Op donderdag 9 november werd in de Waalse gemeente Borgworm de 21-jarige Sébastien beschoten toen hij aan het joggen was. Hij liep ’s avonds rond tien uur langs een tennisveld toen hij een klap in zijn nek voelde. Hij dook weg, legde de hand in zijn nek en voelde bloed. Hij zag de schutter instappen in een voorbijrijdende wagen. In het ziekenhuis bleek hij te zijn geraakt door een kogel. Hij raakte gewond, maar niet dodelijk. Een kwestie van centimeters.
Het heeft geen schijn van een doelgerichte liquidatie, eerder van ‘killing for fun’. Het doet denken aan een voorval uit 2006, dat ernstiger afliep. Op 11 augustus van dat jaar werd de 38-jarige Ann Bourgoin uit Antwerpen beschoten toen ze ’s morgens naar haar werk fietste. Op een druk fietspad in de buurt van het Sportpaleis in Antwerpen werd ze doodgeschoten. Er moet een fietser achter haar hebben gereden die haar zomaar in de rug schoot. De kogel drong haar lichaam binnen, ze viel in de berm. Aanvankelijk dacht men dat ze een natuurlijke dood was gestorven, pas drie dagen later werd bij de autopsie de kogel ontdekt. Een huiveringwekkende moord, waarbij de politie nog altijd volledig in het duister tast.
Het Ringfietspad bij het Sportpaleis in Deurne loopt op enkele tientallen meters afstand van de drukke Ringweg door Antwerpen. Iedereen die wel eens door Antwerpen komt, kent dat grote groene Sportpaleis. Het fietspad loopt door een open ruimte, er zijn nergens bosjes of obstakels waarachter iemand zich kan verschuilen. Als de 38-jarige Ann Bourgoin, moeder van twee kinderen, op die vrijdagochtend in augustus hier zoals gewoonlijk langsfietst op weg naar haar werk in het havenkwartier, valt dan ook niemand iets bijzonders op. En als ze omvalt met haar fiets en in het gras van de berm belandt, is er niemand die een verdacht persoon in de buurt heeft gezien. Dat is dan ook de reden dat het lang duurt voordat doordringt wat er is gebeurd: Ann Bourgoin is gewoonweg doodgeschoten. Om acht uur ’s morgens, op klaarlichte dag.
De moord is gepleegd met een .22 kogel. Een licht kaliber, dat met een vuurwapen kan zijn afgeschoten, maar er zijn ook knutselaars die zelf een wapen kunnen maken waarmee ze zo’n projectiel kunnen afschieten. Over het algemeen worden kogels van dit kaliber afgevuurd door long rifles en karabijnen die vaak gebruikt worden door sportschutters. Aangezien niemand iets opvallends heeft gezien, is het waarschijnlijk dat het om een wapen gaat waar een deel van de loop is afgezaagd.
Niemand heeft een schot gehoord. Aanvankelijk is de doodsoorzaak dan ook een raadsel. Pas als er op maandag een uitvoerige lijkschouwing wordt gedaan, blijkt dat er in de hartstreek een kogeltje zit. Het kleine projectiel is aan de achterkant haar rug binnengedrongen en heeft daar een miniem wondje veroorzaakt. De kogel is op een fatale plek in de borstholte achtergebleven.
Niemand kan een verklaring bedenken waarom iemand dit zou doen, het moet een sluipschutter zijn geweest die voor zijn plezier een willekeurige fietster heeft doodgeschoten. Het enige opvallende aan het slachtoffer was dat ze een vrij fel gekleurde rode jas droeg, dat kán een reden zijn geweest om haar te kiezen, maar het kan ook zijn dat ze precies op het verkeerde moment op de verkeerde plek was: dat er op dit drukke fietspad net even niemand anders in het zicht was.
Als duidelijk is dat er een moord is gepleegd, houdt de federale recherche een ballistische reconstructie. De conclusie daaruit is dat het voor de hand ligt dat ze door een andere fietser, die achter haar reed, is neergeschoten. Er worden in de eerste dagen al ruim veertig mensen verhoord, deels als getuige, deels als verdachte.
Eén van de verdachten is een zeventienjarige jongen die enkele gewelddadige verkrachtingen en berovingen op zijn naam heeft. Hij staat bekend als ‘de kleine piraat’, maar de wapens die bij hem worden gevonden komen niet overeen met de kogel die Ann trof: hij had alleen alarmpistolen. Wel speelden alle vier verkrachtingen zich af in de buurt van de plek waar Ann Bourgoin werd gedood.
Een week na haar dood wordt Ann Bourgoin begraven. Ze was gelukkig getrouwd en moeder van twee kinderen, er is geen enkele aanwijzing dat er in de relationale sfeer iets aan de hand was en ook op haar werk had ze geen problemen. Ze werkte op de afdeling expeditie van de Katoen Natie, in de haven. Haar man werkte ook in de haven. Collega’s omschrijven haar als “de perfecte collega: vrolijk, sociaal, lief en vriendelijk. Ook bij de klanten kwam ze goed over.”
Ze werkte er sinds 2001. Twee weken geleden voor haar dood ze nog een personeelsuitje gehad: een dagje zeilen in Oostende. Omdat Ann altijd stipt om half negen op haar werk verscheen, maakten de collega’s zich die bewuste vrijdagochtend om negen uur al zorgen, vooral nadat haar man had gebeld om Ann iets te vragen en zij er niet was. Ze belden naar het ziekenhuis, maar daar was niemand binnengebracht. Uiteindelijk hoorden ze via de politie dat er iets gebeurd was, pas op maandag bleek dat ze was vermoord. Voor veel collega’s was Ann ook buiten het werk een goede vriendin.
Er waren ruim tweehonderd mensen aanwezig bij de crematie op de begraafplaats Ruggeveld in Deurne. Het was een sobere bijeenkomst, met veel intens verdrietige familieleden, vrienden en collega’s. Moeders van het oudercomité van basisschool in Deurne, waar een van de kinderen op school zit, omschreven haar als “een lieve, vrolijke meid die altijd voor iedereen klaarstond.”
De chef van haar werk hield ook een aangrijpende toespraak: “Collega’s hoopten die vrijdag dat je het kantoor zou binnenwandelen. Klanten hoopten dat je zou terugbellen. In gedachten zien we je door de gang stormen. Enthousiast en altijd goedgeluimd. Het bruisende eerste verdiep is niet meer wat het was. Stil en onvolledig.”
Om Ann te gedenken hadden de aanwezigen een witte roos meegebracht. De politie was ook nadrukkelijk aanwezig op de begraafplaats en fotografeerde zoveel mogelijk aanwezigen: er is altijd een kans dat de dader opduikt bij de begrafenis.
Dat het drie dagen duurde voor er een autopsie werd uitgevoerd, kwam de verantwoordelijken op kritiek te staan: voor het onderzoek was het van het grootste belang geweest meteen op de plaats delict te kunnen starten, nu duurde dat ruim drie dagen. Alle sporen waren uitgewist toen de moord aan het licht kwam, bovendien was het een stuk lastiger om getuigen te vinden.
Dat de hulpdiensten die het eerst ter plekke waren de kogel niet zagen, is volgens deskundigen niet zo vreemd: een kogel van het kaliber .22 is klein, heeft een diameter van iets meer dan een halve centimeter en weegt bijna niets. De kogelwond hoeft ook niet meteen zichtbaar te zijn, waardoor de ambulancemedewerkers op het eerste gezicht niets verdachts zagen. De huid kan zich in zo’n geval dichttrekken waardoor er vrijwel geen bloeduitstorting te zien was. Vandaar dat er in eerste instantie werd gedacht aan een natuurlijk overlijden.
De politie legde verband met een incident van een halfjaar eerder: toen kreeg een 38-jarige hotelportier niet ver van het fietspad waar Bourgoin werd neergeschoten een kogel in zijn arm. Volgens het slachtoffer zou een onbekende man ‘zomaar’ op hem hebben geschoten. Dat was in januari. De portier liep op straat toen hij werd ingehaald door een fietser. Een eindje verderop stopte de fietser en pakte hij zijn zakdoek. De portier liep hem voorbij, ineens hoort hij een harde knal voelt hij een enorme pijn in zijn onderarm. Hij beseft niet direct dat hij is beschoten.
Omdat het winter was, had hij twee jassen aan, die het bloeden enige tijd tegenhielden. In het ziekenhuis werd de kogel uit zijn arm gehaald. Deze was eveneens van een klein kaliber. Het verschil is dat de portier ’s avonds laat werd beschoten, Ann Bourgoin ’s morgens vroeg. Maar de incidenten leken te veel op elkaar om zomaar als toeval te worden afgedaan. Maar in geen van beide gevallen is ooit een dader gevonden.
Meer over de beschieting van jogger Sébastien staat hier