In een laatste poging de lustmoord op Milica van Doorn (19) uit 1992 op te lossen, gaat de politie Noord-Holland 133 Turkse Zaandammers vragen dna af te staan. Het gaat om een dna-verwantschapsonderzoek. In het pinksterweekend van 7 juni 1992 was Milica na afloop van een feestje na middernacht lopend naar huis gegaan omdat er geen bus reed. Toen moet ze een man zijn tegengekomen, die van de gelegenheid misbruik maakte. De volgende dag vond pastoor Jan Broersen van de St. Jozefkerk Milica’s dode lichaam in de vijver naast de kerk.
Het leven lachte de mooie blonde Milica van Doorn toe, aan het begin van de zomer van 1992. Ze was net klaar met de laatste havo-examens. Een heel leven voor zich. Op Eerste Pinksterdag is er ’s avonds een verjaardagsfeestje met vrienden en vriendinnen aan de Fluitekruidweg. Het is niet heel ver van haar ouderlijk huis, maar wel te ver op ’s nachts alleen te lopen. Dat hoeft ook niet: dichtbij is een bushalte en als ze de laatste bus neemt is ze zo thuis. “Hoe laat gaat de laatste bus?” had ze tegen twaalven gevraagd. “Om vier over twaalf”, had iemand gezegd. “Dan ga ik” riep ze. Ze was nog net op tijd voor buslijn 63 die haar naar het centrum van de stad zou brengen en vandaar was het nog een klein eindje naar haar ouderlijk huis.
Milica had twee zusjes en ze woonde nog thuis, maar ze bleef wel geregeld bij vriendinnen overnachten. Vandaar dat haar ouders niet meteen alarm sloegen toen Milica op maandagochtend niet in haar bed lag.
Waar ging het mis? Wat de bezoekers van het verjaardagsfeestje zich niet realiseerden, was dat er op deze eerste Pinksterdag ’s nachts om die tijd geen bus meer reed. Milica moet even vergeefs hebben gewacht en toen hebben besloten dan maar lopend naar huis te gaan. Een paar honderd meter voorbij de bushalte wordt ze nog gezien door een echtpaar, als ze langs een telefooncel aan de Fluitekruidweg loopt. Daarna ontbreekt elk spoor.
Op Pinkstermaandag 1992 is pastoor Jan Broersen van de St. Jozefparochie in Zaandam vroeg op. Hij maakt een korte wandeling naar de kerk aan de Veldbloemenweg en ziet tot zijn schrik in de vijver naast de kerk een lichaam drijven. Hij belt de politie. Het is dan zes minuten voor negen. Nog vóór negen uur is de recherche ter plaatse en nog diezelfde ochtend slaat de wanhoop en het verdriet toe bij de familie Van Doorn: het is hun 19-jarige dochter Milica die in de nacht van zondag op maandag is vermoord.
Uit het onderzoek blijkt al snel dat Milica vermoedelijk niet is gedood op de plek waar ze is gevonden: de dader heeft haar door de bosschages hierheen gesleept en haar lichaam toegedekt met wat rietstengels. Het lijkt erop dat Milica een ‘willekeurig’ slachtoffer was: ze was op het verkeerde moment op de verkeerde plek.
In de buurt waar Milica vermoedelijk verdween, het Kogerveld, was het die nacht bepaald niet rustig. Er was behoorlijk veel auto- en fietsverkeer, er hingen jongeren rond, veel buurtbewoners herinneren zich later dat ze gegil hebben gehoord. Maar dat was op verschillende plekken en verschillende tijdstippen, er was geen duidelijke link te leggen naar Milica. Het lijkt erop dat ze, toen ze alleen op straat liep, is aangesproken door een man die haar een lift heeft aangeboden. De kans dat ze vrijwillig mee is gegaan, is erg klein, vermoedelijk is ze met geweld in een auto getrokken. Uit de sporen bleek meteen al dat er sprake was van een seksueel misdrijf. Milica was gedeeltelijk ontkleed toen ze werd gevonden, haar kleren waren met geweld uitgetrokken. Uit de sporen blijkt ook dat Milica als een tijgerin moet hebben gevochten voor haar leven, maar tegen een volwassen man met een mes was ze niet opgewassen. Haar moordenaar kan onmogelijk helemaal ongeschonden uit dit gevecht zijn gekomen. Als hij een vriendin of vrouw had die hij ’s nachts nog onder ogen moest komen, moet die zeker iets hebben kunnen merken.
Het is direct duidelijk dat het om een lustmoord gaat. Er werden spermaresten aangetroffen. De politie kon niet meteen met zekerheid zeggen dat dit van verkrachting afkomstig was: in theorie had het kunnen zijn van een vrijwillig seksueel contact in de voorgaande 24 uur, maar in de loop van het onderzoek werd duidelijk dat die kans vrijwel te verwaarlozen was.
Er is in eerste instantie één belangrijke getuige die mogelijk iets interessants heeft gezien: een conducteur loopt die nacht om vijf over twee van het station naar huis en passeert de ingang van de kerk. Daar heeft het lichaam van Milica enige tijd gelegen, zo blijkt uit het onderzoek. Vermoedelijk is ze daar uit een auto gehaald en even neergelegd, terwijl de dader op zoek ging naar een plek om haar weg te werken en mogelijk wat rietstengels te plukken. De auto zal hij even hebben weggezet. Het is aardedonker, maar de conducteur ziet in de struiken bij de kerk twee donkere gestalten. Hij denkt dat het een vrijend paartje is, maar als hij in de krant leest over de moord meldt hij zich. Waren het Milica’s moordenaars? In elk geval hebben de twee zich nooit bij de politie gemeld.
Het kan een dwaalspoor zijn: het ligt meer voor de hand dat deze moord een misdrijf van één persoon is geweest, er zijn geen aanwijzingen dat er meer mensen bij betrokken waren.
Een ander spoor dat wordt onderzocht is dat van een man met wie Milica een week voor de moord ruzie had gehad. Dit gebeurde op een hoek van de P.L. Takstraat in Zaandam. Ook probeerde men de identiteit te achterhalen van de man die gezien is vlakbij de flat waar het verjaardagsfeestje was. Hij reed die avond op een fiets met een witte plastic tas aan zijn stuur en was aan het fluiten. Of die getuigen en personen allemaal gehoord en gevonden zijn is niet duidelijk, maar het heeft in elk geval niet tot een oplossing geleid.
Na de verkrachting is Milica met een mes doodgestoken. Doelbewust, op vitale plekken. Waarschijnlijk om herkenning te voorkomen. Ze moet veel bloed hebben verloren, maar het is nog altijd een raadsel wáár: de plek van de moord is nooit gevonden. Het kan in een auto zijn geweest, in een woning of ergens buiten. In elk geval niet op de plek waar ze is gevonden: daar werd vrijwel geen bloed aangetroffen. Dichtbij de vijver zat wel wat bloed op de tegels. Vermoedelijk op de plek waar ze uit de auto is gehaald. Daar lag ook een van haar schoenen. Het was de inmiddels 86-jarige oud-pastroor Jan Broersen die de schoen en het bloed zag. En even later het lichaam van Milica, drijvend in het water van de vijver. Ze lag op haar rug, een paar meter van de kant. Milica was nog niet als vermist opgegeven, maar aan de hand van de identiteitskaart in haar handtas kon de politie haar snel identificeren. En de onheilstijding overbrengen aan de familie.
Maar waarom werd Milica in de vijver bij de kerk gegooid? Het moet heel wat moeite hebben gekost haar lichaam daarheen te krijgen: een auto kon er niet dichtbij komen. Het is een van de grote raadsels uit het onderzoek: waarom was er gekozen voor zo’n ingewikkelde dumpplek? Als je een auto hebt, zijn er in de buurt tal van plekken waar je een lichaam veel gemakkelijker in het water kunt dumpen.
Onduidelijk is wanneer Milica precies is overleden: het kan vrij kort na haar verdwijning, om kwart over twaalf, zijn geweest, maar ook verscheidene uren later. Doordat haar lichaam in het water had gelegen kon het tijdstip van overlijden niet worden vastgesteld aan de hand van de afgekoelde lichaamstemperatuur.
Een van de belangrijkste sporen die naar de dader zou moeten leiden, lijkt het ontbreken van één van Milica’s schoenen. Via pamfletten en Opsporing Verzocht wordt een intensieve zoekactie opgezet, maar het blijkt een dood spoor: de schoen heeft al die tijd gewoon op het dak van de kerk gelegen, waar de dader hem waarschijnlijk uit balorigheid of ‘zomaar’ heeft opgegooid: een dakdekker vindt de schoen toevallig een half jaar na de moord. Als er al andere sporen zijn geweest op het dak van de kerk, dan waren die door weer en wind allang gewist.
In het begin van het onderzoek hield de politie uiteraard alle opties open en zette men breed in. Alle relaties van Milica werden onderzocht. Hoewel niets daarop wees moest men toch rekening houden met de mogelijkheid dat Milica die avond nog had afgesproken met iemand. Alle aanwezigen op het feestje werden stevig ondervraagd en mochten blij zijn als ze een sluitend alibi hadden. Het leverde niets op. Er werd een zeer uitgebreid buurtonderzoek gehouden, waarbij tal van getuigen werden gehoord. Dat leverde veel informatie op, maar in feite niet veel concreets. Zo waren er getuigen die meenden dat ze Milica nog hadden gezien op die fatale avond en er waren mensen die meenden dat ze ‘s nacht bij de kerk geschreeuw hadden gehoord. Een van de aandachtspunten was een groep Turkse Zaandammers die eerder prostituees had verkracht en mishandeld, maar ook hier kwam niets uit.
In een getuigenverklaring werd indertijd gesproken over een Turks uitziende man die de avond van de moord fietste in de richting van de plek waar later Milica’s lichaam is gevonden. Toch is dat niet de reden dat er specifiek wordt gezocht naar Turkse mannen: dat heeft te maken met de gegevens uit het dna-spoor, die wijzen op een dader met Turkse voorouders. Er is geen duidelijk scenario voor een dader die op de fiets was.
De analisten gaan ervan uit dat de dader een man van Turkse achtergrond moet zijn, die in 1992 waarschijnlijk in de wijk Kogerveld woonde en die in 1992 tussen de 16 en de 30 jaar was. De belangrijkste gegevens voor deze leeftijdsindeling komen uit het dna-onderzoek: in analyses op basis van ervaringscijfers wordt in daderprofielen meestal uitgegaan van mannen tussen de achttien en vijfenveertig jaar.
Bijna tweehonderd mannen stonden al vrijwillig wangslijm af voor gewoon dna-onderzoek, maar dat leverde niets op. In april 2012 werd dna-verwantschapsonderzoek mogelijk door aanpassing van de wet. In april 2016 werd voor het onderzoek in de zaak van Milica het groene licht gegeven, maar toen kwam er op uiterst verrassende wijze een kink in de kabel. Terwijl er al meer dan twintig jaar geen serieuze tips meer waren binnengekomen, kwam er in juni 2016 ineens een concrete tip waarin de namen van twee Turkse mannen werden genoemd.
Het leek een schot in de roos: beiden verbleven in de periode van de moord op Milica in Zaandam en waren kort daarna vertrokken. Het betekende wel dat het dna-verwantschapsonderzoek voorlopig werd stopgezet: eerst moest worden onderzocht of deze twee mannen er iets mee te maken hadden. Dat viel nog niet mee: ze bleken in Turkije te verblijven en het duurde ruim een jaar voor ze waren getraceerd en alle handelingen waren verricht die noodzakelijk waren. Er bleek geen match en het stilgezette verwantschapsonderzoek kon worden voortgezet.
Dat heeft heel wat voeten in de aarde. Er zijn deskundigen ingeschakeld op het gebied van de Turkse cultuur en sleutelfiguren uit de Turkse gemeenschap in Zaandam zijn benaderd. De dna-afname is op basis van vrijwilligheid. Er zijn in totaal 133 mannen van Turkse afkomst geselecteerd, die in de tweede week van november 2017 een brief kregen met het verzoek om dna af te staan. Ze krijgen allemaal voorafgaande aan de afname bezoek van een forensische en een tactische rechercheur, eventueel bijgestaan door een tolk.
De afname is vrijwillig. Bij een rechtstreekse match is de verdachte meteen in zicht, maar die kans is niet al te groot. De hoop is vooral gericht op een match met iemand uit de familie. Als er geen enkele match wordt gevonden, is het over en uit.
PROFIEL VAN DE MOORDENAAR
Carlo Schippers volgde bij de FBI in de Verenigde Staten een opleiding tot ‘profiler’: aan de hand van de sporen en de manier waarop de dader te werk is gegaan, schetste hij een profiel van de moordenaar van Milica. Dit is vooral gebaseerd op ervaringen met vergelijkbare zaken. Volgens Schippers is Milica het willekeurig slachtoffer van een gefrustreerde man met veel woede tegen vrouwen in het algemeen: ze was op het verkeerde moment op de verkeerde plek. Misschien heeft hij haar heel kort aangesproken, maar vermoedelijk direct daarna al hardhandig vastgepakt en met zijn mes bedreigd. Als Milica zich verzet, begint te schreeuwen en te vechten, verwondt hij haar mondhoek met zijn mes. Ze valt op de grond, op de stoep waar de volgende dag een plas bloed wordt aangetroffen. Dan slaat hij haar hard met haar hoofd tegen de stoeptegels, waardoor ze een forse bloeduitstorting bij haar slaap oploopt. Bij dit gevecht verliest Milica haar schoenen. De man sleept haar door het gras naar de bosjes. Dit sleepspoor wordt de volgende dag gevonden. Omdat de man bang is om te worden betrapt trekt hij in grote haast Milica’s broek uit en gooit die tegelijk met haar make-uptasje weg. Hij doet geen moeite haar bovenlichaam te ontkleden, hij is alleen geïnteresseerd in seks met het vermoedelijk bewusteloze meisje. Hij trekt haar slipje naar beneden en verkracht haar. Daarna realiseert hij zich vermoedelijk dat Milica hem zal herkennen en besluit hij haar mes zijn mes om te brengen. Volgens Schippers is hij daar zeer bedreven in. Dan trekt hij haar lichaam in het water van de vijver om het provisorisch te verstoppen. Hij buigt er wat riet overheen om snelle ontdekking te voorkomen en gaat zo snel mogelijk naar huis.
De eerste weken houdt hij zich rustig. Misschien meldt hij zich ziek, om verder niemand te hoeven zien.
Volgens Schippers gaat het om een man met een opvliegend karakter, een macho, die slecht tegen kritiek kan, egoïstisch is, weinig vrienden heeft en vriendinnen slecht behandelt. Waarschijnlijk had hij voor de moord drank of drugs gebruikt. Vermoedelijk gaat het om een blanke man die toen tussen de 18 en 25 was, nu dus midden 30 tot 40.
Het grootste verschil tussen de ‘aannames’ van de politie en die van Schippers is dat de politie denkt dat Milica met een auto is vervoerd en elders is verkracht en vermoord, terwijl het volgens Schippers allemaal in de directe omgeving van de vindplaats is gebeurd.
MARIANNE VAATSTRA, NICKY VERSTAPPEN
Als er in het verwantschapsonderzoek naar de moordenaar van Milica van Doorn een match wordt gevonden, kan het nog maanden duren voor de verdachte in beeld komt: dat vergt een uitgebreid en ingewikkeld stamboomonderzoek.
Het bekendste dna-verwantschapsonderzoek in Nederland is geweest in de zaak van Marianne Vaatstra. Die leidde tot de ontmaskering van boer Jasper S., die tot dan toe nog helemaal niet als potentiële verdachte in beeld was geweest. Een ander groot dna-verwantschapsonderzoek staat in de steigers: om de verdachte van betrokkenheid bij de dood van Nicky Verstappen in Brunssum te achterhalen. Het verschil tussen deze twee zaken en die in Zaandam is dat de andere gericht zijn op een autochtone verdachte. De families in deze doelgroep wonen vaak al tientallen of zelfs honderden jaren in hetzelfde gebied. In Zaandam gaat het om de achtergrond van een allochtone verdachte en dat maakt de kans op een match tussen het beschikbare dna-spoor en de dader of een familielid een stuk kleiner.