Bij het proces tegen Willem Holleeder zijn twee ‘rode draden’ te zien: ruzie over het losgeld en ‘de menselijke factor’. Misschien zijn al die liquidaties en het bloedvergieten terug te voeren op één opmerking van Cor van Hout, die John Mieremet ‘schele’ noemde. Hij wás scheel, maar er was niemand die dat hardop tegen hem durfde zeggen. Behalve Cor.
In de jaren negentig van de vorige eeuw was herenmodezaak König in de PC Hooftstraat in Amsterdam the place to buy voor mannen uit de betere kringen. Niet alleen keurige zakenlieden en deftige heren van het oude geld werden hier met alle egards behandeld, ook de nieuwe rijken maakten hier hun opwachting. En die heb je dan ook nog in soorten en maten. Volksjongens die een overvloed aan contant geld hebben dankzij de drugshandel of andere criminele activiteiten. Het moet ergens in 1995 geweest zijn toen zich hier een akkefietje afspeelde tussen Cor van Hout en John Mieremet dat grote gevolgen zou hebben.
Maffiabaas Klaas Bruinsma was een heer van stand, uit een goede familie, maar zijn opvolgers hielden er andere normen en waarden – en fatsoensregels – op na. Sam Klepper (geboren op 29 april 1960) en John Mieremet (geboren op 10 mei 1960) kwamen allebei uit de Kinkerbuurt. Toen hun baas Bruinsma in juni 1991 werd vermoord, hadden ze al een reputatie opgebouwd als killers. Spic en Span. Waarbij Mieremet de boekhouder was, Klepper de geweldsman. Allebei een paar jaar jonger dan de Heinekenontvoerders Cor van Hout (geboren op 18 augustus 1957) en Willem Holleeder (29 mei 1958). Een leeftijdsverschil dat bij het ouder worden wegvalt, maar rond de twintig aanzienlijk is. Vooral Cor heeft zich daar op verkeken.
Poppen aan gort
Tijdens het proces kwam ter sprake dat ze elkaar van vroeger kenden. Holleeder vertelde: “Klepper wilde een keer een wapen verkopen bij café Arie, dat was nog voor de ontvoering, toen hebben we hem uitgelachen. Toen hebben ze nog op die poppen geschoten bij König, omdat ze te weinig korting kregen. Hebben ze die poppen aan gort geschoten. Dat zei Cor, dat hebben die twee gedaan.”
De Heinekenontvoering was in november 1983. Dit was daarvoor. Klepper en Mieremet waren toen nog geen twintig. Daarna leefden ze door omstandigheden in nogal gescheiden werelden: Klepper en Mieremet maakten een pijlsnelle carrière in de Amsterdamse onderwereld, Cor en Willem zaten van 1983 tot begin 1992 in de gevangenis hun straf uit. Toen ze terugkeerden in het Amsterdamse, hadden ze aanvankelijk niet te maken met ‘Sam en John’. Cor en Willem waren vooral bezig met investeren in onroerend goed; Cor had daarnaast weer wat connecties aangeknoopt in het hasjcircuit. Tijdens het proces werd dit zo besproken:
Rechter: De problemen tussen Cor en Sam Klepper en John Mieremet gingen om een mislukt drugstransport, Cor werd daar verantwoordelijk voor gehouden. Wat het nog erger maakte: Cor had hen beledigd in kledingzaak König in PC Hooftstraat, nadat ze hem hadden aangesproken op dat mislukte transport. Cor had John ‘schele’ genoemd, in die tijd durfde niemand dat, zei u.
Holleeder: Klopt.
Rechter: Wist u dat Klepper en Mieremet gevaarlijk waren?
Holleeder: Dat wisten we niet op het moment dat we bij König waren. Toen we eruit kwamen, heeft Cor gezegd: “Ach, die twee leipies.”
Rechter: U leefde in de onderwereld. U was sinds 1992 vrij. Wat had u dan in die vier jaar opgepikt over Klepper en Mieremet?
Holleeder: Eigenlijk niet veel. Pas toen de problemen begonnen, die waarschuwing in de PC Hooftstraat, toen is dat gaan spelen. Cor kreeg een waarschuwing van Klepper bij König (exclusieve herenmode)in de PC Hooftstraat. Daar was hij naar binnen gestormd, daar stond ik bij. Hij waarschuwde, hij liep weg, en hij zei: “Maar je bent er nog niet vanaf, jongen.”
Grote mond
Wanneer dit conflict bij König zich afspeelde is niet helemaal duidelijk, maar het moet in 1995 of begin 1996 zijn geweest. Cor van Hout manifesteerde zich in het Amsterdamse als het alfa-mannetje: hij was met afstand de populairste crimineel van Nederland. De nummer één. Niet alleen door zijn reputatie, die mede te danken was aan de bestseller van Peter R. de Vries over de Heinekenontvoering. Cor was gul, sociaal, humoristisch en had een heel gevolg van bewonderaars om zich heen. En hij had een grote mond.
Hij had toen al een drankprobleem, al wist hij dat nog aardig te verbloemen. Overdag was er niks aan de hand, maar in de loop van de middag, als bij de lunch de eerste biertjes naar binnen waren gegaan, werd hij vaak lastig. Niet alleen voor vrienden en familie en de mensen in zijn gezelschap, ook voor anderen. Willekeurige gasten in een hotel of restaurant. Beledigende grappen leidden geregeld tot een handgemeen, waarbij de ‘lijfwachten’ de kastanjes uit het vuur moesten halen. De ontmoeting bij König moet ook in dat licht worden gezien. Cor die Klepper en Mieremet beschouwde als een soort snotapen die hij naar hartenlust kon beledigen.
Kwaad bloed
Hoeveel kwaad bloed Cor had gezet bij ‘die twee leipies’ bleek toen Holleeder het verzoek kreeg om in gesprek te gaan met een man die later De Allesweter zou worden genoemd, maar die ze toen kenden als iemand uit de Amsterdamse onderwereld met veel contacten. De Allesweter had aan Willem verteld wat het probleem was: Cor moest voor een mislukt drugstransport 1 miljoen gulden betalen aan de groep van Klepper en Mieremet. Deed hij dat niet, dan zou het een bloedbad worden. Niet alleen Cor zou eraan gaan, Willem ook: die zou anders wraak kunnen nemen. Willem werd gewaarschuwd: ga niet meer met Cor in één auto zitten. Willem zegt dat hij ook Sonja had gewaarschuwd niet meer met hem in één auto te gaan.
Tijdens de zitting vraagt de rechter: “Heeft u zich ooit afgevraagd of het waar was, van die schuld?” Holleeder: Ik ben rationeel. Heel simpel. Er is een probleem: of het wordt een bloedbad, of je betaalt. Cor zegt: ‘Het is niet zo.’ Hun zeggen: ‘Het is wel zo.’ Het maakt mij niet uit wat ze zeggen, ik wilde van het gezeur af.”
Het is wat Holleeder zegt: het deed er niet toe of er iets was met een drugstransport. Als Cor en John elkaar met het gebruikelijke respect hadden bejegend, was dat altijd op een andere manier op te lossen geweest. Nu werd het een machtsspel en een strijd op leven en dood. Cor weigerde te betalen en trok zich ook niet veel aan van de waarschuwing. Op 27 maart 1996 haalde hij samen met Sonja Richie van school en bracht hij hen naar de Deurloostraat, waar Sonja woonde met de kinderen. Een adres dat in ‘kamp Mieremet’ bekend was: een van de handlangers woonde in hetzelfde blok, maar dan aan de achterkant.
Per spoor
De aanslag mislukte, vermoedelijk mede doordat Cor, Sonja en zoon Richie voor de deur in de auto bleven zitten en nog niet uitstapten. Op de radio was het toen net uitgekomen Per spoor (ke-deng ke-deng)van Guus Meeuwis en Richie wilde dat nog graag even horen. De schutter was al onderweg naar de auto en wilde toeslaan op het moment dat Cor uit zou stappen. Toen dat even op zich liet wachten, raakte hij kennelijk wat van zijn a propos en schoot hij op Cor terwijl die nog in de auto zat. Cor kon wegduiken. Het was nog een ‘professionele hitman’ met een gewoon wapen, niet zoals later met een kalasjnikov, met een spervuur aan kogels. In dat geval zouden Sonja en Richie ongetwijfeld ook dodelijk zijn geraakt.
De aanslag sloeg in de criminele wereld in als een bom. Cor loofde een beloning uit van 50.000 gulden voor de tip die zou leiden naar de daders. Cor ging naar het ziekenhuis, kreeg een nieuwe kaak en dook onder, in Frankrijk en België. In de loop van het jaar keerde hij terug naar Amsterdam. Na een aantal maanden had hij – mede op basis van tips – de conclusie getrokken dat de aanslag uit de hoek van Klepper en Mieremet was gekomen en dat zijn bloedgabber Willem zich ook in dat kamp bevond. Holleeder werd door hem – en veel anderen – vanaf die tijd gezien als overloper en verrader.
Twee leipies
In zijn verklaringen en tijdens het proces schetst Holleeder een ander beeld. Hij had Cor opgezocht in het ziekenhuis en het eerste wat Cor had gezegd was: “Toch die twee leipies.” Daarna had hij Cor op zijn onderduikadres in Frankrijk bezocht en was hij gaan bemiddelen. Cor en hij hadden het losgeld dat was overgebleven van de ontvoering – ongeveer 8 miljoen gulden – via een goede vriend van Cor, Robbie Grifhorst, belegd. Het was in ieders belang de kwestie op te lossen en Holleeder en Grifhorst besloten het miljoen te betalen. De bedoeling was: met z’n drieën. Cor, Willem en Robbie.
Willem had de bui al zien hangen, dat Cor het er niet mee eens zou zijn, maar het was toch heftiger dan hij had gedacht. Hij zocht Cor op in Zuid-Frankrijk om te vertellen dat ze hadden betaald en dat viel totaal verkeerd. Cor was woedend en stuurde Willem weg: opgerot. Willem besloot de schade samen met Robbie te delen: allebei de helft. Dan betaalde Cor maar niet mee.
Rechter: Cor was heel boos. Cor wilde betalen met lood.
Holleeder: Ja.
Rechter: Cor zegt dat u terug moest gaan om het Sam en John te vertellen, maar dat heeft u niet gedaan.
Holleeder: Nee, dat had geen enkele zin, ik hoopte dat hij zou bedaren en bij zinnen kwam. Dat hij niet wilde betalen begrijp ik ook nog, maar kom op zeg, je wil toch geen bloedbad, het moet toch een keer afgelopen zijn met dat gezeik. Ik heb ook tegen Robbie gezegd: “We hebben allebei betaald voor het leven van Cor, hij kan geen mooier cadeau hebben.” Het is aan hem hoe hij daar verder mee om zal gaan. Het heeft geen enkele zin te gaan schreeuwen: “Ik ga met lood betalen.” Hij had niet hoeven betalen, want er was al voor hem betaald. Hij bleef schreeuwen. Op een bepaald moment heeft Klepper gezegd: “We hebben een afspraak gemaakt. Die geldt niet meer voor Cor, hij blijft schreeuwen dat hij ons gaat aanpakken.”
Het proces wordt in maart hervat met het verhoor van Astrid Holleeder. Ook Sonja wordt nog nader aan de tand gevoeld over de erfenis van Cor, met name de belangen in prostitutiepanden op de Achterdam in Alkmaar. Zijn die zwart aangekocht met losgeld van de Heinekenontvoering of met legale middelen?
De Achterdam in Alkmaar loopt als een rode draad door het proces tegen Willem Holleeder. Cor van Hout had belangen in prostitutiepanden
DRIE KEER WAS SCHEEPSRECHT
Na de aanslag in de Deurloostraat in maart 1996 zouden er nog twee volgen op Cor. De tweede bij de woning van Sonja in Buitenveldert, in de nacht van 20 op 21 december 2000. Over deze aanslag doen verschillende verhalen de ronde. Holleeder vertelt dat het een wraakactie was voor de moord op Sam Kepper op 10 oktober 2000 op het Gelderlandplein.
Volgens Holleeder kwam die aanslag uit de hoek van de Joego-maffia van Sreten Jocic en hoorde Cor bij dat kamp. Cor had de bui al zien hangen en was meteen daarna vertrokken naar Dubai. Volgens andere bronnen kwam deze wel degelijk wederom uit de koker van Mieremet, maar was het een wat halfslachtige aanslag. Mogelijk deels een nep-aanslag. Feit is dat niemand werd geraakt, behalve de auto. Cor’s chauffeur Bassie Vermeulen bleef nog jaren in de auto rijden met het kogelgat in het portier, afgeplakt met tape. Met diezelfde auto was Cor vervoerd naar zijn laatste lunch, op 24 januari 2003, bij een Chinees restaurant in Amstelveen.
Na de lunch stonden Cor en zakenvriend Robert ter Haak buiten op de stoep te wachten tot Bassie met de auto voor zou rijden, toen er vanuit een zijstraat een moordcommando aan kwam scheuren, op een rode motor. Van dichtbij werd Cor onder vuur genomen met een automatisch wapen. Daarbij werd ook Ter Haak – die waarschijnlijk geen doelwit was – dodelijk geraakt.
Holleeder vertelde dat Ter Haak ‘de lokker’ was geweest: dankzij hem wist het moordcommando waar ze moesten zijn. Maar vermoedelijk was Ter Haak zich daar zelf niet van bewust en had hij zijn mond voorbijgepraat of was hij wat onzorgvuldig geweest. Als hij had geweten wat Cor deze middag te wachten stond, was hij ongetwijfeld niet naast hem gaan staan.
De derde aanslag, daar gaat het in het lopende proces vooral om. Wie wilde Cor van Hout vermoorden? Stond hij nog steeds op de dodenlijst van John Mieremet? Weliswaar hadden de twee hun ruzie uitgepraat, tijdens ‘een goed gesprek’ in Volendam, maar Cor vertrouwde het niet helemaal.
Aan de andere kant: Mieremet was na de dood van zijn maatje Sam Klepper betrekkelijk alleen komen te staan en was verwikkeld in een hooglopend ruzie met Willem Endstra, ‘de bank van de onderwereld’. Mieremet had enorme bedragen geïnvesteerd bij Endstra. Toen hij die ging opeisen, werd er een aanslag op hem gepleegd. Niet zo gek, het is de goedkoopste manier om van een schuldeiser af te komen. Eerder had Endstra dit al gedaan bij Ronald van Essen, die ook voor tientallen miljoenen bij hem had belegd en op wie ook een – eveneens mislukte – aanslag was gepleegd.
De aanslag op Mieremet was op 26 februari 2002. Ook die mislukte. Mieremet wist weg te duiken. Raakte wel gewond, maar overleefde. Vanaf dat moment zat Endstra bij Mieremet in de tang. Endstra weigerde nog steeds te betalen, totdat Mieremet in augustus 2002 in een interview in De Telegraaf Endstra ‘de bank van de onderwereld’ noemde en Holleeder ‘de bewaker’.
Endstra kwam met 25 miljoen euro over de brug, maar het interview was het begin van de ineenstorting van zijn imperium. Ook Holleeder had geld bij hem belegd. Endstra vertelde de politie dat hij werd afgeperst door Holleeder en toen Endstra in mei 2004 werd geliquideerd, was Holleeder een van de hoofdverdachten.
Al met al geen motief voor de moord op Cor van Hout. Sonja en Astrid Holleeder beweren dat het broer Willem te doen was om de belangen van Cor in prostitutiepanden op de Achterdam in Alkmaar. Als Cor dood zou zijn, zou hij die naar zich toe kunnen trekken. Dankzij het ingrijpen van Astrid, die Sonja na de dood van Cor had geholpen met de afwikkeling van de erfenis van Cor, was dit voorkomen.
Foto:
De Dorpsstraat in Amstelveen, kort na de liquidatie van Cor van Hout in januari 2003
Het graf van John Mieremet. Hij werd in 2005 in Thailand geliquideerd
Cor van Hout
Willem Holleeder