johan V. alias de Hakkelaar en de vrouw van Rob Grifhorst. Astrid had deze verkoop geregeld.
Rara, hoe kan dat, als de panden al in 1998 door Grifhorst waren teruggekocht? Volgens een verklaring van Grifhorst was het toeval dat dit net na de dood van Cor gebeurde. Het was een heel gedoe geweest om de aandelen uit bepaalde bv’s te halen, daarom kon de boel niet eerder aan een nieuwe eigenaar worden verkocht.
Dat kan men geloven, maar dan stuiten we op een proces-verbaal van de Criminele Inlichtingen Eenheid uit juli 2005. ‘Na de liquidatie van Cor van Hout in 2003 bleek dat het enige vermogen dat nog van hem over was de prostitutiepanden op de Achterdam in Alkmaar en het huis in Nigtevecht waren. Sonja Holleeder heeft de prostitutiepanden verkocht. Dit is geregeld door Roel Tangenberg en Astrid Holleeder. De gesprekken over deze overname zijn door voornoemde personen gevoerd met Grifhorst. Daar waren ook bij aanwezig Bertus H. en een oudere man. Johan V. is er later bijgehaald. Er is vermoedelijk meer dan een bedrag van 5 miljoen euro betaald door Grifhorst en V. Dit bedrag is betaald aan Sonja Holleeder. Een gedeelte is ineens betaald en de rest zou in maandelijkse termijnen betaald worden.’
En een proces-verbaal uit januari 2006: ‘Tijdens het leven van Cor van Hout werd de huur van de prostitutiepanden aan de Achterdam te Alkmaar doorgeboekt naar bankrekeningen op Curaçao. Daarna werd een bedrag doorgesluisd op de Spaanse bankrekening op naam van een stroman. Cor van Hout kreeg het geld van de stroman. Na de liquidatie van Cor van Hout is Bertus H. door Rob Grifhorst naar voren geschoven als belangenbehartiger voor de Achterdam. H. heeft zich voorgedaan als de nieuwe eigenaar van de Achterdam. Sonja Holleeder kreeg in verband met de verkoop van de Achterdam een bedrag ineens en het resterend bedrag in termijnen uitgekeerd.’
Als we er voor het gemak even van uitgaan dat dit een logische gang van zaken is, rijst er meteen één vraag. Cor koopt panden van Grifhorst, na zijn dood worden ze verkocht, Sonja krijgt als rechtmatige erfgename de opbrengst. Waar kwam dat goud dan vandaan? Grifhorst beweert dat hij met die 40 kilo in 1998 de panden al had teruggekocht. Het is niet netjes om een dode tegen te spreken, maar het verhaal rammelt aan alle kanten. Er zijn verklaringen over dat goud die zeggen dat als Cor op bepaalde momenten ruim in zijn geld zat, belegde in goud. Als appeltje voor de dorst en voor Sonja en de kinderen. Misschien wel in goud van Grifhorst, waar hij via Thomas van der Bijl het beheer over had en dat op verschillende locaties was ondergebracht. Volgens Ad van Hout ging het bij hem om zo’n twintig kilo. Er wordt ook ergens zestig kilo genoemd. Het ligt voor de hand dat de goudschat was opgedeeld in een aantal partijen.
De anonieme tipgever van de CIE heeft het over verkoop van de panden voor vijf miljoen euro. Anderen vertelden dat Sonja het onroerend goed voor elf miljoen euro aan een tussenpersoon had verkocht, die het had doorverkocht aan Johan V. voor twintig miljoen. Dat is heel wat realistischer dan de bedragen die Grifhorst noemt. Dat komt ook meer overeen met het beslag dat de Fiod legde op deze panden: voor zeven miljoen euro. Dat verklaart de pijn van dit dossier. Sonja kreeg in 2002 de opbrengst van de villa in Spanje, in 2003 van de Achterdam. Niet zo gek dat justitie haar probeerde aan te merken als ‘strovrouw’ die profiteerde van crimineel geld. Dat had nog heel wat voeten in de aarde. Volgens haar advocaat Willem Jebbink was ze alleen om van het gedoe af te zijn in 2013 toch maar akkoord gegaan met de schikking van 1,1 miljoen euro.
Tegen deze achtergrond vallen heel wat stukjes van de puzzel op hun plaats en is te verklaren waarom dit zó gevoelig ligt dat Astrid in 2013 tijdens het afleggen van een verklaring door het lint gaat en dat Sonja in 2016 de kont tegen de krib gooit en weigert ook nog maar één enkele vraag van de advocaten van broer Willem te beantwoorden. Nadat de vorige advocaat, Stijn Franken, al is gesneuveld op dit dossier.
Dat het gevoelig lag, bleek meteen al toen Astrid en Sonja in mei 2013 overwogen met justitie te gaan praten over broer Willem. Directe aanleiding voor die stap was dat het nieuws over de schikking van 1,1 miljoen met Sonja bekend was geworden: het stond in alle kranten en uiteraard was dit ook Willem onder ogen gekomen. Die sprong uit zijn vel. Sonja en Astrid hadden hem al die jaren wijsgemaakt dat er geen geld meer was, dat Sonja niks meer had. Hoe kun je dan 1,1 miljoen betalen? Niet dat hij aanspraak kon maken op ‘het testament van Cor’, maar hij voelde zich bedrogen en begon heel vervelend te doen tegenover Sonja. Die scheldpartijen (‘kankerhoer’) heeft iedereen kunnen horen, dankzij de stiekem opgenomen bandjes.
Astrid voerde de onderhandelingen met officier van justitie Betty Wind over het al dan niet afleggen van belastende verklaringen over Willem. De Goudsnipzaak kwam daarbij steeds aan de orde als ‘een zaak die de getuigen zeer hoog zit en frustreert.’ Astrid en Sonja waren bang dat hun broer die zaak wilde gebruiken om hen te beschadigen en dat het allemaal verkeerd zou worden uitgelegd en eisten dat dit geheel buiten het onderzoek zou worden gehouden. Betty Wind liet weten niet op deze voorwaarde in te kunnen gaan, waarna Astrid een week later liet weten dat Sonja en zij alsnog overstag zouden gaan en toch wel wilden verklaren. Al snel bleek dat het bepaald niet van harte ging en dat deze Goudsnip hen zwaar op de maag lag.
Astrid, Sonja en Sandra den Hartog (de ex-vriendin van Willem Holleeder) leggen hun verklaringen af in 2013, maar ze worden pas in 2015 bekend als justitie de kust veilig genoeg vindt en Holleeder is gearresteerd. In hun verklaringen vertellen Sonja en Astrid dat op de dag na de moord op Cor, in januari 2003, Willem naar de woning van Sonja was gekomen en had gezegd dat hij alles wilde hebben wat van Cor was. De aandelen van de Achterdam, het goud en het villa van Cor in Spanje. Hij had het geld nodig om het aan Stanley Hillis te geven. Die moest dat hebben om de schutters te kunnen betalen die Cor hadden geliquideerd. Dit liep met een sisser af: een paar dagen later liet Stanley aan Sonja weten dat hij geen geld hoefde van dat huis: hij vond haar een aardige meid, hij zou haar met rust laten. Wat bleek? In de periode dat Stanley en Cor tegelijk in de gevangenis hadden gezeten, had Sonja de vrouw van Stanley vaak meegenomen. Soms zijn het de kleine dingen die ’t hem doen.
Toen Sonja in 2016 als getuige werd gehoord tijdens een openbare zitting, zei ze dat Willem had gezegd dat hij geld moest hebben om de schutters te betalen. ‘Ik had het huis al verkocht, in 2002, met Cor, het was er niet eens meer, ik zou in delen geld krijgen, ik had het geld ook niet. Toen was hij best wel woest, hij zei: “Nu heb ik echt een probleem, nu moet ik ze zelf betalen.” Hij was zo woest, het schuim stond op zijn mond.’
Tijdens het afleggen van de kluisverklaringen door de drie vrouwen kon de Achterdam niet onbesproken blijven. Die verklaringen zitten in het dossier. Het was niet de bedoeling dat die al in grote kring bekend zouden worden, maar in april 2016 kreeg Martin Kok van Vlinderscrime de stukken in zijn bezit en zette ze online. Op last van de rechter moest hij ze daar vanaf halen, maar ze waren inmiddels door alle journalisten al gedownload en er werd in alle media gretig uit geciteerd. Dat mocht dan weer wel van de rechter.
Een fragment uit een verklaring van Astrid, van 21 april 2013. De verbalisant vraagt haar waar de aandelen van de Achterdam zijn gebleven. Astrid: ‘Ik weet dat niet en als we het daar weer over gaan hebben, word ik een beetje moe van, ga ik echt boos worden! Zet dat ding nou maar uit, want daar word ik echt pissig over! Daar gaan we weer, ik heb alleen maar ellende van die teringzooi gehad! Ik ben daar heel gefrustreerd over! Nog steeds. Ik kan er genoeg over zeggen, maar het maakt me zo pissig! Ga lekker in die veertig ordners kijken, zoek het uit! Maar val me er niet meer mee lastig!’
Na een onderbreking begint de verbalisant er nog een keer over. Astrid: ‘Dat hele verhaal is zo’n nachtmerrie in mijn leven geworden! Omdat ik moest liegen voor dingen. Het hele Goudsnipverhaal is allemaal voorgelogen aan hem, zodat hij niet bij andere mensen kwam.’ Hem is uiteraard broer Willem. Volgens Astrid heeft ze ‘nooit echt kunnen zeggen hoe het zat. Daar ben ik echt bijna aan onderdoor gegaan. Ik word misselijk als ik daaraan denk.’
Inmiddels lijkt het erop dat ze nog steeds niet kan zeggen hoe het echt zat. In mei 2016 werd Stijn Franken, die al negen jaar lang de advocaat was van Holleeder, gedwongen de verdediging neer te leggen. Sandra den Hartog had een klacht ingediend wegens ‘belangenverstrengeling’. Sandra was in het verleden in een andere zaak cliënte bij hem geweest. Dat leek aanvankelijk geen bezwaar, tot het moment dat de verdediging verzocht stukken uit het Goudsnipdossier toe te voegen, toen werd de zaak van Sandra – die hier verder los van stond – ineens hoog opgespeeld, met als enig doel: Franken eruit te werken.
In september 2016 werd het proces hervat, met de nieuwe advocaten Sander Janssen en Robert Malewicz. Tijdens de eerste procesdag bleek dat Sonja, Astrid en Sandra geen enkele vraag meer wilden beantwoorden. De eerste vraag aan Sonja, tijdens een verhoor bij de rechter-commissaris, was of ze bij het afleggen van haar verklaringen altijd de waarheid had verteld. Nee, niet altijd. Dat was al bekend: in de Goudsnipzaak had ze gelogen. Naar haar zeggen uit angst voor broer Willem. Maar toen de advocaten vroegen of ze wilde zeggen in welke zaak ze had gelogen, beriep ze zich op haar verschoningsrecht en weigerde ze ook nog maar één vraag te beantwoorden. Daar bleef het bij. De advocaten verzochten om inzage in de schikking van 2013, maar dat werd afgewezen.
In november gaat het verder. De vraag is of de vrouwen gedwongen kunnen worden wél vragen te beantwoorden en als ze blijven weigeren, wat de gevolgen zijn.
Waarheid is een rekbaar begrip. Volgens advocaat Willem Jebbink was Sonja in 2013 ‘louter om persoonlijke redenen akkoord gegaan met een schikking, zij zag zich niet opgewassen tegen een nog jarenlang durende, indringende rechtszaak. Zij wil rust. Mijn cliënte leeft van een minimuminkomen. Ze heeft geen rooie cent van Cor van Hout.’
Het is Sonja en haar kinderen van harte gegund, daar niet van, maar als dit waar is, waar zijn die miljoenen dan gebleven? Eén ding staat vast: niet bij Wíllem Holleeder.