In de Bunker begonnen op 4 mei 2009 de pleidooien in het hoger beroep voor de ‘afpersingen’ door Willem Holleeder en consorten. Cruciaal waren de verklaringen van Thomas van der Bijl, maar klopt het wat hij de recherche voor zijn dood vertelde? Justitie hield de letterlijke tekst van de verhoren zo lang mogelijk onder de pet en dat was niet zomaar: Thomas had alleen dingen ‘van horen zeggen’, als er echt iets te bespreken was moest hij in de auto blijven zitten. Als Van der Bijl nog had geleefd, had hij het als getuige nog zwaar te verduren gekregen: hij zat tot over zijn oren in een mega-drugszaak met Marokkanen die hem verdachten van verraad en er zijn aanwijzingen dat hij de liquidatie van George van Kleef heeft georganiseerd. Op de avond voor hij zelf werd vermoord zei Thomas: ‘Ik heb iets doms gedaan.’ Wat bedoelde hij?
Aan de vooravond van het proces maakte ik onderstaande reportage voor Panorama, die tijdens het verhoor van Astrid Holleeder, maandag 12 maart 2018, even werd aangestipt. Toen ik met dit onderzoek bezig was, heb ik ook contact gehad met Astrid. Daar refereerde zij aan.
(reportage uit Panorama, april 2009)
‘Kijk, ik wil maar één ding, dat Willem Holleeder, die heeft mensen vermoord, dat heb ik horen zeggen van andere mensen die het tegen mij vertelden. Ik weet dat hij Flip vermoord heb (..) Hij heeft me twee keer een stoot op mijn porum laten geven, en een keer een pistool op mijn kop gezet, ik vind het zat.’
In februari 2005 praat Thomas van der Bijl met officier van justitie Fred Teeven en rechercheurs van de Amsterdamse politie om te klagen over Willem Holleeder. Hij zegt dat Holleeder hem heeft bedreigd, maar vergeet erbij te vertellen dat het zijn eigen pistool was, waarmee hij in zijn café De Hallen had lopen zwaaien. Hij had een paar klappen gekregen omdat hij overal liep rond te bazuinen dat Willem achter de moord op Cor van Hout zat. Thomas staat bekend om zijn ‘geouwehoer’, er zit ook nog wat oud zeer met een ‘zussie’ van hem dat eerst wat had met Cor en later niet meer, dat soort dingen. Willem is dat zat en heeft het ‘op Amsterdamse wijze’ opgelost. Daarmee is de zaak gesust, de politie doet er verder ook niks mee.
Pas als Van der Bijl ruim een jaar later in zijn café wordt doodgeschoten, worden de verklaringen van belang. De politie maakt er een voor Holleeder zo belastend mogelijke samenvatting van die als voornaamste bewijs dient voor de behandeling van de zaak-Holleeder bij de rechtbank. Kort voor het eind van het proces ontdekken advocaten dat de gesprekken met Van der Bijl op band staan, justitie had dat graag buiten het dossier gehouden. Begrijpelijk: voor het hoger beroep laten de advocaten de letterlijke tekst onderzoeken door de professoren Wagenaar en Crombag. Die laten geen spaan heel van de manier van verhoren en het suggestief samenvatten. Het rapport zal uitvoerig aan de orde komen tijdens de pleidooien.
In april 2006 praat Thomas van der Bijl opnieuw met Fred Teeven. Dit keer is er een andere aanleiding: hij is opgepakt in een mega-drugszaak. Fred Teeven, die ooit heeft gezegd dat hij ‘patent’ heeft op Holleeder, haalt de kroegbaas over op te treden als ‘anonieme bedreigde getuige’. Thomas wil wel, maar alleen als hij vrij komt voor de drugssmokkel. Teeven regelt het met collega-officier Michiel van IJzendoorn en Thomas mag naar huis. Zonder bescherming. Een paar dagen later wordt hij doodgeschoten. Dat zal niet de bedoeling van Teeven zijn geweest, maar het draagt er wel toe bij dat Holleeder in de publieke opinie al wordt veroordeeld. Over de drugszaak waar Van der Bijl bij betrokken was wordt niets meer vernomen, de advocaten van de andere verdachten vragen vergeefs om het dossier: alles wat met Van der Bijl te maken heeft is taboe.
Dikke John
Wat ís die drugszaak? De politie is al vanaf 2005 bezig met een onderzoek naar twee hoofdzakelijk Marokkaanse drugsbendes, die hasj vanuit Marokko via Nederland naar Engeland en Scandinavië smokkelen. Op 27 maart 2006 wordt er een gesprek afgeluisterd tussen een Marokkaan en ‘Dikke John’ de J., een goede vriend van Thomas van der Bijl. Dikke John moet een bestelbusje van Van der Bijl achterlaten op een parkeerterrein bij Breda, de Marokkaan zal het laden en de volgende dag kunnen ze ’t busje ophalen. Zo geschiedt en de politie volgt het allemaal. De volgende dag wordt het busje bij Van der Bijls houthandel in Zwanenburg aangehouden. Er zit 802 kilo hasj in en in de loods wordt ook nog eens 928 kilo gevonden. Thomas en Dikke John worden opgepakt, Thomas verklaart dat hij niet snapt hoe het in zijn busje is terechtgekomen.
Maar er is meer…
Uit een eerder afgeluisterd gesprek maakt de politie op dat er een nieuwe lading hasj onderweg is naar een loods aan de Eikbergseweg in Bavel, bij Breda. Nicole L. en haar vriend Adri (‘Aai’) K. hebben hier tijdelijk een oude boerderij gehuurd die op de nominatie staat te worden gesloopt. Op 1 april komt een Franse vrachtwagen, met een Franse chauffeur en bijrijder, aan bij de boerderij in Bavel waar ruim 20.000 kilo in de loods wordt gelost, de rest van de vracht moet naar Amsterdam. De politie laat de vrachtauto uit Bavel vertrekken en grijpt in als hij op een parkeerplaats in Gilze een tussenstop maakt. Er zit dan nog ruim 7000 kilo in.
Er ontstaat een verwarrende situatie. De politie heeft geen vrachtwagen bij de hand en men besluit met de aangehouden wagen terug te gaan naar Bavel om het daar allemaal in te laden en af te voeren. De organisatoren zijn dan nog buiten beeld en begrijpen er niets van: iemand moet de boel hebben verraden. Eerst worden Nicole en haar vriend ter verantwoording geroepen en bedreigd. Op het moment van de inval waren ze niet aanwezig, ze konden pas later worden aangehouden. Intussen zitten Thomas en Dikke John vast, wat aanvankelijk ook niet bekend is bij de organisatie. In de loop van de week worden er zeven verdachten aangehouden, in totaal gaat het om ruim 32.000 kilo hasj met een straatwaarde van 100 miljoen euro. Bij de inval in de boerderij in Bavel worden ook onderdelen voor een amfetaminelaboratorium met grondstoffen aangetroffen
Als de Franse vrachtwagen wordt aangehouden, treft de politie ook een geladen revolver aan. Het is niet het enige teken dat het gaat om een organisatie die geweld niet schuwt. De Amsterdamse recherchechef Willem Woelders laat daags na de aanhoudingen in een reactie aan Het Parool weten dat het gaat om een groep waarin al drie moorden hadden plaatsgevonden. (zie kader). De vraag is: stond Thomas van der Bijl in 2005 al bij deze groep op de dodenlijst? In zijn verklaringen als kroongetuige vertelt Peter la Serpe dat hij in december 2005 al samen met Jesse R. op de loer heeft gelegen om Van der Bijl te liquideren, maar toen ging het elke keer mis en werd de zaak afgeblazen. Pas in april 2006 wordt alles op alles gezet en moet Van der Bijl koste wat het kost uit de weg worden geruimd.
‘Ik heb iets doms gedaan,’ zei Thomas op de avond voor hij werd vermoord tegen Maria Houtman, de weduwe van Cees. Wat bedoelde hij? Zijn gesprek met Fred Teeven, waarin hij afdwong dat hij in ruil voor belastende verklaringen over Willem Holleeder niet vervolgd zou worden voor de hasj en meteen vrij zou komen? Dat was inderdaad een grote fout. De organisatoren konden moeilijk anders concluderen dan: Thomas heeft een deal gemaakt en de boel verraden. Hoe is het anders te verklaren dat hij als enige van alle arrestanten meteen op vrije voeten kwam?
Thomas kan ook een andere ‘domheid’ hebben bedoeld. Een dubbele. Hij was het die overal had rondgebazuind dat Cees Houtman werd afgeperst door Willem Holleeder en toen Houtman op 5 november 2005 was geliquideerd, ging hij ervan uit dat Holleeder hier ook achter zat. Thomas ging er ook vanuit dat één van de moordenaars van Houtman George van Kleef was: Maria Houtman had ‘een Chinees’ waargenomen. Achteraf een fatale inschattingsfout, die George van Kleef ten onrechte het leven kost. Op de dag van de begrafenis van Cees Houtman (10 november) wordt er wraak genomen en wordt Van Kleef geliquideerd. Als er naar deze liquidatie al onderzoek wordt gedaan, dan weet justitie dat goed te verbergen. Het komt niet goed uit omdat Thomas van der Bijl en Maria Houtman dan als verdachten zouden moeten worden aangemerkt.
Maria Houtman heeft toegegeven dat ze zich heeft vergist. Als de verklaringen van La Serpe een béétje kloppen is het een begrijpelijke fout. La Serpe heeft verklaard dat hij zelf en Jesse R. de moord op Cees Houtman hebben gepleegd. George van Kleef kan net als Jesse R. goed doorgaan voor een Chinees, beiden hadden ook die bijnaam.
In het milieu is er weinig twijfel over de rol van Thomas van der Bijl. Op 24 september wordt ‘moordmakelaar’ Fred Ros tijdens het bezoekuur in de p.i. in Zutphen afgeluisterd. Op bezoek zijn zijn goede vriend Siem W. en zijn moeder Mia. Fred Ros, die er zelf van wordt verdacht de liquidatie van Thomas van der Bijl te hebben geregeld, zegt dan: ‘Kijk, je moet niet vergeten, die George van Kleef die doodgeschoten is, dat is door Thomas van der Bijl geregeld, voel je. Thomas van der Bijl heeft de liquidatie van George van Kleef op zijn geweten.’
Dat de dood van Cees Houtman Thomas van der Bijl hoog zat, is niet zo vreemd. In zijn verklaringen bij Teeven geeft Van der Bijl openlijk toe dat hij wel eens wat voor Houtman deed, op het gebied van drugs en dat was algemeen bekend: Houtman bleef op de achtergrond en deed zich voor als vastgoedhandelaar, Thomas was de uitvoerder.
‘Ik heb iets doms gedaan.’ Maria Houtman weet ook niet zeker wat Thomas ermee bedoelt, maar als de recherche haar ernaar vraagt zegt ze: ‘Dat hij voor die tijd nog even een paar karretjes ging rijden (…) Eentje die praat die gaat er al gelijk aan, dat is gewoon zo.’
Als de recherche Maria Houtman vraagt een schetsje te maken met namen van de mensen die ze kent en wat ze doen, zet ze tamelijk verrassend achter Thomas van der Bijl: rottigheid harddrugs + (shop in a shop) via kennis zijn vrouw geript, niet betaald’. Vermoedelijk gaat het hier om een geripte partij cocaïne van 25 kilo die te maken heeft met een kennis van de vrouw van Thomas, waar Thomas zelf ‘rottigheid’ door heeft. Het ‘later opgepakt met Grote John’ slaat weer op Thomas zelf en dan bedoelt ze ‘Dikke John’ de J.
‘DIKKE PETER’: CEES HOUTMAN WAS NIET EERLIJK
Op 3 maart 2009 wordt ‘Dikke Peter’ Petersen bij op de parkeerplaats bij Jan Tabak in Bussum vermoord. Petersen was een goede vriend en zakenpartner van Cees Houtman, maar nadat Houtman was vermoord zijn hem de schellen van de ogen gevallen en voelde hij zich flink belazerd. De afpersingen en bedreigingen van Houtman en Petersen waar Thomas van der Bijl het in zijn verklaringen steeds over had, betroffen een pand in de Scheldestraat in Amsterdam. Na de dood van Willem Endstra (mei 2004) hadden Houtman en Petersen dit gekocht en zich daarmee de woede van John Mieremet op de hals gehaald. Mieremet had nog het nodige te goed van Endstra en diens ‘erfenis’ besmet verklaard. Houtman en Petersen werden bedreigd, ze werden gedwongen het pand te verkopen en moesten een boete van 1,2 miljoen euro betalen.
Daarmee was die zaak uit de wereld, maar Petersen kwam er later achter dat Houtman een dubbelrol speelde en al jarenlang geheime contacten onderhield met de CIE (Criminele Inlichtingen Eenheid). Houtman speelde het heel strategisch uit. Hij werd inderdaad – ook ná het akkefietje Scheldestraat – ernstig bedreigd en verklaarde bij de politie dat het met Holleeder te maken had. In werkelijkheid speelde er iets heel anders.
Als Petersen op 28 februari 2006 door de politie wordt gehoord over de afpersing van Cees Houtman zegt hij dat het om ‘oude verhalen’ ging: ‘Vrienden hebben aan mij bevestigd dat het niet om Holleeder gaat. Dat hij een oud bonnetje moest hij betalen. Hij heb mensen… gesneden vroeger. En dat bonnetje moet die nou betalen. Hij heb mij zelf bevestigd dat Holleeder hem niet afperste’ en ‘Ik heb nooit geen last van die man. Eerlijk niet. Ik heb nooit geen last van de man gehad ook.’
De verbalisanten houden stug vol: ze hebben gehoord dat Houtman en Petersen en anderen zijn afgeperst door Holleeder, dat weten ze zeker: ‘Dat krijgen wij al bevestigd uit het euh.. uit het onderzoek dat wij doen. En hoe wij dat doen dat ga ik je niet vertellen.’ Petersen zegt dan: ‘Dat ding dat loopt uit zijn context vandaan. Kijk en dit soort verhalen ook. Dan wordt weer gelijk gezegd dat hij het is. En dan zit ik gelijk… dat zeg ik. Want ik heb er toen bij gezeten en ik heb toen gezegd wat een kutverhalen allemaal.’
De verbalisanten geven het niet op. Petersen zegt dat hij er achter is gekomen dat Houtman ‘niet eerlijk’ was. ‘Kijk helemaal de laatste jaren. Verdienen ze niet makkelijk geld al die criminelen. En wat gaan ze dan doen om elkaar toch een beetje euh lopen klootviolen. En toch wat dingen wegmaken die ze niet weg mogen maken. Dat zijn dus dingen die gebeuren. En iemand die jaren geleden ook helemaal wel… nog wat had en die komt gewoon een oud bonnetje verrekenen.’
De rechercheurs willen weten wie dat bonnetje is komen verrekenen, of Petersen dat weet: ‘Ken jij die gasten met ons in contact brengen?’ Petersen: ‘Ooh nee.’
Vervolgens wordt er een tijdje geroddeld over de rol van Marcel Kaatee en Maike Dijkhuis, met wie volgens de verbalisanten van alles mis is maar waar Petersen niet veel fouts in ziet. Dan beginnen ze weer over de afpersingen. Petersen zegt opnieuw dat Houtman ‘een oud bonnetje nog moest betalen.’ De verbalisant leest een stukje voor uit de verklaring die Houtman zelf heeft afgelegd. ‘Ik wil eerst zeggen dat er een hoop ouwehoerverhalen de wereld in worden geholpen. Ik wilde met Dikke Peter een blokje huizen kopen. Kort nadat dit bekend werd kwamen (toen noemde hij twee namen) bij de deur die bedreigden mij met vuurwapens. Dit is inderdaad gebeurd in de aanwezigheid van mijn vrouw en kinderen.
Petersen: Dat liegt hij.
Verbalisant: Liegt hij gewoon keihard?
Petersen: Dat liegt hij ja.’
Petersen zegt dat hij niet weet wie het ‘oude bonnetje’ met Houtman kwam verrekenen, maar het moet iemand uit de groep-Houtman zijn geweest. Sam Klepper was al dood, John Mieremet werd op dezelfde dag als Houtman geliquideerd (in Thailand). De ‘harde kern’ van de groep-Houtman bestond uit drie man: Houtman, George van Kleef en ‘Jane’(Jean-Baptist). Verder wordt de naam ‘Rooie Bob’, tegenwoordig in Spanje wonend, genoemd als vriend van Houtman.
Petersen is ook genoemd als één van de drie anonieme bedreigde getuigen in de zogenaamde Kolbak-zaak (afpersingszaak Holleeder). Getuige A was Maria Houtman, die zich naderhand zelf bekendmaakte; getuige B was Thomas van der Bijl en in justitiekringen werd off-the-record verteld dat Peter Petersen getuige C was. Gezien de verklaringen van de nog altijd niet bekende getuige C is het iemand die vrijwel alleen dingen ‘van horen zeggen’ heeft en niet meer weet dan Maria Houtman en Thomas van der Bijl. Het motief voor de moord op Petersen is onduidelijk: hij had veel schulden en veel vijanden.
‘Marokkaanse’ liquidaties
De toenmalige Amsterdamse recherchechef Willem Woelders vertelde dat er in de organisatie van de groep waar Thomas van der Bijl voor was opgepakt drie moorden waren gepleegd. Hij wilde toen – en nu – niet aangeven op welke hij doelde. Vermoedelijk gaat het om liquidaties in Brabant en Marokko. Inmiddels zouden er in diezelfde organisatie in totaal al negen moorden zijn gepleegd. Dit betreft de ‘zuidelijke groep’.
Om het ingewikkeld te maken: er is ook een ‘noordelijke groep’ Marokkaanse drugshandelaren die samenwerken met Nederlanders uit Amsterdam en de kop van Noord-Holland. In deze groep zouden twee bekende liquidaties zijn gepleegd: op Paul Epskamp en Willem van Baaren. Paul Epskamp (51) werd ervan verdacht een partij hasj van vijf miljoen euro uit Nibbixwoud te hebben gestolen. Dat klopte niet, maar hij ging nietsvermoedend mee naar een afspraak in Roosendaal waar de zaak uitgepraat zou worden, met twee andere Nederlanders en twee Marokkaanse broers. De twee andere Nederlanders konden gaan, Epskamp moest alleen achterblijven. Om hem aan het praten te krijgen werden gaatjes in zijn beide knieschijven geboord. Daarbij overleed hij aan een hartstilstand. Zijn lichaam werd op 21 januari gevonden op een bouwplaats langs de A2 bij Loenersloot (foto boven).
Drugshandelaar Willem van Baaren(53) uit Hierden, bij Harderwijk, werd op maandag 12 november 2001 op de parkeerplaats van strand Nulde ontvoerd, twee weken later werd zijn lichaam verminkt teruggevonden in het Amsterdam-Rijnkanaal. De zeer gelovige Van Baaren leidde een dubbelleven als hasjbaron. Volgens zijn dochter, die zelf op onderzoek was uitgegaan, was ze gestuit op de namen van zware criminelen, onder wie ‘Paul Epskamp en twee rivaliserende Marokkaanse maffiafamilies die een bloedige vendetta uitvechten.’
Schatgraver Van der Bijl
In de gesprekken met de politie beweert Thomas van der Bijl dat hij losgeld van de Heinekenontvoering heeft opgegraven toen Cor van Hout en Willem Holleeder tijdelijk in een hotel in Frankrijk verbleven, in afwachting van uitlevering aan Nederland. Het is een hoogst onwaarschijnlijk verhaal: de genoemde valuta kloppen niet, de aanduiding ‘een homofielenpark’ in Parijs is wel erg vaag en je moet wel over een erg goede plattegrond en plaatsaanduiding beschikken om ‘boom M’ te kunnen vinden.
Van der Bijl: In zo’n homofielenpark was een boom met een M en dan zoveel stappen daarnaast, daar heb ik twee nachten liggen
graven.
Verbalisant: Dat meen je niet! In Frankrijk?
Van der Bijl: In Frankrijk. Toen heb ik het gevonden en euhh..
Verbalisant: Wat euhh.. En wat was het, was het een plunjezak of was het een kist?
Van der Bijl: Het was gewoon (onverstaanbaar) tassen met plastic.
Verbalisant: Plastic er in en daarin het geld.
Van der Bijl: Daar zat 5 a 6 miljoen gulden bij elkaar.
Verbalisanten: Die gasten zijn toch ook euhhh… Dat is trikkie om het daar te begraven.
Van der Bijl: Kijk ze zijn gevlucht met mijn auto. Ik had een zwarte GTL
Verbalisant: Ja?
Van der Bijl: Zijn ze mee gevlucht.
Verbalisant: Zijn ze naar dat appartement in Parijs gegaan toch?
Van der Bijl: Ja.
Verbalisant: En daar in de buurt hebben ze het begraven daar in de buurt van Parijs of niet?
Van der Bijl: Ja. Bij dat park. Bij dat homofielenpark. Daar is een heel groot sportpark er is een paardenbaan en euh…
Verbalisant: En hoe lang duurde het voor dat jij het op moest graven?
Van der Bijl: Hun kwamen toen ook vrij in het hotel.
Verbalisant: Ja.
Van der Bijl: Hotel IBIS en toen heb ik een paar keer met ze gepraat en dan…
Verbalisant: Oké en toen moest je omdat hun dachten van het is hier ook niet veilig (praten
door elkaar)
Van der Bijl: Heb ik het meegenomen, meegenomen die poen ingewisseld bij het GWK bank.
Verbalisant: Oké, en toen heb je het aan ehh..
Van der Bijl: Aan de bouwvakker terug gegeven.
Verbalisant: Oké.
Verbalisant: Maar je hebt het ingewisseld bij het GWK zeg je?
Van der Bijl: Ja
Verbalisant: Maar dan kom je daar met die sporttassen en dan is het ook zo iets van euhh..
Van der Bijl: Ja dat heb ik in gedeeltes gedaan hoor.
Verbalisant: Ja maar ik bedoel als je dan….hoe groot waren die gedeeltes dan?
Van der Bijl: 30 duizend, 40 duizend gulden
Verbalisant: Dan ben je wel een tijdje bezig dus.
Van der Bijl: Toen kon je zo dat nog wel dat doen euhh….
Verbalisant: Zes miljoen zei je toch?
Van der Bijl: Ja vijf, vijf miljoen ongeveer
Verbalisant: Maar was het buitenlandse valuta of zo?
Van der Bijl: Ja. Engelse ponden, dollars en Duitse Marken en Hollands geld.
Verbalisant: Dus dat is allemaal gevraagd dat het allemaal in buitenlandse valuta’s euhh..
Van der Bijl: Ja.
Verbalisant: Verschillende buitenlandse valuta’s kwam. Toen hebben ze vastgezeten en nou daarna komen ze eruit. Dan zijn ze nog bij elkaar.
Van der Bijl: Ja
Verbalisant: Dan had jij een behoorlijke vertrouwenspositie opgebouwd inmiddels.
Van der Bijl: Ja.
Verbalisant: Ze vertrouwen jou wel met 5 of euhh 5 miljoen.
De politie doet geen enkele moeite het verhaal te controleren: waar was het precies, welke boom, welk park, of hij het aan kon wijzen. Of het niet erg veel zakken waren en of het niet lastig was ’s nachts in je eentje in een donker park onopvallend te gaan graven. Bovendien: waarom moest het gewisseld worden? Het losgeld was gemerkt, dat valt nergens meer op dan bij een bank, de ontvoerders hadden het juist in verschillende valuta geëist om er gemakkelijker mee weg te komen, er was geen enkele reden het te wisselen.