Quantcast
Channel: Reportage – Misdaadjournalist
Viewing all articles
Browse latest Browse all 166

Astrid Holleeder over Sjaak Burger

$
0
0

Vrijdag 16 maart. Nadat rechter Frank Wielandheeft geconstateerd dat de heer Holleeder wederom is verschenen, zijn geboortedatum heeft genoemd (“Willem Frederik Holleeder, 29 mei 1958, geboren in Amsterdam woonzaam in Vught”) en hij heeft verteld over de videoverbinding vanaf volgende week is het: “Dag mevrouw, goedemorgen. Astrid Aleida Holleeder, geboren op 4 december 1965.”

Advocaat Sander Janssen gaat Astrid vandaag wat dingen voorhouden uit het dossier. Dat gaat hem niet meevallen: als Astrid een keer aan het woord is, laat ze zich niet gemakkelijk de mond snoeren. Ze blijft gewoon doorpraten – vaak tegen schreeuwen aan – ook als de advocaat en de rechter proberen ertussen te komen.

Ze wil nu, voordat de advocaat ook maar één vraag heeft gesteld, een verklaring afleggen, naar aanleiding van haar verhoor van afgelopen maandag, door ‘de oudste rechter’ (Benedicte Mildner). Het gaat over degene die de motor zou hebben gereden bij de liquidatie van Cor van Hout in Amstelveen, op 24 januari 2003.  

Astrid: “Vanaf de dag dat onze verklaringen naar buiten zijn gekomen – en ook daarvoor al – zijn wij totaal niet zijn beveiligd door justitie, we zijn volledig aan ons lot overgelaten, er was geen enkele maatregelen getroffen, daar is eigenlijk pas op 18 februari daadwerkelijk verandering in gekomen, echt heel recent. Dit betekent dat ik in het noemen van personen behoudend ben geweest, ondanks dat ik die wetenschap wel had. Ik zit niet te wachten op nog meer vijanden buiten, die eenvoudig een liquidatie kunnen organiseren. Ik heb wel meteen na het verhoor contact opgenomen met mijn beveiliger, dat ik wel een naam zou willen noemen en of hij kon zorgen dat ik veilig ben. Het gaat over iemand die gewoon buiten loopt. Dat risico vind ik extreem. Hij heeft mij dat gegarandeerd, dit maakt dat ik mij nu pas vrij voel om te zeggen wie die persoon is. Degene die de motor heeft gereden – tenminste die naam is genoemd – is Sjaak Burger.

Rechter: We schrijven het op, mevrouw, dank u wel.

Astrid: Ik heb een gesprek ingeleverd bij het Openbaar Ministerie, over de reden dat ik ben gaan verklaren. Een reden in 2012 was: Sonja werd benaderd via via om langs te gaan bij Ariën Kaale, een goede vriend van Cor. Daar komt dat hele verhaal over dat getuigen in zaak met Dino Soerel vandaan. Die heeft gedetailleerd verteld wie er achter de moord op Cor zit. Hij vertelde dat hij denkt dat die persoon ook werkte voor o.a. Wim.

Hij weet niet wie de opdrachtgever is, wel wie de uitvoerder is. Hij weet dat van Gilbert, een soort van halfbroer van Jesse Remmers. Jesse had na dood van Cor drie dagen lang gesnoven en was doorgedraaid en had spijt dat hij Cor had doodgeschoten (Astrid huilt). Omdat hij ook met Cor gezeten had en hem goed kende. Gilbert had dat tegen Ariën Kaale vertelde en gezegd: ‘Als ik het geweten had, had ik het gestopt.’ Er zat heel veel druk op, volgens Gilbert, Cor moest per se dood. Jesse Remmers was een van de uitvoerders, naast Sjaak burger.

Er zit nog een duidelijk ander veiligheidsaspect aan het feit dat ik meneer Remmers noem. Dat zit in de privésfeer, dat wil ik niet en plein publiek delen. U zult begrijpen: het gevaar wordt erger. Er is nog iets, dan hebben we ’t maar gehad, daar ben ik eerder terughoudend in geweest, vooral naar Stijn Franken en de advocaat van Fred Ros, dat is ook een vriend van mij, mensen die ik ken. Voor de volledigheid moet u weten dat nadat de zitting met Fred Ros was geweest, ik met mijn broer op het kantoor van Stijn Franken was omdat er zorgen waren over de verklaring. De advocaat van Ros heeft gezegd dat het goed was en dat ze binnenkort even samen zouden komen. Mijn broer was ervan overtuigd dat Ros niks in zijn nadeel verklaart, ik duid dat in dat verband.

Ik heb ook nog voor u dat ik wel degelijk wat heb gezegd over een opname die ik later heb ingeleverd. Ik maakte opnames met verschillende apparaatjes. In de inrichting bij Wim – toen het over Ter Haak ging – heb ik dat ook gedaan. Ik luister ze na, dat vind ik niet fijn om te doen, ik heb de opnames, ik heb later geconstateerd dat ik op één opname wel degelijk de naam van Ter Haak noem. Dat heb ik ingeleverd bij een rechercheur, kennelijk is dat niet terechtgekomen bij het OM.

Ik heb dat zelf opgezocht en ingeleverd. Dat stukje wil ik best laten horen, waarop ik gewoon nadat ik in de auto zit, na het bezoek, naar buiten was gegaan met Sonja. Sonja moest nog de was regelen voor Wim, ik ging vast naar de auto toe. Ik was benieuwd of ik iets had opgevangen. Ik heb het apparaat losgekoppeld, dan zegt ik duidelijk het volgende, ik wil dat laten horen Ik zeg het volgende, ik wil het laten horen: (draait meteen het fragment af, een paar seconden, is voor ons niet te verstaan). Dan zeg ik tegen mijn zusje dat hij zegt dat het Ter Haak is (Robert ter Haak zou – vermoedelijk onbewust, als ‘lokker’ hebben gefungeerd bij deze aanslag). Ik heb die nu opnieuw ingeleverd. Die had ik dus al een keer eerder ingeleverd.

Rechter: Dat was kennelijk zoekgeraakt. Weet u niet wie die rechercheur is?

Astrid: Jawel, maar het lijkt me niet goed die naam nu te noemen.

Rechter: Maar dat zou het OM misschien wel prettig vinden.

Officier van justitie Lars Stempher: Het OM weet dat nu.

Rechter: Als er geluidsopnames ten gehore worden gebracht, is het prettig als het via het OM gaat, dat u het aan hen geeft. Is dat akkoord?

Astrid: Prima.

Rechter: Over de berijder van de motor en de schutter die liquidatie Cor hebben gepleegd, u zegt nu: dat zijn geweest Burger en Remmers.

Astrid: Ik kan alleen zeggen wat Ariën Kaale heeft verteld. Daar is een opname van. Die heeft het OM, maar er zitten veiligheidsaspecten aan. Onze ervaring met het OM is dat als je lang wacht, wonden alleen maar etteren, ik geef liever nu openheid van zaken. Dan is het aan het OM wat ze ermee doen. Voor de mensen eromheen hoop ik niet dat ze er vijf jaar op moeten wachten, zoals wij, maar dat is niet mijn probleem.

Rechter: Heeft uw broer zich uitgelaten over Burger?

Astrid: Hij heeft mij die naam gegeven.

Rechtbank: U zei: ik had het van Kaale.

Astrid: Nee, Jesse Remmers heb ik van Kaale gehoord, Burger van mijn broer. Mijn broer heeft ook de naam van Jesse genoemd in een van de gesprekken rond dat boek (mijn boek over Cor van Hout)

Rechter: Dat heb ik gezien.

Astrid: Wij hebben geprobeerd het OM te helpen, vervolgens kwamen we in een situatie dat we altijd moesten zeggen dat we beveiligd werden, maar dat was niet zo. Het was een sprekend voorbeeld van een tang. Je helpt, je zit in een situatie, maar je kunt niet meer terug. Dat wilde ik toelichten.

Advocaat Janssen: Is er ook een opname van het gesprek met Ariën Kaale?

Astrid: Klopt.

Janssen: Is die nu ingeleverd?

Astrid: Klopt.

Janssen: Heeft u nu wel alles ingeleverd?

Astrid: Wat ik heb, heb ik ingeleverd, los van mijn privécollectie. Die gaat niemand wat aan. Wat ik nu heb, heb ik ingeleverd. Ik zal mijn best doen om te vinden wat ik van belang vind. Zoals het gesprek met mijn broer over Jocic, dat het één groot spel was.

Janssen: Heeft u voor uzelf kopieën gehouden?

Astrid: Daar heeft u al eens naar gevraagd bij de rechter-commissaris.

Janssen: Ik niet, ik denk Stijn. Maar advocaten zijn net als het OM: één en ondeelbaar.

Astrid: In dat verband wil ik u nog wel wijzen op uw eerdere bijstand aan een van de medeverdachten in de zaak Goudsnip, meneer Janssen.

Janssen: Dat weet ik.

Astrid: De deken is daar ook van op de hoogte, neem ik aan?

Janssen: Daar ga ik geen discussie over voeren. Als u daar iets over vindt, weet u wat u moet doen.

Astrid: Zoals u mij nu neerzet in Goudsnip, weet u dat er andere standpunten door u zijn ingenomen in die zaak.

Janssen: Daar gaan we ’t nu niet over hebben.

Astrid: Jawel, daar gaan we het wel over hebben.

Rechter: Als dat problemen oplevert, moet u dat via het OM kenbaar maken.

Astrid: U moet begrijpen dat ik elke keer te maken met advocaten die een afspiegeling zijn van het soort advocaten dat we hebben. Ik vind het niet kies en ik zou dat zelf niet doen. Zijn cliënt zegt dat ik geen nette advocaat ben. Ik laat mij dat door niemand zeggen. Je gaat niet over mij reputatie als advocaat zo praten. Daarom heb ik alle correspondentie tussen Stijn Franken en Chrisje Zuur (kantoorgenote van Franken) geprint. Die wil ik u geven. Dat gaat over Goudsnip en Kolbak en alles wat met mijn broer samenhangt. Ik heb geen zin in dit soort verdachtmakerij van de kant van meneer Janssen en consorten.

Janssen: Ik ben nog niet eens begonnen met verdachtmakerij.

(Astrid blijft doorpraten, de rechter probeert er tussen te komen. Mevrouw Holleeder, mevrouw Holleeder, hallo)

Rechter: Mevrouw Holleeder, u gaat al in galop, neemt u van mij aan dat uw reputatie als advocaat bij de rechtbank onberispelijk is, wat er verder wordt gezegd over u is bijzaak. Dat ei heeft u gelegd. Is het goed als meneer Janssen u wat gaat vragen? Dank u wel.

Aldus deze episode. De halfbroer van Jesse Remmers: dat is een beetje beeldspraak. ‘Godfather’ Greg Remmers had verschillende jongens die hij als een soort pleegzonen beschouwde en die soms enige tijd in zijn gezin werden opgevangen. Gilbert, zoon van Henk Rommy (de zwarte cobra) was daar één van.

 

Sjaak Burger is vaak genoemd als betrokkene bij de aanslag op Cor van Hout, op 24 januari 2003 in Amstelveen, maar dat is nooit verder gekomen dan het geruchtencircuit. Er is een compositietekening gemaakt van iemand in wie velen Jesse Remmers herkennen. Die zou kort voor de aanslag op een parkeerplaatsje vlak bij de plek van de aanslag zijn gezien door een getuige. De aanslag werd gepleegd door twee personen op een rode motor, die uit een zijstraat kwam scheuren toen Cor en Robert ter Haak op de stoep stonden te wachten op hun auto.

De motor werd enkele kilometers verderop gedumpt in een brede sloot achter restaurant ’t Kalfje in Amstelveen. Het is niet duidelijk waarom. De twee personen zijn gehelmd en lopend in Amstelveen gezien. Het waren beiden vrij grote forse mannen. Het staat vast dat Fred Ros de rode motor heeft bestuurd, dat verklaart hijzelf, maar hij zegt dat hij de motor alleen even heeft neergezet bij een woning van Greg Remmers, de vader van Jesse, en dat hij op de dag zelf niet heeft gereden. Het Openbaar Ministerie hecht formeel geloof aan die verklaring, omdat Ros anders niet als kroongetuige had kunnen worden ingezet.

Gezien de beschrijving van deze twee mannen lijkt het iets aannemelijker dat Fred Ros en Sjaak Burger – of personen met hun postuur – op de motor hebben gezeten dan dat Jesse Remmers een van de twee was. Jesse is kleiner en tenger. Bovendien: als Jesse (rechts op de tekening) op die parkeerplaats stond, kan hij moeilijk op de motor hebben gezeten, tenzij de getuige hem daar ruimschoots eerder heeft gezien en hij daarna op de motor zou zijn gestapt.

Er is ook een foto van iemand die op de rode motor zit terwijl deze door een rood stoplicht rijdt in Zaandam. Dat is iemand met een fors postuur, maar die is nooit door iemand herkend. Dat was overigens ruimschoots vóór de liquidatie.

 

 


Viewing all articles
Browse latest Browse all 166