Op 5 augustus 1986 verdwijnt de 7-jarige Cheryl Morriën uit IJmuiden spoorloos. Er is nooit iets van haar teruggevonden. De politie gaat ervan uit dat ze een van de slachtoffertjes is van de in Nederland wonende Belgische seriemoordenaar Michel Stockx. Ze was sindsdien niet het laatste slachtoffer van een kindermoord, wel een van de weinige onopgeloste. De maatschappij is in de afgelopen dertig jaar nogal veranderd. Daders en slachtoffers hebben mobieltjes en op autowegen, in winkelstraten en bij tal van bedrijven en particulieren hangen camera’s. Zou ‘een Cheryl’ nu ook nog zo onopgemerkt kunnen verdwijnen, onder de overal toeziende ogen van Grote Broer?
“Stel dat we het Nederland van 2017 op augustus 1986 konden plakken…” In de zomer van 2017 schrijft misdaadverslaggever Jens Olde Kalter in een column in Panorama over de spoorloze verdwijning van Cheryl Morriën (7) uit IJmuiden.Op 5 augustus 1986, om elf uur ’s morgens, klopt Cheryl Morriën op de deur van haar vriendinnetje Lisa, die in de flat bij haar aan de overkant van de straat woont. Ze wil net als de dag ervoor samen spelen. Maar nu wordt er niet opengedaan. Een bewoonster van de flat van Lisa ziet de half-Indonesische Cheryl na het aanbellen aan de brievenbus klapperen. Zonder succes. Een paar uur later zit Cheryl volgens een andere buurtbewoonster op de achterbank van een groene Lada-stationwagen. Het is het laatste dat van haar wordt gezien. Cheryl is nooit teruggevonden. Jens: “De zaak greep mij destijds enorm aan omdat het om een leeftijdsgenootje ging en ik me regelmatig in de duinen of op het strand van IJmuiden vermaakte. De voorpagina’s van de kranten werden wekenlang gedomineerd door het vrolijk lachende gezicht van de vermiste Cheryl, die waarschijnlijk door een vreemde man of mannen was meegenomen.”
Nederland hangt tegenwoordig vol camera’s en tien miljoen mensen hebben een camera op zak. Jens: “Stel dat we het Nederland van augustus 1986 konden plakken. De recherche zou direct kunnen zien of Michel S. wel of niet op een relevant tijdstip in de buurt van het huis van Cheryl was geweest. Had hij voorverkenningen gedaan? Hoe bewoog zijn telefoon in die dagen? En zijn auto? Waar had hij gepind? Waren er buurtbewoners met camera’s aan hun deur, of bedrijven die beelden konden afstaan? Of kwamen er andere mensen in beeld, die daar in een groene Lada- station reden?”
Wie was Michel Stockx en hoe pleegde hij zijn misdrijven? Daarvoor gaan we terug naar december 1991. Een straatje in het centrum van Lochristi, bij Gent. De kleine huizen staan dicht tegen elkaar. We kloppen aan bij het geboortehuis van Michel Stockx. Zijn ouders wonen er nog. Vader is gehandicapt. Hij ligt op bed en zwijgt; moeder huilt. Met horten en stoten vertelt ze over haar moeilijke zoon. Geboren op 17 januari 1942. Er zijn twee dochters en nog een zoon. Met de andere kinderen: nooit iets mee aan de hand, maar hij… Als de bejaarde ouders praten over hun kind dat kort daarvoor in Nederland is ontmaskerd als seriemoordenaar weigeren ze consequent zijn naam te noemen.
De moeder: “Hij is op een gegeven moment uit België vertrokken, dat was in 1976. Daarna hebben wij hem bijna nooit meer gezien. Wij wilden dat ook niet, wij voelden ons beschaamd. Toen hij trouwde zijn we ook niet op de bruiloft geweest. Zijn vrouw is hier na hun huwelijk een keer geweest, omdat zij dat wilde. En ze schreef ons een brief toen hij weer binnen zat, in 1981. Hij kwam niet op de bruiloften van zijn twee zussen en zijn broer. Hij kwam ook niet toen wij vorig jaar vijftig jaar getrouwd waren. Alleen afgelopen zomer, 21 juli, de nationale feestdag in België, stond hij plotsklaps voor onze deur. Hij vroeg of hij even binnen mocht komen. En je eigen kind laat je dan toch niet buiten staan? Hij heeft hier een paar uur gezeten. Hij vertelde dat hij net uit Italië kwam, maar misschien was dat wel gelogen. We weten het niet, meneer. Een paar weken terug belde de commissaris van Gent plotseling. Hij wilde langskomen met twee mensen van uw politie in Hoorn. Toen hoorden wij het verschrikkelijke nieuws.”
De vader die tot dan toe gezwegen heeft zegt: “Alle spullen die we nog van hem hadden heb ik verbrand. Voor mij bestaat hij allang niet meer.”
21 juli 1991. Wat de ouders toen niet wisten is dat hun zoon op dat moment al het bloed van minstens twee kinderen aan zijn handen heeft. Precies een week later zal hij opnieuw toeslaan. Het bezoek aan het ouderlijk huis heeft niet geholpen. Een zoon als seriemoordenaar: waar is het fout gegaan? In een psychiatrisch rapport staat dat de vader een zwakke persoonlijkheid heeft en agressief gedrag vertoont en dat de kleine Michel zich van hem afwendt: moeder en zoon trekken naar elkaar toe. Vanaf zijn veertiende komt Michel in aanraking met justitie vanwege ontucht met kinderen. Later blijkt dat hij zelf door een of meer priesters seksueel is misbruikt. Wanneer en hoe vaak is niet bekend. In 1976 trouwt hij met de Nederlandse Patty D.; ze krijgen één kind.
Op het eerste gezicht leidt Stockx een normaal leven. Hij werkt als vrachtwagenchauffeur bij een transportbedrijf in Nederland. Hij maakt vaak lange ritten naar het Oostblok en naar Italië. Thuis is hij een goedmoedige, vlot babbelende huisvader. In 1981 verandert zijn leven drastisch. Hij wordt gearresteerd voor acht ontuchtzaken. Voor twee daarvan (één met een jongen, één met een meisje) wordt hij door de Zwolse rechtbank veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf en tbr. Echtgenote Patty verlaat hem – op advies van de psychiater – bijna onmiddellijk met hun dan driejarige dochtertje. Hij weigert van begin af aan de hem in de Van Mesdagkliniek voorgestelde psychotherapie. Hij krijgt een vaste begeleider toegewezen die geacht wordt hem te geven wat hij in zijn vroege jeugd ontbeerde: liefde, genegenheid en een luisterend oor. Het moet het gevoel van eigenwaarde terugbrengen.
Hoewel Stockx de therapie links laat liggen constateert zijn vaste begeleider in de loop der jaren toch persoonlijkheidsverandering: hij uit zich beter, heeft goed contact met mededelinquenten en personeel. In 1985 mag hij voor de eerste keer met begeleid verlof. Hij gedraagt zich voorbeeldig. In mei 1986 mag hij voor de eerste maal op onbegeleid verlof. Die dag keert hij niet terug naar de kliniek, waar men zich geen ernstige zorgen maakt. Volgens de standaardprocedure wordt binnen twaalf uur de politie ingelicht, die hem op de telex zet, waarbij vermeld wordt dat de man onder behandeling was wegens het plegen van seksuele delicten. Daar wordt verder niets mee gedaan. Stockx meldt zich weer bij zijn vroegere baas en gaat aan het werk.
In het Asser uitgaansleven ontmoet hij Hermien* uit Smilde. Als op 5 augustus 1986 in IJmuiden de vijfjarige Cheryl Morriën op klaarlichte dag verdwijnt is hij nog altijd op vrije voeten. Eind augustus 1986 wordt hij, min of meer bij toeval, aangehouden en weer teruggebracht naar de Van Mesdagkliniek. Niemand maakt zich zorgen. Stockx is een modelpatiënt. In april 1987 adviseren de psychiaters verlenging van de tbs met één jaar.
De rechtbank in Zwolle vat dit op als signaal dat hij niet meer gevaarlijk is laat hem begin mei vrij. Hij gaat met Hermien wonen in een flat op zeshoog aan de Maria in Campislaan in Assen. Een kleine woonkamer en drie kleine slaapkamertjes. Hier speelt zich een op het oog normaal huwelijksleven af. Hermien is een gereformeerde weduwvrouw van in de veertig wier man een aantal jaren eerder aan kanker overleden is. Ze heeft drie kinderen maar die wonen niet bij haar. Stockx werkt weer als internationaal vrachtwagenchauffeur. Hermien wil graag dat hij minder lang van huis is. Ze kent Albert Strijk nog van school; hij heeft een veetransportbedrijf in het Drentse Yde en als die een chauffeur zoekt belt ze hem. Stockx komt op Strijk over als een aardige man: “Hij wilde graag bij mij komen werken, omdat hij in zijn huidige baan soms vier tot zes weken van huis was. Hij is toen eerst op contract gaan rijden. Dat ging prima en later heb ik hem in vaste dienst genomen.”
Stockx gedraagt zich zoals ze dat bij de kliniek graag zien, na tbr: werk, een eigen huis en een vaste relatie. Voor de buitenwereld leidt hij een normaal leven, zijn ware aard houdt hij al die jaren in de kliniek en ook daarna goed verborgen. Hij is wat ze in de psychiatrie noemen: een patiënt die zich structureel heeft weten af te schermen en in staat is zijn omgeving, inclusief zijn psychiaters, een rad voor de ogen te draaien. Psychiater dr. H.J.C. van Marle, oud-directeur van de Van Mesdagkliniek in Groningen en het Pieter Baan Centrum in Utrecht: “Alleen in tijden van grote stress komt de ware aard weer boven. Bij een geslaagde behandeling is de afweerstructuur van zo’n patiënt zo sterk dat er niet opnieuw een delict gepleegd wordt.”
Bij Stockx is die afweerstructuur niet sterk genoeg. Zeer waarschijnlijk is het tijdens het eerste onbegeleide proefverlof in 1986 al misgegaan, met Cheryl Morriën in IJmuiden. Op 22 juli 1989 maakt hij op de terugweg van een rit naar Italië een tussenstop in Mainz, waar hij in het zwembad contact legt met Marco Weisser (12) uit Wiesbaden. Een dag later wordt de jongen dood gevonden op een parkeerplaats langs de autobaan bij Paderborn.
Op 15 augustus 1990 lokt hij Salim Thattil(9) uit Neustadt mee. Na een lange rit dumpt hij diens lijkje in het struikgewas bij parkeerplaats Rivierduin langs de A6 bij Lelystad, waar het een dag later door een automobilist wordt aangetroffen. Pas vier dagen later weet de politie de identiteit van het gruwelijk toegetakelde kind te achterhalen. In januari 1991 wordt de moord op Salim bij Opsporing Verzocht behandeld, zonder direct resultaat. Nog altijd is er niemand die aan Stockx denkt. Of het moet vriendin Hermien zijn: ze kan niet langer tegen de spanning die in de relatie geslopen is en gaat weer in Smilde wonen.
Op zaterdag 27 juli pikt Stockx Jessica Laven (11) uit Hoorn op bij het zwembad in Zwaag. Vier dagen later vinden twee Duitse lifters ’s avonds langs de weg bij Klein Ulsda in Groningen haar lijkje; ze is gewurgd. Pas ruim vijf uur later weet de politie zeker dat het om Jessica gaat.
Op basis van getuigen die een verdachte man in het zwembad in Zwaag hebben gezien, komt Stockx in beeld. In oktober wordt hij aangehouden en dan komt ook de zaak van Salim Thattil naar voren. Uit de rittenlijst is op te maken dat Stockx in augustus 1990 met zijn vrachtwagen in Neustadt is geweest, ook op de dag dat Salim daar verdween. Ook het dossier van Marco Weisser ligt op tafel. Als de recherche aan de hand van de rittenlijst aantoont dat hij op de plaatsen delict is geweest, legt hij op 26 november een bekentenis af. “In de nacht nadat hij de moorden bekend had, belde hij ons op,” zegt Grietje Strijk-Kramer, de vrouw van Albert Strijk. “Ik vroeg meteen: ‘Je hebt het toch niet gedaan, hè?’ Hij zei: ‘Ja, ik heb drie kinderen vermoord. Ik heb Jessica op die zaterdag tot elf uur ‘s avonds bij me gehad. Ik heb haar ontvoerd en vermoord.’”
In juni 1992 is het proces in Alkmaar. De ouders van Jessica Laven zijn aanwezig, de ouders van de Duitse kinderen niet. Ze hebben laten weten dit niet aan te kunnen. Stockx is klein en gezet; hij heeft kleine, wat fletse ogen en zijn dunne zwarte haren zijn over zijn kalende schedel strak achterover geplakt. De aanblik van de man die haar kind heeft gedood, is moeder Laven te veel. Ze huilt. Het is duidelijk dat Stockx niet het achterste van zijn tong laat zien: hij heeft alleen bekend wat al bewezen was.
De politie heeft hem flink doorgezaagd over Cheryl Morriën uit IJmuiden, die in augustus 1986 spoorloos verdween. Toen hij verlof had. De rechter: “Toen ik de stukken las, dacht ik: ‘Ik vraag het hem straks rechtstreeks. Het klinkt misschien vreemd, maar u zou nog een goede daad kunnen verrichten door op dit moment eerlijk te vertellen of u dat gedaan hebt of niet. Ook ten opzichte van die ouders zou u die goede daad doen. Doet u die ouders en mij nu dit plezier.”
Het is een poosje stil.
Dan klinkt het: “Ik blijf bij mijn verklaring.”
Op 18 september 2001, terwijl de hele wereld in de ban is van nine-eleven, is Michel Stockx in de werkplaats van de gevangenis in Scheveningen bezig met arbeidstherapie. Hij stoot een fles terpentine om, raakt in paniek en stoot een tl-buis stuk waardoor kortsluiting ontstaat. Getuigen zien hoe hij in een mum van tijd in lichterlaaie staat. Hij wordt nog vervoerd naar het brandwondencentrum in Beverwijk, maar hij overlijdt. De politie concludeert dat er geen sprake is van een misdrijf, maar van ‘pech in het kwadraat’. In de loop der jaren claimt menig crimineel dat hij er de hand in heeft gehad. Stockx wordt begraven op een plek die geheim wordt gehouden. Bij de begrafenis zijn maar drie mensen aanwezig: zijn zus, zijn advocaat en een gevangenispastor. Hij is 59 jaar geworden.
CHERYL: HAD ZE IN 2017 OOK ZO KUNNEN VERDWIJNEN?
Is een spoorloze verdwijning als die van Chery in 2017 ook mogelijk? In juni 2017 worden er binnen enkele dagen twee meisjes van veertien jaar vermoord. Romy Nieuwburg in Hoevelaken, Savannah Dekker in Bunschoten. Beide zaken worden snel opgelost. Het lichaam van Romy wordt op de dag van de verdwijning al gevonden, het lichaam van Savannah na drie dagen. In beide gevallen zijn het de gegevens van mobieltjes en van hun contacten via social media die naar de verdachten leiden. Ook zijn er beelden van bewakingscamera’s die als bewijs kunnen dienen.
Op de dag dat Cheryl verdween, woonde Michel Stockx in Assen. Als hij in de vrachtwagen reed, hield de tachograaf het een en ander bij. Maar hij maakte voor de moord op Jessica Laven gebruik van zijn personenauto. Daarmee reed hij van Assen naar Hoorn. Hij was gewend grote afstanden te rijden, ook met de personenauto. Richting Noord-Holland. Het is bepaald niet ondenkbaar dat hij tamelijk ongericht op jacht is gegaan naar een kind dat hij gemakkelijk zou kunnen meenemen. Cheryl liep waarschijnlijk enige tijd alleen op straat.
Of zij – in 2017 – een mobieltje bij zich zou hebben gehad, is niet te zeggen, niet alle kinderen van zeven hebben dat. Maar Stockx zou zeker een mobiel hebben gehad en aan de hand daarvan had hij net zo gemakkelijk zijn onschuld kunnen aantonen als de recherche zijn schuld. Als hij de hele dag zijn telefoon uit had staan, had hij iets uit te leggen. Hij kan onmogelijk van Assen naar IJmuiden zijn gereden zonder dat zijn auto op camera’s was vastgelegd. Er hangen boven de Nederlandse snelwegen in totaal zo’n 2000 camera’s die elke passerende auto vastleggen en waarvan de beelden later kunnen worden opgevraagd. Daarnaast zijn er bij tal van bedrijven en particulieren camera’s die van alles registreren.
Een kind spoorloos ontvoeren op de manier zoals het in 1986 ging, is tegenwoordig vrijwel onmogelijk. Door alle nieuwe technieken is het een stuk gemakkelijker geworden een verdachte te achterhalen. Of daarmee misbruik en moord worden voorkomen, is een ander verhaal, de kans dat een verdachte de dans ontspringt is een stuk kleiner dan dertig jaar geleden. Bovendien was er een grotere kans geweest het lichaam van Cheryl te vinden. En mede dankzij al deze technieken en het feit dat is nagenoeg onmogelijk is zo’n delict te plegen zonder dna-sporen achter te laten, zou voor potentiële moordenaars een reden kunnen zijn zich extra te bedenken voor ze toe gaan slaan. Maar dat is onmogelijk in een statistiek onder te brengen.