De toch wel spectaculaire ontsnapping van de Rotterdamse crimineel Elias Adahchour (24) op woensdag 17 januari maakt de tongen los. Elias ging er, met een handboei om zijn linkerpols, vandoor na een behandeling in het Rotterdamse Sint Franciscus Gasthuis. Hij was gewond aan een arm en moest naar het ziekenhuis om het gips eraf te laten halen. Eenmaal buiten, in de koude buitenlucht, net voor hij in het busje moest stappen, zette hij een enorme sprint in. Hij liet zich niet afschrikken door waarschuwingsschoten en rende zijn vrijheid tegemoet. Elias wist zich schuil te houden en is – bij het ‘ter perse gaan’ van dit bericht – nog steeds niet getraceerd.
De ontsnapping was aanleiding voor een terugblik op een andere spectaculaire ontsnapping: van de Delftse crimineel Karel Pronk, die in 1991 uit de Koepel in Haarlem wist weg te komen met behulp van zijn zwager Fried Friebel, een glazenwasser die zijn ladder inzette om Karel – en drie anderen – over de muur te laten komen. Daar kwam al snel een reactie op:
“Ik zat gedetineerd met die heren in de Koepel in Haarlem en was reiniger op de tweede ring. Dat was toen wel wat hoor, zo eruit gaan. Bij die ontsnapping en de eerste aanslag op die orchideeënkweker was ook een beruchte Utrechtse crimineel betrokken: Tonnie van B. met de bijnaam (…); hij werd ook veroordeeld voor de eerste aanslag op die orchideeënkweker. Nadat Pronk werd veroordeeld voor die moord was Pronk, voorzichtig uitgedrukt, niet meer zo blij met die Utrechtse zingende crimineel. Ben benieuwd wat die tegenwoordig uitspookt. Of zal die nog altijd ondergedoken zitten voor Pronk?”
Dit vergt enige toelichting. In de gevangenis was Karel Pronk benaderd om een liquidatie uit te voeren en wel op orchideeënkweker Gerrit de Graaf in Rijswijk. De Graaf was in aanvaring gekomen met de beruchte Haagse crimineel Marco Eijk, die in de wijk ’t Haantje (foto boven) illegaal was gaan wonen: hij had er twee enorme caravans neergezet en niemand durfde er iets van te zeggen. Ook de gemeente niet. Alleen Gerrit de Graaf maakte bezwaar. Dat werd zijn dood. Marco Eijk is in andere circuits bekend vanwege zijn relatie met Rachel Hazes, doch dit terzijde.
Terug naar de ontsnapping uit De Koepel in Haarlem. Karel Pronk heeft op dat moment nog een goede relatie met zijn zwager Fried Friebel, een glazenwasser uit Den Haag. Die heeft ladders zat. Het vergt een hele voorbereiding.
Er moeten mensen worden geregeld die hem over de muur helpen, Fried moet een wapen hebben, er moeten auto’s worden gestolen, om mee te vluchten, er moeten safehouses worden geregeld. In totaal duurt de voorbereiding meer dan drie maanden. Zo’n operatie kost wat, daarom is het beter om met meer mensen te gaan, die meebetalen. In totaal zullen er vier mannen gaan.
Op de dag van de ontsnapping koopt Karel sinaasappels in de gevangeniswinkel. Die gooit hij over de muur gooien, als sein naar de anderen dat ze klaar moeten staan. De anderen zien de sinaasappels helemaal niet, maar ze komen op een gegeven moment wel op de luchtplaats. Ineens zien ze de ladder over de muur verschijnen, ze klimmen er als een haas op naar boven en springen in de twee gereedstaande vluchtauto’s. Via de walkietalkie houden ze contact. De politie zit hen meteen op de hielen en heeft de kentekens van de BMW’s meteen doorgegeven. Een paar straten verderop stappen ze over in zwarte Golf GTI en een witte Opel GSI, allebei snelle auto’s, maar ook nu horen ze via de politieradio dat ze gezien zijn.
Weer een eindje verderop staan twee scooters klaar, maar ook dat weet de politie meteen. Karel en de jongen die samen met hem in de auto’s heeft gezeten gaan een willekeurige kelderbox van een huis binnen, trappen de deur in, stelen een fiets en rijden daarmee Haarlem uit. Daarna worden ze opgepikt door een auto en worden ze ondergebracht in een safehouse. Daar zit hij maar één dag. Hij wordt er opgehaald door Heinekenontvoerder Cor van Hout en Stanley Hillis, die hebben hem toen naar een ander ‘veilig huis’ gebracht, direct naast het politiebureau in de Warmoesstraat in Amsterdam. Dat pand was in gebruik bij de Chileen Charlie da Silva, de bodyguard van Klaas Bruinsma, die vele jaren later in het nieuws kwam door zijn – overigens onjuiste – verhalen over de vriendschap van Mabel Wisse Smit met Klaas Bruinsma.
In de gevangenis was Karel benaderd voor de liquidatie van orchideeënkweker Gerrit de Graaf. In het boek Haagse Penoze staat hoe het gegaan is.
“De Graaf moet dood, zoveel is duidelijk. In de aanloop naar de moord ontsnappen op 4 januari 1991 drie mannen uit Huis van Bewaring De Koepel in Haarlem: Glenn de F., een 25-jarige drugshandelaar uit Nijmegen; Karel Pronk (32) uit Den Haag, veroordeeld voor vermogensdelicten en Tonnie van B. (27) uit Utrecht, een inbreker en verkrachter. Ze worden geholpen door glazenwasser Fried Friebel (30) uit Den Haag. Fried is zowel een zwager van Karel (hij is getrouwd met een zus van Karel) als van Marco (die een relatie heeft met een zus van Friebel). Friebel gooit een glazenwassersladder over de muur van de bajes en houdt de bewakers op de luchtplaats onder schot tot zijn vrienden over de muur zijn.
Op donderdag 17 januari brengen Karel Pronk en Tonnie van B. een bezoek aan de kas van De Graaf om hem daar neer te schieten. Tonnie van B. Durft het niet aan, het verhaal gaat dat hij het wapen zou hebben weggeslagen, en ze druipen af. Vervolgens wordt Glenn de F. ingezet. Hij moet een ‘wederdienst’ leveren voor de ontsnapping. Op zaterdag 19 januari rond half één in de middag meldt hij zich in de bloemenkas aan ’t Haantje. Hij vraagt om vier bloemen. Als hij is geholpen trekt hij ineens een vuurwapen, een FN Browning, en schiet die leeg op de zittende kweker, die vrijwel onmiddellijk sterft. Mevrouw De Graaf wordt één keer in haar been geraakt. Glenn vlucht in een gestolen zilverkleurige Honda. Volgens Glenn heeft hij Karel en Fried Friebel een dag na de moord in een Amsterdams restaurant ontmoet. Eijk heeft weliswaar alle schijn tegen, maar de officier van justitie laat weten dat Eijk niet als verdachte zal worden gehoord.
De Telegraaf van dinsdag 12 april heeft, naar aanleiding van de arrestaties van zaterdag 9 april, een achtergrondartikel over de zaak, waarin Gerdien, de dochter van Gerrit de Graaf, aan het woord komt. Zij zegt niet te weten of er een verband is tussen de bommen die eind 1988 naar binnen zijn gegooid en de moord op haar vader, maar de familie is nog steeds doodsbang. Glenn heeft intussen bekend dat hij is ingehuurd om de kweker te doden, maar heeft nog geen naam van de opdrachtgever genoemd.
‘Hoewel de Haagse justitie daarop niet wil ingaan zou het motief van de kille liquidatie van De Graaf te maken hebben met een partij hasj, met een waarde van 8 miljoen gulden, die enige tijd geleden op een terrein in Rijswijk in beslag is genomen. De kweker zou de bergplaats aan de politie hebben ‘verlinkt’. Persofficier mr. H. Vos daarover: ‘Ik ken die bespiegelingen. Het is best mogelijk dat het een met het ander te maken heeft, maar ik heb daarvan nog geen feiten in handen. Op dit moment weten we het gewoon niet.’

In het bericht wordt er wel melding van gemaakt dat er een man is aangehouden met wie de familie De Graaf al lange tijd op gespannen voet staat: de 34-jarige Hagenaar Marco E., die deel uitmaakt van de bende topcriminelen die zojuist is opgerold en die ervan worden verdacht tientallen miljoenen te hebben verdiend met de smokkel van hasj en de opbrengst hebben omgezet in huizen, boten en Rolls Royces. ‘Marco E. woonde tot eind 1988 op de Kerstanjeborg, een stuk grond aan ’t Haantje in Rijswijk pal naast het bedrijf van Gerrit de Graaf. E. liet op het terrein illegaal een paar zeer luxe stacaravans plaatsen en sloot die zonder vergunning aan op de elektriciteit en waterleiding. De orchideeënkweker en zijn dochter Gerdien ergerden zich in hoge mate aan de illegale bouwsels en de overlast die de bewoners veroorzaakten en klaagden daarover bij de gemeente Rijswijk.’
De advocaat van Marco Eijk, mr. Mantz, laat weten dat de naam van zijn cliënt veelvuldig in het politiedossier wordt genoemd, maar persoffcier mr. Vos zegt dat Eijk niet als verdachte in de zaak kan worden aangemerkt: ‘Het is puur toeval dat E. juist nu voor die andere feiten is aangehouden.’
In het bericht staat dat het voorarrest van twee verdachten, ‘de Hagenaar F.O.F en A. van B. uit Utrecht’ is verlengd. Met A. van B. wordt Tonnie van B. bedoeld, F.O.F. zijn de initialen van Fried Friebel. Zijn rol is ‘omstreden’. Hij wordt van hulp bij de ontsnapping vrijgesproken wegens een vormfout van het Openbaar Ministerie. Voor medeplichtigheid aan de moord krijgt hij een eis van twaalf jaar cel, maar ook hiervoor gaat hij vrijuit ‘wegens gebrek aan bewijs’.
Dank voor bewezen diensten? Friebel heeft zijn voormalig zwager en vermeend partner in crime Karel Pronk aangewezen als hoofddader en ook verteld over het hoe en waarom. Pronk houdt zijn mond en wordt veroordeeld tot twintig jaar celstraf en komt pas in 2006 vrij. Glenn de F. vertelt tijdens de rechtszaak dat hij als gevolg van de ontsnapping uit De Koepel 25.000 gulden schuld had. Die schuld kon hij vereffenen door de tuinder dood te schieten. Hij krijgt twaalf jaar voor moord. In oktober 2007 wordt Fried Friebel vermoord op zijn woonboot aan de Bontekoekade in Den Haag. Het is niet onlogisch dat de naam van Karel Pronk dan valt als opdrachtgever, maar erg waarschijnlijk is het niet (zie hoofdstuk 20)
Karel Pronk had niks verteld over de rol van Marco Eijk, die daardoor nooit als verdachte voor de moord is aangemerkt. Tot verbazing van Nico van Empel, de bron van Haagse Penoze. ‘Marco ontsprong de dans, ondanks het feit dat er getuigen waren die zeiden dat ze hem met Karel Pronk hadden zien praten. Marco reed toen in een groene Rolls Royce Camargue, die hij nieuw in Engeland had gekocht. Dat gesprek was in motel Sassenheim, langs de snelweg van Den Haag naar Amsterdam, maar blijkbaar was het niet voldoende om Marco hiervoor aan te houden.’

Vijftien jaar later, in oktober 2007, woont Fried met zijn vriendin Yvonne Polko op een woonboot aan de Bontekoekade, op de rand van Den Haag en Rijswijk. Yvonne Polko is strafrechtadvocate. Op donderdagavond 4 oktober parkeert een man een ongeveer tien jaar oude donkerkleurige Mercedes op de Dintelstraat. Vanaf daar loopt hij in de richting van de Bontekoekade. Op bewakingsbeelden van de Dintelstraat is de man te zien. Iemand met een getinte huidskleur, waarschijnlijk van Antilliaanse afkomst. Hij is 25 à 35 jaar oud en heeft een normaal tot dik, beetje vadsig postuur. Hij draagt een donkere jas met een capuchon. Getuigen vertellen later dat de man eerst ruzie heeft gemaakt met Friebel, er was een woordenwisseling geweest, ‘een hoop geschreeuw’. Een kwartier later was hij teruggekomen, waarschijnlijk om een wapen te halen, en toen was hij in eerste instantie opgevangen door Yvonne Polko. Zij verklaart later dat er die avond een voor haar onbekende man op de woonboot kwam. Ze sprak hem aan, hij opende direct het vuur op haar. Van het verdere verloop weet ze niets meer. Ze raakt zwaargewond door een kogel in haar borst, maar ze is niet in levensgevaar. De schutter is direct na de aanslag via het kikkerbruggetje de vaart overgestoken, vanaf daar is hij over de Dintelstraat naar zijn auto gelopen. Hij is richting het Spaarneplein gereden, daar door het rode licht gereden en vervolgens rechtsaf geslagen richting het Schenkviaduct. Het is nog altijd onduidelijk of de schutter inderdaad met een tussenpoos van ongeveer een kwartier twee keer op de Bontekoekade is geweest, maar uit de verklaringen van getuigen kan zeker worden opgemaakt dat er een woordenwisseling is geweest tussen de schutter en Friebel. Dat Polko dat niet heeft gehoord kan komen doordat ze toen al bewusteloos was, of om een andere reden. Karel Pronk werd verdacht van betrokkenheid bij deze aanslag, maar hij heeft dat altijd bij hoog en laag ontkend. Hij had Fried een boze brief geschreven vanuit de EBI en daarmee was voor hem de kous af. In een reactie liet Karel weten: “Dit lijkt toch helemaal niet op een liquidatie? Die woordenwisseling, daaruit blijkt toch dat iemand wat uitgevreten heeft en zij is ook in haar flikker geschoten, ik denk dat zij donders goed weet waar dit vanaf komt. Een moordenaar gaat niet eerst bakkeleien en discussiëren.” De moord is nooit opgelost.
Ook met Marco Eijk loopt het op den duur niet goed af: op 5 april 2004 wordt hij op de grens van het Belgische Neerpelt (waar hij woont) en Valkenswaard geliquideerd. Hij was een ‘grote jongen’ in de productie van en handel in xtc.