Maandag 5 februari begon het proces tegen Willem Holleeder (59). Het verslag van de ochtendzitting, waarin de officieren van justitie Sabine Tammes en Lars Stempher een betoog hielden, daarna advocaat Sander Janssen. Dat verslag staat hier
De middagsessie begon met het verhoren van Holleeder door rechter Frank Wieland. Dat gaat aan de hand van de handgeschreven verklaring, 127 pagina’s, die Holleeder eerder inleverde en waar lange tijd een embargo op rustte.
Dit is het eerste deel van het verhoor. Het vervolg komt later. Donderdag en vrijdag wordt dit verhoor voortgezet.
Rechter: vandaag gaan we in grote lijnen kijken naar wat er is. Naar uw verleden, hoe u in contact kwam met deze en gene, hioe het is verlopen. Het is een bijzondere zaak. In NRC stond: “De rechtszaak tegen De Neus is een langslepend familiedrama.” Vindt u dat ook?
Holleeder: Zeker niet.
Rechter: Die kleur is er weel bijgekomen door de verklaringen van uw zus.
Holleeder: Als ik daar wat op mag zeggen? Wat u leest, wordt zo gepresenteerd doordat Astrid die spelletjes in elkaar gezet heeft. In het boek heeft u kunnen lezen dat ik vanaf 1995 mijn familie heb geterroriseerd, mensen hebben geen leven gehad, ik heb ze afgeperst, Richie een pistool op het hoofd gezet, ik ben een beest. Het omgekeerde is waar. Ik heb samen met de advocaten vanaf 1995 tot 2006 alle tapgesprekken van mijn familie met mij op een rij gezet en u zal zien dat wat Astrid beweert, niet klopt. Ik heb alles voor mijn familie gedaan, ze op handen gedragen; Sonja heeft ook genoeg gedaan, ik heb ook altijd voor de familie klaargestaan. Het is echt een gotspe wat Astrid hier speelt, maar het maakt niet uit…
(Richie is de zoon van Cor van Hout en Sonja Holleeder)
Rechter: Het maakt wel uit. Voor u in ieder geval, we zullen daar nog uitgebreid bij stilstaan. “Willem Holleeder, van knuffelcrimineel tot monster,” las ik ergens. Als je kijkt naar uw zaak, tussen 2000 en 2014 zijn er meer dan twintig doden gevallen door liquidaties. Als ik probeer er doorheen te kijken, dan lijkt het of van al die mensen die u om u heen had, er bijna niemand meer over is.
Holleeder: Er zijn natuurlijk mensen overleden die ik goed ken, maar als je alles op een stapel gooit, kun je zeggen: het wijst jouw richting op, maar als jet het één voor één uit elkaar haalt is het een andere situatie.
Rechter: In de Volkskrant van oktober 2012 staat: “Dat moet voor die mensen een armzalig leven zijn. Waar ieder mens probeert normaal contact met een ander te maken, leven zij altijd met die schil van wantrouwen om zich heen.” Herkent u zichzelf daarin? Dat je in een wereld verzeild raakt waar mensen omvallen, worden geliquideerd, waar je alleen maar veilig bent als je over je schouder kijkt. Dat je heel eenzaam wordt en je je bij alle dingen afvraagt of er reden is voor wantrouwen? Van Mieremet wordt gezegd dat hij dacht dat er dat er in een vork afluisterapparatuur zat.
Holleeder: Nee, wat er wel is gebeurd, nadat Cor in de Deurloostraat was neergeschoten, dat wisten we van tevoren: er is heel veel veranderd. Ik ben mezelf gaan beveiligen, ik heb mijn Golf laten bepantseren, vanaf dat moment heb ik wel in pantserauto’s gereden. Ik heb me wel altijd beveiligd, dat is nooit meer weggegaan. Op een bepaald moment kwam Van Looyen (Amsterdamse rechercheur Jan van Looyen) met liquidatielijstjes bij iedereen langs. Hij kwam bij mij langs, bij Endstra. Ik ben niet paranoia, ik ben wel een nuchter denkend iemand.
Rechter: Destijds heeft u bij de rechter-commissaris een schriftelijke verklaring overgelegd. 127 bladzijden. Met als reden: “Ik vond het belangrijk om de achtergrond te schetsen vanaf de Heinekenontvoering in 1983. Bij de dames gaat het alleen om het geld, daarom is het belangrijk te vertellen over de herkomst van het geld.” U zegt: “In Goudsnip hebben de dames alles bij elkaar gelogen.” Het is een handgeschreven verklaring. Het is een aangenaam fenomeen, een verklarende verdachte. U vertelt over uw gezin. U bent de oudste; Sonja is twee jaar jonger, Gerard twee jaar jonger; Astrid is zeven jaar jonger. U veel contact met Sonja gehad, dat is een leeftijdskwestie?
Holleeder: Heb ik altijd gehad. Mijn broertje is een lieve jongen, rustig, Astrid was wel een beetje een probleem altijd, die maakte problemen met mijn moeder, daar had ik niet zoveel mee. Er zit zeven jaar tussen.
Rechter: Dat kan heel veel zijn. Over de Rem, Martin Erkamps, zegt u: “Als hij zich ergens mee bemoeide kwam er niks van terecht.” Hij zegt dat u dominant was in uw familie. U zegt: ik heb altijd mijn eigen leven geleid, gewerkt, iedereen heeft daarvan geprofiteerd.
Holleeder: Wat Rem betreft. Als er enige waarde aan wordt gehecht wat hij zegt, neem dan kennis van al zijn verklaringen, dan krijgt u zelf een beeld van wie Rem is.
Rechter: De Heinekenontvoering, 9 november 1983. Cor van Hout, u, Frans Meijer en Jan Boellaard hadden het al een aantal jaren in voorbereiding. Eerst met Martin Erkamps, om Heineken in Noordwijk te ontvoeren, maar diverse malen kwamen ze niet opdagen. Uiteindelijk blijkt het mogelijk hem op 9 november 1983 te ontvoeren.
Holleeder: Erkamps was daar niet bij betrokken.
Rechter: Het losgeld was 35 miljoen gulden. Dat woog 400 kilo
Holleeder: Boellaard heeft het uitgerekend. Die is timmerman. Die had blokkies gemaakt in het gewicht van het geld.
Rechter: Er was al snel een anonieme tip die leidde naar de daders. Naar de loods. Er zijn aanhoudingen geweest. Boellaard, Erkamps, en nog 25 anderen. Voornamelijk familieleden en kennissen van de hoofdverdachten. Grifhorst is aangehouden. Uw vader was er ook bij. U, Cor en Frans wisten te vluchten. U en Van Hout naar Parijs.
Holleeder: Klopt.
Rechter: In januari 1984 bent u in Parijs gearresteerd. Max Moszkowicz was uw advocaat. Er was geen uitleveringsverdrag voor dat delict. Erkamps en Boellaard werden voor hun aandeel veroordeeld tot elf en negen jaar cel. De zaak tegen Meijer werd vanwege een psychiatrisch onderzoek aangehouden. Hij is naar het Pieter Baan Centrum gestuurd, heeft daar ik dacht met een bureaustoel…
Holleeder: Een boenmachine.
Rechter: Een boormachine?
Holleeder: Een boenmachine.
Rechter: Er was reden om aan zijn verstandelijke vermogens te twijfelen? Was hij niet de man die zei: “Ik heb het losgeld verbrand op het strand.” Gelooft u dat?
Holleeder: Natuurlijk niet
Rechter: Dan moet je inderdaad wel hartstikke gek zijn (Holleeder lacht uitbundig). Ik dacht: misschien één briefje om een sigaar aan te steken. Hij is op 21 maart 1985 veroordeeld tot 12 jaar cel. Ook in hoger beroep. De straf van Erkamps werd teruggebracht tot acht jaar. U en van Hout hebben geen verklaring afgelegd, ook niet bij de recherche. Op 18 februari 1987 bent u veroordeeld tot 11 jaar cel. U bent niet in hoger beroep gegaan, in januari 1992 kwam u vrij. Op 17 januari werd dat gevierd in het Marriott met een groot feest. Wie had dat betaald?
Holleeder: Rob Grifhorst, van het geld van de ontvoering. Daar heb ik over geschreven.
Rechter: Wat speelde de band bij uw binnenkomst?
Holleeder: Wat ze zeggen dat klopt. Heerlijk helder Heineken.
Rechter: Was dat niet cynisch?
Holleeder: Het feest was niet voor mij, ik had er niet om gevraagd. Ik was al eerder vrij, Cor had strafonderbreking gehad.
Rechter: U sprak niet met de recherche maar wel met Peter de Vries. Peter R. de Vries. U beiden.
Holleeder: Cor heeft een boek geschreven met Peter de Vries. Daar was ik op tegen, daar was Sonja op tegen, daar was Grifhorst op tegen. Cor heeft het toch doorgezet.
Rechter: U bent erbij geweest. U zegt: “Gaandeweg maakte Peter Cor er warm voor. Ik was erop tegen omdat een boek ons ons hele leven zou blijven achtervolgen.”
Holleeder: Dat is ook zo. Waardoor iedereen mij kent natuurlijk. Vanaf dat moment ben ik nooit meer uit de media vertrokken.
Rechter: Komt dat door het boek of door de ontvoering?
Holleeder: Beide natuurlijk. Er zijn ook andere ontvoeringen geweest, daar hoor je nooit meer wat over. Door het boek is dat levendig gebleven. Anders was het wel weggeëbd.
Rechter: Er is afgesproken dat de opbrengst van het boek naar Sonja zou gaan. Waarom was dat?
Holleeder: Cor zei: eigenlijk is het voor mijn kinderen. Wij hebben gezegd: dat is goed, maar als er een film komt, dan delen we met z’n vieren.
Rechter: U zegt: “Cor heeft Peter een verhaal verteld. Als Peter een kritische vraag stelde, dan verzon Cor gewoon een antwoord. Met name als het om ons geld ging. Ik heb bij die gesprekken met Peter gezeten.” Ik heb nog niet gemeld dat Peter R. de Vries, zo zal ik hem dan maar noemen, ik dacht: ik ken het verder eigenlijk alleen van Annie M.G. Schmidt, dat je ook een tweede voorletter noemt. John F. Kennedy heb je ook nog. Daar wil ik niks mee zeggen, maar ik heb de neiging hem Peter de Vries te noemen. Dan weten we over wie we het hebben.
Holleeder: Wat ik nog even wou zeggen, dat er getwijfeld wordt aan het brein van Meijer: Cor wilde dat boek schrijven. Hij is begonnen met te vertellen wat iedereen gedaan heeft. Cor heeft het minste gedaan, Boellaard heeft minder gedaan, maar Meijer heeft alles bedacht. Cor heeft dat eerlijk verteld, maar op een bepaald moment heeft Peter gezegd: dat boek is niet te lezen zo, je moet het vertellen vanuit je eigen persoon, dat jij het allemaal hebt gedaan en zo is dat boek tot stand gekomen.
Rechter: Als u vlucht naar Frankrijk dan weet Peter de Vries al het vluchtnummer van uw vliegtuig te achterhalen zodat hij met u mee kon reizen?
Holleeder: Nee, Peter de Vries was in Frankrijk gelijk aan al die andere journalisten, maar hij was slim geweest, hij had Cor elke dag een krant gestuurd in de Santé, de gevangenis in Parijs.. Zo zijn ze in contact gekomen en hebben ze met elkaar geschreven. Zodoende had hij een voorkeur toen Cor vrijkwam. Die vluchtnummers, dat was toen we vanuit Parijs naar Sint Maarten gingen. Toen heeft Cor het vluchtnummer doorgegeven aan Peter.
Rechter: Op Sint Maarten kwam u op Nederlandse grond.
Holleeder: Toen we dat doorkregen hebben we geprotesteerd. Toen zijn we naar Bartholemy en Guadeloupe geweest.
Rechter: U zegt: “Cor en ik wilden geen film, vanwege de kinderen.”
Holleeder: Dat is ook een beetje de ruzie met Sonja waardoor ik ook onaardige dingen heb gezegd over haar kinderen. We hadden met zijn allen afgesproken: geen film. Die kinderen hebben daar last van op school. Cor had een testament gemaakt, met de wetenschap dat er geen film zou komen. Peter de Vries wist dat ook, dat heeft hij in 2015 verklaard. En toch hebben ze dat doorgezet, daar is de ruzie om begonnen.
Rechter: Ook daar komen we nog over te spreken. U zegt dan dat u na uw detentie, in 1992, op een normale manier uw brood wilde verdienen. Thomas van der Bijl zegt dat u en Cor in de hasj gingen en dat het Heinekengeld in de Wallen werd geïnvesteerd.
Holleeder: Die hasj, dat is onzin. We hadden geld, dat hadden we geïnvesteerd.
Rechter: Hoeveel had u?
Holleeder: Dat heb ik niet kunnen tellen. We hebben twee zakken op kunnen graven, toen we zagen dat we gevolgd werden. Dat hebben we verdeeld onder mekaar. Toen zijn Cor en ik naar Frankrijk gegaan. Daarvoor hebben wij ons geld begraven.
Rechter: Ik dacht dat u iets van 11,5 miljoen had.
Holleeder: Dat was na de verdeling. We hebben eerst die bedrijven gehad. Rob Grifhorst heeft er al die jaren heel veel geld mee verdiend. Ook met Endstra samen.
Rechter: Cor ging in de hasj, er kwam een scheiding tussen u en hem. U wilde op normale manier brood verdiene, Cor dronk teveel.
Holleeder: Dat had Cor met iedereen, ook met Thomas, uit die tapgesprekken zal u zien dat het gewoon verschrikkelijk was wat Cor deed. Ik heb in die taps dingen gelezen die ik zelf niet eens wist. Het is waanzinnig hoe Sonja geterroriseerd is.
Rechter: De ruzies tussen u en Cor waren best heftig, zegt een getuige.
Holleeder: Welke periode?
Rechter: U zegt: “Ik zag hem dagelijks tot in 1996, daarna was ik meer met Endstra en zag ik Cor niet meer dagelijks.” U zegt geen aardige dingen over elkaar.
Holleeder: Dat is ook logisch, Cor sloeg Sonja. Het is vervelend om over hem te praten omdat hij er niet meer is, maar omdat Astrid het over Cor heeft, dat ze daar zo goed mee bevriend is, dat hij zo eerlijk en geweldig is, dat is absoluut niet waar. In die tapgesprekken zal u zien dat Cor Sonja regelmatig slaat. Als hij dronken thuiskomt en Sonja ligt bij de kinderen, dan moet ze uit bed komen, dan gaat hij er bovenop liggen, zoals Sonja dat zelf zegt, dan ligt hij de hele nacht een beetje te rommelen waar ze niks aan heb en als ze ’t niet doet krijgt ze een paar klappen. Cor heeft regelmatig tegen Sonja gezegd dat ie mij ging vermoorden. Dat zei hij in 1995 al. Dan ging-ie Sonja vermoorden. Ik heb altijd tegen Sonja gezegd: “Dat zegt-ie gewoon omdat hij dronken is.” Hij zei het niet alleen tegen ons, ook tegen mensen buiten, als hij dronken was. Cor was onhandelbaar. Als je daar niet af en toe ruzie mee had gekregen, dat zou niet goed zijn, hij was echt onmoigelijk. Hij heeft Sonja slechter behandeld dan ik dacht, dat vind ik gewoon heel erg en dat zal u zien in de tapgesprekken.
Rechter: Vanaf 1 januari 1993 staat u op de loonlijst bij Brouwersgracht BV, de tegelwinkel van Grifhorst.
Holleeder: Hij heeft een tegelbedrijf gehad. Hij is tegelzetter geweest, toen heeft hij De Bouwvakker gedaan, de voorloper van Praxis. Robbie wist niet dat ik mee geïnvesteerd had in de Wallen. Cor had ons geld aan Robbie gegeven, Robbie wilde met mij niks te maken hebben. Robbie, Cor en Frans Meijer waren samen in het onroerend goed gegaan. Ik had daar niks mee te maken, maar ik en Cor hadden geld in het buitenland, we wilden zorgen dat we daar wat mee verdienden en dat we dat om konden wisselen voor gewoon geld en dan gaan we dat bij Grifhorst investeren. Grifhorst wilde niks met mij te maken hebben. Cor heeft altijd gezegd dat het van hem was.Het losgeld dat wij hadden hebben we aan Grifhorst gegeven en die is daarmee gaan werken.
Rechter: U was assistent-bedrijfsleider, zo heeft u Kaatee leren kennen, de boekhouder, en u bent het erotisch museum gaan pachten.
Holleeder: Dat was op een later moment.
Rechter: In 1993 en 1994 Brouwersgracht BV van Grifhorst. Hij was toen ook eigenaar van het Casa Rosso-concern?
Holleeder: Dat is juist.
Rechter: In 1999 was het erotisch museum verkocht en hebt u verbouwingen gedaan voor Endstra. U was vroeger koppelbaas.
Holleeder: Vóór de Heineken-ontvoering was ik stucadoor en koppelbaas.
Rechter: U had een bedrijf Naris?
Holleeder: Dat was toen ik het museum ging pachten.
Rechter: Dat betekent neus in het Spaans. U schreef het met een s?
Holleeder: Ja, maar het was wel als neus bedoeld.
Rechter: Endstra en u hadden zakelijke relaties? I
Holleeder: Ik had mijn geld gepakt. Endstra had die gokhallen eigenlijk gekocht voor Ronald van Essen. Ik wilde ze niet hebben, er zitten vergunningen op, daar heb je helemaal niks aan. Ik heb mijn geld genomen en bij Endstra geïnvesteerd. Een gedeelte.
Rechter: Dat was…
Holleeder: Acht miljoen gulden. Dat was een hele ingewikkelde verdeling. We hadden samen seksclub Satyricon gekocht en de Achterdam. Dat moesten we verrekenen. Robbie had een seksclub en onroerend goed in Spanje. Cor moest eerst delen met Robbie en daarna wij weer.
Rechter: Ik denk dat ik het beeld redelijk heb. U zegt: “Ik was boodschappenjongen voor Endstra.” U wilde het onroerend goed in, maar kon geen hypotheek krijgen, geen geld.
Holleeder: Het is logisch dat ik geen hypotheek kon krijgen. Daar had ik Endstra voor nodig.
Rechter: U heeft hem leren kenen op de sportschool?
Holleeder: Hij was op het feest bij het Marriott, maar toen heb ik hem niet gezien. Later, toen ik een woning nodig had, ben ik met Robbie naar hem toe gegaan en een keer voor de herinvestering van een pand en ik heb een keer een afspraak gemaakt met Endstra om te eten. Dat weet ik uit een tapgesprek, maar ik weet niet of ik dat toen gehad heb. Het werkelijke contact kwam pas na de verdeling.
Rechter: Het klikte tussen u beiden. Endstra was eigenlijk een relatie van Grifhorst. En Grifhorst was een vriend van Cor van Hout. Toen Endstra met Van Essen in zee ging, stopte Grifhorst met zakendoen met Endstra.
Holleeder: Rob is gestopt omdat hij zag dat het niet goed ging met Van Essen. Robbie was een slimme zakenman, hij zag dat er problemen zouden komen met justitie. Robbie heeft zijn geld gepakt, en ons geld, hij heeft een boot gekocht en is lekker gaan varen en heeft afscheid van Endstra genomen.
Rechter: Was dat omdat Van Essen en Van Dalen in de xtc zaten en dat geld investeerden bij Endstra?
Holleeder: Ja.
Rechter: U zei: “Endstra wilde me een kans geven, hij vond dat ik op het goede pad was, ik heb veel mensen ontmoet, ook bankdirecteuren. Ik was een soort boodschappenjongen, ik bracht stukken rond. Ik kwam regelmatig bij Endstra om te informeren hoe het met mijn investering stond, we zagen elkaar dagelijks, we werden vrienden.”
(wordt vervolgd)