Quantcast
Channel: Reportage – Misdaadjournalist
Viewing all 166 articles
Browse latest View live

Opkomst en ondergang van Samir ‘Scarface’

$
0
0

(reportage uit 2016)

In de vroege ochtend van donderdag 28 augustus 2014 wordt Samir ‘Scarface’ Bouyakhrichan in Spanje geliquideerd. Hij stond bekend als een van de rijkste drugshandelaren uit de recente Nederlandse geschiedenis. Hij was zelden in Nederland: hij woonde in Malaga en Dubai. Het motief voor de moord is nooit bekend geworden. Voor Panorama ging ik in Nederland en Spanje op onderzoek. De conclusie: Scarface is waarschijnlijk de dupe geworden van intriges en grepen naar de macht, waarbij twee geruchtmakende zaken de hoofdrol spelen: de dood van de onschuldige Danny Gubbels en de liquidatie van Gwenette Martha.

Als je over de tolweg langs de Spaanse kust naar het zuiden rijdt is een eindje voorbij Marbella de afslag naar Benahavís. Dit bergachtig gebied in Malaga is het domein van de rich & famous.Glooiende golfbanen. Op de kruispunten staan rijdende kraampjes die alleen golfballen verkopen. De tegen de heuvels geplakte villa’s bieden uitzicht op de Middellandse Zee.

In de nacht van woensdag 27 op donderdag 28 augustus bevindt Samir Bouyakhrichan zich in deze omgeving, in het All-1 Café. Een van de zeldzame horecagelegenheden binnen een straal van vijf kilometer, onder de rook van het dorpje San Pedro de Alcántara. Niet in het dorp zelf, maar in een klein winkelcentrum een kilometer erbuiten. Alleen maar sjieke zaken. Een SuperCor supermarkt, een biologische winkel, een exclusief restaurant en dat All-in 1. Het Spaanse karakter is hier ver te zoeken: de eigenaar en het personeel zijn volbloed-Engelsen; de kaart verraadt wel een sterke Nederlandse inbreng: bitterballen, frikandellen. Maar bepaald geen ‘friet van Piet’: de gerechten zijn van uitzonderlijke kwaliteit. Evenals de meeste bezoekers. Veelal oudere dames en heren, al dan niet met hond. Geen doorsnee-toeristen.

Wat had Samir hier te zoeken, waarom was hij hier deze avond, in het gezelschap van zes vrienden? Hij zal er niet het geringste vermoeden van hebben gehad dat alles wat hier zou gebeuren minutieus was voorbereid. Dat er ergens in de buurt al een moordcommando op scherp stond, wachtend op de goede gelegenheid.

Ze hoefden hem niet hierheen te volgen: ze wisten dat hij hier zou zijn. De opdrachtgever en degene die het allemaal had geregeld, was er zelf bij. Die moet – het zij hem gegund – een niet al te prettige avond hebben gehad. Wetend wat er elk moment zou kunnen gebeuren. Toch maar vrolijk meelachen, eten en drinken met de gabbers. Samir moet zich helemaal op zijn gemak hebben gevoeld: hij zag eruit alsof hij net van het strand kwam. Liep op slippers, droeg een zwembroek en een T-shirt.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

 

Over wat er om tien voor twee precies is gebeurd, is wat onduidelijkheid. Vaststaat dat de schutters twee mannen zijn, maar of die naar binnen zijn gekomen of buiten stonden te wachten toen het gezelschap van plan was te vertrekken, daarover zwijgen de getuigen. Bijna twee jaar later wil het personeel er niets over kwijt en verwijst het door naar eigenaar Dennis. Die laat weten dat hij het slachtoffer nooit eerder heeft gezien en ook niets van het gebeurde heeft meegekregen: het speelde zich af op het terras, niemand heeft iets gezien.

Misverstand

Samir zou nog een poging hebben gedaan om te vluchten, maar dat lukte niet. Hij werd van dichtbij in zijn hoofd en rug geschoten en stierf ter plekke. De Guardia Civil was snel ter plaatse. Aanvankelijk was er misverstand en werd in Nederland gedacht dat er twee slachtoffers waren. Samir reed in de auto van een andere Amsterdamse Marokkaan; vermoedelijk is het gebrekkig Spaans van de Nederlandse politie en het gebrekkig Engels van de Spaanse hier debet aan. In hoeverre de Spaanse politie verder serieus onderzoek heeft gedaan, is moeilijk vast te stellen. De woordvoerding wordt gedaan door de Guardia Civil in Malaga en daar is ondanks tal van telefoontjes en mails zowel in het Spaans als in het Engels geen andere reactie te krijgen dan dat men geen toestemming heeft mededelingen te doen.

Afgelegen

Een paar vragen zijn eenvoudig te beantwoorden. Op het eerste gezicht lijkt het merkwaardig, een ontmoeting op zo’n toch tamelijk afgelegen locatie, maar dat is minder vreemd dan je zou denken: Samir vertoefde veelvuldig in deze omgeving in de schaduw van het Ierse Costa Cartel en zijn Amsterdamse vrienden. De topmannen van het kartel hebben in dezelfde omgeving ten zuiden van Marbella hun zwaar beveiligde villa’s en landhuizen; de Amsterdamse vrienden huren hier appartementen of verblijven in luxe hotels. Samir huurde woningen in deze buurt. Hij verhuisde vaak. Officieel handelde hij in onroerend goed, hij had enkele bedrijven op zijn naam staan in Marbella. Hij deed er alles aan dat beeld in stand te houden en probeerde buiten alle schijnwerpers te blijven. Dat was aardig gelukt: er is nooit een foto van hem op internet of waar dan ook gepubliceerd. Maar zijn naam werd wel steeds vaker genoemd.

Litteken

Hoe is Samir zo groot kunnen worden? Hij groeide op in een volksbuurt in Amsterdam-West, met zijn ouders en twee zussen en twee broers. Hij kon goed leren en ging naar het Fons Vitae Lyceum in Amsterdam-Zuid. Volgens zijn schoolbankpagina is hij in 1980 geboren en heeft hij van 1986 tot 1994 op deze school gezeten. Andere berichten gaan ervan uit dat hij ouder was en in 1979 is geboren. Het eerste wapenfeit dat daarna over hem te vinden is, is dat hij bij een ruzie in discotheek Escape een glas in zijn gezicht gedrukt kreeg, waar hij een litteken onder zijn rechteroog aan overhield. En zijn bijnaam. Die zou hij zelf hebben bedacht.

Bikkelhard

Over het begin van zijn criminele carrière wordt geschreven dat hij bevriend was met bekende figuren binnen de Amsterdamse onderwereld en zo een netwerk heeft opgebouwd. Hij was een handige handelaar en zou zo’n goede band met Colombiaanse cocaïneleveranciers hebben dat hij als een van de weinigen zijn eigen stempels mocht gebruiken. Daarbij wordt terloops wel opgemerkt dat hij ook twee kanten had. De ene kant: de charmante ideale schoonzoon, knappe vent, altijd omringd door de mooiste vrouwen en voorzien van de duurste spullen, op allerlei gebied, en zeer gul. De andere kant: bikkelhard als het nodig was. Hij zou netwerken hebben overgenomen van goede contacten terwijl ze in de gevangenis zaten, met hun instemming.

Jemy Nocento

Maar er is ook een verhaal over een onopgeloste moord in Rotterdam, waar hij samen met iemand anders bij betrokken zou zijn geweest. Dat ging om een partij van 1100 kilo cocaïne. Vermoedelijk gaat dat om de moord op 4 april 2003 op Jemy Nocento, die in een portiek aan de Dordtselaan werd doodgeschoten. Er werd een Antilliaanse man aangehouden, die eerder was ontsnapt uit een gevangenis op de Antillen. Dat bleek echter niet de schutter. De zaak is nooit opgelost.

Hoe dan ook, toen de handelaar was overleden, was Scarface naar Colombia gegaan met de boodschap dat hij wist dat er een partij lag en dat hij die wel voor hen wilde verkopen. Zo was hij in één keer een grote speler geworden. Daarna ging het alleen maar bergopwaarts. Zijn vermogen wordt geschat op anderhalf miljard euro. Grotendeels in Dubai: hij zou voor 25 procent eigenaar zijn van een oliemaatschappij. Verder belegde hij veel in onroerend goed, ook in Spanje.

Ali Akgün

Mooi en rijk zijn en op materieel gebied alles hebben wat je hartje begeert, is één ding. Waar het hem aanvankelijk aan ontbrak was: streetcredibility. Het respect van de straat. Zijn groep had wel geld, geen spierballen. Hij gedroeg zich vaak arrogant, veel mensen in zijn omgeving keken daar tegen op, maar de grote jongens prikten daar zo doorheen en dat voelde hij. Dat veranderde door zijn vriendschap met Ali Akgün, die hij in het Amsterdamse milieu leerde kennen. De twee raakten goed bevriend en werden compagnons. Daarmee had Scarface zijn ‘streetcredibility’ aardig opgeschroefd. Bovendien: Ali was goed bevriend met Danny K., ook iemand met een naam, maar Danny en Scarface lagen elkaar niet zo.

De grootste fout die Scarface maakte en die mede tot zijn ondergang heeft geleid, heeft te maken met de dood van de twaalfjarige Danny Gubbels, op 14 juli 2010, in de woonwagen van zijn ouders aan de Rijnauwenstraat in Breda. Zijn vader werd ervan verdacht 400 ‘koekjes’ te hebben gestolen van een transport van Samir. Hij moest betalen. Dat wilde hij ook wel, maar het duurde Scarface wat te lang en toen huurde hij een groepje Engelsen ingehuurd om druk te zetten.

Wat hem naderhand verweten werd is dat hij kon weten wie hij inhuurde. Dat daar op z’n minst één persoon bij was, Alistair, van wie bekend was dat hij helemaal door het lint kon gaan. Alles ging dan ook fout. Er is weinig twijfel over dat het niet de bedoeling was iemand te verwonden: er moest alleen schrik worden aangejaagd.

Computer

Het begon er al mee dat de woning van Gubbels onder observatie stond, in verband met een onderzoek. Vanaf het begin werden de daders opgenomen. Zo is te zien hoe ze tegen de deur trappen om naar binnen te komen. Dat lukte niet. Er is een verhaal dat dat kwam doordat de deur naar buiten toe opendraaide in plaats van naar binnen, maar dat staat niet echt vast. Omdat er binnen niemand reageerde, gingen ze ervan uit dat er niemand binnen was. Om toch een boodschap achter te laten, besloten ze de woning onder vuur te nemen. Maar zoon Danny zat achter de computer, ook zijn moeder was in de kamer; vader John was al naar bed. Moeder raakte lichtgewond, Danny werd dodelijk getroffen.

De meeste betrokkenen zijn inmiddels veroordeeld. Samir werd er ook voor aangehouden, toen hij met het vliegtuig van Dubai naar Barcelona kwam. De aanklacht was dat hij een van de schutters zou zijn geweest, maar dat kon hij gemakkelijk weerleggen. Alistair wist naar het buitenland te vluchten.

Daarmee was het conflict nog niet uit de wereld. Er moest op hoog niveau worden bemiddeld. Scarface ging dat natuurlijk niet zelf doen, daar had hij zijn mannetjes voor. In het milieu wordt gezegd dat hij Ali Akgün hiervoor had ingeschakeld, die op zijn beurt Danny K. op de zaak had gezet, maar dat is vermoedelijk een aaneenschakeling van misverstanden, zaken aan elkaar koppelen en misschien signalen afgeven. Toen zich dat afspeelde, zat Ali in de EBI in Vught.

Danny K.

Dat Scarface voor de bemiddeling gebruik zou hebben gemaakt van Danny K. is een min of meer begrijpelijke redenatie. Danny is goed bevriend met Bart S., een vertrouwenspersoon van John Gubbels. Danny en Bart kennen elkaar hun hele leven al bijna. Officier van justitie Koos Plooij heeft ook geprobeerd Danny te linken aan de zaak-Gubbels, maar tevergeefs. Volgens Danny heeft hij Gubbels in zijn hele leven twee keer gezien: één keer na de dood van zijn zoon, waarbij hij hem heeft gecondoleerd en later nog een keer. Maar zeker niet om ergens bij te bemiddelen. ‘Complete nonsens. Ik bemoei me niet met pikpartijen, dan weet je wat er gebeurt. Ik zou zelfs voor Ali niet in zo’n zaak bemiddelen, daar bemoei ik me niet mee.’

Voor Scarface zelf had de affaire-Gubbels ook veel gevolgen: veel andere grote jongens namen hem de dood van Danny Gubbels kwalijk. Iemand die zoveel binnenhaalt als hij, die laat toch niet voor 400 kilo een onschuldige jongen doodschieten? Ook al was dat dan niet de bedoeling. Er waren er die vanaf dat moment niet meer met hem wilden samenwerken.

Najeb Bouhbouh

Toen werd het oktober 2012. De moord op Najeb Bouhbouh in Antwerpen; de liquidatie met de meest verstrekkende gevolgen uit de Nederlandse criminele geschiedenis. De groep van Scarface heeft met die affaire waarschijnlijk niets te maken gehad, al waren er in het begin geruchten dat Scarface weleens een van de financiers van de partij kon zijn. Maar dat was al niet zo logisch: de partij van 200 kilo waar het om ging was gefinancierd door een aantal kleine investeerders uit Amsterdam. Kruimelwerk voor Scarface, die zoiets gemakkelijk in z’n eentje afkon. Maar de nasleep van die moord op Bouhbouh en de kettingreactie die erop volgde, zou Scarface uiteindelijk de das om doen.

De dood van Najeb Bouhbouh was een enorme klap voor Gwenette Martha, die hiermee niet alleen een goede vriend, maar ook zijn compagnon en vertrouweling verloor. Het was allemaal onder controle gebleven als Gwenette zijn eigen groep had kunnen blijven aansturen, maar daar ging het fout.

Een paar weken na de moord op Najib werd Gwenette aangehouden omdat hij ervan werd verdacht een aanslag voor te bereiden op Benaouf A., die de opdrachtgever voor de moord op Najib zou zijn. In de maanden dat Gwenette vastzat, moesten de zaken doorgaan.

Een van zijn ‘boodschappenjongens’ was Najib Himmich, bijgenaamd Ziggy. Een jonge jongen – toen 26 – met ambities. Actief in de kickbokswereld. Ziggy kwam geregeld bij Gwenette in de gevangenis op bezoek voor instructies. Dat ging goed. Misschien iets te goed. Ziggy trok veel meer naar zich toe dan de bedoeling was. Hij nam de contacten van Gwenette over, hij kon het ook wel af zonder Gwenette. Hij kwam – op voorspraak van Gwenette – in contact met Samir, die er wel brood inzag Ziggy, ‘het kleine dikkerdje’, meer naar zich toe te trekken. In de zomer van 2013 was er aan de Spaanse kust, waar Samir en zijn groep domicilie hield, een ontmoeting met Ziggy waar een en ander beklonken werd.

Samir stimuleerde Ziggy. Investeerde 2 miljoen voor hem in een partij, Ziggy kon al een beetje met de grote jongens meedoen. Toen Gwenette terugkeerde na zijn detentie, merkte hij dat de sfeer veranderd was. Ziggy was niet meer de kleine jongen, hij hoorde bij de groep met Scarface en Ali. Ziggy had zijn eigen netwerkje opgebouwd, hij was niet van plan weer als pion van Gwenette te gaan fungeren. Hij werd steeds verder in de groep-Scarface getrokken.

Spagaat

Ziggy kwam in een merkwaardige spagaat terecht. Ook in de onderwereld geldt: je kunt geen twee heren dienen. Het was op bepaalde punten onmogelijk zowel loyaal te zijn naar Scarface als naar Gwenette. Scarface had dat in de gaten. Hij merkte dat Ziggy bepaalde opdrachten van hem niet meer uitvoerde. Er ontstond wantrouwen. Ziggy raakte paranoïde, wist niet meer wie hij wel en niet kon vertrouwen en wist ook niet meer wat hij aan Scarface en aan Gwenette had. Ze waren een gevaar voor elkaar geworden: ze kenden elkaars geheimen. Het blijft altijd wat speculeren, maar het staat vast dat ‘de erven Gwenette’ Ziggy ervan verdachten de hand te hebben gehad in de liquidatie van Gwenette, in mei 2014 in Amstelveen. Omdat Gwenette Ziggy had doorzien.

Verrader

Daarmee had de kous af kunnen zijn: de grootste tegenspeler was van het toneel verdwenen. Niets stond een verdere goede samenwerking tussen Scarface en Ziggy nog in de weg. Zou je zeggen. Maar het vertrouwen was weg. Ook bij anderen in de groep-Scarface: aan wiens kant stond Ziggy? Hij had Gwenette opgeofferd; eens een verrader…

Ze zeggen dat Ziggy niet goed meer wist wat hij moest doen. Een daad stellen door Scarface uit de weg te ruimen en daarmee het vertrouwen van de oude groep – van Gwenette – terugwinnen? Of was het angst voor Scarface? Ziggy was een van de vrienden die er die laatste avond in het All-in-1 Café bij was. Hij keerde terug naar Nederland, maar enkele weken later dook hij onder in Spanje. Half oktober 2014 werd hij voor het laatst in Spanje gesignaleerd. Er is weinig twijfel over dat hij heeft moeten boeten voor zijn rol bij de liquidatie van Gwenette, maar zijn lichaam is nooit gevonden. Ook vriendin Luana Luz Xavier (34), moeder van hun twee kinderen, betaalde de volle prijs voor de keuzes die ze met Ziggy had gemaakt: op 8 december 2014 werd ze voor de ogen van haar kinderen in Amstelveen geliquideerd.

Noffel

Het is lang stil geweest rond de moord op Scarface. De Amsterdamse recherche heeft destijds wel contact gehad met de Spaanse politie, maar dat lijkt niet veel te hebben opgeleverd. Wat niet betekent dat het daarmee is afgelopen. Toen in april Naoufal F. (Noffel) in Ierland werd aangehouden, in een woning die hoorde bij het al genoemde Costa Cartel, werd zijn naam in de media genoemd als mogelijke verdachte van de moord op Scarface. Daarvoor zal hij niet worden uitgeleverd aan Nederland, maar zodra hij hier is, zal justitie er alles aan doen hem voor deze – en andere – liquidaties veroordeeld te krijgen.

Dat zijn naam werd genoemd, is niet zo vreemd. Die was al eerder gevallen. Naoufal was een van de aanwezigen op het terras. Daarmee had hij in elk geval een alibi als schutter: dat was hij zeker niet. Als opdrachtgever? Misschien ook een maatje te groot. Voor het motief om Scarface uit de weg te ruimen, wordt ook iets anders genoemd dan dat van Ziggy. Scarface was wel erg groot geworden en daarmee een forse concurrent van andere spelers, in Spanje en Amsterdam. Soms is het gewoon een kwestie van geld: als iemand te veel contacten en te veel lijnen heeft, wordt het tijd hem aan de kant te zetten.

EEN FEESTJE IN HET APOLLOHOTEL

Als je zo schathemelrijk bent als Scarface, waar geef je je geld dan aan uit, hoe vermaak je je? Hij had voor zover bekend geen vaste relatie, hij gaf vaak privéfeesten waarbij hele zalen werden afgehuurd en alleen genodigden welkom waren. Veel Marokkanen, maar ook zijn Engelse vrienden. Champagne, cocaïne, en vrouwen. Veel vrouwen. Het neusje van de zalm van de escort, bij wie de kleding naarmate de nacht vorderde steeds schaarser werd.

Een van die feesten was op 30 juni 2012, bij het Apollo Hotel in Amsterdam. Op het privéfeest in 2012 waren de nodige ABC’ers aanwezig, van wie de naam beter niet genoemd kan worden omdat ze dan meteen via hun advocaat ontkennen dat ze daarbij waren en bewijs dan maar eens dat het wel zo was. Iemand die daar ook zou zijn geweest: zanger Gordon. Op de per sms aan hem voorgelegde vraag of hij zich dit herinnert, is het antwoord: ‘Hoi man, ik weet niet wie dit is. Groet.’ Na een korte toelichting onzerzijds komt er blijkbaar niets naar boven, het blijft stil.

Update: aanleiding voor plaatsing van deze reportage is een verhaal in Panorama, over Liquidaties aan de Costa, waar ook deze gebeurtenissen een rol spelen. Zie hier.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

De laatste bange dagen van Elco Gjaltema

$
0
0

 

Op een donkere avond in februari, aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam, wordt Elco Gjaltema doodgeschoten als hij naar buiten komt lopen om zijn hondje weg te brengen. “Een vergissing,” meent zijn vriendin, maar de politie en mensen die Elco wat langer kenden weten beter. Een conflict in het drugsmilieu hing als een molensteen om zijn nek. Wanhoopspogingen om zijn onschuld aan te tonen waren mislukt. Hij leefde in geleende tijd. Het politieonderzoek heeft niks opgeleverd, maar in het milieu blijft het gisten. Waren het wel de opdrachtgevers van het transport die hem uit de weg wilden ruimen? Hij werkte samen met ‘de groep Noorden’ en ‘de groep Amsterdam’ en het zou draaien om een partij van 66 kilo cocaïne. 

Op woensdagavond 17 februari 2015 om negen uur lopen Elco Gjaltema en zijn vriendin Eline naar de sportschool aan de Oostelijke Handelskade in Amsterdam. Het is maar een klein eindje, ze wonen er vlakbij, pal tegenover Club Panama. Elco gaat sporten, Eline loopt even mee om de hond uit te laten. Het hondje is van Elco en heet Youssef. Dat was provocerend bedoeld: toen hij in Osdorp woonde, had hij veel last van Marokkanen.

Het valt Elco en Eline allebei op dat ze tijdens de wandeling naar de sportschool een man tegenkomen in donkere jas met hoge kraag en een muts, zo’n figuur die je eigenlijk ‘s avonds op straat liever niet tegenkomt. Elco gaat sporten, Eline laat Youssef uit op het grasveldje voor hun huis, naast Panama. Youssef zal later op de avond door Elco naar zijn vorige vriendin Lara* worden gebracht. Weliswaar hebben ze sinds september 2015 geen relatie meer, ze hebben nog wel goed contact. Elco zou de volgende dag naar Turkije gaan om zijn ogen te laten laseren. Er zijn maar een paar mensen die dit weten, Elco is een behoorlijke ijdeltuit, hier loopt hij niet mee te koop. Lara woont elders in Amsterdam, zij zal zich tijdens zijn afwezigheid over Youssef ontfermen. Elco is verknocht aan het beestje: hij heeft hem al twaalf jaar.

Deens

Als Eline Youssef aan het uitlaten is, ziet ze de donkere figuur met de capuchon terugkomen. Hij stapt in een witte Audi met, naar ze denkt, een Belgisch kenteken. Dat blijkt later een Deens kenteken te zijn geweest. Eline ziet de man instappen in de auto, als bijrijder, maar ze rijden niet weg. Als Elco na een goed uur terugkomt van de sportschool, zitten de twee mannen nog in de Audi. Hij passeert hen en gaat naar binnen. De mannen in de Audi blijven zitten. Kennelijk weten ze dat Elco deze avond nog een keer naar buiten zal komen, al is het een volslagen raadsel hoe ze dat kunnen weten. Het had veel meer voor de hand gelegen om toe te slaan toen Elco terug kwam lopen.

Om ongeveer tien over half elf komt Elco naar buiten, met de hond. Op het moment dat hij in de voor de deur geparkeerde auto van Eline wil stappen, vliegen hem de kogels om de oren. Hij wordt dodelijk getroffen. Eline vertelt aan AT5 hoe dat ging. “Hij loopt de deur uit en ik zit thuis met de muziek aan. Ik stuur hem een berichtje van: ‘Zo hé!’ Ik hoorde keihard gebonk buiten. Ik zet de muziek zachter en ik zie mijn auto met de deur open, de lampen aan en Elco ernaast.”

Elco is onder meer in zijn nek geraakt. Onder de ogen van zijn vriendin proberen hulpverleners hem nog te redden maar tevergeefs. “Het zijn beelden die op je netvlies blijven staan. Ik mocht hem niet meer zien, ik mag niet meer bij hem, wat ik ergens ook wel begrijp, maar ik had hem heel graag nog even willen voelen en zien of hij warm was.”

Vergissing

Eline heeft geen idee waar dit onheil vandaan komt. Ze kende Elco als iemand “met een veelzijdig bestaan.” Hij was actief in de BMX-wereld waar hij op hoog niveau reed. Hij had een eigen kledinglijn en was veel in het uitgaanscircuit te vinden. Eline: “Het was een jongen met een hart van goud, iemand die positief in het leven stond en altijd vrolijk was. Niemand zou zeggen daardoor zal het wel komen, dat kan niet. Er is geen reden waarom iemand dit zou doen.” Ze denkt aan een vergissing. Ze wil haar verhaal vertellen “omdat ik wil dat mensen weten hoe hij was en hoe hij in het leven stond. Wat ze ook op tv zien, wat mensen ook beweren, dat hij echt een goeie gast was en dat hij echt nooit iets verkeerd zou doen.”

Eline kende Elco nog maar sinds kort, ze wist niets van zijn verleden en zijn duistere zaken. De Amsterdamse politie veegt het sprookje van een vergissing meteen resoluut van tafel. Er is sprake van een doelgerichte actie. De witte Audi A6 met het buitenlandse kenteken blijkt een week voor de moord te zijn gehuurd op de luchthaven van Kopenhagen en is vervolgens door iemand via Hamburg naar Nederland gereden. Volgens de politie zaten er twee mannen in de auto op het moment van de liquidatie. De bijrijder is waarschijnlijk de schutter geweest. De auto werd kort na de schietpartij brandend gevonden in Duivendrecht. Daar zijn de daders vermoedelijk overgestapt in een donkerkleurige auto.

Het vuur kon snel worden geblust, waardoor de politie behoorlijk wat sporen veilig kon stellen. Zo is er een plastic petfles gevonden die vermoedelijk was gevuld met een brandbare vloeistof waarmee de auto is aangestoken. De fles is op sporen onderzocht, maar over de resultaten is nog niets bekendgemaakt. Precies bij het portiek waar de moord is gepleegd, hangt een camera, maar of er op de beelden iets te zien is dat het onderzoek voorthelpt is nog altijd niet bekend. De Audi moet daar haast in beeld hebben gestaan.

Golddiggers

Het levensverhaal van Elco zou een stuk smeuïger geschreven kunnen worden, maar er zijn wat praktische bezwaren. Elco had een voorliefde voor mooie vrouwen, die door anderen golddiggers worden genoemd. Eigenlijk zijn zij zijn ondergang geworden. De inkomsten die hij had uit de drugshandel, spendeerde hij grotendeels aan luxe. Dure horloges (Rolexen en Audemars Piguet) dure auto’s, gadgets, alles van het nieuwste. En aan de dames, voor wie niets hem te veel was. Een implantaatje hier en daar. Dat zou allemaal geen probleem zijn, als hij daar het geld voor had. Maar dat had hij niet en dat leidde tot grote irritatie bij de jongens die met hem werkten. Hij ‘vergat’ vaak af te rekenen met de wietknippers, degenen die de transporten uitvoerden, investeerders.

Op den duur was er een onhoudbare situatie ontstaan waarbij hij sjoemelde met transporten. Drugstransporten, voornamelijk naar Engeland, voor in Amsterdam en omstreken gevestigde groeperingen. Hij kon het lang volhouden. Iemand die in die periode jarenlang met hem werkte, zegt: “De meeste mensen mochten hem graag. Hij had een vlotte babbel, hij praatte veel problemen weg. Hij was geen ripper, maar omdat hij zich niet aan afspraken hield, werd hij verantwoordelijk gehouden voor als het fout ging.” Maar op een of andere manier konden de meeste mensen niet echt boos op hem blijven, ze mochten hem ook wel graag. “Elco was een teringlijer, maar het was wel ónze teringlijer.”

Kutzwagers

Er zou een meeslepend en opzienbarend verhaal te maken zijn over de relaties van Elco, maar er zijn wat praktische bezwaren. De exen van Elco hebben nieuwe vrienden die niet gesteld zijn op oude koeien die uit sloten worden gehaald, en derhalve dreigen met miljoenenclaims en juridische procedures. De voorbereidingen voor dit artikel leverden de nodige scheldpartijen en dreigementen op, vandaar dat we de echte namen van de dames en veel van hun onstuimig verleden met Elco achterwege laten. Een van hen schakelde de politie in omdat ze niet langer lastig gevallen wilde worden met vragen. Hebben we ’t nog niets eens gehad over hennephokken op hun naam en stuivertje wisselen (Elco en een bekende voetballer als ‘kutzwagers’ met twee dames uit het modellencircuit)

Zo lang Elco kon aantonen dat het niet zijn schuld was en dat de betreffende partij inderdaad door de douane in beslag was genomen, kwam hij er mee weg. In 2015 was zijn geluk – en het geduld van opdrachtgevers – op. Het ging om een transport in het voorjaar van 2015, naar Engeland. Dat had één transport moeten zijn, maar Elco had weer zijn vaste truc van stal gehaald. Had exclusiviteit beloofd, maar deed er partijen voor anderen bij. Een vroegere compagnon: “Soms wist hij niet eens meer wie hij wat moest betalen, voor hoeveel. ‘Was toch vijftig kilo?’ ‘Nee, honderd.’ ‘Oké… Hier heb je vast voor vijftig.’ De rest kwam nooit, of moeizaam. Hij had het geld dan allang uitgegeven.”

Joego’s

Voor het bewuste transport naar Engeland zou hij vier verschillende opdrachtgevers hebben gehad. Toen de douane in Dover de vrachtwagen aan de kant zette, had hij dus een heel groot probleem. In 2016 liepen de meningen uiteen over welke groep er zo boos was: de ‘Nederlandse’ die al eerder tegen de lamp was gelopen met een hasjtransport bij Harlingen, of ‘de Joego’s’ uit Amsterdam. De Joego-maffia kennen we uit de tijden van Klaas Bruinsma en diens nazaten: Klepper en Mieremet, die te maken kregen met ‘Joca Amsterdam’. De afgelopen tien jaar hoorde je er weinig meer van. Ondergesneeuwd in de golven van publiciteit rond de Mocro-maffia. Vinden de Joego’s niet erg: die mijden de publiciteit. Maar in meedogenloosheid doen ze niks onder voor de Mocro’s.

Inmiddels zijn er wat wolken opgetrokken. Het ging om een partij van 66 kilo, van een van de genoemde Nederlandse groepen. In principe was dat goed opgelost. Het grootste deel van het transport (vermoedelijk 40 kilo) kwam van deze groep, maar dat was al geregeld: Elco zou het beetje bij beetje terugbetalen. De opdracht om hem te liquideren kwam zeker niet van deze kant. Werd Elco bedreigd door een andere opdrachtgever, of nog iemand anders op de lijn, die een bepaald belang had? Feit is dat Elco zich ernstig bedreigd voelde. Hij moest aantonen dat de partij inderdaad in beslag was genomen door de douane, maar dat kon hij niet. Er stond geen letter over in de krant. Maar: op 17 september 2015 zou er in Canterbury een rechtszaak zijn, waar onder anderen de Nederlandse chauffeur terecht zou staan.

Er was alleen een voornaam bekend: Wilco. Een informant uit het criminele milieu, met goede contacten in Engeland, zegt dit te hebben gehoord van een bekende Britse crimineel, ‘die iedereen kent.’ Uit die hoek komt ook het verhaal dat Elco naar Canterbury is geweest om op 17 september de rechtszitting bij te wonen, om zo bewijs te achterhalen. Dat was op niks uitgelopen. In Canterbury is ook achteraf niets te vinden over een zitting op 17 september. Plaatselijke journalisten kunnen er niks over achterhalen, ook bij de Britse douane, politie en justitie gaat er nergens een lampje branden. Andere bronnen noemen overigens een andere naam voor de chauffeur: Vincent.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

In 2015 had Elco een relatie met Lara, de vriendin bij wie hij de avond van de moord de hond zou brengen. Weet zij of hij in september naar Engeland is geweest? Lara: “Ik ging niet meer met hem, ik weet niet of hij in die maand weg was.” In die maand was hun relatie net stukgelopen. Volgens de moeder van Elco had zij tegen haar gezegd dat Elco één dag naar Engeland was geweest. “Dat klopt, maar dat was al veel eerder. Ik denk ergens in de lenteperiode.” Waar dat voor was, weet ze niet: “Daar spraken wij niet over. Hij hield zakelijk gezien alles voor zichzelf.”

Als we de-Britse-crimineel-met-contacten mochten geloven, zat de Nederlandse chauffeur nog steeds vast in Engeland. Ook al was daar niets van terug te vinden. En zou Elco zich ook bij het transportbedrijf hebben gemeld, in wanhoop, om bevestiging te krijgen dat er een lading in beslag was genomen. Ook daar zou hij het deksel op de neus hebben gekregen. De eerder aangehaalde bron uit het milieu: “Elco was ten einde raad. Hij moest 2 miljoen euro betalen. Misschien heeft hij gedacht dat het ook dit keer wel weer los zou lopen, maar blijkbaar was er een grens bereikt.”

Deze bron koppelt de 2 miljoen aan een andere opdrachtgever en denkt aan ‘de Joego’s’, maar het is nogal de vraag of dat inderdaad zo is. Er waren meer partijen bij betrokken, met ieder hun eigen belangen. 

Elco was een jongen die altijd al grenzen zocht. Zijn moeder is van oorsprong Amsterdamse, maar ze woont al jaren in het Twentse Denekamp, met zijn stiefvader. Daar heeft Elco ook zijn roots en daar begon hij met grote wiethokken. Goed georganiseerd. Niks op eigen naam, natuurlijk, zoals ook het appartement aan de Oostelijke Handelskade niet op zijn naam stond. Daar ligt één van de gevoeligheden die we eerder aanstipten.

Grote vis

Een vriendin van toen, Rosanne*, heeft inmiddels een héle grote vis aan de haak geslagen. Zij – en de nieuwe schatrijke, heel veel oudere vlam – wensen ongaarne met dit smetje op haar blazoen te worden geconfronteerd. In de Twentse periode had zij een wiethok op haar naam staan en toen de politie daar binnenviel, leverde haar dat een aantekening op in haar strafblad. Of ze heeft geweten dat er iets op haar naam stond, of dat Elco ervan uitgegaan is dat ze daar geen bezwaar tegen zou hebben, daarover lopen de meningen uiteen. De bron: “Ook toen waren er al vaak problemen. Dan kreeg hij voor 20.000 euro aan apparatuur mee van growshops, op krediet. In ruil daarvoor zou hij een extra bonus betalen als er werd geoogst, als er geld binnenkwam, maar het draaide er meestal op uit dat er helemaal geen geld kwam. Hij kocht de gekste dingen, voor zichzelf en voor zijn vriendinnen.”

Met zijn charme en uitstraling had Elco niet veel moeite om leuke vriendinnen te vinden, maar ze kwamen ook op zijn geld en gulheid af. “Bij een vriendin die de relatie had verbroken, bleef hij aan de deur komen. Als ze hem niet binnenliet, legde hij enveloppes met geld bij haar voor de deur. Honderden euro’s. Liet bloemen bezorgen, alles in de hoop dat ze terug zou komen. Hij was de enige die niet besefte dat dat kansloos was: ze had iemand gevonden die duizend keer meer te bieden had dan hij.”

Belazerd

Rond 2013 is er een ingrijpende verandering. Tot dan toe had Elco zich vrijwel uitsluitend bemoeid met hennepteelt, maar daar was zijn positie onhoudbaar geworden. De bron: “Hij had weer eens iedereen belazerd. Mensen die het werk hadden gedaan niet betaald, geld uitgegeven aan leuke dingen voor zichzelf en zijn vriendinnen. De groep was er helemaal klaar mee. Op een avond hebben ze hem in Amsterdam op tien hoog buiten een flat gehangen en heeft hij een behoorlijk pak klappen gekregen. Vanaf dat moment is hij in de transporten gegaan en heeft hij afscheid genomen van die contacten in de hennepwereld. En zij van hem.”

De auto met het Deense kenteken

In de wereld van de transporten gaat het over soft- én harddrugs. Een ander verschil: de bedragen zijn vele malen hoger, de risico’s zijn groter, de straffen harder. De bron: “We kwamen hem daarna nog weleens tegen in het uitgaansleven. Hij was iemand die erbij wilde horen, altijd probeerde aan te pappen met de grote jongens. Hij was ook een onruststoker: als je iets aan hem vertelde, lulde hij het meteen door en als je met iemand zat, en hij had dat gezien, briefde hij dat ook door. Op het laatst had hij ruzie met iedereen. Hij gebruikte ook anabolen, daar werd hij agressief van. Als de discussies hoog opliepen, riep hij: ‘Schiet me maar dood.’ Ik denk dat hij niet had gedacht dat iemand dat echt zou doen. Want je kon ook wel met hem lachen.”

 

Kledinglijn

In het ouderlijk huis in Denekamp treurt moeder Maria om haar enige zoon. Natuurlijk weet ze dat hij geen onbeschreven blad was, dat er schulden waren, maar het leek allemaal zo goed te gaan: hij was bezig met een eigen nieuwe kledinglijn. Die overigens niet op zijn naam stond, maar op die van een vorige vriendin. Dat hij een schuld had bij een criminele bende wist ze niet. Ze wist wel dat er iets aan de hand was. “Hij was veertien dagen ervoor naar Verona in Italië geweest. Toen hij terugkwam is hij met de taxi naar De Bilt gegaan. Hij had zelf geen auto, hij leende de auto van zijn vriendin. In De Bilt heeft hij ruzie gehad met twee mannen.”

Dat zoonlief al vroeg van het rechte pad was, is haar niet ontgaan. “Hij is voor die wiet weleens aangehouden. Daar heeft hij drie maanden voor vastgezeten, maar dat is al acht of negen jaar geleden.” Dat speelde in Hengelo en Ootmarsum. In Ootmarsum was het wiethok in een huis dat hij op naam van zijn vriendin Rosanne had gehuurd. “Ze woonden toen bij ons. Buren van dat huis viel op dat er wat aan de hand was en die hebben de politie getipt.” Later huurden Elco en Rosanne een flat in Hengelo. Het wordt eentonig: gehuurd op haar naam.

Feestvierders 

Het droevig bericht over dood van Elco bereikte de ouders die nacht om kwart voor twee. Lara belde. Ze had zitten wachten op het hondje Youssef, dat maar niet kwam. Ze had geen nummer van Elco’s nieuwe vriendin Eline, en die niet van haar. Via omwegen kwam de onheilstijding uit Amsterdam in Denekamp. Moeder Maria: “Hij kende Eline nog niet zo lang. Drie maanden. Elco kon niet alleen zijn.” De begrafenis was in Denekamp. De vrienden uit Amsterdam hadden het wel groots willen doen, in de hoofdstad, ‘onder feestvierders’. Ze kwamen wel, maar de nasleep stemde zijn ouders niet heel vrolijk. In het begin wilde iedereen van alles organiseren, het mocht wat kosten, uiteindelijk – toen de rekeningen kwamen – gaf er niemand thuis. En kregen de ouders rekeningen gepresenteerd “voor dingen die je niet wil weten.”

Wat de ouders wel willen weten: wie heeft Elco laten vermoorden? Van politie en justitie hoorden ze niets en de familierechercheur die langskwam kon ‘in het belang van het onderzoek’ niks meer vertellen dan wat ze al in de krant of op internet hebben gelezen. De Amsterdamse politie werkte ‘met twintig rechercheurs’ aan de zaak, maar wist dat zo geheim te houden dat er zowel in het milieu als in familie- en vriendenkring niemand ook maar iets van heeft gemerkt. De vraag aan de politie over het bezoek van Elco aan Engeland kon in het belang van het onderzoek uiteraard ook niet worden beantwoord.

Afrekening

Het lijkt een afrekening in het criminele milieu, zoals we er zoveel kennen. Dat is het meest waarschijnlijke scenario. Sommigen twijfelen. Dat komt door die toch merkwaardige gang van zaken op de avond van de liquidatie. Het was zoveel voor de hand liggender geweest als het moordcommando Elco had opgewacht toen hij de sportschool verliet. Bijna niemand kon weten dat hij die avond nog de deur uit zo gaan. Vier jaar later is er nog steeds niets meer bekend en dat vinden sommigen ‘in het milieu’ merkwaardig. Doorgaans wordt na verloop van tijd wel duidelijk hoe de hazen hebben gelopen, welke groep verantwoordelijk was. Het toen al sluimerende vermoeden dat de opdrachtgever ergens anders gezocht moet worden dan in de voor de hand liggende kring steekt hardnekkig de kop op. Het is wachten tot er iemand zijn mond opendoet.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Ad Haverkamp: stadsvijand nummer 1

$
0
0
Ron Rodie (links) en Ad Haverkamp

(reportage uit oktober 2018)

Als Ad Haverkamp (47) een café in Breda binnengaat, is de kroegbaas verplicht de politie te bellen: Ad is hier. Iedereen die wat voor zaken dan ook doet met Ad, krijgt alle gemeentelijke instanties over zich heen en wordt het werken onmogelijk gemaakt. Tot hij breekt met Ad. “De burgemeester wil mij ten koste van alles uit de stad verjagen,” zegt Ad, “maar ik laat me niet wegjagen.” Volgens Ad heeft burgemeester Paul Depla een fobische afkeer van alles wat met motoren en motorclubs te maken heeft “en daar ben ik de dupe van.”

De Neerloopweg is een straat op een industrieterrein aan de rand van Breda waar Ron Rodie (53) sinds jaar en dag ongestoord aan Harley Davidsons (en andere motoren) knutselt. Hij is gepokt en gemazeld in de motorwereld, heeft zijn roots bij de Hells Angels, maar is al jaren zelf niet meer heel actief in het clubgebeuren. In de zomer van 2018 ontstond het idee om in Breda een chapter op te richten van motorclub Kings Syndicate MC, een snelgroeiende afsplitsing van No Surrender. Een soort van vriendengroep, kleinschalig. Dat leidde meteen tot een oorlogsverklaring van burgemeester Paul Depla: “We gaan deze motorbende koste wat kost tegenhouden in de regio,” liet hij strijdlustig weten. Gemeente, politie, fiscus en andere overheidsdiensten zouden hiervoor hun krachten bundelen.

De gebetenheid van de burgemeester is verklaarbaar: Kings Syndicate profileert zich als een Outlaw Motor Gang, een zogenaamde 1-procent-motorclub. De term verwijst naar de uitspraak dat 99 procent van de motorrijders zich aan de wet houdt, 1 procent niet. Het nieuwe chapter in Breda telde twaalf man. Toch wel wat geschrokken door de ophef besloten Ron en Ad te stoppen met Kings Syndicate en zelf verder te gaan met een ‘gewone’ (dus geen 1-procent) motorclub. Een vriendengroepje. Omdat ze het leuk vinden samen op pad te gaan, samen dingen te ondernemen: niks illegaals. Maar de beer was los en niet terug in zijn hok te krijgen.

Zere been

Ad huurt een deel van het garagebedrijf van zijn vriend Ron Rodie, ook aan de Neerloopweg in Breda, en vestigt daar een motorverhuurbedrijf. Dat is tegen het zere been: als Ron hem niet de huur opzet, gaat zijn eigen bedrijf eraan. Ron: “Eerst kwam de wijkagent zomaar binnen. Wat nog nooit eerder was gebeurd. Volgens hem was er niks aan de hand, dit was ‘op observatiebasis, een routinecontrole.’ Er hangen in de straat camera’s, je kon zo nagaan dat hij alleen bij mij naar binnen was gekomen, nergens anders. Dat was dus geen algemene controle. Ik heb niks te verbergen, ik houd niet van oneerlijke mensen, dat heb ik gezegd. Toen kreeg ik te horen: ‘We komen ook voor Ad Haverkamp, we hebben gehoord dat bij hiernaast zit.’”

Waarschuwing

Die aap was uit de mouw. Er volgde een nieuw gesprek. Een ‘eerste waarschuwings- en integratiegesprek’, met de heren Spies en Bennekom van de recherche. Ron: “Ze zeiden: ‘Als je Ad Haverkamp binnenlaat, faciliteer je criminaliteit in Breda, en wij zitten niet te wachten op criminaliteit in Breda.’ Ik heb hier al 38 jaar gewerkt, ik zei: ‘Jullie gaan mij niet vertellen wat ik wel en niet mag, ik doe niks verkeerd, ik verhuur alleen een pand.’ Ze zeiden: ‘Je snapt toch wel dat dit crimineel geld is?’ Ik zei: ‘Ik boek alles, de Fiod is hier geweest, alles is perfect in orde. Wat is het probleem?’ Dat zou dan zijn ik geld witwas voor Ad Haverkamp en dat het van kwaad naar erger zou gaan. Ik laat me niet intimideren, ik heb zelf bij de Hells Angels gezeten, ik weet wel hoe het in elkaar steekt, ik weet wat mijn rechten en plichten zijn, ik weet dat dit niet kan in Nederland. Dat justitie je op deze manier niet mag intimideren.”

Het bedrijf van Ron wordt als een soort criminele hotspot bestempeld. Ron: “De politie komt drie, vier keer per dag langs. Dan schrijven ze alle kentekens op. Ze komen ook binnen: dan moet iedereen zich legitimeren. Er was iemand binnen die een boete open had staan. Zijn auto mocht pas van het terrein af als er betaald was, anders zouden ze hem in beslag nemen: “Dan rijden we de poort eruit.” Zo maak je een bedrijf kapot. Ze kunnen Ad blijkbaar al jaren niet te pakken krijgen. Of hij doet niks fout, of ze hebben de kennis niet. Hij probeert er echt iets leuks van te maken, maar hij krijgt de kans niet.”

Intimidatie

Niet alleen in zijn zakelijke bezigheden wordt Ad Haverkamp op de huid gezeten, ook privé zitten de instanties hem dicht op de huid. “Als ik in de stad ben en ze zien mij, houden ze mij aan, pakken ze mijn geld en telefoon af. Als ik in een café kom, is de eigenaar verplicht meteen de politie te bellen. Als ze dat niet doen, gaan ze daar moeilijk doen. Dan dreigen ze de vergunning in te trekken. Als er één minuut na sluitingstijd nog iemand binnen is, is dat een overtreding. Het is pure intimidatie.”

Ron Rodie: “Ik laat Ad niet vallen. Ik snap niet dat dit kan in Nederland. Of Ad wel of geen boef is, is niet mijn pakkie an. Ze maken het mij moeilijk mijn bedrijf te runnen. Vanaf juni tot nu is de omzet van 100 naar 20 procent. Mensen willen hier niet zijn als er politie is. Het gaat er alleen maar om dat meneer Depla zijn gelijk wil halen. Niemand durft iets te zeggen. Ik ben vijf weken bezig geweest om een afspraak te maken met iemand van de gemeente en justitie om te kijken wat er aan de hand is, maar ze verschuilen zich allemaal achter elkaar. Ze hanteren sinds enige tijd een stasi-wet: als ze een verdenking hebben van criminaliteit, zijn alle middelen geoorloofd en mogen ze een inval doen. Daar hoeft niet eens een officier van justitie bij aanwezig te zijn.”

Boot

De eerste keer dat Ad in aanvaring kwam met de Bredase autoriteiten was om een boot, in september 2017. Ad: “Een goede vriend van mij was stervende, aan een ziekte. Hij had een mooie boot. Die wilde hij graag voor zijn gezin behouden, dat die er nog plezier van zouden hebben. Ik heb de boot toen voor een relatief laag bedrag overgenomen en op naam gezet van mijn vriendin. Misschien heeft iemand een tip gegeven, hoe dan ook: ze kwamen bij mij om de boot in beslag te nemen en verbeurd te verklaren.”

Hij schakelde advocaat Erik Thomas in. “Die zaak loopt nog, maar er is geen dossier. Dit zie je nu veel in Brabant: wheelen-dealen: als je afstand doet van de boot, zijn wij er klaar mee. Dat maak ik dagelijks mee. Een officieel voorstel van het Openbaar Ministerie: afstand doen, dan komt het allemaal goed. Dan hebben ze zogenaamd crimineel geld afgeroomd, dat is goed voor de statistieken, daar scoren ze mee. En het verstoort het leven van mensen waar ze niet zo blij mee zijn. Maar Ad ging er niet mee akkoord. Dan gaan ze door met het onderzoek, in de tussentijd hoor je niks. Vervolgens gaat Ad – in hun ogen – de fout in met die motorclub, Kings Syndicate. Daar is wat publiciteit over, de gemeente krijgt er lucht van en dan treedt het zogenaamde ondermijningsprotocol in werking. De gemeente gaat kijken: wat zijn dat voor lui? En concludeert: die moeten weg.”

Ondermijning

Eer volgde een “ondermijningsgesprek”, met Bennekom als hoofd Criminele Zaken en Spies als hoofd recherche, met Ron en zijn medewerkers. Ron: “Ze kwamen ons de les lezen, over wat we wel en niet mochten, hoe we met Ad Haverkamp moesten omgaan. Dat hij een zware crimineel is, die niet welkom is in Breda. Ze waren bij de weduwe geweest, over de boot. Of ze niet was afgeperst door Ad. Die Spies en Bennekom zeiden tegen mij: ‘Voor dat geld hadden wij hem ook wel willen kopen.’ Bennekom zei dat hij er persoonlijk voor zou zorgen dat Ad werd verbannen uit Breda en anders zouden ze het mij heel moeilijk maken. Dat hebben ze gedaan.”

Eerst wordt gekeken of ze Ron op crimineel gebied kunnen aanpakken. Ron: “Dus niet, ik werk al 38 jaar lang keihard. Toen zijn ze gaan kijken of ze het mij bestuursrechtelijk lastig konden maken, met dit pand. Ik heb dit tien jaar geleden gekocht, als een leeg blok, een lege unit, van zeven meter hoog. Het was een soort modelpand van de makelaar. Een grote lege ruimte waar je zelf iets van kon maken. Ik heb er een verdieping in laten maken, om extra vloeroppervlak te creëren. Daar heb ik een kantine gemaakt, met allerlei spullen van motoren, een gezellig hoekje. Veel andere ondernemers die net zo’n pand als ik huurden, hebben dezelfde vloer als ik erin gemaakt, het hele industrieterrein hier zit vol met deze vloeren.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Ik krijg ineens een brief van de gemeente: binnen vier weken moet ik alles herstellen in de oorspronkelijk staat, zoals het was toen ik erin kwam. Met een dwangsom van 20.000 euro, en vervolgens 500 euro per dag. Ik heb gezegd: ‘Dan doe ik de deur dicht, ik heb een zakelijke schuld van 3 ton, dan laat ik me failliet verklaren, dan ga ik de schuldsanering in, ik ben er klaar mee.’ Dat was niet de bedoeling, ik moest anders reageren, zeiden ze. Ik word behandeld als crimineel. Wat ik niet ben. Wat mij het meeste steekt: ik heb een motorzaak, ik heb politieagenten als klant, maar nu wordt gezegd: als je voor een lid van een motorclub een motor repareert, dan faciliteer je criminaliteit. Ik mocht geen contant geld aannemen. De wet is: tot 25.000 euro hoef je dat niet melden. Het probleem is dat burgemeester Depla een soort haat heeft tegen alles wat met motoren en motorclubs te maken heeft. Hij heeft in Breda alles al stukgemaakt wat met motors te maken had. We hadden hier Belcrum Beach, een mooie Harley-dag, die heeft hij ook verboden. Ik vind het dieptriest. Ze zeggen tegen mij dat ik rustig moeten blijven, maar zij drijven iemand tot waanzin. Ik ben geen pater en geen mongool, ik weet wel wanneer je op moet houden. Ze spelen het niet eerlijk. Als ik me ergens tegen wil verweren, kun je nergens degene vinden die de opdracht heeft gegeven, ze verschuilen zich allemaal achter elkaar.”

Kastje

Erik Thomas: “We worden van het kastje naar de muur gestuurd. In het kader van de ondermijningspolitiek wordt er van alle kanten wordt aangevallen, maar niemand weet bij welk loket je moet zijn.” Thomas heeft een brief gestuurd aan hoofdofficier Charles van der Voort, in een poging de communicatie beter te laten verlopen. Hij verwachtte toen binnen afzienbare tijd met een aantal betrokkenen aan tafel te kunnen zitten. Thomas: “We hebben ook met agenten overleg gehad, maar zij bepalen niet wat er gebeurt. Je moet weten bij elk loket je moet zijn om je te verweren, maar daar krijg je geen eerlijke kans voor. Het lijkt of de verschillende instanties geen overzicht hebben, maar dat hebben ze wel. Nu komt het erop neer dat de burgemeester een bepaald onderbuikgevoel heeft, dat er allerlei maatregelen worden getroffen, maar dat er niets toetsbaar is en dat je je nergens tegen kunt verweren.” Dat gehoopte gesprek is er niet gekomen. Een paar weken later blijkt dat Charles van der Voort zijn functie binnen het Openbaar Ministerie ter beschikking stelt.

AD EN KLAAS BRUINSMA

Ad Haverkamp is in 1971 geboren in Dordrecht. Zijn ouders staan op de kermis en trekken het hele land door. In dat circuit groeit hij op. Vanaf zijn zestiende komt hij regelmatig in aanraking met de politie voor ‘kattekwaad’. Op zijn zestiende ‘leent’ hij de nieuwe auto van een buurman, om een nacht met een meisje door te zakken. De auto wordt in het water gedumpt. Rond 1990 leert hij de in 1991 geliquideerde Amsterdamse maffiabaas Klaas Bruinsma kennen, via zijn vriend André Brilleman. “Wat Bruinsma deed wilde ik ook: veel geld verdienen met drugs. Ik heb hem een paar keer ontmoet aan de bar in een gokhal op het Damrak in Amsterdam. Hij had een relatie met de vrouw die daar achter de bar werkte. We hebben een aantal keer samengewerkt: hij gaf hasj, ik verkocht het. Toen hij vroeg of ik bij hem wilde horen zei ik nee. Ik wilde het zelf doen, niet ergens bij horen.” Ad deed in die tijd veel aan vechtsport. Zo had hij André Brilleman leren kennen, bodyguard van de groep-Bruinsma. Liep het slecht mee af: die werd vermoord, in beton gegoten en in de Waal gegooid.

BIJNA DOODGEBLOED

In 2002 raakt Ad betrokken bij een schietpartij in een discotheek in Antwerpen. “Ik had een pilletje en wat drankjes op, niks aan de hand. Maar in die discotheek waren twee groeperingen die ruzie met elkaar hadden. Toen ik naar buiten de parkeerplaats op liep, liep die ruzie uit de hand. Er werd een schot gelost. Vlakbij was de politie bezig met een alcoholcontrole. Die hoorden het schot en kwamen erop af. Voor ik het wist zat ik midden in een schietpartij tussen de politie en die twee groepen. Ik probeerde zelf mijn wapen te pakken, maar terwijl ik die uit mijn broekriem pakte ging die af en schoot ik mezelf in mijn been. Daarna ben ik nog door vier kogels geraakt, allemaal politiekogels. Ik was al snel buiten bewustzijn. Ik had ook geen hartslag meer. Ik lag daar op die parkeerplaats dood te bloeden. Toen ik werd gereanimeerd door het ambulancepersoneel heeft de politie tegen hen gezegd: laat maar liggen, hij is dood. Ze wilden niet dat ik gereanimeerd zou worden. Dat is later bij de rechtbank mijn redding geweest, de rechter heeft dit heel zwaar gewogen, mijn straf viel lager uit en die politieagenten zijn geschorst.”

FRENCH CONNECTION 

De gevangenis in Bapaume

In 2005 wordt Ad gezien als een van de hoofverdachten van een drugstransport van 2600 kilo cocaïne vanuit Venezuela naar het Franse Marseille, in containers met mango’s. Politie en justitie in Frankrijk openen de jacht op alle kopstukken van de French Connection; een maand lang beheerst de zaak de Franse nieuwszenders. Als de andere verdachten al vastzitten, wordt Ad – die dan weer in Nederland woont – maandenlang in de gaten te houden. Pas wanneer hij een voet over de grens zet, wordt hij gearresteerd. De cocaïne is nooit gevonden, de mango’s wel. De politie verdacht Ad ervan ervoor te hebben gezorgd dat de cocaïne tijdig was verdwenen. Dat ontkent hij. Niettemin wordt hij na vier maanden in een Belgische gevangenis uitgeleverd aan Frankrijk. Het transport gaat met veel vertoon gepaard. Er hangt een helikopter boven het  zwaarbewapende escort. In Frankrijk gaat de reis met de TGV, waarin drie coupés zijn gereserveerd voor hem en de gendarmerie. Gewapende agenten hangen uit busjes met mitrailleurs en Ad wordt een maand op de Franse televisie afgeschilderd als kopstuk van de French Connection.

 

Ondanks het ontbreken van hard bewijs wordt hij veroordeeld tot negen jaar cel. Vooral het feit dat hij op foto’s staat met verschillende kopstukken van de French Connection en de Napolitaanse maffia breekt hem op. Hij verblijft in verschillende gevangenissen in Frankrijk. In september 2008 zit hij in Bapaume, in Noord-Frankrijk. Ik heb geprobeerd hem daar een bezoek te brengen, maar na aanvankelijke toestemming wordt er van hogerhand ingegrepen en gaat de deur van de bezoekruimte toch niet open. Ad heeft nog wel kans gezien een Nederlandse vlag uit het raam van zijn cel te hangen, als teken van leven.

Aanvulling: kort na deze reportage wordt Ad aangehouden op verdenking van afpersing van een makelaar uit Dordrecht. Een recent bericht daarover staat hier

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Lesley Tunk: een vergismoord, een aangekondigde dood

$
0
0

In Eindhoven wordt op vrijdagmorgen 5 april ‘Lange Frank’ (54) doodgeschoten bij de woning van zijn moeder in de Beukenlaan in Eindhoven. Over het motief is nog niets bekend, wel wordt hij steevast genoemd als een van de beste vrienden van de in 2010 geliquideerde Lesley Tunk uit Eindhoven. Een zaak die opmerkelijk weinig aandacht heeft getrokken. Dat is des te opvallender omdat er in die zaak eerst een vergismoord is geweest, al had ik dat woord toen nog niet bedacht. Bij een eerdere aanslag op Lesley werd de vriend van zijn dochter dodelijk geraakt: er werd lukraak van buiten door het raam geschoten. In 2013 maakte ik daar de volgende reportage over, voor het boek Misdaadjournalist.

Bij liquidaties in het criminele milieu zijn vrouwen en kinderen zelden het doelwit, maar soms worden ze wel geraakt. Letterlijk. Of de kogels vliegen hen om de oren. De schutters kijken niet op een lijk meer of minder en als er iemand toevallig in de buurt van het doelwit staat, ligt of zit: pech gehad. Ria Tunk en haar dochter Melanie zaten in de vuurlinie toen een schutter met een automatisch geweer hun rijtjeshuis in Eindhoven doorzeefde. Zij overleefden, met de kruitsporen in hun haren. De vriend van Melanie sneuvelde. Verkeerde tijd, verkeerde plek: de aanslag was bedoeld voor man/vader Lesley. Ria en Melanie vertellen over die gruwelnacht in januari 2009.

Vrijdagavond 30 januari 2009. Een rijtjeshuis in de Hendrik Staetslaan in Eindhoven. De gordijnen zijn open, van buitenaf kun je vijf mensen in de woonkamer zien. De televisie staat aan: de x-factor is net afgelopen. Als je door het raam naar binnen kijkt zie je op de bank, midden in de kamer, Ady Nahr zitten, een twintigjarige student. Rechts naast hem, op de leuning, zit Melanie Tunk (19), zijn vriendin. Ze wonen in Rotterdam. Melanie heeft net haar rijbewijs gehaald, ze wilden een eindje rijden en zijn daarom deze avond op bezoek bij haar moeder Ria in Eindhoven. Links, tegen de muur, zit een zus van Ria. Ria is op dat moment 39. Haar partner Lesley Tunk, de vader van hun dochters Melanie en Jody, is niet thuis: hij verblijft in Suriname. Wél in huis: Jody, elf jaar, samen met een vriendinnetje. Ria: “Ze zaten eerst in de eetkamer hun nageltjes te doen, maar ze weten dat ik dat niet leuk vind, toen zijn ze stilletjes naar boven gegaan.”

Duizendklapper 

Als je voor het huis staat is de voordeur rechts naast de woonkamer. Achter de voordeur is een gang, links is een deur waardoor je de woonkamer binnenkomt. Achter de woonkamer is rechts het keukenblok. Ria staat in de woonkamer, bij de keuken, een paar meter van de bank waar Melanie en Ady zitten. “Ik zag buiten iemand lopen, met een mutsje op. Het was koud. Hij kwam van rechts. Hij droeg een tas. Ik dacht dat het iemand was die iets in de brievenbus wilde doen. Het ging zo snel. Het was zo’n geluid als wanneer je een duizendklapper afsteekt. Van die grote. Trrrrrttt.”

Bloed 

Melanie: “Het eerste dat ik mij herinner is dat ik opstond en in de keuken ging staan, achter het muurtje. Ik zag niks, ik hoorde alleen maar rutttuttututttu. Ik dacht: dat is vuurwerk. Toen zag ik rook naar binnenkomen en dacht ik: nee, dat is geen vuurwerk, dan is de rook buiten, niet binnen. Ik wist niet echt wat er aan de hand was. Ik hoorde mijn moeder roepen: ‘Hé godverdomme, wat is hier aan de hand?’ en ‘stelletje mongolen’ of zoiets. En toen zag ik Ady op de grond kruipen. Ik zei: ‘Jongen, doe even normaal.’ Hij zat op de bank, hij was naar achteren gekropen. Ik ben op een stoel gaan zitten en toen zag ik allemaal bloed. Ik riep: ‘Bel een ambulance!’ Ik heb met mijn moeder nog bij Ady gezeten: ‘Hou vol, Ady hou vol. Maar toen…  Nee.” Was ze niet bang dat ze zelf geraakt zou worden? Melanie: “Nee, ik wist niet wat er gebeurde. Ik had wel allemaal kruitdingen in mijn haar. Maar dat merkte ik pas achteraf.”

Ria Tunk met een schaal waar en kogel dwars doorheen ging

Vuurlinie 

Melanie had een stap opzij gedaan waardoor ze net buiten de vuurlinie kwam, naast moeder Ria. Ady zat midden in de kamer, op de bank, hij was het doelwit. De schutter heeft gedacht dat hij Lesley Tunk was: beiden waren ongeveer even groot en leken ook wel wat op elkaar. 

Ria: “Ik had ook kruitsporen in mijn haar. Ik voelde de luchtstroom, de kogels vlogen langs mijn hoofd. Op dat moment bedenk je nog niet: waar komt het vandaan? Maar toen ik dacht van: het duurt te lang. Ik ben opgestaan ben, zo van: ‘Godverdomme, is het nou nog niet afgelopen?’ Ik voelde dat gesuis langs mijn gezicht, je voelt automatisch dat er iets niet goed is. Het was niet van klak-klak, het was trrrrrrrr. Ik dacht eerst nog dat het mijn buurvrouw was. Sinds ik hier woon loopt ze me al te stalken. Mijn auto is kapotgemaakt, ze heeft een paar keer geprobeerd het tuinhuisje van mijn dochter in brand te steken. Dus dacht ik dat ze weer zo’n rotgeintje had uitgehaald. Ik stond op en ik liep naar de deur om naar buiten te gaan. Door het vuursalvo heen. Ik dacht: ‘Dit klopt niet.’ Je ziet van alles voor je gezicht heen en weer vliegen. Glassplinters. Rook. Ik zag mijn schoonzoon op de bank zitten, ik zag hem een gebaar maken met zijn handen. Ik lachte nog, ik dacht: ‘Hij is geschrokken dat hij zo doet.’ Dus ik loop door die kogelregen naar buiten. Ik dacht: ‘Dit voelt niet goed.’ Ik zie een auto wegrijden, ik roep: ‘Stelletje mongolen!’ Ik draai me om en ik zie die kogelgaten. Toen drong het pas tot me door wat er aan de hand was. Ik stapte door die rook heen naar binnen. Ik was heel blij dat iedereen intact was. Ik vroeg: ‘Waar is Ady?’ Mijn hart ging ‘boem’, helemaal naar beneden. Ik zag mijn zus, ik zag Melanie, en Ady, op de grond.”

Verhuisd

Ady heeft waarschijnlijk niet eens begrepen wat er aan de hand was, maar meteen nadat hij was geraakt was hij weggekropen. Melanie: “Hij riep ‘Help, help!’ Toen begon hij heel moeilijk te ademen.” Ria: “Ik ben naar buiten gerend, heb de voorruit kapotgeslagen bij de buren, die hebben de ambulance gebeld. Door de paniek wist ik het nummer niet meer. Zij hebben gebeld en ze hebben de kinderen opgevangen. Die mensen woonden hier nog maar net. Ze zijn van schrik meteen verhuisd.”

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Ria is zelf meteen teruggegaan. “Ik ben bij Ady gaan liggen, in een hele grote plas bloed, ik zat er helemaal onder. Hij was van boven tot beneden geraakt, ook in zijn gezicht. Ik zei: ‘Ady kom op, volhouden, volhouden, kom op, je kan het.’ Tot er een ziekenbroeder kwam. Die zei: ‘Hij is dood.’ Toen was het gedaan.”

Dochter Jody, die met haar vriendinnetje boven was, heeft al geluk van de wereld gehad. Ria: “Toen ze dat lawaai hoorden zijn ze naar beneden gegaan. ‘Leuk, vuurwerk!’ Ze wilden net de deur opendoen, toen dachten ze: ‘We gaan lekker verder met de nageltjes’ en zijn ze de trap weer opgegaan. Ik moet er niet aan denken wat er anders was gebeurd.”

Gordijnen

Het is een wonder dat er verder niemand geraakt is. Ria: “We hebben echt engeltjes op onze schouders gehad.” De vuursalvo’s zijn dwars door de woning gegaan: door de voorruit naar binnen, dwars door de gordijnen en de achterruit naar buiten. Tientallen kogels. Ria: “Ik heb ze toen wel geteld, maar ik weet niet meer hoeveel het er precies waren. Het rapport heb ik nooit gezien: officieel woonde Lesley niet op dit adres, hij stond bij zijn tante ingeschreven. Die stukken, daar hebben wij helemaal geen inzage in gehad, dan word je afhankelijk van wat zijn familie vertelt. Als ik de politie belde was het ook: ‘Je bent geen familie, de vriendin is niet relevant.’”

Begrafenis

Ady is in Rotterdam begraven. Het contact met zijn familie verliep moeizaam. Melanie: “Toen we elkaar leerden kennen woonde Ady bij zijn tante in Schiedam. Zijn broers woonden in Rotterdam. Zijn tantes gaf mij de schuld dat hij dood was.” Terwijl zij ook verdriet had: “We waren vier jaar samen geweest. Zijn broers deden wel normaal tegen mij, maar je voelde wel dat er spanning was tussen ons. En sindsdien hebben we niet echt meer contact gehad.” Tijdens de begrafenis maken Ria en Melanie voor het eerst kennis met de ouders van Ady, die uit Suriname zijn overgekomen. Melanie: “Dat was de eerste keer dat ik zijn moeder zag. Ik heb zelf zijn hele familie moeten bellen: ‘Ik moet jullie iets vertellen. Ja, Ady is dood. Ik heb alles zelf moeten regelen. Dat was wel moeilijk.”

Schiphol

Lesley had geregeld dat de moeder van Ady naar Nederland kwam, met zijn broer. Zijn vader wilde niet komen. Ria: “En dan sta je daar op Schiphol om haar te ontvangen. Een vrouw die je nog nooit hebt gezien. Die je moet vertellen dat haar zoon is doodgegaan in jouw huis. Ik dacht: die vrouw gaat me in elkaar slaan of uitschelden. Ik had echt heel erg veel schrik. Maar in plaats van dat ze me uitschold of wat dan ook, liep ze naar me toe en heeft ze d’r armen om me heen geslagen. Dat vond ik zo fijn. Want ik was echt bang hoor. Van onze familie is er bijna niemand geweest, alleen een paar nichten. Wij hebben het graf betaald. Het engste was dat je dan als families bij elkaar in één ruimte bent. Je bent toch bang dat ze je gaan beschuldigen of wat dan ook.

Lesley

De man voor wie de aanslag bedoeld was, Lesley, was op dat moment in Suriname. Melanie: “Hij wilde wel komen, maar toen heb ik gezegd dat hij beter daar kon blijven. Ik had er geen zin in dat ik mijn vriend moest begraven en dan ook nog acht moet slaan op mijn vader. Mijn vader en Ady kenden elkaar vrij goed, we waren vaak samen in Eindhoven. Mijn vader voelde zich ook wel schuldig over wat er gebeurd is.”

Lesley had wel een vermoeden uit welke hoek de aanslag was gekomen, maar zei daar verder niet veel over. Melanie: “Hij was erg gesloten, hij praatte niet veel. Ik heb een paar keer naar de politie gebeld om te vragen hoe het zit, maar ik werd steeds van het kastje naar de muur gestuurd. Ze zouden me terugbellen, maar ik heb er nooit meer wat van gehoord.”

Vier jaar later zijn er nog volop stille getuigen aanwezig. De gordijnen aan de achterkant zitten vol kogelgaten. Een dienblad is doorboord. Kogels hebben de onderkant van een tafel geraakt, de vloer is beschadigd. Het onderzoek naar de aanslag leverde niet veel op. De dader en een handlanger waren gevlucht in een BMW die later uitgebrand werd gevonden op de Achtseweg-Zuid, anderhalve kilometer verderop.

Ria: “Ze zijn met die auto hier naar toe gereden, de schutter is even uitgestapt om te schieten. Toen hij mij zag is hij weggerend en in de auto gesprongen. Ze zijn in volle vaart weggereden. Ze zijn even gestopt bij de Esso, het benzinestation hier dichtbij, en toen zijn ze doorgereden.”

Hoekig

In april 2013 is er een uitzending van Opsporing Verzocht waarin om tips wordt gevraagd, maar die levert niet veel op. Er wordt een compositietekening getoond van de dader: een man van een jaar of 35, ongeveer 1,75 meter lang, met een hoekig gezicht. Hij droeg een donkere gewatteerde jas en een stoffen muts met opgerolde rand: een zogenaamd Harry Slinger petje. Volgens de recherche zijn er ‘geen harde aanwijzingen’ dat de aanslag bedoeld was voor de niet aanwezige Lesley Tunk, maar behalve de recherche twijfelt niemand daaraan. Dat blijkt al snel. Ria: “Er kwam iemand van de politie bij hem. Dat er een geldbedrag op zijn hoofd stond. Toen is hij kwaad geworden, zo van: ‘Flikker op, als ze me komen halen dan komen ze me maar halen.’”

Nieuwe aanslag

Op 22 december 2010 wordt er een nieuwe aanslag gepleegd op Lesley Tunk. Dit keer is het wel raak. De uitvoering is anders, het motief waarschijnlijk ook. Ria: “Dit kwam waarschijnlijk uit een andere hoek.” Maar het speelt zich wel weer af onder haar ogen. De verstandhouding van Lesley met dochter Melanie is niet al te best, op dat moment. “Papa en ik spraken elkaar ook niet echt. Ik was heel verdrietig over Ady. Toen werd hij ook nog boos op mij, zo van: jongens, het leven gaat door. Dat we niet moesten huilen. Niet móchten huilen.”

Ria voelt zich in dit huis niet meer veilig. “Ik was er al bijna nooit tegelijk met Lesley. Hij had een vriendin in Suriname, ik had een appartement in België. Als hij in Suriname was, woonde ik in Eindhoven. Als hij in Eindhoven was, ging ik naar België. Na de aanslag heeft hij een poosje bij mij in België ondergedoken gezeten. Daar zocht niemand hem, omdat ze wisten dat hij nooit naar België ging. Hij moest daar nog een straf uitzitten, hij durfde niet de grens over. Ik ben toen een hele tijd weggebleven uit Eindhoven, maar toen moest ik een keus maken. Of ik die woning nog wilde blijven huren. Dat heb ik toen toch maar gedaan. Ik had hier nare herinneringen, maar ook mooie.”

Na de aanslag moest ze zelf alles opruimen. De kogels hadden een ravage aangericht. “Alleen dat bloed, dat heeft een vriendin gedaan, dat kon ik niet aan. Ik heb hier toen ruim een jaar niet meer gewoond. Ik kwam er wel af en toe. Dan zette ik een muziekje op voor Ady. Toen kregen we bericht van de woningbouwvereniging wat we wilden. Elke keer als ik hier voorbij kwam, als ik in Nederland was, dan ging ik voor het raam staan en dan keek ik naar binnen. Dan komen al die herinneringen weer naar boven. Toen heb ik gezegd: ‘Dit is mijn huis.’ Als iemand doodgaat leg je een bloemetje neer. Je kan niet steeds, als iemand anders hier woont, steeds voorbijkomen en een bloemetje neerleggen. Ik wilde gewoon hier terug komen wonen. Veel mensen snappen dat niet, maar ik zou dit huis nooit kwijt willen, omdat het voor mij speciaal is.”

Janus

In die tijd vliegt Lesley vaak op en neer naar Suriname. “Hij was van plan daar te gaan wonen. Hij wist dat ze hem in Nederland zochten. Hij wilde samen met ons naar Suriname, maar dat wilde ik niet.” Ook al hebben ze dan geen relatie, ze zien elkaar nog wel vaak. In België, of als ze tegelijk in Nederland zijn, voor het contact met de kinderen. Ria: “Hij was wel heel gespannen, heel scherp. Hij lette heel goed op. Twee dagen na de moord op Ady was er een schietpartij bij de Mc Donalds in Best, tussen Piet P. en Janus van W., dat waren ook goede bekenden van hem. Daar schrok hij ook erg van. Als je bij hem in de auto zat keek hij vaak achterom, daar werd ik behoorlijk nerveus van. Er moest al helemaal geen scooter voorbijkomen.” Melanie: “Hij wilde liever niet dat wij bij hem in de auto zaten.” Ria: “Zo vaak zat ik niet bij hem in de auto, maar als ik erin zat had ik ook wel schrik. Ze zullen niet op mij richten, maar goed, je leest zo vaak: het gaat om die man en je zit er toevallig bij. Ja, jammer dan.”

Waarschuwing

In het najaar van 2010 neemt de dreiging toe. Ria: “Er kwam een wijkagent aan de deur om te zeggen dat ze iets zouden doen. Die kwam hem waarschuwen. Dat hij op een lijst stond, dat er zoveel geld op zijn hoofd stond. Daar lachte hij om. Hij zei: ‘Dat is wel veel!’ Wij woonden hier toen weer samen.” Ondanks wat er gebeurd en is ondanks de waarschuwingen van de politie voelde Ria zich veilig. “Ik had niet verwacht dat het nog een keer zou gaan gebeuren. Niet in huis in elk geval. Heel Eindhoven sprak schande van wat ze gedaan hadden, want zoiets kan niet. Ik wist wel dat er iets met hem zou gebeuren, maar niet met ons erbij. Daar worden ook afspraken over gemaakt: hoe kan je zoiets doen? Vrouw en kinderen, onschuldige personen. Als je iets wilt doen moet je die persoon zelf pakken. Dus daar was ik niet bang voor. De tijd verstreek, Lesley had er nergens meer over en op een gegeven moment ben ik ook mijn eigen leven weer gaan leiden. Hij was vaak weg.”

Busje

Op 10 december heeft Lesley een afspraak met iemand op het woonwagenkamp aan de Castiliëlaan in Eindhoven, vier kilometer verderop. Na de aanslag op Ady zijn er camera’s aangebracht bij de woning aan de Hendrik Staetslaan, daarop is precies te zien wat er gebeurt. Ria: “Hij kwam nog even terug. Hij had per ongeluk mijn telefoon meegenomen, die van hem had hij hier laten liggen. Die is hij op komen halen. Hij zag een busje in de straat staan, hij vroeg aan mij of dat busje daar al lang stond. Ik zei: ‘Hoe moet ik dat weten?’ Ik lag te slapen. Het schijnt dat hij mij onderweg naar het kamp nog heeft opgebeld, maar ik heb niet opgenomen.”

Om 12.10 uur vertrekt Lesley van huis. Om 12.35 uur registreren bewakingscamera’s bij het industrieterrein Ekkersrijt zijn zwarte Mercedes. Hij rijdt achter twee andere auto’s aan richting de A58. Voorop rijdt een personenauto, daarachter een zilverkleurige Mercedes ML (Jeep-model). Om 13.00 uur wordt de Mercedes van Lesley brandend op de Prins Hendriklaan in Esbeek gevonden met daarin zijn stoffelijk overschot. Tussen Tilburg en Turnhout

Woonwagenkamp

De politie gaat ervan uit dat Lesley op het woonwagenkamp is vermoord. Melanie: “Daar kwam hij wel vaker. Ik ging vroeger, samen met mijn zusje, ook wel eens met hem mee als hij daarheen ging.” De politie gaat er vanuit dat Lesley op het kamp is vermoord. Ria: “Hij is daar met die stoet naar toe gereden en daar is hij vermoord. Het is allemaal in een paar minuten gebeurd. Volgens de politie hadden ze hard gereden. Het leuke ervan is: die mensen waren ook nog op zijn crematie. Want ja, goeie vrienden regelden zijn begrafenis. Je man was al verbrand en dan moet je hem nog een keer verbranden. Ik heb de as hier nog staan. Als ik geld heb wil ik nog een keer naar Suriname om het daar uit te strooien.”

Volgens de politie hadden ze hard gereden… Dat moet wel. De Prins Hendriklaan bij Esbeek is een lange, smalle weg tussen Tilburg en Turnhout. Als de auto één meter verderop was aangetroffen, zou het een Belgisch onderzoek zijn geweest. Volgens de routeplanner is het van industrieterrein Ekkersrijt naar deze locatie zowel volgens de snelste route (via Tilburg) als volgens de kortste route (door de dorpjes Vessem en Casteren) drie kwartier rijden. Dat betekent ook dat Tunk al was vermoord toen de drie auto’s bij Ekkersrijt door de camera werden opgenomen.

Marcel Wilkens

Op 21 december 2010 vallen enkele honderden politieagenten het woonwagenkamp binnen omdat er aanwijzingen zijn dat Tunk hier om het leven is gebracht. Er worden vijf mannen uit dezelfde familie aangehouden. In de media wordt gesuggereerd dat Tunk actief was als huurmoordenaar voor de Brabantse drugsbaron Janus van W. Zo zat Tunk honderd dagen vast voor de moord op de 35-jarige drugscrimineel Marcel Wilkens in Brunssum in 2006, maar toen werd hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. Bij zijn woning was een handschoen gevonden met DNA van Tunk en een profielafdruk van een schoen die overeenkomsten vertoonde met het schoeisel van Tunk.

De vier woonbewagenbewoners zijn 54, 40, 32 en 28 jaar oud. De andere Eindhovenaar is 30 jaar. De vijf worden verdacht van betrokkenheid bij de dood van Tunk en het in brand steken van diens auto in Esbeek. De meeste verdachten worden in februari 2011 vrijgelaten, één verdachte – de man van 40 – zit nog dertig dagen langer vast. De politie heeft het onderzoek nog niet afgesloten, officieel gelden de mannen nog als verdachten.

Aldus de reportage uit 2013. De moorden op Ady, Lesley en Marcel Wilkens zijn nooit opgelost.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Lachen en huilen met De Holleeders

$
0
0

Ruim een jaar en 61 zittingsdagen duurde het proces tegen Willem Holleeder. De Heinekenontvoerder wordt verdacht van betrokkenheid bij zes liquidaties, waaronder die op zijn voormalige bloedgabber Cor van Hout. Het Openbaar Ministerie eist levenslang, zijn advocaten vragen vrijspraak. Op 4 juli doet de rechtbank uitspraak.

Er verschijnen in april tenminste drie boeken over of naar aanleiding van het proces. De eerste is De Holleeders, familiedans om een criminele erfenisvan misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink.

Tijdens het proces liepen de emoties hoog op, vooral bij de zussen Astrid en Sonja die belastende verklaringen aflegden tegen broer Willem.  Maar er werd ook veel gelachen. Jordaans volkstoneel, die term valt verscheidene keren tijdens het proces tegen Willem Holleeder, dat in januari 2018 begon en in april 2019 eindigde. Gelachen werd er vooral om de droge humor van de voorzitter van de rechtbank, mr. Frank Wieland, en om de kwinkslagen van Holleeder. In het nu verschenen boek De Holleeders staan ze allemaal genoteerd. Een samenvatting.

Sigaar

Rechter, over mede-ontvoerder Frans Meijer: “Er was reden om aan zijn verstandelijke vermogens te twijfelen? Was hij niet de man die zei: ‘Ik heb het losgeld verbrand op het strand.’ Gelooft u dat?” Holleeder: “Natuurlijk niet.” Rechter: “Dan moet je inderdaad wel hartstikke gek zijn (Holleeder lacht uitbundig). Ik dacht: misschien één briefje om een sigaar aan te steken.”

Seksclub

Het volgende fragment gaat over de toenmalige echtgenoot van Astrid, Jaap Witzenhausen, die een baantje had gekregen in Satyricon, de seksclub van Cor en Willem. Rechter: “In zijn verklaring zegt Witzenhausen: ‘Ik ging die seksclub doen, maar zoveel werd daar niet verdiend.’ Daar moet u om lachen.” Holleeder: “Ja. Omdat het een hele goede seksclub was, waar heel goed werd verdiend. Ik begrijp wel dat hij het zegt, omdat het om zwart geld ging. Hij werkte daar elke dag. We kregen een gedeelte zwart van hem en hij moest pacht betalen.”

Draak

Astrid had een relatie met Rob Meerman, een oud-politieman. De rechter haalt een verklaring van Holleeder aan: ‘Wij werden er dagelijks op aangesproken door alle boeven die bij Cor over de vloer kwamen.’ (gelach). U moet erom lachen.” Holleeder: “Ja, iedereen zei: hoe is het met je zwager? Iedereen stak er de draak mee.”

Piepers

Rechter Benedicte Mildner, over de telefoons en semafoons die Holleeder in gebruik had: “Aan wat voor aantallen moet ik denken?” Holleeder: “Vijf piepers en vijf telefoons.” Rechter Wieland: “En vijf vriendinnen.”(uitbundig gelach) Holleeder: “Als ik verwachtte dat iemand zou piepen, dan nam ik die pieper mee. Ze kennen me wel de hele dag piepen.”

Kraag

Rechter Wieland, over de communicatie met de zussen en de bijbehorende gebaren: “Dan denk ik: wat zegt dat nou? Als ik zó doe, doe ik dan iets aan mijn kraag of suggereer ik dat een ander zijn hals moet worden afgesneden?” Holleeder: “Als je zó doet, kan het ook zijn dat je geen drank meer hoeft.”

Binnen

Rechter: “U zegt: ‘In het algemeen was ik gewend nooit binnen over zaken te spreken. Ook niet over legale dingen.’ Dan heb je niet veel te bespreken binnen, denk ik dan.” Rechter: “Het gaat ook over een nieuw horloge, daar zit condens in, dan zegt u: ‘Het zal toch niet zijn dat ze er wat in hebben gedaan.’ Dat klinkt achterdochtig.” Holleeder: “Er zat ineens vocht in.” Rechter: “Wat dacht u dat erin zou zitten? Een camera?” Holleeder: (lacht)“Een camera! Nee, dat niet.” Rechter: “GPS, iets met afluisteren?” Holleeder: “Zoiets.”

Alibi

Officier van justitie Sabine Tammes, over het weekend in mei 2004, voor de dood van vastgoedman Willem Endstra, waar Holleeder zichzelf een alibi zou hebben bezorgd door naar Parijs te gaan. “Mevrouw Den Hartog verklaart dat u heeft gezegd dat u met haar naar Parijs wilde.” Holleeder: “Ja. En dat ze niet wou.”(lacht) Tammes: “Ja, omdat ze twee kinderen heeft, daar moest ze voor zorgen.” Holleeder: “Als ik het woord Parijs noem, zit ze al in de auto hoor, maakt u zich daar niet druk om, dat is echt onzin.” Tammes, citeert: “Luister: de volgende keer als ik tegen jou zeg: je moet mee, dan moet je je bek houden, want je ziet het. Ik heb het toch gezegd? Direct had er niemand meegegaan en had ik daar gezeten en wie zegt dan dat ik daar ben?” Holleeder: (grinnikt) “Dat meent u niet, die vraag (blijft lachen).

Rooie kaart

Tammes houdt een fragment voor waarin Holleeder Sonja “de laatste officiële waarschuwing” geeft: een rooie kaart! Holleeder: (lacht) Ik mag toch wel wat zeggen! (blijft lachen) Ik ben gewoon boos. Dan zeg ik dat: rooie kaart! Ik zit in de gevangenis, dan ben ik pissig, ik hoef toch niet altijd in uw taal te praten?” Tammes: “Nee, helemaal niet. Ik ga u nog een gesprek voorhouden, dat is wat ik zeg.” Holleeder: “Kinderachtig.”(gelach). Rechter: “Als het OM u beschuldigt van dwingelandij, dan kunt u daar op reageren. Misschien zegt u: ‘Zo ga ik met vrouwen om.’” Holleeder: “Er komt meer bij een relatie kijken als je vastzit, dat weet iedereen (gelach). Ik vind het nogal wat hoor.”

Netjes

Tammes houdt een gesprek voor waarin Holleeder iemand schreeuwend aan het uitschelden is: “Kánkerhond, je moet mij zéker bellen! Kankerhond! Travestiet! Je moet mij niet beledigen! Ik kom je morgen opzoeken. Je hebt mijn vriendinnetje tegen mij opgestookt. Zorg dat je morgen thuis bent, ik kom bij je langs. Als je niet thuis bent! Kankerhond!” Tammes: “Kunt u iets over dit gesprek zeggen?”

Holleeder: “Hij had tegen mensen gezegd dat hij mij iets aan zou doen, ik heb hem even netjes gebeld (gelach). Ik heb hem met geen vinger aangeraakt, gewoon uitgepraat. Ik zeg tegen iedereen kankerlijer.” Tammes: “Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat meneer hier angstig is.” Holleeder: “Ik ben gewoon boos, ik zeg wat ik wil. Als ik nou al niet meer mag schreeuwen! Het lijkt wel of ik hier zit omdat ik te veel geschreeuwd heb.”

Schorum

Tammes houdt Astrid een uitspraak voor uit een door Astrid stiekem opgenomen gesprek. “U loopt buiten bij een kerkje, dan zegt u tegen uw broer: ‘Maar die strijd is al helemaal gevoerd, een rechter doet ook maar waar hij zin in heeft, die leest niet eens het hele dossier.’ Dan zegt verdachte: ‘Die rechters, dat is tegenwoordig ook schorum, die zijn smerig.’”

Astrid: “Dat is hoe we beiden tegen de rechterlijke macht aankijken.”

Tammes: “Daar spreekt wel een bepaalde visie uit.”

Rechter Wieland: “Ik denk dat het over officieren gaat. (uitbundig gelach). Legt u eens uit, mevrouw?”

Schreeuwen

Als Holleeder geen antwoord wil geven op een vraag, reageren de officieren van justitie geagiteerd. Stempher, op hoge toon, in de lucht priemend met zijn pen: “Het is toch een volstrekt normale vraag hoe uw cliënt aan zijn wetenschap komt!” Tammes, ook op hoge toon: “U moet toch kunnen uitleggen hoe u dingen weet, zodat wij het kunnen plaatsen?” Holleeder: “Ik zeg wat ik wil. U hoeft niet zo te schreeuwen.” Tammes: “Ik schreeuw niet. Anders zou het lijken alsof ik uit Amsterdam kom.” Holleeder: “U schreeuwt wél. U lijkt op mijn zusters!” (uitbundig gelach op de tribune)

HUILEN MET DE HOLLEEDERS

De Holleeders zijn emotionele mensen: lachen, huilen, schreeuwen. Holleeder: “Astrid zegt dat ik een psychopaat ben, maar ik schreeuw. Astrid schreeuwt ook, ze heeft bij het OM de deur er bijna uitgetrapt omdat iets haar niet zinde. Ik heb Sonja nooit met één vinger aangeraakt. Ik heb wel geschreeuwd, maar ik heb haar niks aangedaan, tot de dag van vandaag hou ik nog van haar.” Hij is een tijd stil, neemt een slokje water. Rechter Wieland: “Dat maakt u emotioneel.”

Kindje

Advocaat Sander Janssen: “U heeft nog een kind. Buiten de twee die we besproken hebben. Ook daarover is geschreven in dat boek.” Sonja: “Mag ik wat zeggen? Hij is daarmee begonnen in een boek, om Cor slecht neer te zetten. Wat ik er niet uit mocht halen. Hij is daarmee begonnen. Niemand wist het van mijn kindje, maar hij moest het in een boek zetten (huilt), die vieze hond, ik mocht het er niet uit laten halen.” Dit gaat over het dochtertje van Cor en Sonja met het syndroom van Down, een gevoelig onderwerp.

Vieze hond

Er wordt een fragment aangehaald van een stiekem door Astrid opgenomen gesprek. Dit gaat erover dat Holleeder drie jaar extra heeft moeten zitten door de aangifte wegens bedreiging door Peter de Vries: dat kostte hem de vervroegde invrijheidstelling. Hij geeft De Vries daarvan de schuld. Astrid: “Dan komt dat jongetje weer. Na zeven jaar blij dat zijn vader er weer uit is. Moeten zijn kinderen… Heel verdrietig.”(lijkt te huilen) Als ik met hem ga praten en uitleg: het is heel zielig voor die jongen.” (dit gaat over de zoon van Holleeder). Holleeder: “Ik ben gewoon boos geweest en niet meer dan dat. Nu zit ik met de gebakken peren omdat hij die actie ondernomen heeft.” Officier van justitie Tammes vraagt: “Wat vindt u van dit gesprek?” Holleeder: “Dit is nou het voorbeeld wat hier speelt, ik word er emotioneel van. (met gebroken stem) Door m’n eigen zuster met Peter de Vries er gewoon ingeluisd, vieze hond.”

Boefie

Als de rechter vraagt of Astrid Thomas van der Bijl (een van de moorden waarvan Holleeder wordt verdacht) kende, zegt ze: “Ja. Goed (huilt). Thomas was gewoon niet nodig. Dat was gewoon een jongen die altijd alles voor iedereen deed, ook voor Wim, hij liep ook achter Wim aan. Het was wel een boefie, maar niet slecht. Thomas deed ook dingen in strijd met de wet, maar niet dat je beschikt over andermans leven. Ik vond het wel heel heftig.” Rechter: “U heeft het over uw broer en zus: een band als een tang.” Astrid: “Ja natuurlijk (huilt). Ik hoor hem toch, ik zit hem dit hier aan te doen, ik vind het vreselijk, het vooruitzicht dat hij vast moet zitten. Het is heel zielig voor hem, dat hij dit moet doormaken, verraden door je eigen familie, dat is niet niks en dan ook nog eens zo heftig. Opgenomen door je eigen zusje. Dit is het ultieme verraad.

Paniek

Astrid over de moord op Cor: “Ik heb een mantra in mijn hoofd. Inschot in de hals. Door de schedel. Drie in de hartstreek. Gewoon lek, weetjewel, dat is voor mij de bloody limit, het is focking je beste vriend geweest. (huilt) Als ik het sectierapport lees, dan is hij kansloos geweest. Niet dat Cor zo fantastisch is geweest, hij had ook bij de overvallen doodgeschoten kunnen zijn, het is allemaal zijn eigen schuld.”

Tammes: “Een gesprek van 16 september 2014: U was bang dat er iemand gaat praten. Ik herinner me dat u heel erg emotioneel werd toen u dat inleverde. Waarom ging u dat zo aan het hart?”

Astrid: (lang stil). “Je leest de paniek natuurlijk, de onzekerheid bij hem, wat hem eventueel te wachten staat (huilend). In mijn beleving is het heel duidelijk een gesprek over de angst voor wat er te wachten staat. Het gaat ook over verraad.”

Krankzinnigheid

Astrid, over de mislukte aanslag op Ronald van Essen, die blijvend gehandicapt raakte en financieel aan de grond zit: “Die kon niks meer. Die mensen…” (stil) Rechter: “Het emotioneert u.” Astrid: “Die vrouw jatte vlees bij Albert Heijn omdat ze niet meer te eten hadden.”

Rechter Margo Somsen zegt dat ze ‘een lijfelijke reactie’ zag toen er een bandje werd gedraaid waarop te horen is dat Sonja wordt bedreigd. Astrid (huilend): “Het brengt mij terug, mevrouw. Ik praat hier over het doodschieten van mijn zusje. De krankzinnigheid. Probeert u zich er een voorstelling van te maken dat dit over úw zwager gaat, of over uw zusje. Moet ik kiezen voor Cor zijn leven en hem dood laten maken? Dat kan toch ook niet? Hij is meer mijn vader dan mijn broer, hoe moet ik dat doen? (huilt). Kiezen voor Cor en hem laten afschieten? Moreel koos ik voor Cor, maar ik kan Wim toch niet opofferen voor het leven van Cor? Ik ben ook bang: elke keer als ik hem voor schut zet, dat het erger wordt. (Holleeder mompelt wat). Ik heb niet meer de zin en moed om alles te volgen (huilt). Het gaat ook over mij.” Rechter: “Ik kan me voorstellen dat u moe wordt.” Astrid: “Ik stort gewoon in, ik ben er klaar mee, met de hele tijd maar slechte dingen zeggen.”

Stekker

Advocaat Sander Janssen haalt een verhoor aan van Nicky, een vriendin van Holleeder. “In de periode dat het slecht met hem ging, met zijn hart en dat hij in het ziekenhuis lag, daarover zegt ze: “Er was elke keer contact met Sonja; huilen, huilen.”

Sonja: “Dat ken je zo zien, dat ken je zo beoordelen. Ze is niet de enige die dat zo ervaren heeft, er zijn er nog honderd achter haar.”

Janssen: “Ik probeer een beeld te krijgen.”

Sonja: “Dan moet je teruggaan naar de eerste aanslag. Hij heeft ons hele leven een hel gemaakt. Heb je een beetje een idee van het beeld wat ik moest doen?”

Janssen: “Ik heb nu het beeld van het moment dat Willem in het ziekenhuis ligt, u bent ziek van ellende, huilen. Bent u dan echt aan het huilen of doet u alsof. Of denkt ze dat u huilt?”

Sonja: “Uiteindelijk vond ik het wel erg, absoluut, maar ik heb ook wel gedacht of we de stekker eruit konden trekken, tegelijkertijd.”

Dat ze ‘tranen met tuiten’ had gehuild, zoals Nicky Visser verklaarde, ontkent ze. “Volgens mij liegt ze alle kanten op. Als ik huil, hoor je me niet eens. Ze kan zoveel zeggen.”

DE HOLLEEDERS

Astrid Holleeder deed er de afgelopen jaren alles aan om broer Wim neer te zetten als een monster, een psychopaat, die zijn zussen bedreigde en zijn zwager Cor liet vermoorden. Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink volgde het Holleederproces ‘van binnenuit’. Zijn biografie van Willems ‘bloedgabber’ Cor van Hout kwam tijdens het proces uitgebreid aan de orde. In het boek De Holleeders, familiedans om een criminele erfenis, komen alle betrokkenen aan het woord. In het boek is de handgeschreven verklaring van Holleeder opgenomen, waarin hij uit de doeken doet hoe zijn criminele leven is verlopen vanaf de ontvoering van Freddy Heineken en Ab Doderer in 1983, tot zijn aanhouding in 2014. Justitie verdenkt hem van betrokkenheid bij de liquidaties van Cor van Hout (24 januari 2003, Amstelveen), Willem Endstra (17 mei 2004, Amsterdam), John Mieremet (2 november 2005, Thailand), Cees Houtman (2 november 2005, Amsterdam) en Thomas van der Bijl (20 april 2006, Amsterdam). Voor de dood van Robert ter Haak, die naast Cor van Hout stond toen deze werd doodgeschoten, wordt hem doodslag ten laste gelegd. Het Openbaar Ministerie eiste levenslang, de advocaten vragen vrijspraak. Op 4 juli is de uitspraak. Bij vrijspraak komt Holleeder direct vrij.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Kwartetmoord Enschede: de Mexico Connectie

$
0
0

Op dinsdagmiddag 13 november 2018 worden in een growshop in Enschede vier mannen vermoord. Er zijn drie verdachten voor aangehouden, maar de politie lijkt nog geen beeld te hebben van wat er zich precies heeft afgespeeld.

Het echte verhaal is veel gruwelijker dan wat er tot nu toe bekend is. De vier zijn het slachtoffer geworden van een Mexicaanse vrouw, die wraak kwam nemen. Eerder dat jaar, in maart 2018, was haar tweelingbroer samen met haar dochtertje van vier jaar vermoord bij het Twentekanaal in Hengelo. Hun lijken zijn in stukken gesneden en op verschillende plekken in Nederland in het water gedumpt. Toen ze samen met twee Mexicaanse sicario’s naar Nederland afreisde om haar broer en haar dochtertje op te zoeken, kreeg ze te horen dat Tuan, de eigenaar van de growshop, verantwoordelijk was voor de moorden. In Zuid-Amerikaanse executiestijl werden de vier mannen doorzeefd met kogels. Misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink sprak een ooggetuige en andere betrokkenen die het echte verhaal kennen.

Thy, de vrouw van Tuan Nguyen, belde ’s middags meestal even om te vragen hoe laat hij thuis zou komen om te eten. Vaak ging ze daarna nog even langs de growshop van haar man op de hoek van de Van Leeuwenhoekstraat met de Snelliusstraat in Enschede. Voor de gezelligheid, om wat te drinken. Het is niet ver van hun huis. De growshop is een markant pand in een doorsnee woonwijk. Observatiecamera’s registreren de bezoekers, zowel bij de hoofd- als bij de zij-ingang. Door een hek kom je op een binnenplaatsje. Bekenden en vaste bezoekers gaan altijd achterom; als er iemand binnen is, is de deur open. Als Thy op dinsdagmiddag 13 november 2018 rond een uur of drie de binnenplaats op fietst, ziet ze de zilvergrijze Opel Astra van haar man op de gebruikelijk plek geparkeerd staan. Niks bijzonders.

Hel

Wel apart: de achterdeur staat wagenwijd open. Als ze naar binnenloopt, komt ze van het ene op het andere moment in een soort kermis in de hel. Tuan (43) ligt op de drempel met de kantine, op zijn rug, met één arm op zijn buik, de andere naast zijn lichaam. Naast zijn hoofd is een grote plas bloed. Ze constateert dat hij niet meer leeft.

Als ze zich omdraait en naar buiten wil, ziet ze een tweede slachtoffer liggen, in dezelfde ruimte. Hij ligt op zijn buik in een plas bloed, met zijn rechterhand onder het lichaam gevouwen. Het is Artur Sargsyan (34), de vorige eigenaar van de growshop. Ze rent helemaal overstuur naar buiten, buurtbewoners horen haar schreeuwen: “Bloed, dood, mijn man!”

Wat de media niet melden is dat mevrouw vermoedelijk een bedrag van ongeveer 4 ton aan cash geld heeft meegenomen. En dat ze naar de zaak was gefietst om dat geld op te halen, niet om gezellig een kopje thee te drinken. Waar dat geld vandaan kwam, is niet bekend, maar het ligt voor de hand dat Artur en Maijkel, die ’s middags naar Amsterdam waren geweest, dat geld daar hadden opgehaald.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Bril

Als de politie arriveert, duurt het enige tijd voor er nog twee slachtoffers worden ontdekt. Het is een onoverzichtelijk pand en de politie wil geen sporen vernietigen. In een hoek van het magazijn wordt Max Klaassen (62) uit Huissen gevonden. Leverancier van plantenvoeding. Zijn lichaam is aan het zicht onttrokken door hoge dozen. Hij ligt op zijn rug tegen een bureautje, met zijn rechterarm half voor zijn gezicht. Hij heeft zijn bril hoog op zijn voorhoofd. Vermoedelijk heeft hij geprobeerd zich hier te verstoppen, toen de hel losbarstte.

Achter de deur van een kleine tussenruimte wordt het lichaam gevonden van Maijkel Akfidan (27), een restauranthouder uit Hengelo. Hij ligt op zijn rechterzij met zijn linkerarm achter zijn rug. Hij heeft waarschijnlijk geprobeerd te vluchten. Aan de hand van stappentellers op de mobiele telefoons van twee slachtoffers constateert de recherche dat de geweldsexplosie heeft geduurd van 14.32 tot 14.36 uur.

Vreemdelingenlegioen

Het verhaal begint eind 2017. Camil A. (57) en zijn zoon Dejan (32) wonen in Hengelo. Ze zijn van Servische komaf. De vader maakte deel uit van een speciale eenheid van de Servische politie voordat hij naar Nederland kwam. Dejan diende bij het Vreemdelingenlegioen. Daar heeft hij kennisgemaakt met Cristian Morena Sanchez, een Mexicaan met banden met een drugskartel.

Cristian is eind 2017 naar Nederland gekomen met 100 kilo cocaïne en 100 kilo heroïne bij zich. Hoe hij het Nederland binnen heeft gekregen, weet niemand, maar hij probeert het aan de man te brengen. Hij heeft het vierjarig dochtertje van zijn tweelingzus bij zich. In Nederland noemen ze de zus Morena, maar waarschijnlijk is dat haar eerste achternaam en kennen ze haar voornaam niet.

Een potentiële koper weet wel raad met de partij, en met Cristian: bijna niemand weet dat de Mexicaan in Nederland is, niemand zal hem missen. Er wordt een hitman ingeschakeld en op 3 maart wordt Cristian bij het Twentekanaal in Hengelo doodgeschoten. Dat hij een kind bij zich heeft, doet er kennelijk niet toe. Ook het meisje wordt vermoord. De lichamen worden in stukken gesneden en in verschillende delen van Nederland in het water gegooid.

 

Loempia

De partij drugs is binnen en moet te gelde worden gemaakt. Tuan Ngyen uit Enschede is een van degenen die het aangeboden krijgt. Tuan is een Vietnamees die geen vlieg kwaad doet. In Enschede kenden ze hem als loempiaverkoper. Jarenlang stond hij in de supermarkt C1000, totdat die werd overgenomen door de Jumbo en er geen plek meer was voor zijn kraam. In 2018 kon hij de growshop van Artur Sagsyan overnemen en sindsdien runde hij die zaak. Harddrugs is niks voor hem en niemand kan bedenken wat hij met zo’n partij zou moeten doen, maar hij verkeerde vanwege gokschulden in grote financiële problemen. Hij wist niet dat de partij afkomstig was van een ripdeal en dat er twee mensen voor waren vermoord, anders had hij het ongetwijfeld wel uit zijn hoofd gelaten.

Fout

Voor de buitenwereld had Tuan de zaak redelijk op de rit. In het begin had hij samengewerkt met twee Marokkaanse investeerders voor de hennepkwekerij. Dat was fout gegaan toen er in juni 2018 bij Tuan bij een inval van de politie een partij van 17 kilo gedroogde hennep was gevonden. Die was niet van hem, maar van de Marokkanen. Dat leidde tot onenigheid en een schuld van Tuan aan de Marokkanen van 60.000 euro. Daarna waren hun wegen gescheiden.

Vervolgens ging Tuan in zee met twee nieuwe investeerders: Artur Sagsyan en iemand die nog leeft en liever niet genoemd wil worden. Ook Maijkel Akfidan, een van de slachtoffers, had enige betrokkenheid bij de hennepkwekerij, maar dit was in feite legaal en – zoals nu blijkt – speelden de hennepperikelen helemaal geen rol bij de dramatische gebeurtenissen.

Poker

Op maandag 5 november 2018 speelt een groepje mannen hoog spel met poker, in het bedrijfspand van garagehouder Kaleb* aan de Werfstraat in Hengelo. Kaleb doet zelf mee, verder: Tuan, Dejan uit Hengelo, de man van het Vreemdelingenlegioen, en Oleg*. De laatste is een Rus die veel in Nederland is, maar geen Nederlandse papieren heeft. Hij reist veel. RTV Oost noemt de slachtpartij ‘de kwartetmoord’. Hoe toepasselijk: een gezelschapsspel. Hoe groot het gezelschap precies was is niet bekend, maar gezien de prijzenpot zullen het er meer dan de genoemde vier zijn geweest.

De minimale inzet is 25.000 euro per persoon. Dejan wint de pot van 100.000 euro plus drie auto’s van Kaleb: een Ferrari, een Lamborghini en een Porsche. Dejan neemt het geld aan en spreekt met Kaleb af dat hij de volgende dag de auto’s komt ophalen. Tuan smeekt Dejan of hij het geld mag lenen: hij moet naar eigen zeggen een schuld afbetalen bij “de Turkse maffia.” Na lang aarzelen stemt Dejan in en geeft hij Tuan de 100.000 euro. Oleg is erbij. Oleg: “Ik wist dat Tuan en Dejan goede vrienden van elkaar waren. Ik heb mij hier niet mee bemoeid. Zelf zou ik dit nooit doen, hoe close ik ook zou zijn met iemand.”

Verder wordt de afspraak gemaakt op 12 november weer te gaan pokeren. Dejan zegt tegen Kaleb dat als hij geluk heeft, hij het geld misschien wel terug wint. Daarna vertrekken Tuan en Dejan samen, Oleg alleen.

Laptop

Twee dagen later, op woensdag 7 november, komt Oleg bij Kaleb op de zaak. Die laat hem op zijn Sony laptop bewakingsbeelden zien van wat zich kort daardoor in het bedrijf heeft afgespeeld. Te zien is dat Camil A. en zijn zoon Dejan het kantoor binnenlopen. Ze komen om de door Dejan gewonnen Porsche, Lamborghini en Ferrari op te halen. Kaleb is aanwezig samen met zijn jongere broer Rachid*. De laatste heeft een vuurwapen en richt het van dichtbij op Dejan. Die grijpt in één beweging het wapen vast, trekt het naar zich toe en haalt het magazijn eruit. Hij kijkt naar de munitie in het magazijn en haalt de slede over, waarna er een kogel uit de kamer valt. Daarna haalt hij alle kogels uit het magazijn en legt ze op tafel.

Oleg maakt uit de beelden op dat Dejan Rachid een idioot noemt: hij had de verkeerde munitie voor het wapen gebruikt: 7.65 in een 9 millimeter. Vervolgens doet Dejan munitie in het magazijn, laadt het vuurwapen, geeft het aan Rachid en richt het op zijn eigen hoofd. Hij daagt Rachid uit om de trekker over te halen als hij hem echt wil neerschieten. Rachid raakt overstuur en roept de hele tijd ‘sorry’. Dejan legt het wapen bij Kaleb op tafel en slaat Kaleb met zijn hand op de zijkant van het gezicht. Hij vertelt hem dat zijn broer nog heel veel melk moet drinken voordat hij hem neer zou kunnen schieten. Dan vraagt Dejan om de autopapieren van de drie auto’s en zegt hij dat hij die zo snel mogelijk klaar moet leggen. Hij en zijn vader verlaten het kantoor en zeggen dat ze later terug zullen komen.

McDonald’s

Kaleb laat deze bewakingsbeelden – die hij op zijn Sony laptop heeft opgeslagen – aan Oleg zien. Hij zegt dat hij tevergeefs bij Turkse mensen (‘maffia’) en bij Satudarah hulp heeft gezocht voor wat hij afpersing noemt, door Dejan. Hij had een goede kennis geraadpleegd en die had hem geadviseerd naar de politie te gaan en aangifte te doen tegen Dejan en zijn entourage, wat Kaleb daarna ook had gedaan. Kaleb vraagt Oleg om hem te steunen. Kaleb vertelt hem verder dat hij steeds wordt gebeld door een Zuid-Amerikaanse vrouw, die met hem wil afspreken tegenover de McDonald’s in Oldenzaal. Hij zegt er niet bij waar het om gaat, maar vraagt of Oleg met hem mee wil. Oleg stemt daarmee in en diezelfde avond – 7 november, iets voor middernacht – is er op die locatie een gesprek tussen Kaleb en de betreffende Zuid-Amerikaanse vrouw, die twee ‘handlangers’ bij zich heeft. De vrouw is de al genoemde Mexicaanse Morena. Ze weet dat haar broer in Hengelo is geweest. Via een Nederlandse contactpersoon, Luc* uit Oldenzaal, is ze bij Kaleb terechtgekomen: hij heeft haar het nummer van Kaleb gegeven.

Spoorloos

Morena vertelt dat haar tweelingbroer Cristian en haar dochtertje van vier jaar spoorloos verdwenen zijn, met 100 kilo cocaïne en 100 kilo heroïne die Cristian bij zich had gehad. Morena verwijt Kaleb dat hij meer informatie heeft en denkt dat hij er wat mee te maken heeft gehad. Kaleb ontkent en vertelt haar dat Tuan samen met enkele Vietnamezen haar broer en dochter op 3 maart 2018 bij het Twentekanaal in Hengelo om het leven hebben gebracht. Hij vertelt ook waar Tuan woont en waar Morena hem kan vinden. Daarna vertrekt Morena met haar begeleiders, even later gaan Kaleb en Oleg ook weg.

Dikke Ralf

Op vrijdag 9 november gaat Oleg naar het kantoor van Kaleb in Hengelo. Kaleb is daar met drie andere mannen: twee Marokkanen en een Nederlandse man die ‘dikke Ralf*’ wordt genoemd en uit Enschede of Arnhem komt. Kaleb had Ralf ingeschakeld. Kaleb weet dat Morena op dinsdag 13 november om drie uur een afspraak heeft met Tuan in de growshop. Ralf moet ervoor zorgen dat ze eerder bij Tuan zouden zijn dan Morena en haar mannetjes. Ralf moest – volgens Oleg – Tuan de boodschap overbrengen dat hij niks mocht zeggen tegen de Zuid-Amerikanen.

Oleg: “Wat hij niet mocht vertellen is voor mij tot op heden niet bekend.” Wat meer voor de hand ligt: Kaleb kon op zijn klompen aanvoelen dat Morena Tuan flink de oren zou gaan wassen en omdat hij zich daar verantwoordelijk voor voelde zou het goed zijn als er wat versterking voorhanden zou zijn. Ralf en zijn vrienden zouden om half drie ter plaatse zijn. Er was kennelijk geen rekening mee gehouden dat de Mexicanen – geheel tegen alle tradities in – een half uur te vroeg op de afspraak zouden verschijnen.

Getuigen

 Kaleb is ook op zoek naar getuigen die tegen Dejan willen getuigen, vanwege de afpersing op zijn kantoor. Bij de politie had hij verklaard over de afpersing, maar niet dat het eigenlijk geen afpersing was, maar dat hij een pokerschuld had bij Dejan. De politie kreeg wel videobeelden van de buitenkant van zijn kantoor, waar je ziet dat Camil en zijn zoon buiten in de auto stappen. De beelden in het kantoor, met de schermutseling met het vuurwapen en de klap die Kaleb krijgt van Dejan, geeft hij niet aan de politie. Die beelden halen zijn verhaal onderuit. Als de familie A. Wordt aangehouden, meldt RTV Oost dat dit met afpersing te maken heeft.

Vals

Er worden twee kandidaten gevonden die wel een valse verklaring willen afleggen. Ene Samuel* en een zekere Arkan*. Samuel was al voor een bepaald geldbedrag akkoord gegaan. Hij had ook met de geripte partij te maken: hij had er een deel van in zijn bezit. Oleg: “Dat Samuel was betaald om een verklaring af te leggen, wist ik niet. Nadat Arkan te horen had gekregen hoe het verhaal in elkaar zat, weigerde hij alsnog. Wie wat daarna gezegd of gedaan heeft, weet ik niet. Ik weet ook niet wat er verklaard is door Kaleb of door wie dan ook. Mijn keuze om Kaleb te helpen was omdat ik Kaleb goed kende en de anderen (Dejan en Tuan) niet, ze waren pokerspelers, verder niet.”

Mishandeld

Op maandag 12 november om tien uur ’s avonds gaan Kaleb, Oleg en twee Marokkanen naar Tuan om hem over te halen aangifte te doen tegen Dejan, maar Tuan weigert. Vervolgens wordt Tuan zwaar mishandeld. Kaleb vraagt Tuan om via Dejan wapens te kopen met munitie of alleen munitie, als wapens niet mogelijk is. Tuan belt Dejan op, die komt voorrijden. Als de anderen hebben geconstateerd dat Dejan is gearriveerd en dat Tuan, nog bloedend aan zijn gezicht, bij Dejan is ingestapt, vertrekken de anderen. Oleg: “Ik weet niet wat Tuan met Dejan heeft besproken, ik ben ook niet op de hoogte van een levering van wapens of munitie aan Tuan of aan Kaleb door Dejan. Ik heb de volgende dag ergens anders doorgebracht en geen contact gehad met Kaleb, Tuan of een van de anderen.”

Kopie

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Op dinsdag 13 november heeft Kaleb een afspraak gemaakt met Tuan en Artur bij de growshop in Enschede, om half drie ’s middags. Die ochtend gaat Oleg naar Kaleb, waar dikke Ralf en de twee Marokkanen ook aanwezig zijn. Oleg: “In eerste instantie dacht ik dat Dejan daar ook was, omdat er een zwarte Volkswagen Golf geparkeerd stond die exact hetzelfde was als die van Dejan. Achteraf heb ik begrepen dat de kentekenplaten van de auto kopieën waren van Dejan z’n kentekenplaten.”

Misselijk

Met de zwarte VW gaan Oleg, dikke Ralf en de twee Marokkanen naar de growshop van Tuan in Enschede, voor de door Kaleb geregelde afspraak. Oleg: “Bij binnenkomst werd ik direct misselijk van de geur van bloed. In de growshop bevonden zich een vrouw en twee mannen, die het pand aan het verlaten waren toen we naar binnenliepen. Ik herkende de vrouw als Morena Sanchez. Ik zag dat ze mij ook herkende terwijl zij het pand verliet. Eenmaal in het pand werden we geconfronteerd met wat er was gebeurd. Er lagen vier dode mensen in het pand. Ik voelde mij niet goed en wilde direct weg. Terwijl ik weg wilde gaan schoot een van de jongens die met mij was kogels in de dode lichamen. Ik schrok hiervan en wilde nog sneller weg zijn uit dat pand, zo ook de anderen. We verlieten het pand en reden weer terug richting Hengelo.”

Toevallig

Een deel van dit verhaal is bekend. De regionale media melden dat Camil A. en zijn zonen Dejan en Denis een week voor de moorden voor het eerst de aandacht van de politie hadden getrokken. Dagblad Tubantia: “De eigenaar van een autobedrijf aan de Werfstraat in Hengelo verklaarde door de mannen te zijn afgeperst en deed aangifte. Bij de afpersing zou een kogel rakelings langs het slachtoffer zijn gevlogen, als waarschuwing dat hij moest betalen. De familie A. wilde volgens de aangever 50.000 euro hebben voor een mislukte harddrugsdeal. De A.’s vertrokken uiteindelijk met 450 euro.”

 Toen de Serviërs het pand hadden verlaten, waren ze rijdend in hun Opel Meriva “toevallig gefilmd door een dashcam in een voorbijrijdende auto. De politie krijgt de beelden, en de gefilmde Opel blijkt op naam van de familie te staan. Vervolgens lijkt het trio bewijs over de afpersing te willen verdoezelen. Omdat ze weten dat justitie naar de auto zoekt, verkopen ze de Opel en schaffen een Volkswagen Golf aan. Dat is het voertuig waarin ze direct na de moorden, om de hoek aan de Snelliusstraat, door een camera worden vastgelegd. Bij de autowissel zijn ze slordig: ze gebruiken geen stroman om de Volkswagen op naam te zetten, zoals gebruikelijk is in het criminele circuit, maar registreren het voertuig opnieuw op eigen naam. Als de politie de camerabeelden van de Snelliusstraat ziet, wordt dus direct de link met de familie A. gelegd.”

Voor alle duidelijkheid: de camerabeelden van de Snelliusstraat komen van een beveiligingscamera die op deze straat staat gericht, niet van de camera’s van de growshop. Dankzij Oleg weten we nu hoe het echt is gegaan. De aangifte van afpersing was vals. Dat de Serviërs ‘toevallig’ zijn gefilmd en dat die beelden bij de politie terecht zijn gekomen, daar kun je ook het zijne van denken. En de auto is weliswaar direct na de moorden gesignaleerd bij de plaats delict, maar dat was dus niet de auto met de Serviërs, maar met Oleg, dikke Ralf en de twee Marokkanen. Op de beelden is kennelijk niet te zien wie er in die auto zaten.

Gleufhoed

Tubantia: “Kogels van het kaliber .22 worden in de woning van Camil A. aangetroffen. Die link wordt sterker door een verklaring van een getuige, die het trio na de moorden in de Van Leeuwenhoek ziet. Hij beschrijft een oudere man met twee jongere mannen, die een tweeling zouden kunnen zijn. De beschrijving voldoet niet alleen aan vader en zoons A., maar ook een kenmerkend kledingstuk helpt de politie. Volgens de getuige droeg de vader een ouderwetse gleufhoed, en precies zo’n hoed wordt later in zijn woning gevonden. Daar ligt ook een derde bewijsstuk: kogels van het kaliber .22, te gebruiken in een handpistool. Kogels van dat formaat zijn ook gebruikt om de vier mannen in Enschede dood te schieten, en een gelijke huls wordt in het Hengelose autobedrijf gevonden. De jongste zoon verklaart inderdaad in de buurt van de Van Leeuwenhoekstraat te zijn geweest. ‘Onderweg naar de woonboulevard,’ zegt hij.

Als de politie hem tegenwerpt dat die niet in de buurt is, beroept hij zich op zijn zwijgrecht, wetend dat hij zijn mond voorbij heeft gepraat. Zijn vader en broer zwijgen al vanaf het begin.”

 Dit gedeelte komt niet voor in het verhaal van Oleg. Niet zo gek: hij was daar al vertrokken. Misschien zijn Dejan en zijn zonen later die middag op de plaats des onheils geweest, hebben ze gezien wat er was gebeurd en wisten ze niet hoe snel ze weg moesten komen. Het kan ook zijn dat de zwarte Golf die daar gezien is, die van Dejan was en niet de soortgelijke auto, met dezelfde kentekenplaten, waarmee Oleg en de drie anderen eerder daar in de buurt waren geweest. Het kan ook zijn dat de getuige de man met de gleufhoed een dag eerder daar heeft gezien, of – en dat is het meest waarschijnlijke: er is helemaal geen man met een gleufhoed op die locatie waargenomen. Getuigen vergissen zich nogal eens.

Tassen

Tubantia: “In Enschede vindt even later een beschieting plaats, die qua werkwijze doet denken aan de afpersing van een week eerder in Hengelo. Het trio komt op klaarlichte dag binnen met doorgeladen wapens en gaan dreigend op de aanwezigen af. Er is echter één verschil: waar in Hengelo alleen wordt gedreigd, vallen in Enschede ook doden. Vast staat dat er met zeker twee wapens is geschoten, en dat Akfidan en Klaassen apart werden gezet en van dichtbij geliquideerd. Na de moorden rijdt het trio naar Hengelo, waar de vader en oudste zoon wonen. Daar worden ze gefilmd door bewakingscamera’s. Camil en Dejan dragen grote tassen. De politie maakt de beelden onherkenbaar, maar meldt in Opsporing Verzocht zeer nieuwsgierig te zijn naar de inhoud en de tassen zelf. Na de tussenstop in Hengelo stappen de verdachten opnieuw in de auto, en rijden naar Brabant. Daar hebben ze in een Tilburgs hotel een ontmoeting met een onbekend persoon. Waar die ontmoeting voor diende, wordt door de politie onderzocht.”

Volgens de regionale media waren Camil en Dejan al eens in aanraking geweest met de politie voor hennepteelt. Betrokkenheid bij de viervoudige moord in Enschede en de afpersing in Hengelo ontkennen. De tweede zoon (van 30 jaar) komt uit Nijverdal, hij timmert aan de weg als rap-artiest en wordt niet verdacht van betrokkenheid bij de afpersing van de autohandelaar en voor zover bekend was hij ook niet bezig met hennepteelt.

Zizi

De tocht naar Tilburg zal te maken hebben met de gebruikte wapens. Tijdens een pro-formazitting blijkt dat Dejan enkele dagen voor de moordpartij naar een automatisch vuurwapen zocht en daarvoor contact had gelegd met Zizi W., een 38-jarige vrouw uit Breda. Zizi was op zoek gegaan en had contact gelegd met Arie (62) en Denis (32) van D., vader en zoon, uit Sint Willebrord. Volgens justitie staat vast dat zij “de bij de moordpartij gebruikte wapens hebben geleverd.”

Undercover

De wapentransactie kwam aan het licht dankzij een undercoveragent, die Zizi een verklaring had weten te ontlokken. Voordat Zizi met vader en zoon Van D. op de proppen kwam, had ze eerst iemand anders om een wapen gevraagd. Om precies te zijn: een kalasjnikov. Die moest er 2500 euro voor hebben en hij wilde die liever niet leveren: te groot risico, te weinig winst. Zizi verklaarde tegenover de undercover dat Dejan in de periode rond de moorden een gestreste indruk maakte. Zij dacht dat dit kwam door gokschulden.

Tassen

Het verhaal van de tassen is bij de bronnen niet bekend, daar hebben ze geen verklaring voor. Uit berichten van RTV Oostis op te maken dat Camil en Dejan en de jongste zoon ’s middags om 13.00 uur op de fatale dag vertrekken bij de flat in Hengelo waar Camil en Dejan wonen. Even na drie uur – dus kort na de moorden – keren ze daar terug. Om half vier verlaten ze de flat, hebben dan andere kleding aan en dragen ze twee grote plastic tassen. Zizi vertelde tegen de undercoveragent dat haar vriend kort na de moord boodschappentassen bij haar had gebracht, die ze in een rolkoffer had gestopt. Dejan had die koffer later bij haar opgehaald.

Puzzel

Ervan uitgaande dat het verhaal van Oleg klopt, is het meeste duidelijk en vallen bijna alle stukjes van de puzzel op hun plaats. Kaleb lijkt de sleutelfiguur. Hij vertelde de Mexicaanse Moreno dat ze bij Tuan moest zijn, voor de moord op haar broer en haar dochtertje, en de geripte partij drugs. Volgens een andere bron was het vermoedelijk Kaleb zelf die betrokken was geraakt bij de geripte partij drugs, misschien ook zonder de achtergrond te kennen. Toen hij onder druk werd gezet door Morena, zou hij Tuan erbij hebben betrokken. Tuan wist sowieso niets over de achtergronden en de moord op Cristian.

Ironisch

Kaleb zou Tuan erop uit hebben gestuurd voor wapens en Tuan had vervolgens Dejan ingeschakeld. Waarna Dejan via Brabantse Zizi de wapens aan Kaleb had geleverd. RTV Oostschreef op basis van een bron dat kogels op de plaats delict matchten met die van de afpersing in Hengelo. Volgens Anno Huisman, advocaat van hoofdverdachte Dejan, waren die kogels nergens in het dossier terug te vinden. Hoe dan ook: als kogels op de plaats delict uit deze wapens afkomstig zijn, moet Kaleb deze – via Tuan en Dejan – aan Morena hebben geleverd. Wat niet onlogisch is: je kunt niet vanuit Mexico naar Nederland komen met wapens bij je. Als dit echt zo is gegaan, is het meer dan ironisch: dan is Tuan vermoord met wapens die hij zelf had geregeld.

Raadsel

Er blijft nog wel een raadsel over: volgens Oleg zijn er in het moordpand – om volstrekt onnavolgbare redenen – kogels afgevuurd door een van de mannen in zijn gezelschap, toen hij samen met dikke Ralf en de twee Marokkanen direct na de moord daar was binnengekomen en Morena en haar sicario’s het pand verlieten. Als dit inderdaad zo is, is het denkbaar dat dit de kogels zijn die matchen met de kogels die bij de zogenaamde afpersing zouden zijn gebruikt.

Venezuela

Voor de politie is er nog wat werk aan de winkel. Ze moeten eerst de laptop van Kaleb in handen zien te krijgen, met de beelden die in het kantoor zijn opgenomen van de zogenaamde afpersing door Dejan. Dan kunnen ze hem vragen of dit klopt met wat hij heeft verklaard, en hoe het zit met die pokerschuld en de drie dure auto’s. En met zijn contacten met Morena.

Er zullen beelden zijn opgenomen in de growshop, maar die zijn ongetwijfeld door Morena en haar moordcommando meegenomen. Of zij sporen hebben achtergelaten is niet bekend, maar als er nog wat onbekende dna-sporen zijn aangetroffen, kan het de moeite waard zijn te kijken of er een match is. Hoeft niet heel moeilijk te zijn: Morena zucht heden – samen met haar vader – in een cel in Venezuela, vanwege drugshandel. Tenminste: als de stroom niet is uitgevallen en alle gedetineerden ontsnapt zijn, want in Venezuela is er op dit moment weinig dat nog werkt.

Voetafdruk

Er is een voetafdruk van een onbekende aangetroffen op de plaats delict. Maat 39. Zou zomaar van Morena kunnen zijn. Er kan ook dna van Morena op de plaats delict zijn veiliggesteld, maar voor zover bekend is er nog geen match geconstateerd. Kan ook moeilijk: vermoedelijk weet de politie nog niets of heel weinig over het bestaan van de Mexicaanse.  

 

Kennisdragers

Verder zal er gezocht kunnen worden naar de lichamen van Cristian Sanchez en het dochtertje van Morena. Er is een opdrachtgever geweest voor deze moord, er is een uitvoerder geweest, er zijn mensen geweest die moeten hebben geholpen bij het wegwerken van de lijken. Er zijn kennisdragers genoeg, maar of die zo gemakkelijk te vinden zijn? “Zonder lijk geen moord.” De kans dat er nog iets wordt teruggevonden, is nagenoeg nihil. Als Morena haar mond houdt, kan er hooguit feitelijk worden geconstateerd dat ze een broer en een dochtertje heeft gehad en dat die spoorloos zijn.

Inbraak

In mei 2019 meldt Tubantiadat er, terwijl het moordonderzoek nog in volle gang was, is ingebroken in het moordpand. De politie bevestigt dat er inderdaad een inbraak is geweest begin maart, maar er zijn geen aanhoudingen verricht en het zou geen invloed hebben gehad op het moordonderzoek. Dit was kwajongenswerk: er waren een paar kweekkastjes verdwenen. Veel pikanter is een inbraak die de politie niet meldt – en waar ze misschien ook niets van weet. Die was er op de avond van de moord, toen alles net was afgezet en verzegeld door de politie. Een inbreker haalde toen voor 15.000 euro aan plantenvoeding weg plus een onbekend geldbedrag. Het was een inbraak in opdracht. De inbreker is later aangehouden, voor een heel andere overtreding.

Verantwoording

Op dinsdagavond is de tekst van deze reportage voorgelegd aan Anno Huisman, advocaat van hoofdverdachte Dejan A., en op woensdagmorgen aan teamleider Olav Strikker en officier van justitie Sandra Leusink. Huisman heeft de officier verzocht alles in het werk te stellen om vóór publicatie de bewakingsbeelden die op de laptop van Kaleb zouden zijn opgeslagen, veilig te stellen. Vrijdagmorgen (24 mei) om 09.00 uur is er bij de rechtbank in Almelo een pro-formazitting in deze zaak.

In een reactie laten politie en justitie weten:

“Politie en justitie hebben deze informatie via de journalist vernomen. Deze informatie is inmiddels in onderzoek. De eerste onderzoeksresultaten leveren geen bevestiging op van de specifieke elementen in deze informatie. Enkele onderdelen worden expliciet door onderzoek van de politie weersproken.”

*Deze namen zijn vanwege privacy en veiligheidsoverwegingen veranderd

*de beelden van de reconstructie zijn van RTV Oost: een virtuele wandeling door het moordpand. Hoe men de beschikking heeft gekregen over de details is onbekend, maar het is een nauwgezette waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid. De reconstructie staat hier

Waardeer dit artikel!

Deze reportage is gratis te lezen. Normaal gesproken zou dit in een tijdschrift zijn gepubliceerd, maar vanwege de actualiteit heb ik daar dit keer van afgezien. De praktijk leert dat het niet rendabel is artikelen op deze manier te brengen. Er is maar een klein deel van de lezers dat bereid is te betalen voor online-artikelen. Of dat ook geldt voor een reportage zoals deze, is de vraag. Uiteindelijk is deze vorm van onderzoeksjournalistiek nooit rendabel, gezien de tijd die dit kost. Het zou mooi zijn als zou blijken dat het mogelijk is met reportages als deze een vergelijke omzet te creëren als wanneer het via de reguliere kanalen wordt aangeboden.

Mijn gekozen waardering € -

Oorlog aan de Medoclaan

$
0
0

(reportage uit oktober 2015)

Veel lezers zullen het filmpje op YouTube hebben gezien. De schietpartij op 4 oktober 2014 bij een villa aan de Medoclaan in Eindhoven, waar een groepje mannen met jacks van No Surrender arriveert en in gevecht raakt met twee mannen uit de villa. Het filmpje duurt nog geen twee minuten en op het eerste gezicht lijkt het een soort slapstick: mannen die op elkaar schieten, wegrennen, struikelen, door een hond worden gebeten en het hazenpad kiezen. Ruim een jaar later zijn de kruitdampen opgetrokken en is duidelijk dat het maar weinig had gescheeld of het was deze middag op een bloedbad uitgelopen.

Nu raakte er niemand gewond, maar voor zeker twee van de aanvallers had het maar een haartje gescheeld of ze hadden het loodje gelegd. Slechts dankzij razendsnelle reflexen én kogelwerende vesten overleefden zij. Om van een mogelijk ander scenario nog maar te zwijgen: als de schutter erin geslaagd zou zijn het wapenarsenaal in de villa tijdig te bereiken, waren de zeven indringers vermoedelijk getrakteerd op salvo’s uit automatische wapens en hadden ze het geen van allen overleefd.

Camera’s

De Medoclaan is een rustige buitenwijk van Eindhoven, aan de Boschdijk. Wat rijtjeshuizen, twee-onder-een-kap, met veel groen. De villa aan de Medoclaan ligt wat achteraf, verscholen tussen bomen en afgeschermd met een hek. Het is onmogelijk het pand ongezien te benaderen: van grote afstand kun je bezoekers al aan zien komen. Twee camera’s bestrijken de voorkant en een groot deel van de toegangsweg. De villa wordt sinds november 2013 gehuurd door William D.(43) uit Maasdriel. Hij woont daar alleen, hij is sinds enige tijd gescheiden. Hij krijgt regelmatig bezoek van Michel G.(35) uit Helmond. Ze sporten vaak samen. William heeft een conflict over een partij drugs met David(24) uit Eindhoven.

Audi

David rijdt meestal in een zwarte Audi die op naam staat van de vriendin van een buurjongen. Met die Audi is hij op woensdag 1 oktober rond één uur ’s middags bij de villa aan de Medoclaan geweest, waar William en Michel allebei aanwezig waren. Michel had zich niet met het gesprek bemoeid, maar wel meegekregen waar het over ging. David had volgens Michel iets gezegd als: ‘Je komt er wel achter wie ik ben en dan zit je zwaar in de problemen.’ William had daarna via zijn PGP-telefoon (‘Pretty Good Privacy’) de boodschap gekregen dat hij het dreigement van David serieus moest nemen: anders zouden ze beiden worden ontvoerd en vermoord.  Maar geen van beiden voelde zich heel erg bedreigd: William D. staat wat hoger in de criminele pikorde dan David. Daar komt bij dat David had geconstateerd dat er een behoorlijk arsenaal met automatische vuurwapens in de villa aanwezig was, en het kan hem onmogelijk ontgaan zijn dat er beveiligingscamera’s waren: de beelden daarvan had hij binnen op een groot scherm gezien.

Motorclub

David meent recht te hebben op geld van William, maar hoe krijg je dat? David is zelf geen lid van een motorclub, maar zijn beste vrienden wel. Het bezoek van zaterdagmiddag moet in dat licht worden gezien: William duidelijk maken dat David geen eenpitter is die je gemakkelijk een poot uit kunt draaien, maar dat hij bij een groep motorjongens hoort. Een deel van die achterban gaat mee op deze missie.

In veel berichten over deze zaak wordt verbazing uitgesproken over het feit dat de bezoekers zo in vol ornaat van No Surrender naar de villa gaan. Terwijl ze wisten dat er camera’s hingen. Ze gingen er waarschijnlijk niet vanuit dat er met scherp geschoten zou worden, al hielden ze er gezien hun eigen uitrusting wel rekening mee. De hesjes dienden als signaal: dit is een actie van No Surrender. Omdat de tegenpartij gelinkt wordt aan Satudarah. Het was misschien wel echt de bedoeling het ‘als heren onder elkaar’ uit te praten. Dat is ook wat buurtbewoners opvingen: ‘Zullen we erover praten?’

Maar toch: zeven man sterk. Met drie man in de Audi van David en vier in een Mercedes Vito bus. Michel G. vertelde dat er op woensdag gedreigd was met ontvoering. In motorkringen leeft sterk de gedachte dat de bus inderdaad daarvoor diende. Het kan op z’n minst één van de scenario’s geweest zijn.

Toeval

Toeval, geruchten, wilde verhalen? Terwijl er zeven man van No Surrender op oorlogspad zijn naar de Medoclaan, cirkelen er in de directe omgeving motorjongens van Satudarah. Die uiteraard beweren dat dit toeval is en iets anders is niet te bewijzen. Feit is dat kort na de schietpartij net aan de overkant van de Boschdijk, op hooguit enkele honderden meters afstand, mannen van Satudarah met hun motoren staande worden gehouden en dat de politie noteert dat men de indruk heeft dat deze hier zijn in het kader van observatie.

De motormannen die David meeneemt zijn niet de eerste de besten. Jori van Z.(26) uit Rotterdam en Sebastiaan (‘Bas’) ter W. (38) uit Amsterdam vormen de kopgroep. Beiden Afghanistan-veteranen. Jori is de bekendste van het stel: hij was prominent in beeld in de aflevering waar Johnny de Mol en Guus Meeuwis voor hun televisieprogramma op bezoek waren bij No Surrender en verschillende inwijdingsrituelen mochten filmen. Jori is daar een van de boksers die kandidaten een flink pak slaag geven.

Portier

Bas ter W. is sergeant-at-arms van het Amsterdamse chapter van No Surrender en als zodanig de ook niet geheel onbekende Dick Vrij opgevolgd. Bas was berucht als portier, waarbij hij extreem veel geweld gebruikte. Hij zou aan Afghanistan een post-traumatische stress-stoornis hebben overgehouden. Het Parool noemt hem een psychopaat, maar het leek toch even de goede kant op te gaan toen hij een opleiding volgde als obductie-assistent, waarbij hij leerde hoe je een patholoog-anatoom kunt helpen bij het vaststellen van de doodsoorzaak bij verdachte sterfgevallen. Op een of andere manier is die carrière naderhand in het slop geraakt.

Beveiliger

Ook van de partij: de dan 39-jarige oud-marinier en Afghanistan-veteraan Pieter van T. (‘Tuur’) uit Tilburg. Vicepresident van het chapter Breda van No Surrender; heeft regelmatig contact met Jori, en staat bekend als persoonlijk beveiliger van Klaas Otto, de baas van No Surrender. Kortom, een illuster gezelschap, ook zonder dat je alles van hun achtergrond weet. Ze houden er rekening mee dat hen een warm onthaal te wachten kan staan: ze zijn gewapend en dragen kogelwerende vesten.

Het speelt zich allemaal af op zaterdagmiddag vanaf kwart voor vier. De bewakingsbeelden geven de Amerikaanse tijdregistratie door.

Om 3.47.15 komt de Audi aanrijden. David stapt als eerste uit en loopt naar het hek van de villa.

 

3.47.36: Jori van Z. zit voorin de Audi. Hij stapt uit en loopt ook naar het hek loopt, even later gevolgd door Bas ter W. die achterin de Audi zat. Op de achtergrond is de Mercedes Vito al te zien.

3.48.04: William D. en Michel G., die in de villa waren, komen naar buiten, vermoedelijk door het geblaf van Astor, de herdershond. Jori zegt tegen William: ‘Mijn broeder krijgt nog geld van jou’ en hij wijst naar David. Daar moeten ze over praten. Het wordt geen goed gesprek. William zegt: ‘Oprotten!’ Jori en Bas doen hun jacks open en laten zien dat het menens is: beiden hebben een vuurwapen in de broeksband.

3.48.39: William en Michel lopen terug naar de villa. Jori, Bas en David rennen door het hek, achter hen aan. Jori geeft een tik aan de hond, die meteen afdruipt. Een commandotruc, en Jori is een hondenkenner. Ze weten dat er zware wapens in de villa liggen en dat Michel een zeer ervaren schutter is. Als die de kans krijgt bij die wapens te komen, hebben ze geen schijn van kans. Jori heeft een wapen in zijn rechterhand, met zijn linkerhand wijst hij naar William: die moeten ze hebben.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Op de oprit, voor de villa, staat de zwarte Mercedes van William D. geparkeerd. David verschuilt zich achter de auto en wenkt naar de mannen in de Vito, Jori en Bas rennen door naar de villa.

Daar speelt zich in enkele seconden iets af dat niet goed op de beelden te zien is. William verklaart bij de politie dat op het moment dat hij de sleutel in het slot deed, hij door Jori in zijn rug werd getrapt. Hij viel, maar kon nog wel een trap uitdelen. Michel is ook gevallen, dat is nog net te zien. Ook niet te zien: op dit moment schiet Jori de enige kogel af, een schot in de lucht.

3.48.48: al vallend, of liggend op de grond, schiet Michel op Bas, die vol in zijn borst wordt geraakt en door de kracht van het schot loskomt van de grond. Eén geluk: hij draagt een kogelwerend vest. Ook Jori overleeft ternauwernood, en slechts dankzij razendsnelle reflexen: hij krijgt van dichtbij het pistool van Michel op zijn hoofd. Er worden twee kogels op hem afgevuurd. De ene schampt links langs zijn hoofd, de andere rechts. Zijn oor wordt geraakt. Tijd om te vluchten.

 

De vier inzittenden van de Vito zijn in de tussentijd ook door het hek gerend, maar als het schieten begint maken ze ijlings rechtsomkeert, waarbij een van hen door de inmiddels weer bij zijn positieven gekomen hond wordt gebeten. Jori en Bas rennen weg, David is nog op het terrein, in de buurt van de zwarte Mercedes, Michel neemt hem onder vuur. Dat is op de beelden goed te zien: links het wapen waar rook uit komt, rechts de vluchtende David die van enkele meters afstand twee keer in zijn rug wordt geraakt. Een derde kogel treft de achterruit van de Mercedes, die aan gruzelementen spat.

3.48.59: alle indringers zijn vertrokken. William en Michel willen wegrijden in de Mercedes, maar als ze de kapotte achterruit zien laten ze die staan. Michel was met een BMW gekomen. Hij gaat er met die auto vandoor, al of niet samen met William, dat is niet helemaal duidelijk. Het enige dat ze meenemen zijn de zware wapens uit de villa, de bijbehorende munitie blijft achter. En minstens zo interessant: de videobanden van de bewakingsbeelden. Er zal in de loop van het proces ongetwijfeld om een reconstructie worden gevraagd en dat zal wellicht duidelijk worden hoeveel schoten er zijn gelost en door wie. Mogelijk is er door de indringers in totaal maar één schot afgevuurd: door Jori, toen hij achter Michel aanrende en in de lucht schoot. Op de beelden is ook nog te zien dat een van de mannen uit de Vito een wapen op Michel richt, waarna Michel op hém schiet, maar het is niet waarneembaar dat er inderdaad een kogel is afgevuurd.

15.51 uur (Nederlandse tijdregistratie): bij de meldkamer komen de eerste meldingen over de schietpartij binnen. Tal van buren hebben gebeld. De politie rukt meteen uit. Agenten treffen bij de villa de loslopende hond aan; een zwarte Mercedes met een schot in de achterruit en veel kogelhulzen. Tegelijkertijd worden op de Rijnstraat, een paar honderd meter verderop, drie motorrijders gesignaleerd. Een van hen, in vol ornaat van Satudarah, wordt aangehouden. Agenten zien een andere motorrijder in de buurt die de situatie lijkt te observeren en op de kruising van de Rijnstraat en de Maasstraat zien ze ook een motorrijder van Satudarah. Maar het is niet aantoonbaar dat hier iets anders aan de hand is dan toeval.

Huurder

De agenten bellen de huurder van de villa: William D.; hij zegt dat hij in het winkelcentrum is en zich wel gaat melden. Dat doet hij pas op 17 oktober en dan doet hij meteen aangifte van poging tot doodslag/moord.

Dankzij de beelden is al snel duidelijk wie er bij de schietpartij betrokken waren, maar als ze zich niet spontaan melden zet de politie het filmpje op internet. Het wordt een hit. De officiële eerste versie is al snel van internet verdwenen, als het niet meer nodig is voor de opsporing, maar alleen al het filmpje dat op YouTube is blijven staan is meer dan driekwart miljoen keer bekeken. In de loop van de tijd worden alle betrokkenen aangehouden, op twee na: Jori en Bas, die zijn ondergedoken in Spanje.

Barcelona

In juli 2015 wordt er in Barcelona op Jori een aanslag gepleegd, waarbij hij een kogel in zijn buik krijgt. Hij is daar samen met een Britse crimineel, die dwars door een ruit springt en er zonder noemenswaardige kleerscheuren vanaf komt. Onduidelijk blijft of de aanslag op beiden was gericht, of op een van hen en zo ja, op wie. Het had te maken met een ripdeal in Spanje. Jori wordt vanuit het Spaanse ziekenhuis uitgeleverd aan Nederland, Bas meldt zich een paar maanden later.

Zwijgrecht

Van de betrokkenen bij de schietpartij zitten alleen de aanvallers nog vast: William D. en Michel G. zijn vrijgelaten in afwachting van het proces. Doordat alle andere betrokkenen zich op hun zwijgrecht beriepen, of nog niet waren gehoord, bleef lang onduidelijk wat er precies was gebeurd. Zo verklaarde William in zijn eerste verhoor dat hij nog nooit van David had gehoord en Michel beweerde dat hij een telefoon in zijn hand had, geen wapen. Later corrigeerde hij dat: Jori had twee wapens bij zich gehad waarvan er eentje op de grond was gevallen. Die had hij snel gepakt en toen was hij uit noodweer gaan schieten. Weer later gaf hij toe dat hij een wapen had meegenomen toen ze naar buiten waren gelopen. Ook was toen nog niet bekend dat er drie projectielen op cruciale plekken in kogelwerende vesten waren beland en dat er van zeer dichtbij gericht op het hoofd van Jori was gevuurd.

Noodweer

Het onderzoek is nog in volle gang en het beroep op noodweer zou best stand kunnen houden, maar één ding staat vast: Michel heeft geluk gehad dat Jori zo snel zijn hoofd weg kon trekken en dat Bas en David kogelwerende vesten droegen.

De advocaten van de verdachten willen weinig commentaar geven en een aantal wil zelfs liever helemaal niet worden genoemd, wat in deze kringen vrij ongebruikelijk is. Marcel Heuvelmans heeft drie cliënten: Jan L., Michel G. en de onbekende Eindhovense ‘handlanger’. Volgens Heuvelmans blijkt nergens uit het dossier dat er een voorraad zware wapens in de villa aanwezig is geweest en is er geen link tussen de ‘handlanger’ en motorclub

DE PLATTE PET EN HET LIJNTJE NAAR DE MEDOCLAAN

Begin oktober 2015 meldt Marcel Haenen in NRC Handelsblad dat er een 48-jarige agent van de Nationale Recherche is aangehouden. ‘Bij politie en Openbaar ministerie wordt gesproken van het grootste justitiële schandaal sinds de IRT-affaire uit de jaren negentig. Jarenlang lekte een ervaren agent gevoelige informatie aan de onderwereld.’

Het Openbaar Ministerie bevestigt dat er iemand is aangehouden op verdenking van corruptie, plichtsverzuim en het witwassen van crimineel geld. Na enkele dagen wordt duidelijk dat er een fout is gemaakt met de leeftijd: de man is geen 48, maar 28.

‘Ervaren’ is ook wat teveel gezegd: het gaat om Mark M. (28) uit Weert, een politiestudent die sinds enige tijd als zijinstromer bij de Nationale Recherche werkte. Voorheen was hij vooral bekend als lokale nieuwsjager. Hij had niet door de screening moeten komen voor deze baan, dat staat wel min of meer vast, maar het is nog volstrekt onduidelijk tot welke informatie hij toegang had: hoe gevoelig die was en wat hij precies heeft doorgegeven.

Er lijkt wel sprake van een lek. Er is een tweede verdachte opgepakt, een 45-jarige man uit Eindhoven, die de informatie van Mark M. zou hebben gekocht. Deze man wordt in de berichten aangeduid als ‘de handlanger’. Zijn identiteit is nog niet naar buiten gebracht. Hij zit nog in alle beperking en zijn advocaat Marcel Heuvelmans kan er nog niets over zeggen.

In NRC wordt gesuggereerd dat de gevoelige informatie te maken heeft met het circuit van motorclubs. Inmiddels is uit verschillende bronnen wel duidelijk geworden dat ‘de handlanger’ geen connectie heeft met motorclubs en ook niet bekend staat als een grote jongen uit het criminele circuit, maar iemand uit de wereld van de autohandel. Dat het om serieuze informatie gaat, zou blijken uit het feit dat er tijdens de huiszoeking bij hem 235.000 euro aan contant geld is aangetroffen. Tot nu toe wordt aangenomen dat dit het geld is dat hij heeft gekregen voor het verkopen van de informatie van Mark M., maar ook dat staat nog niet vast.

Bolides

De vraag is: waarom wordt er een link gelegd tussen de lekkende agent Mark en het motorclubcircuit? Mark M. is boven komen drijven in het onderzoek naar autohandelaar Jan L. uit Oirschot, Hij handelde in exclusieve bolides, met schimmige BTW-constructies en leasecontracten. Pikant, maar niet per se crimineel: in de villa aan de Medoclaan zijn papieren aangetroffen van de auto van Badr Hari, een van zijn klanten. De laatste jaren ging het slecht in de handel en het bedrijf van L. werd failliet verklaard. Bij zijn privéwoning en bij zijn bedrijf had hij al het nodige te stellen gehad met mensen die meenden geld van hem te krijgen. Brandstichting, vernieling. Duidelijk bedoeld om aan te geven dat hij over de brug moest komen. Tot overmaat van ramp werd hij op 8 april 2015 aangehouden op verdenking van faillissementsfraude.

Bodyguard

Ergens in dit onderzoek is de naam van Mark M. op de proppen gekomen. In welk verband is nog volstrekt onduidelijk. Wel duidelijk is de connectie met de Medoclaan in Eindhoven. William D., de huurder van de villa die het aan de stok kreeg met de mannen van No Surrender, was een direct contact van Jan L.; bodyguard, tussenpersoon, buffer. Wie iets van Jan L. wilde, diende zich te vervoegen bij William D. aan de Medoclaan.

Wat het verwarrend maakt: de schietpartij aan de Medoclaan had niets met Jan L. te maken. Dat was alleen een conflict om drugs, tussen David en William.

Handlanger

Blijft voorlopig vooral nog de vraag: welke informatie gaf Mark M. door aan ‘de handlanger’ uit Eindhoven? Was dat inderdaad een paar ton waard? Het lijkt niet te gaan om informatie over het motorclubcircuit. Criminelen hebben vooral belang bij gegevens over lopende onderzoeken en met wie de politie in gesprek is. Dat gaat om gegevens die nog niet voorkomen in de dossiers die aan de advocaten worden verstrekt en die daar wellicht ook nooit in terechtkomen. Had Mark M. überhaupt toegang tot zulke gevoelige informatie?

Het filmpje is te zien via Omroep Brabant

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Haags incest (klein)kind overleden

$
0
0

(reportage uit september 2009)

 

In februari 1985 brengt Panorama het onthutsende verhaal van de toen 35-jarige Corrie S. uit Den Haag: “Ik kreeg vier kinderen van mijn eigen vader”.  Vanaf haar prille jeugd werd ze door haar vader misbruikt, negen keer raakte ze zwanger, vier kinderen overleefden. Corrie vertelde haar verhaal nadat ze haar vader had betrapt met één van die vier kinderen, de toen 14-jarige Zarah. Bijna dertig jaar later wil deze Zarah vertellen hoe het destijds verder is gegaan. Hoe hulpverlenend Den Haag haar in de steek liet en zij na het artikel nog vijf jaar lang door haar vader is misbruikt.

“Ik weet nog dat u bij ons binnenkwam, ik was toen 14. U wilde een artikel maken over vaders die in hun eentje hun kinderen moeten opvoeden. En toen begon u allemaal vragen te stellen over mijn moeder. Hij was lááiend!”

Zarah S. herinnert zich het bezoek van de Panorama-verslaggever eind 1984 nog als de dag van gisteren. De reportage over haar moeder en de incestkinderen sloeg in hulpverlenend Den Haag in als een bom, maar anno 2009 is het verbijsterend te moeten constateren dat het weinig geholpen heeft: vader S. ging gewoon door. De rechters en kinderbeschermers staken geen hand uit en Zarah werd tot aan de dood van haar vader (in 1996) nog misbruikt.

Toen het artikel in februari 1985 verscheen woonde de van oorsprong Haagse familie S. weer in Den Haag. Corrie S.(35) was uit huis gevlucht en woonde aan de Bierkade, vader S. woonde met de kinderen Renata (18), Zarah (14) en Eduard (11) in de Westlandsestraat. De vorige woonplaats van het gezin was Leeuwarden: vader S. had er een handje van te verhuizen als hulpverleners zich te veel met hem bemoeiden. In Friesland was dat het geval geweest.

De vijfjarige Anita, de jongste dochter, was een ‘typisch incestkind’ met een autistische stoornis en een geestelijke handicap. Zij was uit huis geplaatst, maar het was duidelijk dat er binnen het gezin meer aan de hand was. Gezinsvoogd Arjen Jonker – toenmalig adjunct-directeur van de Stichting Jeugd & Gezin – herinnert zich de Haagse familie nog als de dag van gisteren.

Jonker: “De Kinderrechter in Leeuwarden, mr. Westerveld, had bepaald dat alle kinderen uit huis geplaatst moesten worden. Het was duidelijk dat er binnen het gezin van alles aan de hand was en er waren ook duidelijke aanwijzingen dat er sprake was van incest. Op de dag dat er een afrondend gesprek zou plaatsvinden en ik de kinderen mee zou nemen, waren ze gevlogen.”

Vader S. was met zijn hele hebben en houden naar Den Haag vertrokken.

Jaap Doek

Arjen Jonker: “Ik ben toen op verzoek van de Friese kinderrechter naar Den Haag geweest en heb gesproken met de kinderrechter daar, de bekende Jaap Doek. Rechter Westerveld wilde dat zijn beslissing om de kinderen uit huis te plaatsen in Den Haag zou worden geëffectueerd, maar tot mijn verbazing besliste Doek anders. Het was bekend dat er binnen dat gezin incest plaatsvond, maar Doek had iets van: ‘Nou ja, je kunt een opvatting hebben over incest, maar ik denk in bepaalde families, als het dan toch zo speelt, dat men beter de zaak bij elkaar kan houden dan dat je ze uit huis plaatst. Héél merkwaardig. Ik heb me daar toen behoorlijk over opgewonden. Dat was een heel cruciaal moment dat het leven van die mensen enorm heeft bepaald, dat ene besluit is de kern van het hele verhaal.”

Jonker kan zich het Haagse gezin nog goed voor de geest halen. “Het was een heel gesloten systeem, die kinderen waren altijd bij elkaar, ze gingen altijd samen naar school, iedereen ging er met een grote boog omheen, het was een klont kleefpasta, daar kon je niet zomaar uit wegvluchten. Ik herinner me dat artikel in Panorama ook nog goed, het verbaast me dat er toen niemand heeft ingegrepen, maar nog meer dat er in de jaren daarna nooit iemand is geweest die maatregelen heeft genomen.”

Gezinsvoogd

Een belangrijke factor in het geheel was dat vader S. kon praten als Brugman en van gezinsvoogd tot kinderrechter iedereen om zijn vingers wist te winden.

Zarah: “In Den Haag hadden wij Gerard Oosten als gezinsvoogd. Ik heb nooit de kans gekregen met hem alleen te praten, altijd was mijn vader erbij. Na het artikel in Panorama kwam hij bij mijn vader, hij zei: “Ik geloof u als u zegt dat er niks van waar is.” Mijn vader zei: “U kunt een sleutel van mijn huis krijgen, dan kunt u op elk moment binnenkomen en dan zult u zien dat er niks aan de hand is.” Maar dat hoefde niet, Oosten zei: “Ik vertrouw u.”

Het was dezelfde muur waar haar moeder Corrie tegen aan liep: bij alle contacten met de buitenwereld, van huisartsen tot hulpverleners, was vader altijd prominent aanwezig en wist hij iedereen voor zijn karretje te spannen. Dat was voor Corrie eind 1984 reden om contact op te nemen met Panorama en haar verhaal te doen. Ze was het helemaal zat, na negen zwangerschappen. Haar vader had als motto: één kind op je arm, één in de buik. Vanaf 1980 was ze regelmatig uit huis gevlucht, maar vanwege de kinderen ook telkens weer teruggekeerd. In 1984 was de situatie onhoudbaar geworden: vader begon zich nu te vergrijpen aan zijn (klein)dochter Zarah.

Ontmaagd

De geschiedenis had zich herhaald. Met Corrie was het misbruik begonnen toen ze zeven jaar was. Eerst met een oom, die haar dwong hem te bevredigen toen haar vader in het ziekenhuis lag. Corrie vertelde het aan vader, die kordaat optrad: hij gaf de oom aan bij de politie en zorgde dat de man voorgoed uit de buurt verdween. Tot Corrie’s verbijstering was het leed daarmee niet geleden, maar begon het pas. Corrie, destijds: “Toen kwam mijn vader op een keer ‘s avonds aan mijn bed en zei: ‘Je hebt het bij je oom gedaan, dan kun je ‘t bij mij ook wel doen.’ Ik moest mee naar beneden en toen werd ik gedwongen het te doen. Ik was bang. Hij dreigde met van alles en nog wat, ik durfde niks tegen moeder te zeggen. Toen ik ouder werd, wilde hij steeds meer. Ik heb het toen toch tegen moeder gezegd, maar zij zei: ‘Zoiets doet je vader niet.’

Toen ik 13 jaar was en ik me een keer stond af te drogen probeerde vader het ineens van onderen. Dat lukte niet. Toen ik 14 was en de menstruatie begon heeft hij me ontmaagd. Moeder lag toen in een groot bed, daar moest ik bij gaan liggen. Vader en moeder deden me voor hoe ik het doen moest, hoe ik moest wippen. Ze dreigden me op te ruimen als ik iets zou zeggen. Ik kreeg altijd klappen van vader, en van moeder precies dito. Die sloeg me ook door alle hoeken van de kamer. Toen ik in verwachting was van het eerste kind, kwam de politie. Iemand uit de buurt, die wist wat er aan de hand was, had gebeld. Vader zei: ‘Denk erom dat je je kop dichthoudt.’ Moeder heeft toen gelogen. Ze zei dat het kind van haar broer was. Ik kon niks inbrengen, er was zoveel gebeurd, ik werd zo veel geslagen dat ik niks durfde zeggen. Ik was bijna ieder jaar zwanger, ik kreeg geen kans om weg te komen. Ik ben wel een paar keer weggelopen, maar je keert toch terug voor je kinderen.”

Zwarte schaap

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Dat was Corrie. In de periodes dat Corrie weg was, bleef vader achter met de kinderen, van wie uiteindelijk alleen de jongste dochter Anita daadwerkelijk uit huis werd geplaatst. Als Corrie er niet was richtte de seksuele aandacht van vader zich op Zarah. “Het begon toen we in de Westlandsestraat in Den Haag woonden. Mijn moeder kreeg onwijs veel klappen, vader had een harde hand, er was altijd ruzie thuis. Ik was het zwarte schaap van het gezin, ik was niet welkom. Ik kreeg vaak te horen: ‘Was je maar nooit geboren’ en ‘Je bent een kind van een kampbewoner, je bent niet mijn kind.’ Ik werd altijd in een hoek getrapt, ik moest van mijn moeder in rare kleren lopen, ik mocht nooit met vriendjes of vriendinnetjes spelen. Toen ik elf jaar was veranderde dat ineens, ik kreeg plotseling wel belangstelling van mijn vader. Vanaf 1980 liep mijn moeder steeds weg, op een keer zag ik dat mijn vader verdriet had en wilde ik hem troosten, ik ging bij hem op schoot zitten. Toen maakte hij rijbewegingen, ik begreep het niet, ik dacht: ‘Wat is dat?’ Het draaide uit op verkrachting. Hij legde mij op de bank, in de woonkamer. Hij ging in mijn vagina, het deed pijn, ik moest gillen. Hij deed zijn broek dicht en zei: ‘Kop dicht, anders snij ik je moeder de strot door.’ Ik was heel erg bang. Toen ik ongesteld werd, op mijn dertiende, moest ik gelijk aan de pil. Mijn vader ging mee naar de dokter. De dokter vroeg waarom ik aan de pil moest. Vader zei dat mijn menstruatie onregelmatig was. Ik heb een rotjeugd gehad, ik heb een paar keer geprobeerd zelfmoord te plegen met medicijnen, maar dat lukte niet. Het was alleen maar seks, seks, seks. Alleen als moeder niet thuis was. Als zij weer terug was, was er niks aan de hand, dan had ik nergens last van. Ze moest eens weten wat er in die tijd allemaal met mij is gebeurd. Hoe vaak ik ’s nachts uit bed werd gehaald. ‘Je moet doen wat ik verlang.’ Anders kreeg ik klappen. Moeder wist ervan, ze had ons een keer betrapt, maar ze deed geen aangifte. Iedereen was bang voor vader en iedereen geloofde hem, we konden geen kant op.”

Rotjeugd

Na het artikel in Panorama was de relatie tussen Corrie en haar vader voorgoed voorbij, maar waar het met Corrie was gestopt, ging het met Zarah verder. Zarah: “Ze vragen me wel eens waarom ik nooit ben weggelopen, maar als je vanaf je elfde zoveel geslagen, geschopt en uitgescholden wordt, dan voel je jezelf klein. Heel klein. Als je elf bent: wat weet je van je vader? Als kind denk je er niet over na, het is alleen overleven. Ik was een heel stil kind, ik had geen vriendinnetjes. Van mijn elfde tot mijn negentiende ben ik heel eenzaam geweest. Ik heb een rotjeugd gehad, het was een hel. Ik ging ook niet meer naar school, ik moest de huishouding doen. Vader deed niks, die man heeft nooit gewerkt, hij heeft altijd een uitkering gehad. Maar commanderen kon hij als de beste: ‘Luie kankerhoer, zou je niet eens wat doen!’ En dan sloeg hij me alle hoeken van de kamer door.”

Na het verhaal in Panorama stuurde vader Renata en Zarah naar oma in Bergentheim, kort daarna verhuisde hij zelf met Eduard naar het nabijgelegen Almelo. Naderhand trokken de dochters weer bij hem in.

Zarah: “Oma was de eerste vrouw van vader. Zij wist wel wat er speelde, maar ze heeft er nooit wat van gezegd. Iedereen heeft gewoon zijn mond dicht gehouden. Oma was niet zo’n prater, ze deed alleen breien en shaggies draaien, maar ze was wel lief voor ons.”

Bruiloft

In de periode dat ze in Almelo woonden ging Renata het huis uit. Ze trouwde, overigens zonder vader uit te nodigen voor de bruiloft. Zarah bleef achter met Eduard, die voor zijn nierziekte vaak naar het ziekenhuis in Utrecht moest.

Zarah: “Dan was ik alleen thuis, maar weglopen kon niet, dan werd ik opgesloten.”

Later verhuisden ze naar Utrecht. Eduard vluchtte daar het huis uit, naar zijn moeder in Den Haag: de ruzies met zijn vader liepen te hoog op.

Zarah: “Eduard heeft ook heel veel klappen gehad, mijn vader schopte hem gewoon in zijn buik, terwijl hij nierpatiënt was.”

In 1996 overleed vader vrij onverwacht aan een hartaanval, op de leeftijd van 73 jaar. Op de begrafenis was er een zeer select gezelschap aanwezig: Corrie, haar zus Lena, haar broer Martin en diens vriend, Renata en Zarah. Eduard was er niet bij. Hij had gezegd: “Wie dood is, moet dood blijven.”

Zarah: “Aan de ene kant was het een opluchting dat hij dood was, maar het was toch wel dubbel. Ik had een lekkere taart gehaald voor na de begrafenis, voor mij was het toch vooral feestelijk. Er was nog wat geld, ik vond dat ik daar wel recht op had, als een soort schadevergoeding, de rest van de familie heeft wat spullen meegenomen. Ik heb voor mezelf eerst de schade ingehaald. Lekker spulletjes kopen, oude dingen weggedaan, nieuwe gekocht.”

Zarah woonde nog een half jaar alleen in Utrecht, toen wilde ze toch terug naar Den Haag.

“Ik zat daar op een woning te wachten, toen ben ik eerst bij mijn moeder ingetrokken. Dat had ik beter niet kunnen doen. Maar ik had in die tijd weinig contacten, dat had ik nooit geleerd, het was heel moeilijk om met mij in contact te komen, ik was erg gesloten. Ik wist ook niet hoe dat moest, ik ben echt dom gehouden door die ouwe.”

Niet alleen de contacten met de familie waren een probleem, hoe bouw je met zo’n verleden een relatie op met een levenspartner?

Zarah: “Het heeft nog jaren geduurd voor ik iets kreeg met een man. Het was vooral op aandrang van mijn zus. Ik had niks verwerkt, ik had anorexia, ik woog maar 38 kilo. Met vader was de seks altijd alleen negatief geweest, maar mijn familie vond dat ik een vriend moest hebben, om erbij te horen. Ze zeiden dat ik lesbisch was, ik moest bewijzen dat ik net zo was als hun. De eerste keer met een vriendje voelde het niet prettig aan. Ik heb hem verteld waarom, toen is hij er meteen vandoor gegaan, dat was hem allemaal ‘te veel moeite’. De eerste keer dat ik het deed dat ik dacht: ‘Het kan ook fijn zijn’ was pas vier jaar geleden.”

Domme dingen

In de eerste jaren dat Zarah zich alleen moest zien te redden, ging het niet goed. “Ik was zo beïnvloedbaar als de pest. Ik heb toen een hoop domme dingen gedaan.”

In 2001 zat ze in de vrouwengevangenis in Zwolle. Pas toen de rechter haar verhaal hoorde, kwam er hulp. “Er is een psychiater bij me gekomen en toen ben ik pas gaan praten.”

Na het uitzitten van de straf keerde ze terug naar Den Haag, waar ze een relatie kreeg en ging samenwonen. In 2007 kregen ze een zoontje. Volgens Zarah was dat het breekpunt in hun relatie, ze is inmiddels gescheiden. Met haar ex woedt een bitter gevecht om het kind en een goede omgangsregeling. Zarah: “Hij gebruikt mijn verleden om zijn zin te krijgen. ‘Ga maar met je vader naar bed, je zal ’t wel lekker hebben gevonden’, dat soort teksten.”

De kinderbescherming breekt zich het hoofd over de situatie. Wat is wijsheid? Het zoontje heeft extra begeleiding nodig en vooral rust en dat is lastig als de ouders met elkaar in de clinch liggen. Er wordt gedacht aan uithuisplaatsing. Zarah heeft haar buik inmiddels meer dan vol van de kinderbescherming en de hulpverleners. “Waar waren ze toen ik hen nodig had? Ze hebben alleen maar naar mijn vader geluisterd.”

Jaloezie

Met Gerard Oosten, de gezinsvoogd uit de periode van het Panorama-verhaal, heeft ze inmiddels een gesprek gehad.

Zarah: “Het enige dat hij mij kon vertellen is dat mijn zus Renata een grote mond had en dat mijn moeder van jaloezie weg was gegaan omdat Renata met mijn vader getongd had. Toen ik hem vroeg naar mij zei hij dat ik een stil meisje was. Hij wilde mij niet weghalen, anders was hij helemaal de boeman geweest. Toen ik hem vertelde dat ik misbruikt was keek hij verbaasd. Ik snap niet dat deze man nog steeds in zo’n functie zit. Hij zei: zo lang kinderen warm eten, kleding en een dak boven hun hoofd hadden wilde hij ze niet weghalen, ook als hij wist wat er speelde, hij kon toch niets doen. Geen wonder dat mijn vader het wel goed met hem kon vinden. Die Gerard beseft nog steeds niet wat hij allemaal heeft aangericht. Hij zei dat mijn moeder er niets aan kon doen, maar hij was onze gezinsvoogd, ook toen mijn moeder al weg was. Hij was er toch voor de kinderen, niet voor de ouders? Aan zo’n man heb je dus niks, maar hij werkt er nog steeds, dat hele zootje zit nog steeds bij elkaar op dezelfde plek. Nu willen ze mij leren hoe ik mijn kind moet opvoeden, maar zelf maken ze er een zootje van.”

Tenslotte, de andere hoofdrolspeelster in het drama, moeder Corrie. Hoe kijkt zij er nu tegenaan? Ze woont op een steenworp afstand van Zarah, in Den Haag, maar het contact beperkt zich voornamelijk tot scheldpartijen. Corrie wil de zaak het liefst laten rusten, de boel niet meer oprakelen. Zarah had maar weg moeten lopen als het haar niet beviel en over het verleden kan men beter zwijgen.

Arjen Jonker: “Als je de toekomst wil weten, moet je kijken naar het verleden. Het is een lijn van ellende, je kunt voorspellen hoe het loopt met die relaties, van generatie op generatie. Dingen herhalen zich en mensen kunnen moeilijk niet ontsnappen aan wat er is ingezet.”

Kinderrechter mr. Jaap E. Doek kan zich niet herinneren dat de affaire destijds in Panorama heeft gestaan, maar ook van zijn eigen bemoeienis weet hij niets meer. “Bijvoorbeeld de link met Friesland doet bij mij geen enkele bel rinkelen. Ik kan derhalve over die zaak niets zeggen bij gebrek aan informatie.”

Zarah begint intussen steeds bozer te worden. Bij de strubbelingen over de onder toezicht stelling van hun zoontje begon haar ex weer over het verleden.

Zarah: “Ik heb gezegd dat hij en zijn advocaat maar eens inlichtingen moeten inwinnen bij Gerard Oosten en mr. Jaap Doek. Toen ik de kinderbescherming nodig had waren ze er niet en nu willen ze zich er mee bemoeien, ik ben die ouwe niet.”

Zarah heeft inmiddels een aantal keren per e-mail contact gehad met professor Jaap E. Doek, maar zijn antwoord is steeds hetzelfde: “Nogmaals: ik kan mij van uw zaak niets meer herinneren (als ik die al behandeld zou hebben) en kan dus op uw vraag geen antwoord geven.”

Update: in juni 2019 meldt Zarah dat haar zus Renata is overleden. Dat bericht staat hier

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Enkele reis naar het dodenparadijs

$
0
0

De plotselinge en onverwachte sterfgevallen van Amerikaanse toeristen in resorts in de Dominicaanse Republiek heeft geleid tot speculatie over hun mysterieuze dood. In 2018 en 2019 kwamen er 13 om het leven nadat ze ziek werden op het Caribische eiland. In 2016 vond het Nederlandse pasgetrouwde stel Jeroen en Michou hier de dood. Ook dat is nooit opgehelderd.

In maart 2019, drie jaar nadat Jeroen en Michou uit Voorburg tijdens hun huwelijksreis in de Dominicaanse Republiek om het leven kwamen, zijn hun nabestaanden verwikkeld in een rechtszaak om de nalatenschap. Het draait om het tijdstip van overlijden.

Jeroen en Michou zijn vermoedelijk het slachtoffer geworden van voedselvergiftiging of besmetting met een bacterie. Ze overleden kort na elkaar nadat ze met spoed waren opgenomen in een ziekenhuis. Twaalf dagen daarvoor waren ze getrouwd. Ze hadden geen testament, de erfenis was automatisch voor de langstlevende partner.

Dat was Jeroen: hij is ongeveer een halfuur na Michou overleden. Dat kwam er in de praktijk op neer dat de moeder van Jeroen de hele nalatenschap kreeg. Het gaat om ongeveer 200.000 euro plus de overwaarde van hun huis.

De rechtbank in Den Haag kwam eraan te pas en oordeelde dat het gaat om een ‘heel uitzonderlijke situatie’: Jeroen en Michou vonden hun familie belangrijk en als ze een testament zouden hebben opgesteld, dan hadden ze het ongetwijfeld over beide families verdeeld. Zoals het nu is gegaan, druist het in tegen het rechtsgevoel. De rechtbank wees de ouders, (half)broers en halfzus van Michou aan als erfgenamen van Michou. De moeder van Jeroen is in beroep gegaan.

Misselijk

Jeroen (31) en Michou (28) uit Voorburg trouwden op 1 juni 2016. Tijdens hun huwelijksreis in de Dominicaanse Republiek verbleven ze in een luxe resort in Punta Cana. Op 11 juni maakten ze een excursie naar het eiland Saona. Daarna aten ze in het restaurant van het hotel. Rond elf uur ‘s avonds begonnen ze misselijk te worden. Om acht uur ’s morgens kwam er een dokter in het resort. Jeroen vertelde dat ze de hele nacht last hadden gehad van misselijkheid, braken en diarree. Ze werden naar de eerste hulp gebracht, met een rolstoel en een golfkarretje. Ze konden geen van beiden nog lopen. Op de eerste hulp viel Michou flauw, per ambulance werden ze naar het ziekenhuis gebracht, waar ze rond half elf arriveerden. Een half uur later overleed Michou: hartmassage had geen resultaat. Jeroen werd opgenomen op de intensive care, maar kreeg om even over twaalf uur een hartstilstand.

Vergiftiging

Er werd uitvoerig onderzoek gedaan, ook vanuit Nederland, maar de doodsoorzaak werd niet vastgesteld. Vermoedelijk is het een bacterie geweest. In eerste instantie is gedacht aan vergiftiging met ciguatoxine, een gif dat zich kan ophopen in sommige roofvissen. Tijdens de excursie naar het eiland zouden ze iets verkeerds hebben kunnen eten, maar ze hadden voor zover bekend geen andere dingen gegeten dan de andere deelnemers. Ook in het hotel waren geen andere ziektegevallen op dat moment.

Buiten de tragedie van Jeroen en Michou is er daarna niet veel te doen geweest over dodelijke incidenten in de Dominicaanse Republiek, behalve op crimineel gebied. Maar nu zijn er in 2018 en 2019 al meer dan tien min of meer vergelijkbare sterfgevallen geweest, alleen al met Amerikaanse toeristen, die dood zijn aangetroffen in luxe resorts op het eiland. De meeste van hen waren ziek geworden na het nuttigen van drankjes uit de minibar. Tientallen andere toeristen hadden zich gemeld met symptomen van braken, diarree en koorts.

Steriel

De Dominicaanse Republiek is een klein Caribisch eiland dat vooral populair is bij Amerikaanse toeristen. Jaarlijks vieren zo’n 2,7 miljoen Amerikanen hier vakantie. Ook onder Nederlanders is het populair. Vele duizenden vakantiegangers verruilen in de wintermaanden het koude kikkerlandje voor de tropische zon. Veel Westerse toeristen krijgen klachten als ze naar het Caribisch gebied gaan. De hygiëne en het eten zijn anders dan thuis. In het ‘steriele’ Westen zijn de meeste mensen niet veel gewend. In de meeste gevallen blijft het bij een paar dagen diarree. Maar in de Dominicaanse Republiek lijkt er toch iets anders aan de hand, getuige het overlijden van Jeroen en Michou en de ten minste 13 Amerikaanse toeristen die er de afgelopen twee jaar zijn gestorven.

Khalid Adkins: 25 juni 2019

Khalid Adkins (46) was op vakantie geweest met zijn dochters. Kort voor zijn terugvlucht uit de hoofdstad Santo Domingo zou vertrekken werd hij ‘schreeuwend van pijn’ van boord gehaald. In het ziekenhuis had hij ademhalingsproblemen en last van zijn nieren. Hij had geklaagd over een gezwollen been, moest overgeven en had diarree gehad.

Joseph Allen: 13 juni 2019

Joseph Allen (55)uit New Jersey werd dood gevonden in zijn kamer in het Terra Linda hotel in Sosua op 13 juni. Zijn zus vertelde dat hij een reis had gemaakt om de verjaardag van een vriend te vieren. Tegen vrienden had hij gezegd dat hij het warm vond in het zwembad en was gaan douchen. Later die avond voelde hij zich nog steeds niet goed, de volgende morgen kwam hij niet opdagen voor het ontbijt. Toen personeel zijn kamer controleerde vond men hem dood op de vloer van zijn suite. Hij had een goede gezondheid en was meerdere keren per jaar voor vakantie in de Dominicaanse Republiek. De doodsoorzaak was een hartaanval. De familie wil antwoorden.

Leyla Cox: 10 juni 2019

Leyla Cox (53) uit New York vloog op 5 juni naar de Dominicaanse Republiek om haar verjaardag te vieren. Ze zou er een week blijven. Volgens haar zoon werd ze de dag na haar verjaardag dood in haar hotelkamer gevonden. De familie vertrouwt het niet en gelooft niet in een spontane hartaanval. Ze hadden haar al gewaarschuwd niet te gaan, vanwege het aantal sterfgevallen.

Edward Holmes & Cynthia Day: 30 mei 2019

Het verloofde paar uit Maryland, Edward Holmes (63) en Cynthia Day (49) werd dood aangetroffen in hun kamer in het resort Grand Bahia Principe in La Romana.

Miranda Schaup-Werner: 25 mei 2019

Miranda Schaup-Werner (41) uit Pennsylvania stierf in het Luxury Bahia Principe Bouganville in La Romana, ruim 100 kilometer ten westen van Punta Cana. Ze zakte op haar kamer in elkaar nadat ze een drankje uit haar minibar had genomen.

Robert Bell Wallace: 14 april 2019

Robert Bell Wallace (67) stierf door onbekende oorzaak tijdens een reis in april. Volgens zijn familie was hij onwel geworden na het drinken van een glas whisky uit de minibar op zijn kamer in het Hard Rock Hotel & Casino in Punta Cana. Hij was op bezoek vanwege het huwelijk van zijn stiefzoon. Hij en zijn vrouw waren op 10 april aangekomen. Op 11 april had hij whisky uit de minibar gedronken en had meteen daarna klachten. Bloed in de urine en ontlasting. Een hotelarts stuurde hem op 13 april naar het ziekenhuis, waar hij de volgende dag overleed. De Dominicaanse autoriteiten hebben geen doodsoorzaak gegeven.

John Corcoran: april 2019

De 60-jarige broer van de Amerikaanse tv-ster Barbara Corcoran werd dood aangetroffen in een hotelkamer in de Dominicaanse Republiek toen hij met een vriend daar op vakantie was. Hij stierf aan een plotselinge hartaanval. Het is onduidelijk in welk hotel hij verbleef en wat de doodsoorzaak was.

Yvette Monique Short: juni 2018

Yvette Monique Short (51) overleed in juni 2018 nadat ze iets uit de minibar had gedronken.

Tracy Jerome Jester Jr: maart 2019

De 31-jarige Jester uit Georgia stierf op 17 maart 2019, een dag na het bezoeken van bezienswaardigheden. Hij kreeg ademhalingsmoeilijkheden, zakte op zijn knieën en begon bloed op te geven en om zijn moeder te roepen. Die sprak hem nog even kort voor hij stierf. Hij had gezegd dat hij de volgende dag naar huis zou gaan. Hij had verteld dat hij frisdrank had gedronken die niet goed smaakte. Officieel is de doodsoorzaak een ‘luchtwegaandoening’.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

David Harrison: juli 2018

David Harrison (45) uit Maryland stierf in juli 2018 tijdens een familievakantie in het Hard Rock Hotel & Casino in Punta Cana. Voordat hij naar bed ging werd hij ziek; hij stierf de volgende dag aan longoedeem en een hartaanval. Zijn weduwe zei dat hij had geklaagd over een “zeer krachtige, vreemde geur.” De autoriteiten hadden grote druk op haar uitgeoefend om haar man te laten cremeren, maar zij wilde hem beslist naar de VS laten komen voor onderzoek.

Chris Palmer: 18 april 2018

Legerveteraan Chris Palmer (41) stierf op 18 april 2018. Zijn familie kreeg te horen dat hij longoedeem had en dat de officiële doodsoorzaak een hartaanval was. Zijn partner twijfelt daaraan: ze vroeg zich meteen af of hij niet vergiftigd was, “hij was zo gezond als een paard.” Aan zijn vrienden had hij verteld dat hij zich ziek voelde en zware hoofdpijn had. Hij werd dood in zijn kamer gevonden, gestikt in zijn eigen braaksel.

Foto boven: straatbeeld in de Dominicaanse Republiek, net buiten de luxe resorts. De meeste toeristen blijven in de resorts of gaan op excursie, ze wagen zich zelden op eigen houtje in het binnenland. Maar ook dat blijkt geen garantie voor veiligheid

AUTORITEITEN: “NATUURLIJKE OORZAKEN”

De Dominicaanse autoriteiten zeggen in een reactie dat onderzoek heeft aangetoond dat de toeristen zijn overleden aan natuurlijke oorzaken. De verhalen over de sterfgevallen zijn volgens het Ministerie van Gezondheid ‘nepnieuws’ om de toeristische sector te schaden.

Delta Airlines heeft aangekondigd passagiers met tickets naar Punta Cana toe te staan ​​hun vluchten te annuleren. Hard Rock Hotel & Casino heeft besloten om drankautomaten te verwijderen uit alle kamers op de locatie Punta Cana.

Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken waren in 2018 13 Amerikaanse burgers tijdens hun reis naar de Dominicaanse Republiek overleden, in 2017 waren het er 17.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken is er geen sprake van een toename van het aantal sterfgevallen van Amerikaanse toeristen in de Dominicaanse Republiek.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Keulen en Kraggenburg: decor voor snuffmovie

$
0
0

In april 2004 was een pornoloods in Kraggenburg, in de Flevopolder, even wereldnieuws. Afrikaanse vrouwen waren er gedwongen tot seks met dieren, voor een film, maar er zouden ook plannen zijn geweest voor een snuffmovie. Daarbij wordt een slachtoffer doodgemarteld en gefilmd. De hoofdverdachte van toen is de nu 51-jarige Belg Philip M. Hij is weer in het nieuws: de rechtbank in Lelystad besliste in juli dat de dwangverpleging die hij kreeg opgelegd, wordt beëindigd onder strenge voorwaarden. Wat was er toen aan de hand en hoe staat de vlag er nu voor in de wereld van de gruwelfilms?

Op zondagmiddag 18 april 2004 rent een naakte donkere vrouw in paniek het erf op van een woning in Kraggenburg, in de Noordoostpolder. Ze spreekt gebrekkig Engels. De polderbewoners snappen er niet veel van, maar ze zien wel dat de vrouw in doodsangst verkeert. Ze geven haar kleren en onderdak en bellen de politie. Wat de vrouw vertelt, lijkt te gruwelijk om waar te zijn: ze zegt dat ze is ontsnapt uit een loods, dat ze gedwongen is tot seks met een hond. Ze wijst de agenten het gebouw aan: een loods aan de Bloesemweg, op het industrieterreintje. Het slachtoffer is een 22-jarige vrouw uit Sierra Leone, die illegaal in België verblijft en daar de kost verdient in de prostitutie. Ze had een afspraak met twee mannen en een vrouw, om seks te hebben in een hotel in Brussel, maar toen ze in de auto zat werd ze bedwelmd. Na een rit van enkele uren kwamen ze aan in wat achteraf de loods in Kraggenburg blijkt te zijn geweest.

Uitkleden

Daar moest ze zich direct uitkleden. Er was daar al een man aanwezig. Naderhand blijkt dit Rotterdammer Ed van E. te zijn geweest. Urenlang vergrijpen de drie mannen zich aan de weerloze jonge vrouw. Ze misbruiken haar niet alleen, maar mishandelen haar ook. Ook dwingen ze haar tot seks met de twee Rottweilers die in de loods zijn. Van alles worden foto’s gemaakt.

De twee Belgische mannen en een vrouw vertrekken op maandagmiddag. De mannen zijn twee Belgische broers, Philip en Marino M. De jonge Afrikaanse blijft alleen achter met de man die al in de loods was, Ed van E. Ze is bang voor de honden, maar als de man in slaap sukkelt, weet ze toch te ontsnappen.

Poolshoogte

De politie krijgt de pornocriminelen op een presenteerblaadje aangeboden. Op maandagavond arriveert er een auto bij de loods. Er stappen twee mannen uit. De observerende politie vraagt hen wat ze daar komen doen. Ze stellen zich voor als de zonen van Ed van E., de man die het pand huurt. Ze zeggen dat ze hun vader niet konden bereiken en daarom even poolshoogte komen nemen. Ze worden meegenomen naar het politiebureau voor verhoor, daarna kunnen ze gaan. Het blijkt niet dat ze iets met de zaak te maken hebben. De politie houdt hun vader wel aan, in Rotterdam.

Kort nadat de zonen zijn gearriveerd, rijdt er nog een auto het erf bij de loods in Kraggenburg op. De inzittenden worden door de politie opgevangen. Het zijn de Belgische broers Marnick Philip en Marino M. De eerste, Philip M., blijkt de organisator van de bende. De Afrikaanse herkent hen. De politie doet huiszoeking in de loods en bij de verdachten thuis. Er worden foto’s en films van de ontsnapte Afrikaanse gevonden, maar er staan ook nog twee andere Afrikaanse vrouwen op. Hun namen en identiteit worden achterhaald: het gaat om jonge vrouwen, één uit Soedan en één uit Nigeria. Ze werken als illegale prostituees in België.

Ontvoerd

De Soedanese blijkt op 4 april in Brussel te zijn ontvoerd, net als het meisje uit Sierra Leone. Ze is eerst meegenomen naar een woning in Nederland, waar ze is verkracht en mishandeld, onder meer met een schokapparaat. Vijf dagen later krijgt ze gezelschap van de Nigeriaanse, die ook in Brussel is ontvoerd. Ook zij wordt verkracht en mishandeld, er worden foto’s van hen gemaakt en ze worden gedwongen tot escort, waarbij de mannen de klanten beroven.

De twee vrouwen worden dan naar de loods in Kraggenburg gebracht, waar ze worden gedwongen tot seks met elkaar en met de honden. Ze worden aan één stuk door verkracht en moeten ontlasting eten en urine drinken. Deze twee weten te ontsnappen als ze voor een escort naar een klant moeten: ze rennen weg en melden zich op een politiebureau. Door een communicatiefout wordt dit niet goed geregistreerd en duurt het later nogal lang voor de intussen naar België teruggekeerde vrouwen kunnen worden achterhaald. Ze zijn overigens niet bereid verklaringen af te leggen.

Veroordeeld

Niettemin zijn er genoeg bewijzen om de betrokkenen te veroordelen. Hoofdverdachte Philip M. krijgt zeven jaar plus tbs, zijn jongere broer Marino krijgt alleen vijf jaar celstraf. Rotterdammer Ed van E. krijgt zeven jaar celstraf. De vriendinnen van de broers, Lucy F., Rosy Best en Gerda de V., krijgen drie jaar straf. Ze waren erbij in de loods en hebben geholpen met het filmen. Ook waren ze zelf in de escort actief geweest en hadden ze geholpen met het beroven van klanten.

Van Mesdag

In 2016 werd de tbs van Philip beëindigd onder de voorwaarde dat hij niet meer naar Nederland zou komen, maar daar hield hij zich niet aan. Daarop kwam hij weer in de Dr. S. van Mesdagkliniek in Groningen terecht. De rechtbank heeft nu beslist dat de tbs-behandeling wordt beëindigd op het moment dat de beslissing door België wordt erkend en uitgevoerd. De voorwaarden houden onder meer in dat hij zich bij aankomst in België meldt op het politiebureau, hij voor zijn begeleiding regelmatig contact houdt met de instanties, inzicht moet geven in zijn financiën en zich richt op zijn nieuwe baan in België.

SNUFFMOVIE: CONNECTIE MET DUITSLAND?

 

Ernst-Dieter Korzen

Dankzij de ontsnapping van de jonge Afrikaanse kwamen de meest gruwelijke plannen van de Kraggenburgse pornobende niet tot uitvoering. Rotterdammer Ed van E. had contact met een Groninger die zich Hans Horse noemde. Het was de bedoeling een film te maken waarin de vrouwen geslachtsgemeenschap hadden met paarden. Het meest vergaande plan was het maken van een zogenaamde snuffmovie: de vrouwen zouden seksueel doodgemarteld worden voor de camera. Het is een van de zeldzame keren in de geschiedenis van de misdaad dat er zulke duidelijke concrete plannen waren voor het vervaardigen van een dergelijke film.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Toen het nieuws over de Kraggenburgse loods en de betrokkenheid van de Belgen in het nieuws kwam, nam de Duitse politie contact op met de Belgische collega’s. Het verzoek was de handel en wandel na te gaan van twee mannen die in Keulen een snuffmovie hadden vervaardigd. Op een videoband is te zien hoe de Turkse prostituee Jueleyha Akpinar (21) op gruwelijke wijze wordt gedood. De Duitse politie had de band in haar bezit, maar sloot niet uit dat er in België en Nederland kopieën van circuleerden. Een van de twee Duitse verdachten kwam vaak in Nederland en België.

De Belgische politiemensen zouden er slapeloze nachten aan hebben overgehouden. In het Centraal Signalementen Blad werd tot in de gruwelijkste details beschreven hoe de vrouw achtereenvolgens seksueel werd misbruikt en vermoord voor het oog van een videocamera. Aan het einde van een niet na te vertellen martelscène werd het slachtofferdoor plastic handschoenen dragende mannen gewurgd tot de dood.

Korrel zout

Verhalen over snuffmovies werden meestal met een korreltje zout genomen: het was vooral van horen zeggen. Afnemers zouden er tienduizenden euro’s voor betalen, maar er was vrijwel nooit bewijs en zeker niet in de buurt van Nederland. Tot in 1997 de zaak in Keulen aan het licht kwam. De twee mannen die de film hadden geproduceerd waren de toen 29-jarige Ernst-Dieter Korzen en de 35-jarige Stefan Mahn.

In de buurt van de woning van Mahn waren menselijke resten aangetroffen in de as van een kampvuurtje. Bij de huiszoeking was de videoband aangetroffen waarop te zien was hoe de als vermist opgegeven Turkse prostituee voor de camera werd vermoord. Er zouden eerder in het huis van Mahn twee prostituees extreme mishandelingen hebben ondergaan, maar die hadden tijdig weten te vluchten.

Geblinddoekt

De mannen hadden hun slachtoffers op straat opgepikt en hen geld en drugs beloofd. Zodra ze in de auto waren gestapt, werden ze geblinddoekt en naar een adres gebracht waar de camera klaarstond. De Duitse politie ging op zoek naar de andere vrouwen die op de beelden voorkwamen. Het vermoeden was dat er veel meer slachtoffers zijn geweest: de twee Duitsers reisden veel.

De mannen werden op 9 december 1997 aangehouden. Ze weigerden alle medewerking met de justitie. Korzen zei dat hij lid was van de Hells Angels, het zou zich in dit ruige motormilieu hebben afgespeeld. Justitie twijfelde daar nogal aan: Korzen was al van zijn vijftiende bekend wegens wapen- en drugshandel. Tussen 1990 en 1994 zat hij een gevangenisstraf uit.

Zakenman

In 1995 zette hij onder de firmanaam Titan een netwerk van piramidespelen op waarbij klanten werden geronseld in Duitsland en in de Belgisch-Nederlandse grensstreek. Hij deed zich voor als zakenman en verbleef in dure hotels. Hij spreekt goed Nederlands. In de voorgaande drie jaar was hij, aan zijn creditkaart te zien, in Antwerpen, Breda, Vlissingen, Tilburg, Eindhoven, Venlo, Arnhem en Nijmegen geweest. Hij had in die tijd in totaal in achttien verschillende auto’s, waaronder bestelbusjes, gereden. Het vermoeden was dat hij ergens een caravan of een chalet had waar hij zijn ‘trofeeën’ had verstopt. Dat zou gaan om lichaamsdelen, videobanden of persoonlijke bezittingen van slachtoffers.

Mestvaalt

In mei 2015 veroordeelde de rechtbank in het Duitse Hagen Korzen en Mahn tot levenslang, voor het seksueel misbruiken, martelen, vermoorden en filmen van de Turkse Jueleyha Akpinar die ze in de rosse buurt van Keulen hadden opgepikt. Ze hadden haar geld en drugs beloofd en meegenomen naar een afgelegen boerderij in Rönsahl, zo’n 60 kilometer van Keulen. Mahn filmde, Korzen deed de mishandelingen. Ze stikte eigenlijk te vroeg, de film was nog niet lang genoeg. Daarop reden ze naar de kerstmarkt in Dortmund, waar ze een tweede prostituee ontvoerden. Zij slaagde erin te ontsnappen en de politie te waarschuwen, waarna de mannen werden aangehouden. Ze hadden verwacht de videoband voor meer dan 50.000 gulden te kunnen verkopen.

Mestvaalt

Het lichaam van het eerste slachtoffer werd aangetroffen in een mestvaalt bij de boerderij. Haar handen en voeten waren gebonden met ijzerdraad dat diep in haar vlees sneed. De doodsoorzaak was verwurging. De Duitse officier van justitie noemde het een dieptepunt van perversie. “Je ziet het slachtoffer smeken om haar leven, terwijl ze steeds ernstiger seksueel wordt misbruikt en gemarteld.” Hij hield de jury voor dat er wegens gebrek aan tastbaar bewijs veel scepsis was over het bestaan van een snuffmovie-industrie, maar dat hij daar niet aan twijfelt.

In de media werd de Belgische privédetective André Rogge aangehaald, die beweerde dat ook kinderen slachtoffer zijn van de gruwelijke praktijken van dit soort filmmakers. Hij is gespecialiseerd in het zoeken naar vermiste kinderen en is ervan overtuigd dat sommigen het slachtoffer zijn geworden van deze snuffmovie-industrie en dat de Duitse zaak niet op zichzelf stond, maar deel uitmaakte van een internationaal netwerk. Er zou hem een videoband zijn aangeboden voor zo’n 50.000 gulden. Daar was hij niet op ingegaan, maar hij had wel enkele andere gekocht en aan de Belgische politie overhandigd. Daarop zou te zien zijn dat kinderen onder de vier jaar worden misbruikt en gemarteld. De politie was er niet in geslaagd de slachtoffers te identificeren.

SERIEMOORDENARES CANADA: VRIJWILLIGSTER OP SCHOOL

 

Paul Bernardo en Karla Homolka

In juni 2017 ontstond er opschudding in Canada. Een vrouw die vanaf 1990 betrokken was geweest bij hij misbruiken, doodmartelen en filmen van drie jonge meisjes bleek als vrijwilligster te werken op de school waar haar eigen kinderen zitten. De Greaves Adventist Academy in Montreal. Daar waren sommige ouders niet blij mee.

Karla Homolka pleegde gruwelijke misdaden samen met haar toenmalige man Paul Bernardo. Karla’s jongere zus Tammy was het eerste slachtoffer. Op 24 december 1990 dienden ze haar een overdosis alcohol en een verdovingsmiddel toe. Ze filmden daarop om beurten de verkrachting.

In 1991 ontvoerden ze Leslie Mahaffy (14). Zij werd 24 uur lang gemarteld en misbruikt. Daarna wurgde Bernardo haar met een elektriciteitskabel. Haar lichaam werd in stukken gesneden en in beton weggewerkt.

In 1992 was Kristen French (15) de volgende. Onder bedreiging met een mes werd ze ontvoerd. Ook zij moest veel alcohol drinken. Ze werd drie dagen lang aan één stuk misbruikt. Toen werd ze vermoord en naakt in een sloot gegooid.

In 1993 werden Homolka en Bernardo aangehouden. De toen 23-jarige Karla schoof alles in de schoenen van haar man en beweerde dat ze zelf door hem was misbruikt en dat ze die moorden nooit gewild had. Ze legde een bekentenis af en kwam er vanaf met een straf van twaalf jaar. In 2005 kwam ze vrij, verhuisde naar het Caribisch gebied waar ze een nieuw leven opbouwde onder een andere naam. Ze trouwde met de broer van haar advocaat en kreeg drie kinderen. Na terugkeer in Canada werd ontdekt dat ze als vrijwilligster op school werkte en de leerlingen leerde breien of tijdens uitstapjes een oogje in het zeil hield.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Ina Post: het mysterie van ‘de negende vrouw’

$
0
0

Op 22 augustus 1986 wordt mevrouw Kolstee-Sluiter in ouderencomplex Duivenvoorde in Leidschendam vermoord. Bejaardenverzorgster Ina Post – toen 30 jaar – wordt ervoor veroordeeld. Een gerechtelijke dwaling, dat staat inmiddels vast. Hoe heeft het zover kunnen komen en waarom wordt er niets gedaan om de echte dader op te pakken? In het boek De negende vrouw beschrijft een oud-rechercheur de zaak vanuit het perspectief van de politie. Een onthutsend relaas.

“Het verhoor schoot helemaal niet op. Tot ik begon over haar geloof en het tuindersbedrijf van haar ouders. Ik zei: je hebt toch eerlijke ouders? Blijkbaar raakte ik een gevoelige snaar want ze zakte als een plumpudding in elkaar en legde een bekentenis af.” In een televisieprogramma vertelde rechercheur Bert Pestman in geuren en kleuren hoe hij jaren eerder bejaardenverzorgster Ina Post tot een bekentenis had gebracht voor de moord op mevrouw Kolstee-Sluiter (89) Leidschendam, op 22 augustus 1986. Ina Post kwam als verdachte in beeld omdat haar handschrift in de verte overeenkomsten vertoonde met vals opgemaakte cheques van het slachtoffer. Een onbekend persoon had geprobeerd die enkele dagen na de moord te innen. De gemakkelijk te beïnvloeden Ina werd verhoord en legde een zogenaamde bekentenis af.

Politiehumor

Het boek van oud-rechercheur Gerard Olinga is in romanvorm geschreven. De namen en de woonplaats zijn veranderd, maar het is duidelijk gebaseerd op het dossier. Ina Post kreeg de naam Christien Wolters en het slachtoffer ‘mevrouw Froma’. Blomberg (in werkelijkheid rechercheur Bert Pestman) had tegen Hakkenberg – een van de andere rechercheurs – gezegd dat hij met Christien Wolters wilde beginnen. Zij had, enkele uren voor de dood van mevrouw Froma, nog bij haar gewerkt. De zongebruinde huid van Christien Wolters kan niet verhullen dat ze rode vlekken in en rondom haar hals heeft. Ze stikt van de zenuwen, denkt Hakkenberg. Ze is duidelijk niet op haar gemak. “Hebben jullie goed nieuws?” vraagt ze, direct nadat de rechercheurs Walhout en Biek tegenover haar zijn gaan zitten. “Ja, de officier gelooft je niet. Je krijgt er twee dagen bij,” grijnst Biek.

“Is dat politiehumor?”

“Dat is goed nieuws toch? Het is toch verheugend nieuws dat hij een moordenares niet op vrije voeten stelt? En wat zijn nu twee dagen, Christien. Jij moet vanaf nu niet meer in dagen gaan denken, maar in jaren!”

Zij ruikt de smerige adem van Biek die, voorovergebogen over de tafel, met zijn gezicht in haar comfortzone komt. Ze krimpt ineen wanneer hij met twee vuisten op het tafelblad slaat. “Welke kleren droeg jij die zaterdag, Christien?” vraagt Walhout.

“Welke zaterdag?”

“De zaterdag nadat je mevrouw Froma hebt vermoord.”

“Ik heb haar niet vermoord.”

“Je LIEGT. Welke kleren droeg je op die zaterdag?”

“Weet u nog wat u op die dag droeg?”

“Wij stellen hier de vragen. Nog een keer, stomme trut: welke kleren droeg jij die zaterdag?”

“Dat weet ik niet meer, ik denk een joggingbroek, iets gemakkelijks.”

“Weet je dat zeker?”

Nee, dat weet ik niet zeker.”

‘Waarom wist je dan wel direct wat je op die vrijdag droeg,” zegt Biek.

“In de dagen daarna werd ik verhoord, als eerste van mijn collega’s, daarna werden er van mij vingerafdrukken afgenomen, ik moest een schrijfproef doen, ik moest mee naar het huis van mevrouw Froma. Ik kreeg het idee dat jullie mij moesten hebben, dat ik voortdurend door jullie in de gaten werd gehouden. Toen ging ik nadenken over wat ik die vrijdag had gedragen. En toen wist ik het: ik droeg die vrijdag het gele mantelpakje.”

“Laat me niet lachen,” zegt Biek, “schijnheilige trut. Jouw verhaal klopt niet met dat van onze collega. Het is één tegen één. En weet je wat zo jammer voor je is, Christien? Onze collega, de enige getuige, geldt in dit geval – jammer voor jou – voor twee getuigen, omdat ze politieagent is. Zij heeft in haar proces-verbaal precies opgeschreven hoe het gegaan is. Ik zal je eens een heel klein stukje uit dat verbaal voorlezen, moet je luisteren: ‘Zonder dat ik ernaar had gevraagd, gaf verdachte Christien Wolters een geelkleurig mantelpakje aan mij af, zeggende dat zij dat pakje op die bewuste dag ook bij mevrouw Froma aanhad; dat zullen jullie wel willen hebben.’”

“Zo is het niet gegaan,” schreeuwt Christien.

Biek gaat onverdroten verder. “En als jij beweert, Christien, dat jij met dat pakje je onschuld wilde aantonen, dan is het gebeurd zoals onze collega dat beschrijft. Dat is een logisch verhaal, een verhaal dat klopt met wat jij voor ogen had. Jij wilde ons maar al te graag doen geloven dat je dat pakje op die vrijdag droeg. Jouw verhaal is onlogisch, Christien. Jouw kast puilde uit van kleding. Waarom zou onze collega dan gevraagd hebben of je dat pakje had gedragen? Het was misschien een kansje van één op honderd. Gelul is het. GELUL! Dat zullen de rechters straks ook vinden. Die zullen straks ook denken: die mevrouw Wolters kletst maar wat, die mevrouw speldt ons maar wat op de mouw, die mevrouw heeft vast wat te verbergen, de kleding die zij op vrijdag 22 augustus 1986 om half zeven in de avond droeg! En die rechters zullen in hun mening worden gesterkt, Christien, omdat er straks op jouw mantelpakje niets zal worden gevonden, in elk geval geen spoortje van die arme mevrouw Froma die jij om zeep hebt gebracht. De rechters zullen straks, net als wij nu, tot de conclusie komen dat jij daarover hebt gelogen, dat je de werkelijke kleding hebt verdonkeremaand, dat je voortdurend liegt, dat jij niet voor de waarheid uitkomt. Jij zit vast, maar je moet heus niet denken dat jij de enige bent die wordt verhoord.”

Er is wat onduidelijkheid over de zaterdagmorgen, wat Ina toen precies heeft gedaan en hoe laat. Ze heeft haar man (‘Freek’)  met de auto naar zijn werk gebracht. Hij heeft een iets ander tijdstip genoemd. “Ik heb Freek die morgen met mijn auto naar zijn werk gebracht,” zegt ze, minuten later. “Tegen een uur of tien, denk ik. Ik weet het tijdstip niet meer zo zeker.”

“Je liegt! Jij denkt dat je hem voor tienen al hebt weggebracht, stuk onderkruipsel. Denk je dat je met ons een spelletje kunt spelen? Ruik jij dat nu ook, collega?”

“Ja, ik ruik het ook,” zegt Walhout.

“Ik ruik zweet,” zegt Biek. Je stinkt! Je stinkt naar angstzweet! Dat krijg je er nou van als je blijft liegen.”

“Laat me met rust,” schreeuwt Christien, “laat me met rust, alsjeblieft. Ik weet het gewoon niet meer. Ik weet niets meer. Ik lieg niet. Ik heb niks voor jullie te verbergen. Ik heb niks gedaan. Ik wil terug naar mijn cel.”

Ze schuift haar stoel naar achteren. Ze wil opstaan. Ze is de beledigingen beu.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

“Zitten blijven, jij. Wij zijn nog maar net begonnen. Het wordt nog veel beroerder voor je,” zegt Biek.

Hij wacht even voordat hij verder gaat. Hij ziet in haar ogen niet alleen angst, ook wanhoop. Hij laat zijn schreeuwerige stem achter zich. Hij buigt zich over de tafel, en zegt op een bijna fluisterende toon: “Freek heeft ons iets anders verteld, Christien.”

Ze durft niet te vragen wat Freek heeft verteld.

“Aan die man van je hébben we gelukkig iets. Dat heeft ook even geduurd, maar nu ziet hij ook wel in wat voor een achterbaks gemeen kreng jij bent. Hij heeft eieren voor zijn geld gekozen, Christien. Hij is eerlijk tegen ons geweest. Hij heeft verteld hoe laat hij door jou is weggebracht. Hij laat je in de stront zakken, Christien. Hij wil helemaal niks meer met je te maken hebben.”

Christien begint eerst aan haar haren te trekken. Daarna is haar gegil overal in het gebouw te horen. Ze legt haar armen op tafel. Ze legt haar hoofd erop, en begint te huilen.

“Huil maar,” zegt Walhout, “het zal ook wel niet meevallen.”

 

DE NEGENDE VROUW

Er is in de loop van het onderzoek naar de moord al vrij snel een naam van een andere verdachte naar boven gekomen, maar daar heeft de politie weinig mee gedaan omdat Ina Post al was aangehouden. Na haar vrijlating is het er ook niet meer van gekomen. De politie had weinig animo de zaak alsnog op te pakken. In het boek wordt de mogelijke echte moordenares ‘de negende vrouw’ genoemd. Het gaat om een bejaardenverzorgster die in het boek Jannie Papeleur wordt genoemd. Zij is de enige van de organisatie waarvoor Ina Post werkte die zowel voor mevrouw Kolstee als voor een andere bejaarde (‘Albertje Noordhof’) had gewerkt. In het boek zegt een rechercheur: “Jannie Papeleur zat niet bij de acht bejaardenverzorgsters die wij inmiddels hadden verhoord, waarvan wij de vingerafdrukken hadden afgenomen, die alle acht hadden meegewerkt aan het maken van een schrijfproef, van wie we de alibi’s hadden nagetrokken – en die alle acht voor mevrouw Froma hadden gewerkt. We hadden er eentje over het hoofd gezien: Jannie Papeleur, de negende vrouw. Ik wist dit al toen ik op dinsdag 16 september te horen kreeg dat ik het team moest verlaten. U neemt me misschien kwalijk dat ik toen niets heb gezegd. Ik heb dat wel overwogen. De trein was niet meer te stoppen, de trojka was te sterk, de verhoudingen waren te verziekt, er was geen onderling vertrouwen meer en ik was ervan overtuigd dat Van Overbosch, Drok en Blomberg bang waren voor gezichtsverlies.”

 

 

 

DE ‘BEKENTENIS’

Dat het verhoor van Ina Post uitzonderlijk hard is geweest, staat vast. Tegen een van de betrokken rechercheurs waren in één jaar tijd vier klachten ingediend. Ina Post heeft zes jaar in de gevangenis gezeten. In oktober 2010 is Ina, na een herzieningsprocedure, vrijgesproken. Ze was veroordeeld op een ‘bekentenis’ die ze in wanhoop had afgelegd en die maar gedeeltelijk klopte met de feiten, en die ze meteen daarna introk. “Op een gegeven moment ging mevrouw Kolstee naar het toilet. Ik zat in geldnood, alle girorekeningen stonden rood. Op dat moment kwam bij mij de ingeving op om geld weg te nemen bij mevrouw Kolstee. Het was mij bekend dat mevrouw Kolstee haar geld en papieren bewaarde in het kastje dat met de rug tegen de muur stond, die aan de keuken grensde. Op dat moment, dat ik dat kastje opende, kwam mevrouw Kolstee plotseling de woonkamer in. Ik hoorde haar tegen mij zeggen: Dat mag niet”. Ik schrok hevig en gaf in een reflexbeweging mevrouw Kolstee een duw. Ik zag dat zij op de grond viel.”

 

Daarna vertelde ze hoe ze het slachtoffer wurgde met een stuk elektriciteitssnoer. Ina was dagenlang achter elkaar drie keer per dag verhoord, ze was het besef van tijd helemaal kwijt. “Het enige wat ze deden was schelden. Ze scholden mij uit voor alles wat mooi en lelijk was. Ze zeiden dat mijn familie niets meer met me te maken wilde hebben, dat ik mijn honden bont en blauw sloeg en andere dingen beneden alle fatsoensnormen. Ik was verward, het was allemaal zo onlogisch en ik wilde mijn man zien. Ik wilde dat ze ophielden met zeuren, ik wilde dat er iemand bij me was die van me hield, die lief was en niet tegen me schreeuwde en vloekte. Ze zeiden dat ze zouden proberen dat ik mijn man mocht zien en toen heb ik die bekentenis afgelegd.”

In vrijwel alle zaken met valse bekentenissen wordt het proces-verbaal aangepast als blijkt dat de feiten niet kloppen. Zo hadden Ina en haar man helemaal geen geldgebrek: op één rekening stonden ze even rood. Ina wist niet dat er cheques waren verdwenen en vervalst, die informatie gaven de rechercheurs haar. De volgende dag trok ze haar bekentenis in, maar terugdraaien kon niet. Op de rechtszitting, op 25 november 1986, was Ina wanhopig. “Waarom kunnen mensen wel begrijpen dat ik een moord heb gepleegd, maar niet dat ik onder grote geestelijke druk een valse bekentenis heb afgelegd?” zei ze.

Het boek De negende vrouw is geschreven Gerard Olinga en uitgegeven bij  JustPublishers

Waardeer dit artikel!

Dit artikel las je gratis. Vond je het de moeite waard? Dan kun je jouw waardering laten zien door een kleine bijdrage te geven. Als veel lezers dit doen, kan ik nieuws en achtergronden over misdaad blijven publiceren. Met een grotere bijdrage steun je Misdaadjournalist nog veel meer!

Mijn gekozen waardering € -

Moordenaar van Peet van der Linde: “Het was geen opdracht”

$
0
0

Op vrijdagavond 6 januari 2017 wordt Peet van der Linde (60) doodgeschoten bij café ’t Hoekske in Breda. Het duurt niet lang voor de schutter bekend is: Corné R. (44) uit Sprundel. Zijn zwager David J. (35) wordt aangehouden als chauffeur van de ‘vluchtauto’ en ‘Mooie Piet’ S. (43) uit Etten-Leur als moordmakelaar. Die zou de opdracht hebben gekregen van de roemruchte Klaas Otto.

“Allemaal onzin,”  zegt Corné R. in een exclusief interview – vanuit de gevangenis in Vught – met misdaadjournalist Hendrik Jan Korterink. “Ik kwam Peet die avond toevallig tegen.”

Wat hem vooral dwarszit: de undercoveragenten Boris en Danny ontlokten zwager David allerlei verklaringen. Op basis daarvan werden de al vrijgelaten Piet en David opnieuw aangehouden. Corné: “Wat ik niet begrijp: David vertelt ook dat Klaas Otto de opdrachtgever was. Waarom worden Piet en David wel aangehouden op basis van dat dossier Werken Onder Dekmantel en Klaas Otto niet?” En helemaal merkwaardig: de undercoveragenten hebben de verklaringen van David alleen van horen zeggen, ze zouden geen enkel gesprek hebben opgenomen. “Dat gelooft toch niemand?”

Op die zesde januari 2017 is het feest in café ’t Hoekske. Piet S. is jarig. Een van de bezoekers is Peet van der Linde. Horloge- en autohandelaar. Hij komt van het woonwagenkampje aan de Edisonstraat in Breda.

In augustus 2019 doet een bekende uit het circuit op de website misdaadjournalist.nl een boekje open over de gang van zaken. “Mooie Piet had een groot geldbedrag openstaan bij Peet. Bijnaam: ‘Snuitje’. Dat is niet zo vreemd, want Peet was makkelijk en naïef. Als hij je kende kreeg je alles mee, maar dat wil niet zeggen dat je hem kon knippen. Die avond liet Peet zijn hond uit in een stukje bosperceel achter zijn wagen. Hij had die avond geen zin om weg te gaan en zou bij zijn vriendin Suzan blijven.”

Maar het is feest in het café, Piet belt hem een paar keer en Peet laat zich overhalen. “Het was gezellig, er waren ook nog diverse artiesten. Peet was de eerste die naar huis wilde.” Een goede kennis wil hem wel naar huis brengen, maar Peet slaat dat af: hij wil dat Suzan hem ophaalt. “Zo gezegd,  zo gedaan en ongeduldig als hij was liep hij alweer buiten. Vlak voor Suzan aankwam, is het gebeurd. Peet wist totaal niet dat er iets boven zijn hoofd hing. Peet was nooit gewapend, maar hij was oersterk.”

Buiten schot

Wat is er volgens Corné die avond gebeurd? Corné, vanuit de gevangenis: “In het begin heeft Piet S. vier dagen vastgezeten. Mijn zwager David J. zeven weken. Toen is David in contact gekomen met undercoveragenten en zou hij belastende dingen hebben gezegd over Piet, over zichzelf, over mij, maar ook over Klaas Otto. Ik heb het zwart op wit, het staat in het WOD-dossier (‘Werken Onder Dekmantel’), waarin David meerdere keren zegt dat Klaas Otto de grote man is en dat hij de opdracht heeft gegeven om Peet af te maken. Het kan zijn dat David zoiets heeft gezegd, maar leg mij dan eens uit waarom Piet en David wél worden opgeladen, op basis van diezelfde verklaringen, en Klaas Otto niet? Ze hebben er alle drie niks mee te maken, er was geen opdracht, er was geen plan, maar: gelijke monniken, gelijke kappen. Waarom blijft Klaas buiten schot?”

In sommige berichten staat dat Peet van der Linde een goeie man was die altijd eerlijk zaken deed. Corné: “Ik begrijp dat de nabestaanden dat zeggen, maar dat is helemaal niet zo. Hij moest mij een halve ton betalen. Ik had hem drie klokken gegeven.”

Corné is die avond in een ‘gekloonde BMW’ (daarover later meer) op pad, met zwager David als chauffeur. Corné is van plan naar het feestje van Piet te gaan, in ’t Hoekske. David zal hem daar afzetten. “Toen we daar reden, stond Peet buiten met de telefoon in zijn hand om zijn vrouw te appen of te bellen om hem op te komen halen. Toen heb ik tegen Dave gezegd: ‘Stop hier even, ik moet even die man spreken, wacht hier op mij.’ Ik loop naar Peet en zeg: ‘Hoe zit het met mijn geld?’ Toen heb ik netjes om mijn geld gevraagd. Peet had gedronken en gesnoven, het was ‘kankerhond en dit en dat, je moet niet meer bij mij thuis in de woonwagen komen en je moet je geld maar bij je vriend pakken.’”

Piet en Peet hebben onderling ook nog wat te verhapstukken, daar doelt Peet op, “maar wat Peet met Piet heeft, daar heb ik niks mee te maken. Ik kreeg geld van Peet, dat moet hij met mij regelen. Dat is ter plekke zo uit de hand gelopen, dat ik helemaal over de rooie ben gegaan en dat ik geschoten heb. Al het andere is flauwekul. Het was geen liquidatie, geen vooropgezet plan.”

Corné heeft bij de politie een verklaring afgelegd en toegegeven dat hij de schutter was. “De officieren van justitie geloven mij niet. Zij zeggen dat het cruciale bewijs tegen Piet en David het WOD-dossier is. Als dat zo is, moeten ze niet alleen Piet en David oppakken, maar Klaas Otto ook.”

Portugal

Tijdens het maanden durende undercovertraject is David lekker gemaakt als lid van een criminele organisatie, die hem flink in de watten legde. Tijdens een bezoek aan Portugal zou David van alles hebben verklaard. Corné: “Alles wordt verdraaid. Ze zeggen dat ik niks met Peet had, maar ik kende die man heel goed. Ik kwam bij hem  over de vloer. Zijn vrouw heeft me zelfs een keer geld gegeven voor die drie klokken. Niet genoeg, maar Peet had gezegd: ‘Rijd maar naar mijn huis, mijn vrouw zal je geld geven.’”

Volgens Corné is Peet die avond helemaal niet naar het café gelokt door Piet, zoals ook wordt beweerd. Corné: “Als ik tien minuten later was gekomen, was Peet opgehaald door zijn vrouw Suzan. Als ik tien minuten eerder was geweest, dan had ik hem in het café aangetroffen. Misschien was het daar ook wat uit de hand gelopen, maar niet zover. In het café komen er altijd mensen tussen.”

Vuurwapen

Feit is dat Corné een wapen bij zich had. Corné: “Daar heb ik een goede verklaring voor afgelegd. In  oktober of november 2016 zijn twee jongens van het woonwagenkamp bij mij thuis binnengekomen, via de achterkant. Daar heb ik mee lopen vechten. Een van hun is gewond geraakt en ik ook. Er is een politiezaak van gekomen. Een van de twee, Johan H., heeft tegen de wijkagent gezegd: “Ik zal meneer R. wel op een andere manier aanpakken.’ Johan H. staat bekend als vuurwapengevaarlijk. Sindsdien heb ik een vuurwapen in mijn broek, ik laat me natuurlijk niet voor mijn donder schieten.”

Hij had het wapen dus niet meegenomen omdat hij dacht dat hij Peet tegen zou komen. “Nee, ik had verder niks met die man, ik had meer dingen met hem gedaan. Auto’s. Ik kende hem al jaren, ik zag hem dagelijks. Alleen zijn vrouw en dochter mochten mij niet zo. Ik ben nogal een imposant figuur. Ik ben groot, kaal, getatoëerd. Als iemand mij tegen zou komen, kan die denken: ‘Wat doe ik? Ik ga liever linksaf dan dat ik hem tegemoet loop.’ Terwijl ik helemaal niet… Ik maak geen ruzie uit mijn eigen, ik begin niet zomaar te vechten.”

Waarom liep het die avond dan wel zo uit de hand?

Corné: “Ik geef toe dat ik die avond gedronken had en cocaïne had gebruikt, misschien dat dat ook meespeelde, dat ik zo snel over de rooie ben gegaan. Ik zweer het: toen het gebeurd was en ik liep terug naar de auto, toen dacht ik al: ‘Wat heb ik nou gedaan, ooh ooh.’” Volgens zijn advocaat had Corné het slachtoffer “neergeschoten en is hij daarna verdwaasd in een auto gaan zitten. En weggereden met meneer J. tegen het verkeer in, door het rode licht.”

Corné heeft zelf de auto in brand gestoken. “Het was een gekloonde auto. Precies dezelfde, met hetzelfde kenteken, reed ook in Groningen. David en ik reden daar al tien dagen in rond. U denkt toch niet dat wij een liquidatie gaan plegen met een auto waar ik al tien dagen mee bij ons door de buurt en de dorpen en door Etten-Leur, Breda en Roosendaal rijd? Die auto is nooit bedoeld geweest om dit mee te gaan doen.”

De waarheid

Corné had niet verwacht dat hij aangehouden zou worden. “Tegen mij hadden ze in het begin alleen maar een mengprofiel van dna op twee hulzen. Toen hebben ze Piet en David vrijgelaten, toen kwamen ze met het WOD-rapport en toen heb ik besloten de waarheid te gaan vertellen: Klaas Otto heeft er niks mee te maken, Piet ook niet en mijn zwager in feite ook niet. Die zat wel in de auto, maar ik heb  gezegd; ‘Wacht even, ik moet die man spreken.’ Mijn zwager wist niet wat er ging gebeuren, ik wist zelf niet wat er ging gebeuren.”

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

En dan is er nog iets merkwaardigs. Corné: “Ik denk – en de advocaten denken dat ook – dat er een ovc-gesprek is. Maar dat ontkennen ze.” Ovc: Opname Vertrouwelijke Communicatie. De undercoveragenten hebben maandenlang aangepapt met David, maar ze hebben niet de moeite genomen de gesprekken op te nemen, als bewijs. Corné: “Dat geloof je toch niet? We leven in 2019. Mensen vliegen naar de maan om te kijken of daar water is, maar ze kunnen niet onopgemerkt een gesprek opnemen? Het gaat niet om een paar autodiefstallen, het gaat om moord! Er kan afluisterapparatuur in een balpen. Als het opgenomen is, is het helemaal geen probleem: dan speel je het af en zeg je: ‘Luister maar, dit heeft-ie gezegd.’ Maar nu doen ze allemaal moeilijk. ‘Wij weten niet of er een ovc-gesprek is’ en ‘er is geen ovc-gesprek.’ Eind van de maand worden die uco’s nog een keer gehoord bij de rechter-commissaris, misschien wordt er dan meer duidelijk. Persoonlijk denk ik dat er wel ovc-gesprekken zijn, maar dat daar heel wat anders in staat dan in het dossier is opgenomen. Dat er delen op staan die voor ons ontlastend zijn en belastend voor de officieren.”

Aangedikt

De undercoveragenten zijn samen met David op vakantie geweest naar Portugal. “Je kunt mij niet wijsmaken dat David al die dingen verteld heeft. Ik ken mijn zwager, hij zou daar nooit zelf over beginnen, daarom geloof ik het ook niet. Hij zal heus wel wat gezegd hebben en aangedikt, maar dit klopt niet. Hij zegt vijf keer dat Klaas Otto de grote man is, dat Otto een akkefietje had met Peet en dat Piet 200.000 euro schuld bij Klaas Otto en dat Klaas tegen Piet heeft gezegd: ‘Als je Peet afmaakt, ben jij van je schuld af.’ En Piet zou tegen mij hebben gezegd: ‘Regel dat.’”

Volgens Corné zat David “continu op zwijgrecht, in de bajes en op het politiebureau. Ze maken mij niet wijs dat dat hij dan tegen zo’n undercover zegt: ‘Ja, mijn zwager wordt verdacht van het doodschieten van Peet in opdracht van Piet, met Corné als schutter en Klaas Otto als opdrachtgever.’ Dat doe je niet tegen een wildvreemde.”

Casino

Het contact tussen David en de undercovers is gelegd op het politiebureau, kort voor David wordt vrijgelaten. Corné: “Daarna troffen ze elkaar in het casino. Hij was daar met zijn vriendin en met mijn vriendin en een mannelijke en vrouwelijke undercover, toen hebben ze telefoonnummers uitgewisseld.”

Uit het WOD-dossier blijkt dat David van alles heeft verklaard. Corné: “Bijvoorbeeld dat hij een keer iemand die in een zeecontainer vastgebonden zat op een stoel geslagen met een stofzuigerslang en die had hem 200.000 euro betaald. Meneer Korterink, als het zo gemakkelijk ging, dan gingen ze dat drie keer per week doen. Als je David  200.000 spijkers geeft en drie hamers, timmert hij voor u een huis in mekaar in drie weken. Als je hem een pistool geeft, gooit hij ermee. Die undercovers hebben hem van alles beloofd. Ze hebben hem betrokken bij twee ontvoeringen. Dat was allemaal in scène gezet, daar is hij voor betaald. De ene keer moest hij een vrouw in een bus trekken, de andere keer een man. Als je de verhalen moet geloven zouden David en ik allebei 35.000 euro hebben gekregen voor de opdracht om Peet te vermoorden. Voor het ontvoeren van die twee mensen voor de undercovers had hij de ene keer 400 euro gekregen, de andere keer 200 euro. Kom op, dat is toch ongeloofwaardig. Dat je voor 35.000 euro achter het stuur stapt om iemand dood te schieten, maar twee ontvoeringen doet voor 600 euro. Hij heeft zich groter voor willen doen dan hij is, omdat die undercovers hem dingen hebben beloofd. Hij kon zogenaamd werken voor een grote criminele organisatie. Hij moest een laboratorium bouwen in Portugal, in Dubai moest wat gebeuren en in Spanje moest er wat worden gebouwd worden. Ze hebben hem een Rolex gegeven als cadeautje. Ik geloof heus wel dat hij bepaalde dingen gezegd heeft, maar hij heeft niet de waarheid verteld. Hij heeft overal een stukje bij aangeplakt.”

Maar, als gezegd: het is niet te controleren wát hij precies heeft gezegd en hoe en onder welke omstandigheden, iedereen moet blindvaren op het woord van de undercoveragenten.

Mister Big

De manier van werken lijkt op de omstreden methode die Mister Big wordt genoemd en uit Canada is overgewaaid. In enkele gevallen heeft dat ook in Nederland tot succes geleid. Toen de advocaat van David dit tijdens een pro-formaziting naar voren bracht, reageerde officier van justitie Eveline Smale “verbaasd” op de kritiek: er was volgens haar geen sprake van een Mister Big-aanpak. Daarbij moet een verdachte zijn misdrijf opbiechten, voordat hij bij de grote baas op gesprek mag en hij tot de zogenaamde criminele organisatie wordt toegelaten. Van zo’n gesprek was volgens de officier geen sprake geweest, maar volgens de advocaat had hij van zijn cliënt zelf gehoord dat hem wel degelijk een gesprek met de grote leider was beloofd.

De inhoudelijke behandeling wordt pas begin volgend jaar verwacht.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Lachgaskoning Deniz: zijn oorlog, zijn verleden

$
0
0

Ufogas, het bedrijf dat per bakfiets lachgas bezorgt in de Amsterdamse binnenstad, heeft voor een bedrag van 200.000 euro aan dwangsommen binnen van de gemeente Amsterdam. “Het is een kwestie tussen burgemeester Femke Halsema en mij,” zegt eigenaar Deniz Üresin (25). “Ik ga door tot de teller op 1 miljoen euro staat. Ik doe niks illegaals.”

De boetes zijn overtredingen van de algemene plaatselijke verordening. Volgens de gemeente heeft Ufogas een ventvergunning nodig, maar Deniz vond een maas in de wet: hij heeft een koeriersbedrijf en levert op bestelling. Daarmee vervalt de vergunningsplicht: “Als Ufogas niet mag van de gemeente, geldt dat ook voor andere bezorgbedrijven.” Inmiddels heeft hij ook een gebiedsverbod. Hij mag niet meer in het centrum van Amsterdam komen. Het interview met hem vond dan ook plaats in Osdorp, buiten het verboden gebied.

Waar, wanneer en waarom ben je geboren?

In Amsterdam in 1994. Daar heb ik zeven jaar gewoond, met mijn ouders en mijn zusje. Door familieomstandigheden ben ik daarna ver buiten de bewoonde wereld beland. Onze ouders gingen scheiden. Mijn zus en ik gingen naar mijn opa en oma in Cesme, zo’n 150 kilometer van Izmir. Zij hadden daar een restaurantje.

Dat was even wennen…

Een open gevangenis. Een heel ander leven. We woonden in een appartement met twee verdiepingen. We woonden bij de ouders van mijn moeder. Zij kwam daar vandaan. Mijn vader komt uit Istanboel. Hij is half Armeens. Het waren moeilijke jaren. Ik moest daar naar school. Ik moest Turks spreken, maar ik kende bijna geen Turks, alleen Nederlands. Ik was daar de enige die uit het buitenland kwam. Mijn zusje was toen vier, zij had minder problemen. Ik kwam daar in groep acht.

Nederland was ver weg?

Je kon daar niks van Nederland volgen. Genieten van het leven en vrijheid, zoals in Nederland, dat is er daar niet, dat is niet te vergelijken. Je kon daar wel voetballen, maar op een modderveld. Na de basisschool ging ik naar het lyceum, maar ik had altijd het gevoel: “Ik moet hier weg, ik word gek.” Op school werd elke maandagmorgen en vrijdagmiddag het volkslied gezongen. Heel nationalistisch.

Geen onderlinge strijd: Koerden, Armeniërs?

Nee, dat was daar helemaal geen probleem. Iedereen ging goed met elkaar om, dat speelde daar niet. Er is wel een keer een terreuraanslag geweest op Cesme, maar wij zijn toen niet getroffen. Ik was aan de kust, ik hoorde de knal. In juli 2005 zijn er twee aanslagen geweest in Turkse badplaatsen die met elkaar in verband worden gebracht: een bompakket in een minibus in Kusadasi waarbij vijf mensen om het leven kwamen en een aanslag in Cesme waar 21 gewonden vielen. De extremistische groepering Koerdische Bevrijdings Haviken eiste de aanslag op.

Nog iets te doen buiten schooltijd?

Werken in het restaurant van opa en oma. Ze kunnen goed koken. Vooral met vis. Ik ging daar altijd helpen, wat moest je anders doen? Ik besefte toen wel waarom we elke dag met 30 kilo aan boeken naar school moesten lopen. Je kon de boeken niet op school in een kluisje doen of zo, je moest ze elke dag allemaal meenemen. Dat was om alvast te trainen voor soldaat. Focking slim, eigenlijk geniaal. De school was in feite een gevangenis, met twee portiers. Je mocht niks. In elk geval niet roken. En bij het minste of geringste kreeg je klappen.

Hoe was het contact met de ouders?

We gingen elke jaar één keer naar Nederland, in de krokusvakantie. Naar mijn moeder in Amsterdam. En we hadden wel telefonisch contact. Ik heb tot lyceum 1 in Turkije gestudeerd. In 2009, toen ik vijftien was, zijn mijn zusje en ik naar Nederland gegaan, we wilden daar echt weg. Het werd voor mijn opa en oma ook wat te veel, twee jonge kinderen opvoeden. We gingen naar onze moeder in Amsterdam. Ik ging naar school, schakelklas havo/vwo. Dat viel heel erg tegen. Ik kon geen Nederlands meer. Ik maakte veel grammaticale fouten, ik had op dat gebied echt een achterstand. Daarvoor werden bij bijna elk vak punten afgetrokken. Ik wist bijvoorbeeld jarenlang niet wat het woord kwetsbaar was, welke betekenis dat had. Bij examens gaf ik wel de goede antwoorden, maar niet met de goede grammatica. Tot Havo 5 heb ik het volgehouden. Ik wilde juridisch recht gaan studeren, maar toen ben ik afgehaakt.

In berichten op internet kom je over als een nogal radicale politiek betrokken jongere.

Ik kwam in contact met de Turkse jongerengeneratie. Daar heb ik veel geleerd. Leek me leuk politiek te doen, ik kwam met allerlei politici in contact. Daar ben ik heel actief mee geweest. Ik kwam vers uit Turkije, dan word je in een hoek geduwd. Ik had wel politieke ambities. Ik hoorde bij de seculiere patriotten.

Niet-christelijk en vaderlandslievend, dus. Welk vaderland?

Nederland. De AIVD kwam elke keer vragen wat mijn banden waren met Turkije. Ze willen weten of je een gevaar bent voor Nederland of niet. Ik heb de handtekening van koningin Wilhelmina op mijn arm getatoeëerd en de Nederlandse Leeuw. Om aan te geven dat ik achter Nederland sta. Als je in Nederland bent geboren en opgegroeid, ben je een Nederlander, geen Turk. Ik vind dat iedereen die nationalistische shit thuis moet laten. En Nederlanders moeten medeburgers ook als Nederlanders accepteren zodat de integratie bevorderd kan worden. Als je mensen isoleert is het niet gek dat ze zichzelf in een hoek geduwd voelen. Ik begrijp niet waarom het in Nederland zo anders is dan in de Verenigde Staten. Daar komen de mensen ook uit allerlei andere landen, maar in Amerika is iedereen Amerikaan. Een politieman zei tegen mij: “Ik houd niet van jou. Dat je de Nederlandse Leeuw op je arm hebt, maakt je nog geen Nederlander.” Ze zijn niet allemaal zo: er zijn ook goeie politiemensen.

En toen?

Ik ben ondernemer geworden. Ik heb een transportbedrijf opgericht, in de koerierswereld en de groothandel. Ik geef consulting en advies aan ondernemers. Dat ging wel goed. Het eerste jaar was moeilijk, ik begreep geen bal van de wetgeving, maar daar heb me toen heel goed in verdiept.

Tot 2014 was je ook flink bezig met politieke dingen.

Ja. Nevenactiviteiten. Ik had vrienden van verschillende nationaliteiten, die met elkaar in harmonie verkeerden. Nederlanders, een Koerd, een Chinees, een Amerikaan, een Rus, een Joegoslaaf, een Arabier. We hadden het veel over politiek. Ik besefte: het gaat eigenlijk nergens over, dat nationalisme van bijvoorbeeld Turken. Waarom moet een land dat 3000 kilometer verderop ligt hier de strijd aangaan? We moeten de Nederlandse normen en waarden accepteren.

Wanneer begon je met het lachgas?

In november 2018 zag er iets over op internet en toen ben ik dat gaan uitzoeken. Het viel onder de warenwet. Ik heb een leverancier gevonden, een opslagplek gevonden, een klantenkring. Het was negatief in het nieuws, ik heb het groot en professioneel opgepakt. Coffeeshop The Bulldog was mijn inspiratiebron. Daar hebben ze gastheren, is er orde, geen chaos. De overheid wil het nu als drugs gaan zien, maar sinds 2016 valt het onder de warenwet. Ik doe bezorging, op bestelling. Ze kunnen mij niet aanpakken.

Dat doen ze wel. Hoe begon het?

In maart liep ik vrolijk over het Leidseplein en ben ik begonnen met het bezorgen van ballonnen. De klanten moesten ze wel eerst even bestellen. Alles volgens de wet. In april kwam er op het Leidseplein een politieman naar me toe. Ik vertelde: “Ik ben aan het bezorgen.” Ik heb hem alles laten zien en alles uitgelegd. Hij zei: ““Nee, het maakt mij niet uit, ik wil niet dat je hier lachgas gaat bezorgen, dit is mijn domein, het maakt niet uit wat de wet zegt, als jij blijft bezorgen gaan we je aanhouden.” Ik zei: “Meneer, ik doe alles volgens de regels, mijn advocaat heeft alles uitgezocht.” Hij zei: “Dat interesseert me niet, ik wil jou hier niet hebben met je lachgas.” Ik: “Ik heb geen strafblad, niks.” Hij zei: “Je moet altijd naar de politie luisteren!” Ik zei: “We leven toch in een rechtsstaat? Ik begrijp dat ik naar u moet luisteren, maar geef me een goede reden.” Hij zei: “Maakt me geen reet uit, als je niet weggaat, word je gearresteerd.”

Eerst leek de wet aan jouw kant.

Ja. Ik kreeg een boete voor venten. Ze hadden mij opgepakt en mijn fiets en flessen en geld in beslaggenomen. Mijn advocaat heeft bezwaar ingediend, toen heb ik het teruggekregen. Toen ik vrij was, ging ik weer naar het Leidseplein. Op 22 mei was de echte clash met de politie. De flessen werden in beslag genomen, ik kreeg 38 boetes. Voor van alles en nog wat. Een bekeuring voor geen licht op de fiets, terwijl de fiets stilstond. Dat ik geen legitimatie bij me had. Voor de fiets op de stoep. Voor het inhouden van een standplaats. Daar kon ik nog wel om lachen, maar toen begonnen ze over de opiumwet. Ik zei: “Ben je wel goed bij je hoofd?” Lachgas heeft helemaal niks met opium te maken, dat weten zij ook wel en natuurlijk word ik daar nooit voor veroordeeld, maar het blijft wel in je dossier staan, daarom doen ze dat. Ze namen alles in beslag, inclusief drie tanks van 300 euro. Ik kreeg geen bewijs van ontvangst.

Je hebt het idee dat één agent het speciaal op jou gemunt heeft.

Ik ben 40 keer door dezelfde man in de cel gegooid. Pas na twee maanden kwam ik erachter hoe hij heette, hij wilde zich niet legitimeren. Op 22 mei hebben ze me toen hardhandig gearresteerd. Ik kon drie weken lang mijn hand niet goed bewegen. Ze hadden de handboeien extreem hard aangetrokken, ik had heel veel pijn. De GGD heeft dat ook geconstateerd. Ik kreeg ellebogen in mijn gezicht: “Ga je nog een keer lachgas bezorgen?” Pats! Ze wurgden mij door de capuchon zo strak over mijn hoofd te doen dat ik geen adem meer kon halen. Uiteindelijk was er een ambtenaar die zei: “Stoppen nu!” Ik was helemaal van de kaart. Ik werd meegesleurd en in de cel gegooid, ik was helemaal wazig. Ik heb wel aanklachten ingediend.

Geen reden om het op te geven?

What doesn’t kill you, makes you strong. Waar je niet dood van gaat, maakt je sterker. De politie probeert bij de aanhoudingen elke keer over onze voeten te rijden. Bij de politie is iedereen boos. De man die je aanhoudt brengt je boos naar het bureau. De recherche is het ook spuugzat: ze komen mensen tekort, ze kunnen de aangifte niet opnemen. Er is ook ruzie over binnen de politie. “Waarvoor neem je die jongens mee?” Ze willen je ontmoedigen, breken. Als het niet volgens de wet kan, doen ze het op een andere manier. Het zijn in feite nazi-methodes. Omdat de burgemeester zegt dat het niet mag, mag het niet. Ik heb tegen zo’n ambtenaar gezegd: “Als de burgemeester zegt dat je de wet moet overtreden, wat doe je dan?” Ze denken zelf niet na. Er zijn een heleboel illegale lachgasverkopers op straat, die overal troep maken, daar doen ze niks aan, ze moeten alleen mij hebben. De gemeente en de politie laat die anderen expres met rust. Ik zat op 7 en 14 september weer onterecht vast, in een kille deathrow politiecel. 17 uur lang geen licht, geen mensen, geen communicatie.

En nu een gebiedsverbod?

Ja. Voor een maand. Van 28 september tot 28 oktober: 1 maand. Onder meer vanwege mijn motorhandschoenen. Die vallen volgens de gemeente onder de wet wapens en munitie.

En die verwonding in je gezicht?

Die is van een week geleden, op woensdag. Ik had dat gebiedsverbod. Ik was in de buurt van het Raamplein met mijn karretjes bezig. Toen kwam een ambtenaar met een lange baard mij een waarschuwing geven. Hij zei dat het niet goed met me zou aflopen, ik moest weggaan. Ik heb geprotesteerd en geweigerd, “ik ga nergens naar toe, we leven niet in een dictatuur, honden krijgen meer respect dan ik.”  Dat mishandelen doen ze in het politiebusje: daar is geen geluidsapparatuur, geen video.

Lukt het om buiten het verboden gebied te blijven?

Vannacht om half drie was ik in de Marnixstraat, kruispunt Lijnbaansgracht. Dat was net buiten het verboden gebied. Ze wilden me grijpen. Ze gingen bellen: “Kunnen we hem meenemen?” Als ik de brug was overgestoken, hadden ze me de oorlog verklaard. Ik stond te praten met een bezorger. Ik vroeg: “Hoe heet je?” Daar lachen ze gewoon om, ze geven hun naam niet. Ik heb iedereen gezegd: “Als de politie wat gaat doen, filmen!”

De agent zei: “Als je je camera pakt, heb je een groot probleem. Je weet wat er de afgelopen keren is gebeurd. Dan gaan we het echt heftig maken.” Ik had geen zin om me dood te laten maken. De bezorger kreeg een bekeuring, voor venten. Maar er was niemand, er was helemaal geen klant. Het is grappig en dramatisch tegelijk. Ik ben een vrolijk persoon, maar alles wordt mij afgepakt, ik kan niet de stad in met mijn vrienden. Ze weten dat ze me formeel niks kunnen maken met dat lachgas. Nu is het persoonlijk tussen Halsema en mij, dat heeft zij ervan gemaakt.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

EEN BRIEF AAN DE BURGEMEESTER

Naar aanleiding van de boete van 200.000 euro richt Deniz zich in een brief tot burgemeester Femke Halsema. “Vanaf het moment dat u bent begonnen mij te terroriseren (een paar maanden geleden) met een aantal specifieke ambtenaren van politie, handhaving, gemeente en heel veel papierwerk van de colleges die u met uw wethouders en juristen heeft gehouden, probeer ik al in contact te komen met u om een gesprek aan te gaan. Maar blijkbaar vindt u het niet belangrijk om met uw ondernemers te praten en geeft u ze liever een boete van 200.000 euro en een gebiedsverbod, ik mag net mijn eigen huis nog betreden op Overtoom in het centrum. Mijn huisarts valt in het overlastgebied waardoor ik geen medische hulp of advies kan krijgen voor mijn privézaken.”

Pesten

“Ik heb een volledig legaal bezorgbedrijf. Zijn er niet andere dingen waar u zich beter op kunt focussen in plaats van ondernemers pesten? Van betrouwbare bronnen heb ik gehoord dat er hele colleges geweest zijn met wethouders, juristen en nog veel meer mooie titels om lachgas aan te pakken. Door wie wordt dat allemaal betaald? Het is bijvoorbeeld bekend dat er te weinig handhavers en politieambtenaren zijn om de straten van Amsterdam veilig te houden. Maar waar houdt de gemeente zich mee bezig? Met lachgas en Deniz met zijn bedrijf Ufogas want iemand moet de zondebok zijn.”

“Ik vind het echt absurd dat er in een rechtsstaat zo gehandeld wordt, ik doe alles volgens de wet en toon dit aan maar toch word ik als een crimineel behandeld door u en uw gemeente omdat jullie het er niet mee eens zijn. De recherche en officier van justitie ziet rechtelijk gezien elke keer niks om mij vast te houden. Het is alleen jammer dat ze niet in de nacht werken. Als ik onterecht word opgepakt en in een kille cel word gegooid moet ik de nacht uitzitten tot zij er zijn om mij te vertellen dat ik naar huis mag omdat ik wettelijk gezien niks fout doe.”

Waarom ben ik de dupe van iets dat in het Europese parlement besloten is? Hamburgers verkopen op straat is inderdaad strafbaar dat valt onder venten maar hamburgers bezorgen is legaal kijk maar naar thuisbezorgd, Deliveroo etcetera. Lachgas valt onder de Warenwet.”

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Sergio K.: ‘Onschuldig veroordeeld voor moord op Sven Prins’

$
0
0

Het lijkt erop dat er iemand ten onrechte veroordeeld gaat worden voor de moord op Sven Prins in Brunssum. Het bizarre is dat die verdachte zelf weinig actie onderneemt en ook niet wil dat zijn advocaat er al te veel werk van maakt. Liever 30 jaar celstraf dan de echte schuldige aanwijzen.

Op vrijdagavond 25 september 2015 wordt Sven Prins (30) uit Brunssum op de Heerenweg in Heerlen onder vuur genomen. Hij wordt kilometers lang achtervolgd en al rijdend beschoten. Om kwart voor elf sterft hij in een tuintje, dat hij nog net kruipend heeft weten te bereiken. De daders gaan ervandoor in een grijze Golf, die in het Belgische Houthalen in brand wordt gestoken.

De verdachten zijn drie donkere jongens en het is meteen duidelijk dat het gaat om een afrekening in het criminele milieu. De drie verdachten die in beeld komen zijn de Antillianen Johnny B., Jurandy ‘Payo’ T. en Sergio ‘de Lange’; Jurandy is veroordeeld tot levenslang, de andere twee tot 30 jaar.

De nabestaanden waren daar tevreden over. Gerechtigheid. Maar in het milieu rommelt het. Er zijn hardnekkige geluiden dat Sergio er die avond helemaal niet bij is geweest. Hoor je vaker. Er is actie gevoerd voor Sergio: Justice must prevale. Het recht moet zegevieren. Daar is wat meesmuilend op gereageerd: zijn eigen familie en vrienden, het zal wel. Maar inmiddels is er van verschillende kanten de overtuiging dat Sergio zich om wat voor reden dan ook als een gewillig lam naar de slachtbank heeft laten leiden. Zou met zijn karakter te maken hebben: niks zeggen, het noodlot aanvaarden.   

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Journalisten van dagblad De Limburger achterhaalden hoe de politie het plaatje rond heeft gekregen. Onder de codenaam A-3930 krijgt rechercheur ‘Willem’ de opdracht om te gaan ‘werken onder dekmantel’. Hij legt contact met de Amsterdammer Melvin W., die een eenmansklusbedrijf heeft met de slogan ‘Ieder karweitje is een eitje’. Het is bekend dat hij contacten heeft met de verdachten.

Vloertje

In het voorjaar van 2016 vraagt ‘Willem’ een offerte voor het opknappen van zijn appartement aan de Glitterstraat in de Bijlmer. Melvin zal de binnenboel schilderen, een nieuwe vloer aanleggen en een zwevend toilet monteren, voor 1800 euro exclusief materiaal.

Dit soort rechercheurs zijn heel goed in sociale contacten en al snel weet Willem een vertrouwensband op te bouwen met Melvin. Ze voeren lange gesprekken. Melvin vertelt dat hij in een jeugdgevangenis heeft gezeten voor geweldsmisdrijven en later is veroordeeld voor wapenhandel. Willem trekt de stoute schoenen aan en vraagt of Melvin wapens kan regelen. Dat kan en binnen enkele weken is er een ontmoeting met Melvins Antilliaanse vrienden Johnny, Jurandy en Sergio.

Johnny is duidelijk de baas: hij handelt in gestolen auto’s, pleegt gewapende overvallen en ripdeals en kan wapens leveren. Jurandy is gewelddadig en vertelt dat hij tien jaar heeft gezeten voor betrokkenheid bij een moord op Curaçao. Hij had kortgeleden nog met een automatisch wapen op een rijdende auto geschoten.

Zwakke schakel

Sergio K. geldt als de zwakke schakel. Als het erop aankomt is hij niet altijd even dapper en daadkrachtig. Bovendien is zijn vriendin een prostituee, aan wie hij alles doorvertelt. In de zomer van 2016 stopt die relatie, maar de anderen zijn bang dat ze veel weet. Johnny overweegt haar te vermoorden en te dumpen in een zandafgraving. Daar komt het niet van.

Om het vertrouwen te winnen koopt Willem wapens en zet hij een ontvoering in scène. Aan het eind van de zomer betaalt de moeite zich uit: Jurandy T. vertelt over een akkefietje in september 2015: een of andere klootzak, ene ‘Prins’, had op de woning van Jurandy’s vriendin geschoten en dat kon niet onbestraft blijven. Daarom waren Johnny, Sergio en hijzelf in een grijze Golf gestapt en naar hem op zoek gegaan. Ze hadden hem achtervolgd. Johnny reed, Sergio zat naast hem en Jurandy zat met een AK op de achterbank. De ‘klootzak’ was nog uit de auto gesprongen en weggerend, maar hij had geen schijn van kans gehad. Met een paar gerichte schoten had Jurandy de klus afgemaakt. Daarmee zit de undercoveractie erop en op maandag 8 augustus 2016 worden de drie Antillianen opgepakt en in 2017 door de rechtbank veroordeeld.

Alibi

Undercoveragent Willem heeft vooral contact gehad met Johnny en Jurandy. Sergio heeft vanaf het begin ontkend dat hij bij de actie betrokken was. Het klopt dat hij mee zou gaan, maar hij was op het laatste moment afgehaakt en in zijn plaats was er iemand anders meegegaan. Daar zit ‘m de clou: die naam noemen is gevaarlijk, voor alle drie.

Een ander probleem is dat er iemand is die Sergio een alibi heeft gegeven: op het moment van de schietpartij was hij thuis. Maar hoe betrouwbaar is diegene? Die heeft óók een alibi gegeven voor Johnny B. en dat is duidelijk vals. Officieren van justitie en rechters zijn daar meestal snel klaar mee: één keer liegen is altijd liegen, één vals alibi is allemaal valse alibi’s.

Een bijkomende onduidelijkheid nog dat er meer mensen zijn die De Lange worden genoemd. Is dat in deze gevallen altijd Sergio K. geweest, of werd er met De Lange soms ook iemand anders bedoeld? Pajo – zelf klein van stuk – noemde iedereen die groter is dan hij zelf ‘De Lange’.

Hoger beroep

Het zou helpen als Sergio zou verklaren wie er in zijn plaats is meegegaan en in de auto heeft gezeten. Het gaat om een Turkse vriend van Johnny. Dat wil hij niet en zijn advocaat kan dus ook geen commentaar geven. De hoop van Sergio en zijn achterban is gevestigd op het hoger beroep, maar als er niet meer verklaringen komen dan er bij de rechtbank al lagen, ziet het er somber uit voor Sergio. De anderen hebben niet veel te verliezen, er is weinig twijfel dat zij bij de actie betrokken waren. Alleen Sergio heeft een wereld te winnen, maar of dat lukt?

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Seksdate met de klusjesman: de laatste rit

$
0
0

Op zondagavond 2 juni 2019 krijgt loodgieter en klusjesman Johan van der Heyden (56) uit het Belgische dorpje Lint een sms’je. Een spoedklus, zegt hij tegen zijn vrouw. Dat gebeurt wel vaker. Het enige dat anders is dan anders: Johan komt nooit meer terug. In plaats van naar een spoedklus was hij naar zijn Nederlandse minnares Wanda van R.(39) in Zoersel gegaan. Een ex-prostituee die nog een paar vaste klanten ontving in haar luxe bungalow aan de Wandelweg. Johan was een gruwelijk lot beschoren.

Een oudere familiefoto van Johan

“Arme, arme, arme man, goedhartig mens en liefdevolle vader Johan van der Heyden.” Schreef iemand in een reactie op internet. Johan van der Heyden was een gelukkig man. De altijd vrolijke en positief ingestelde Johan deed zijn werk als zelfstandig ondernemer met plezier, hij had een vrouw en twee zonen die zich geen betere vader konden wensen dan hem. Het enige smetje was dat de relatie met zijn vrouw tanende was. Ze waren in bepaalde opzichten wat uit elkaar gegroeid en Johan zocht op gezette tijden zijn seksuele heil bij de mooie blonde Wanda van R., afkomstig uit kamperskringen in het Brabantse Steenbergen.

Wanda van R.; foto Het Laatste Nieuws

Het lijkt erop dat Johan verliefd op haar was. Hoe lang die relatie al duurde is nog onbekend, althans: de politie heeft het nog niet naar buiten gebracht. Wanda zal het wel weten.

Seks & drugs

Het sms’je komt op zondagavond 2 juni om 22.34 uur binnen. Van Lint naar Zoersel is 25 kilometer, rond elf uur moet Johan bij Wanda zijn aangekomen. Daar was vermoedelijk een heel gezelschap aanwezig: Wanda van R.(39), haar ex-vriend Nicky S. (30) en een moeder van 39 en haar 18-jarige dochter. De laatste drie afkomstig van het woonwagenkampje aan de Westlandselangeweg in Steenbergen, waar dertien chalets staan. De relatie tussen Nicky en de Steenbergse vrouwen is niet helemaal duidelijk, wel is bekend dat er in deze kringen seks en drugs hoogtij vieren.

In een gesprek met een misdaadjournalist vertelde Nicky dat de relatie tussen Wanda en hem al tien jaar voorbij was, maar dat zij in juni weer contact had opgenomen en hun relatie opnieuw wilde oppakken. Daar had Nicky geen oren naar, maar ze hadden wel een afspraak gemaakt. Volgens hem tien dagen nadat Johan was verdwenen.

Jaloezie

Ten tijde van dat gesprek – 16 november – is Johan nog op vrije voeten. Hij stoort zich aan de berichtgeving over hem.

Nicky: “We zijn er gewoon ingeluisd, uit jaloezie.”

Zijn moeder Gerda vertelt: “Als ik in de supermarkt kom, merk ik dat mensen mij scheef aankijken. Terwijl mijn zoon er niets mee te maken heeft. De mensen weten niet beter, ze lezen het in de krant, maar voor ons is het heel verdrietig.”

Motorclub

In een bericht op internet stond dat Nicky geen geld meer had, maar dat klopte volgens hem niet: hij bulkte van het geld en de bekende Klaas Otto, van motorclub No Surrender, was zijn beste vriend. Nicky vertelde dat hij een prominent lid was van van een motorclub. In een eerder bericht in BN/De Stem stond dat hij lid was van Satudarah, maar dat werd meteen door de club rechtgezet: absoluut niet.

Op dat moment zijn Wanda en de twee Steenbergse vrouwen al aangehouden. Er wordt dan ook al verteld dat Johan in de loods bij de woning van de dames op het kamp is vermoord, nadat hij zwaar was gemarteld. Daarbij zouden Nicky en de dames aanwezig zijn geweest. Ze dachten dat Johan over veel geld beschikte, maar dat was niet het geval. Toen dat duidelijk werd, was er geen weg terug en was hij vermoord en zijn lichaam met een kettingzaag in stukken gezaagd en in zoutzuur opgelost.

Misverstand

Waarom dachten de moordenaars dat Johan rijk was? Vermoedelijk heeft Johan om een beetje op te scheppen of voor de grap iets gezegd als: “Weet je wel hoe rijk ik ben?” Dat kan ze verkeerd hebben begrepen. In elk geval was dat de reden om hem die zondagavond naar Zoersel te lokken.

Als Johan op maandagmorgen niet blijkt te zijn thuisgekomen en hij telefonisch niet bereikbaar is, en niet komt opdagen bij zijn werkafspraak, belt zijn vrouw als eerste met haar niet meer thuiswonende oudste zoon. Ze zijn meteen ongerust: dit is niks voor Johan. Als hij zijn telefoon niet meteen opnam, belde hij altijd binnen een half uur terug. Ze doet dezelfde middag nog aangifte bij de politie.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

De bungalow van Wanda in Zoersel

Het onderzoek verloopt niet heel voortvarend. Pas in augustus houdt de Belgische politie Wanda als eerste aan. Begin oktober arresteert de Nederlandse politie moeder en dochter uit Steenbergen, in november Nicky S. en de twee zonen van Wanda. Ook wordt er een man uit Eindhoven aangehouden die de compleet gestripte bestelbus heeft gekocht, op 5 juni, drie dagen na de verdwijning, maar vermoedelijk had die er verder niks mee te maken.

Bloedsporen

Vooral de Nederlandse politie lijkt nogal wat steken te hebben laten vallen. Zo wordt na de aanhouding van de moeder en dochter de bij hun woning horende loods forensisch onderzocht. Dat betekent dat er gericht wordt gezocht naar bloedsporen van Johan. Die inderdaad worden gevonden: in de loods en in de bestelbus. Pas op 3 december wordt de bijbehorende woning forensisch onderzocht. “Er waren aanwijzingen dat er in de loods wat gebeurd zou zijn. Nu hebben we ook aanwijzingen dat er in het huis iets kan hebben plaatsgevonden,” zo verklaart een politiewoordvoerder het. In eerste instantie was de woning alleen tactisch onderzocht. Uit deze gang van zaken kun je concluderen dat Johan zowel in de loods als in de woning kan zijn gemarteld en in een van beide is vermoord.

De binnenkant van de bestelbus voor de verdwijning

Op 3 december zijn er uitzendingen van Opsporing Verzocht in Nederland en van de Belgische tegenhanger Faroek. Opmerkelijk is dat de informatie in het Belgische programma een heel andere indruk geeft dan die in het Nederlandse. Opsporing Verzocht: “De bestelbus van Johan, de witte Peugeot Boxer, is op maandag 3 juni gefilmd toen deze vanuit België de Nederlandse grens over ging. Bij grensovergang Zandvliet reed enige tijd voor de bus uit een lichtgrijze Volkswagen Polo en achter de bus reed een donkergrijze Volkswagen Fox.”

In werkelijkheid is er met die bus en de andere autobewegingen heel wat meer aan de hand, zo blijkt uit het programma Faroek. De bus van Johan heeft de hele nacht bij de woning van Wanda aan de Wandelweg in Zoersel gestaan. Op maandag in de voormiddag vertrekt iemand met deze bus naar Antwerpen. De politie roept getuigen op die de opvallende bestelwagen – met een ladder op de dakrails – heeft gezien en vooral: wie erin zat of zaten. Het vermoeden is dat dit niet Johan is geweest. Wat er die zondagnacht en maandagmorgen in de woning van Wanda is gebeurd is vooralsnog niet bekend. Is Johan in de waan gelaten dat er niks aan de hand was en is het uitgelopen op een seksfeest, of is hij meteen al aangepakt?

De bewegingen van de bus zijn in kaart gebracht. Vertrek in Zoersel om 11.52;  Brecht: 12.35, richting Berchem, 40 minuten later in Schilde. 8 minuten later, om 13.41, is de bus terug in Zoersel.

De politie vermoedt dat de rit naar Antwerpen een tweeledig doel had: een ketting- of cirkelzaag kopen en een speciekuip en benodigdheden, en om iemand op het treinstation in Antwerpen op te pikken of af te zetten.

Dodenrit

In de namiddag vertrekt de bus opnieuw vanuit Zoersel en rijdt via Brecht naar Steenbergen. Om 15.44 en 15.48 wordt hij gefotografeerd op de A12 bij Zandvliet, vlak voor de grens. Dat is de laatste keer dat de bus bij verkeerscamera’s in beeld is. Duidelijk is dat Johan niet zelf achter het stuur zit, maar doordat het gezicht van de bestuurder achter de zonneklep verborgen is kan niet met zekerheid worden vastgesteld wie er wel rijdt.

Achter de bus rijdt de zwarte VW Fox van Wanda en de lichtgrijze Polo van moeder en dochter uit Steenbergen. Na Zandvliet rijden ze over binnenwegen naar het kamp in Steenbergen. Daar zijn geen verkeerscamera’s.

De uitzendingen van Opsporing Verzocht en Faroek bevatten schokkende informatie. Johan heeft nog enkele dagen in de laadruimte van zijn eigen bus doorgebracht, vermoedelijk meer dood dan levend. Daarna is hij of in de loods of in de bijbehorende woning vermoord en in stukken gezaagd. Volgens de krant BN/De Stemhebben getuigen verklaard dat er bij het woonwagenkampje destijds een flink (kamp)vuur brandde en dat er een vreemde geur hing.

Na het wegwerken van het lijk, werd de bus van Johan totaal gestript, met al het gereedschap. Het gereedschap kan verkocht zijn aan iemand, of de daders hebben het zekere voor het onzekere genomen en alles gedumpt. De politie is op zoek naar mensen die iets weten over deze spullen. De politie heeft nog niets van dit materiaal kunnen achterhalen.

De grijze Volkswagen Fox is vermoedelijk gebruikt om het lichaam in de speciekuip af te voeren. De politie gaat ervan uit dat de kuip en eventueel de spullen uit de bus van een brug in het Schelde-Rijnkanaal zijn gedumpt.

Wanda van R. heeft twee zonen uit een eerdere relatie. Iets ouder dan de zonen van Nicky. Het lijkt erop dat Wanda en haar zonen op maandag 2 juni tijdelijk zijn ingetrokken bij de moeder en dochter in Steenbergen.

De bestelbus is op woensdag 5 juni verkocht vanaf de Schansdijk in Steenbergen. De koper heeft verklaard dat de laadruimte van de bus helemaal leeg en kaal was: al het gereedschap was eruit gehaald en de houten bekisting verwijderd. De bus heeft tussen 3 en 5 juni enige tijd op de J.L. Brooijmansdreef geparkeerd gestaan in Steenbergen. Er zijn sterke aanwijzingen dat Johan zich in elk geval een deel van die tijd achter in de bus bevond en toen nog in leven was.

De hand van een van de vrouwelijke verdachten uit Steenbergen

De zonen van Wanda hebben verklaard dat ze Nicky S. zelf bezig hebben gezien met een bebloede kettingzaag en een lichaamsdeel en dat de resten zouden kunnen zijn verbrand en vervolgens in een speciekuip vervoerd. Aan deze verklaringen wordt getwijfeld. Een aantal details kloppen aantoonbaar niet en wat ze echt van dichtbij hebben gezien en meegemaakt is niet helemaal duidelijk.

Is wat de politie tot nu toe heeft achterhaald voldoende voor veroordelingen? Zonder lijk geen moord en geen veroordeling, dat gaat in de praktijk allang niet meer op. Maar het zijn lastige zaken, als geen van de verdachten een steekhoudende verklaring aflegt. Het wordt zoeken naar de zwakste schakel.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Eline Melters: moord of zelfmoord?

$
0
0

Op zondag 8 oktober 2009 om 10.00 uur komt uit een woning aan de Kloosterstraat in het centrum van het Limburgse dorpje Urmond een naakte jonge vrouw gestrompeld, met een keukenmes in haar borst. Na tweehonderd meter valt ze neer op het grasveld voor de Martinuskerk aan de Grotestraat. Ze is drie keer gestoken met een mes. De politie is snel ter plaatse en laat direct weten dat het vermoedelijk gaat om een zelfdoding.

Vanaf het begin is er twijfel: wat was de rol van haar vriend Mart S.(22)? Het zelfmoordscenario is niet uitgesloten, maar het is meer dan verbazingwekkend hoe snel de politie het dossier sloot en hoe justitie er alles aan doet om nieuw onderzoek tegen te houden.

Is Mart S., de vriend van Eline Melters (23) slachtoffer van hysterische familieleden die niet kunnen verkroppen dat hun dochter en zus zichzelf van het leven heeft beroofd, of heeft hij er daadwerkelijk op een of andere manier de hand in gehad? Feit is dat er veel onduidelijkheid is over de gang van zaken rond de dood van Eline Melters. Zoveel en zo serieus dat het gerechtshof in Den Bosch in november 2017 verordonneerde dat justitie in Maastricht de zaak moet heropenen. Twee jaar later is daar nog niets van te merken. Reden voor de familie om opnieuw aan de bel te trekken.

Zus Nadia bij Jeroen Pauw

Bloedsporen

De familie, met name zus Nadia, wil antwoord op een hele serie voor de hand liggende vragen. Vriend Mart was thuis toen dit zich afspeelde. Hij zou zich uit angst hebben opgesloten in de wc. Volgens Eline’s familie zaten zijn kleren onder het bloed. Hij had een diepe jaap in zijn hand, maar op de wc zijn geen bloedsporen gevonden. Door het hele huis verspreid werden messen aangetroffen. Eline had afweerwonden op haar hele lichaam. Haar hond was gewond. Had Eline gedaan, zei Mart, maar de familie kan niet geloven dat Eline haar honden iets zou aandoen.

Feit is dat de politie het onderzoek zo snel heeft gesloten, dat op veel vragen geen antwoord meer kan worden gevonden. Op sommige misschien nog wel en dat was voldoende reden voor het gerechtshof om nader onderzoek te gelasten. Dat had heel wat moeite, geld en tijd gekost. Al jaren financieren de familieleden de strijd voor gerechtigheid zelf. Duizenden euro’s zijn besteed aan het aanspannen van procedures en onderzoeken ook.

Schokkende ontdekking

In 2015 is via een advocaat vergeefs geprobeerd om het politieonderzoek te heropenen. De familie geeft niet op en schakelt in 2017 de Amsterdamse advocaat Wendy van Egmond in, die met een zogenaamde artikel-12-procedure probeert de rechtbank te dwingen het onderzoek te heropenen. Dat lukt, maar daarna wordt het akelig stil.

In 2018 werkt Van Egmond mee aan het SBS6-programma Moord of zelfmoord, met journalist Kees van der Spek. Daarin vertelt ze dat ze meteen na bestudering van het dossier “een schokkende ontdekking” deed: in het dossier is gemanipuleerd met het sectierapport. De eerste conclusie van patholoog-anatoom Frank van der Goot was niet eenduidig. Hij gaf twee mogelijkheden: “Aangaande het zelf toedienen van dergelijk letsel en het nadien nog afleggen van circa 200 meter het volgende: dergelijk letsel kan zondermeer zelf worden toegebracht, hetgeen toebrengen door iemand anders beslist niet uitsluit.” Het ‘beslist niet’ is onderstreept.

De officier van justitie maakt hiervan: “Sectie wees uit dat het om zelfmoord ging en dat nooit van buitenaf geweld had kunnen worden toegebracht gezien de verwonding slachtoffer.”

Met als resultaat dat Mart S., die even was aangehouden als verdachte, meteen was vrijgelaten. Een medewerker van Frank van der Goot legt in het programma uit dat de conclusie in feite was dat het slachtoffer het letsel zelf kan hebben toegebracht, maar dat het heel goed mogelijk is dat het door iemand anders is gedaan en dat dit andere scenario “meer aannemelijk” is. Maar om daar met enige zekerheid meer over te kunnen zeggen, moet er meer onderzoek plaatsvinden.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Eline had meer verwondingen dan alleen de drie messteken. Ook aan haar vingers zaten wonden. Volgens haar vriend waren die ontstaan toen hij had geprobeerd haar het mes uit handen te trekken, maar volgens de onderzoekers kan het ook een afweerreactie zijn geweest.

Opmerkelijk is dat de politie twee uur na de dood van Eline via een woordvoerster op de radio al meldde dat de politie ervan uitging dat het om zelfmoord gaat.

Hemeltergend

Inmiddels, twee jaar na de opdracht van het gerechtshof voor nader onderzoek, zet de familie de zaak opnieuw op de kaart. De familie wordt pro deo bijgestaan door de advocaten Wendy van Egmond en Sébas Diekstra. Zij noemen het ‘hemeltergend’ dat het Openbaar Ministerie nog altijd niet tot vervolging is overgegaan nadat het gerechtshof dat op 28 november 2017 heeft bevolen.

In een interview met het Algemeen Dagblad zeggen ze: “Het heeft er alle schijn van dat het OM de rechtsgang frustreert nadat zij door het gerechtshof op de vingers is getikt vanwege het seponeren van de zaak. Vanaf het begin af aan heeft het OM niet open willen staan voor een ander scenario dan dat van een zelfdoding. Zelfs na het ondubbelzinnige vervolgingsbevel van het hof lijkt men die lijn onverstoorbaar voort te zetten.”

Advocate Wendy van Egmond en Nadia Melters bij Jeroen Pauw

Zus Nadia vertelt dat ze zich meteen na Eline’s dood hebben voorgenomen niet te rusten tot ze de waarheid zouden weten. “Als Eline op deze manier zelfmoord zou hebben gepleegd, zou ze wel heel erg in de war moeten zijn. Maar niemand in haar omgeving kan vertellen dat ze in grote psychische nood verkeerde, niemand kan zich voorstellen dat ze dit zou doen.”

De familie heeft moeite met de houding van Eline’s vriend, die nooit iets van zich liet horen. De familie moest vechten om wat van Eline’s spullen terug te krijgen. Toen het programma Het Zesde Zintuig aan de zaak wilde besteden, spande hij een proces aan om dat te voorkomen.

Het is nog onbekend wanneer justitie de zaak in behandeling gaat nemen.

DE WONDERE WEGEN VAN HET OPENBAAR MINISTERIE MAASTRICHT

“Ik heb de zaak van dat meisje in Urmond goed gevolgd. Ik heb de kranten gelezen en ik heb alles opgezocht op internet. Mijn indruk is dat er bij het Openbaar Ministerie in Maastricht iemand in bescherming wordt genomen.”

Zegt oud-bankdirecteur Wil Storms. Hij heeft na zijn werkzame carrière bij de bank jarenlang gewerkt voor Slachtofferhulp en kwam in die hoedanigheid geregeld in contact met het Openbaar Ministerie en de rechtbank in Maastricht. “De gang van zaken met dat meisje doet me heel erg denken aan een zaak die ik daar heb gedaan. Dat ging om een bejaarde man die het slachtoffer was geworden van een oplichter. Dat dossier bleef maar in de la liggen bij de parket-secretaris.”

Het slachtoffer van de fraude had aangifte gedaan, er was proces-verbaal opgemaakt.

Storms: “Het ging om een grote fraude van meer dan tweehonderdduizend euro. Door een zogenaamd financieel adviseur. Het slachtoffer bleef de rechtbank bellen, maar er gebeurde niks. De zaak kwam niet op de rol. Hij meldde zich na twee jaar bij Slachtofferhulp waar ik toen werkte als vrijwilliger.

Ik ben de rechtbank gaan bellen. De man had een proces-verbaalnummer van de politie gekregen, dus zo moeilijk kon het niet zijn. Maar bij de rechtbank konden ze het niet vinden. Er werkte bij de rechtbank iemand die ik goed kende. Die heb ik privé gebeld en gevraagd: ‘Kun jij me dat eens uitzoeken?’ Dat duurde wel drie weken, maar toen had hij het gevonden. Het proces-verbaal, de hele aangifte, lag onder in de la bij de parket-secretaris. Die moest de zaak op de rol zetten, maar die deed dat niet.”

De parket-secretaris is ene meneer Pieters.

Storms: “In oktober heb ik die meneer Pieters gebeld. Hij zei: ‘Vóór kerstmis staat-ie op de rol.’ In januari stond het nog niet op de rol. Heb ik hem weer gebeld. Toen kwam hij met smoesjes: ‘Hij had wel meer te doen.’ Ja, toen dacht ik: dat zal wel. Ik zei: ‘Dan neem ik maatregelen.’ Ik ben brieven gaan schrijven naar de hoofdofficier van justitie in Maastricht. Dat was Roger Bos. Die reageerde niet. Toen heb ik via die man die ik kende van de rechtbank wat adressen gekregen en heb ik een brief gestuurd naar diegene die gaat over de eventuele fraudes bij de rechtbank. Daar kreeg ik ook geen antwoord op.”

Vervolgens schrijft hij weer brieven aan Roger Bos, maar die reageert nergens op.

Storms: “Op 10 januari 2013 heb ik een brief gestuurd naar Fred Teeven, de toenmalige staatssecretaris van justitie. Binnen tien dagen had ik antwoord. Degene die ik bij de rechtbank goed kende belde me op en zei: ‘Wil, wat heb jij gedaan? De hele rechtbank staat op zijn kop! Je wordt dan en dan uitgenodigd. De dag ervoor komt minister Opstelten bij de justitie in Maastricht op bezoek, de dag erna ben jij uitgenodigd. De rode loper die ze voor Opstelten uitleggen, die blijft voor jou ook liggen!”

Storms gaat op audiëntie bij het Openbaar Ministerie.  

Storms: “Ik hoefde me niet eens te legitimeren. Niks, niks, niks. Mijn komst was bekend. Ik werd in een hele nette kamer ontvangen, met koffie. Ik had het slachtoffer bij me, dat was die man van in de tachtig. Komt de dienstdoende officier van justitie, Martin Scharenborg, met een vrouwelijke juriste. Dat vond ik merkwaardig. Ik had zelf in het verleden heel veel voorbesprekingen gedaan met officieren van justitie in verband met zittingen. En die waren altijd alleen. Dus het was voor mij heel vreemd dat hij iemand bij zich had. Hij begon meteen met het verhaal van: waarschijnlijk zou de zaak geseponeerd worden, de zaak was te oud. Toen zei ik: ‘Meneer Scharenborg, dat vind ik heel prettig, want dan zijn we zo klaar dan ga ik deze kamer uit en hiernaast is de kamer van de klachten, dan ga ik daar naartoe en hou ik mijn handen op en dan zeg ik: mag ik twee ton beuren?’ Hij kreeg een hele rooie kop en toen zei hij: ‘Ik kruip voor u door het zand om de zaak behandeld te krijgen.’”

Er komt inderdaad een oproep.

Storms: “Ik ben naar de rechtbank gegaan en toen zei de rechter: ‘Ik kan de zaak niet behandelen, de dagvaarding is te laat de deur uitgegaan.’ Ik had met Scharenborg afgesproken dat we elkaar na de zitting in de hal zouden treffen. Dus hij kwam naar me toe. Ik zei: ‘Hoe kun je zulke geintjes uithalen? Te laat versturen, terwijl je weet wat er aan de hand is in deze zaak. Waar Fred Teeven bij betrokken is waar jullie al een heleboel gedonder om hebben gehad. Ik moet nu weer een jaar wachten totdat ie weer op de rol staat?’ ‘Ja,’ zei hij, ‘ik kan er niks aan doen.’ Ik zeg: ‘Ik wel!’”

Storms stuurt een brief naar het college van procureurs-generaal.

Storms: “Toen had ik de zaak binnen drie maanden voor de rechter. De adviseur is veroordeeld. Ik heb een klacht ingediend bij de rechtbank en we hebben later ook een financiële vergoeding gekregen omdat die zaak op deze manier behandeld was, dat verdiende geen schoonheidsprijs.”

Volgens Storms heeft hoofdofficier van justitie Roger Bos strafoverplaatsing gehad naar het Caribisch gebied. Of dat alleen met deze zaak te maken had, is uiteraard niet bekend en officieel wordt het meestal gebracht als promotie, maar daar zijn de meningen over verdeeld. Feit is dat Roger Bos in juni 2017 wordt voorgedragen als procureur-generaal van Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba.   

Storms: “Daar wil geen mens naartoe, uit het openbaar ministerie. Mijn boodschap is: mensen moeten zelf een klacht indienen als er zoiets aan de hand is. Bij voorkeur naar de minister. En daar het hele verhaal uit de doeken doen en als het niet tot een oplossing komt, zeggen dat ze gaan proberen Kamervragen te laten stellen. Want ze zijn doodsbang voor die dingen. Dat dit soort zaken in de openbaarheid komen. Je moet voet bij stuk houden en niet bang zijn om mensen op hun tenen te trappen.”

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Liquidatie Rachid: zijn de andere ‘boekhouders’ veilig?

$
0
0

De in Amstelveen geliquideerde Rachid Kotar stond bekend als een van de boekhouders van de in Marbella geliquideerde Samir Scarface. Het lijkt erop dat veel van de liquidaties binnen de Mocromaffia terug te voeren zijn op de moord op deze Samir. Rachid heeft misschien gedacht dat het gevaar geweken was en keerde na lang verblijf in Marokko terug naar Nederland. Toen hij zijn zoontje van zwemles haalde bij een sportcentrum in Amstelveen, sloeg het moordcommando toe. De vraag is: blijft het hierbij? Er waren meer ‘boekhouders’ van Samir.

“Mijn vader! Mijn vader!” Een jongetje van vier jaar komt donderdagmiddag 12 december om kwart over vijf helemaal overstuur sportschool Health City in Amstelveen binnenrennen. Het kind zat op de achterbank van de gepantserde BMW van zijn vader Rachid Kotar (39) toen een moordcommando het vuur opende. Vader Rachid was bezig zijn zoontje op de achterbak te zetten toen hij in het halfdonker van de parkeerplaats van dichtbij met kogels werd doorzeefd. De daders reden weg in een zilveren Volkswagen Transporter met geblindeerde achterruiten, die even later uitgebrand werd teruggevonden in Duivendrecht.

Het motief voor de aanslag moet volgens ‘de autoriteiten’ waarschijnlijk worden gezocht in een oude vete tussen ‘kamp Scarface’ en ‘kamp Taghi’. Samir ‘Scarface’ Bouyakhrichan is in 2014 op een terras in Marbella geliquideerd. Zijn broer Karim zou de groep na diens dood hebben voortgezet.

“De groep rond Bouyakhrichan leeft volgens de opsporingsdiensten al tijden op voet van oorlog met de groep rond de voortvluchtige Ridouan Taghi en de gedetineerde Richard R., alias ‘Rico de Chileen’,” schrijft Het Parool. “Volgens de recherche hebben criminelen uit de groep rond Taghi en R. eerst Samir Bouyakhrichan geliquideerd en is de organisatie daarna gaan jagen op diens broer Karim.”

Zo zou er geprobeerd zijn een aanslag met een mes op Karim te laten plegen in Dubai. Dat is daar minder riskant dan met een vuurwapen, maar in hoeverre dat serieus is en of er echt iemand met een mes op pad is geweest, is niet bekend. Of broer Karim nog actief is, daarover lopen de meningen uiteen. Volgens sommige bronnen heeft hij zich helemaal teruggetrokken.

Crimebron

Vóór zijn liquidatie in Amstelveen hadden weinig mensen van Rachid Kotar gehoord. Voor zover bekend had hij geen strafblad. Zijn naam duikt maar één keer op, in oktober 2018, in een omstreden publicatie op de website Crimebron. De site had sinds enige tijd een nieuwe eigenaar en plaatste een serie opzienbarende berichten over de achtergronden van tal van liquidaties, met name in connectie met de Utrechtse tak van de Mocromaffia. Allerlei mensen werden beschuldigd van misdrijven en met naam en toenaam genoemd. Er zaten wat aantoonbare onjuistheden bij, er was geen wederhoor gepleegd, de site moest diep door het stof. De berichten verdwenen van het net, maar zijn door journalisten en andere geïnteresseerden wel opgeslagen.

Een door velen over het hoofd geziene passage van Crimebron ging over de groep van Samir. Onder het kopje BOEKHOUDING stonden vier namen:

Gordon K.

Jalal El A.

Rachid K.

Mohamed A. (alias Adelaar)

Hicham B. (Marokko)

Boekhouding is een breed begrip in deze wereld: het gaat om mensen die faciliteren en niet altijd zelf betrokken zijn bij misdrijven. Op naam zetten van auto’s en onroerend goed, geld wisselen.

Rachid K. is Rachid Kotar, de man van Amstelveen. Volgens insiders heeft hij vermoedelijk gedacht dat de storm was gaan liggen. Taghi als Nederlands (misschien wel ’s werelds) meest gezochte voortvluchtige crimineel, Rico de Chileen en Naoufal (‘Noffel’) opgepakt, je zou kunnen denken dat ‘de groep’ wel iets anders aan zijn hoofd heeft. Als je er al vanuit gaat dat deze groep of iemand uit dit kamp ermee te maken heeft, het gevaar kan ook van een andere kant komen. Er zijn goed ingevoerde bronnen – niet uit ‘kamp-Taghi’ – die ervan overtuigd zijn dat Taghi met deze kwestie ‘miljoen procent zeker’ niks te maken heeft.

Casablanca

Rachid had de afgelopen jaren in Casablanca gewoond. Hij was sinds kort terug in Nederland. Helemaal safe voelde hij zich niet, gezien het rijden in een gepantserde BMW, maar: “Waar ben je veilig? In Marokko worden er ook aanslagen gepleegd, en in Dubai, waar moet je dan zitten? En het went, als je op zo’n lijst staat. Je gaat denken dat ze het misschien vergeten zijn. Maar als er een prijs op je hoofd staat, gaat die er niet zo gemakkelijk af.” Aldus een insider.

 

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Gordon

Als er één persoon geschrokken moet zijn van de liquidatie van Rachid, dan is het degene die als Gordon K. onder ‘boekhouding’ staat in het lijstje van Crimebron. Over deze Gordon is opmerkelijk weinig geschreven, althans niet in connectie met deze oorlog in de Mocromaffia. Terwijl hij er toch tot over zijn oren in zat en er al eens een poging was gedaan hem uit de weg te ruimen.

Bijzonder aan deze Gordon is dat hij met meer dan één been in de bovenwereld staat. Hij heeft meer wit dan zwart geld en heeft helemaal geen crimineel geld nodig om riant te kunnen leven. Zijn familie staat in de top van de Quote 500. In de berichten over de aanslag op hem wordt hij G.F. of Gordon F. genoemd. Dat klopt: dat is zijn echte naam. Dat hij op Crimebron vermeld stond als Gordon K. is ‘een foutje’, maar wel een traceerbare: dat is van de achternaam van moederskant. De rijke familie.

Panamera

De aanslag op Gordon mislukte, dankzij tijdig ingrijpen van de politie. In Het Parool van 16 september 2019 staat dat de rechtbank de Amsterdammers Ilias el G. (26) en Rachid A. (26) heeft vrijgesproken van betrokkenheid bij het voorbereiden van de liquidatie van de Amsterdamse crimineel G.F. (38) op 8 oktober 2015 in de Indische Buurt.

“Rachid A. probeerde die avond een peilbaken onder de op het Ceramplein geparkeerde Porsche Panamera van F. te plakken. Die voor moord en vuurwapenbezit veroordeelde crimineel was eerder dat jaar door de recherche gewaarschuwd dat hij ‘op een dodenlijst stond’ en dreigde te worden geliquideerd. Het lukte A. niet het peilbaken onder de kofferbak te plaatsen, en later die avond wist een vriend het evenmin onder de bestuurderskant van de auto te bevestigen. A. zegt dat hij het baken onder de Porsche wilde proberen te plakken om die later te kunnen stelen, maar ontkent net zoals zijn medeverdachte een moordplan. De rechtbank acht niet bewezen dat de mannen voorbereidingen troffen voor de liquidatie van F.” Aldus Het Parool.

Voor moord veroordeelde crimineel…

“Op 16 juni 2001 schoot de coke-verslaafde Gordon F. (21) in diens woning aan de Pieter Aertsstraat in Amsterdam de cokedealer Frank Roele (36) dood, nadat deze een opmerking over zijn vriendin had gemaakt. Na een eis van tien jaar werd Gordon veroordeeld wegens doodslag tot een gevangenisstraf van zeven jaar.”

Het zwarte schaap van de familie kwam er goed mee weg, niemand legde de link met zijn vermogende familie. In 2014 is Gordon volop betrokken bij de groep van Samir Scarface in het zuiden van Spanje. Als Samir daar wordt geliquideerd, popt zijn naam op in verschillende documenten waaruit blijkt dat hij hand- en spandiensten verleende aan de groep. De auto waar Samir in reed stond op zijn naam, evenals villa’s waar bendeleden in verbleven.

All-1 Café

In de vroege ochtend van donderdag 28 augustus 2014 wordt Samir geliquideerd. Hij stond bekend als een van de rijkste drugshandelaren uit de recente Nederlandse geschiedenis. Hij was zelden in Nederland: hij woonde in Malaga en Dubai. In de nacht van woensdag 27 op donderdag 28 augustus bevindt Samir zich even buiten Marbella in San Pedro de Alcántara, in het All-in café. Niet in het dorp zelf, maar in een klein winkelcentrum een kilometer erbuiten met alleen maar sjieke zaken. In All-in is het Spaanse karakter ver te zoeken: de eigenaar en het personeel zijn volbloed-Engelsen; de kaart verraadt wel een sterke Nederlandse inbreng: bitterballen, frikandellen.

Wat had Samir hier te zoeken, waarom was hij hier deze avond, in het gezelschap van zes vrienden? Hij zal er niet het geringste vermoeden van hebben gehad dat alles wat hier zou gebeuren minutieus was voorbereid. Dat er ergens in de buurt al een moordcommando op scherp stond, wachtend op de goede gelegenheid.

Ze hoefden hem niet hierheen te volgen: ze wisten dat hij hier zou zijn. De opdrachtgever en degene die het allemaal had geregeld, was er zelf bij. Die moet – het zij hem gegund – een niet al te prettige avond hebben gehad. Wetend wat er elk moment zou kunnen gebeuren. Toch maar vrolijk meelachen, eten en drinken met de gabbers. Samir moet zich helemaal op zijn gemak hebben gevoeld: hij zag eruit alsof hij net van het strand kwam. Liep op slippers, droeg een zwembroek en een T-shirt.

Schutters

Over wat er om tien voor twee precies is gebeurd, is wat onduidelijkheid. Vaststaat dat de schutters twee mannen zijn, maar of die naar binnen zijn gekomen of buiten stonden te wachten toen het gezelschap van plan was te vertrekken, daarover zwijgen de getuigen. Bijna twee jaar later wil het personeel er niets over kwijt en verwijst het door naar eigenaar Dennis. Die laat weten dat hij het slachtoffer nooit eerder heeft gezien en ook niets van het gebeurde heeft meegekregen: het speelde zich af op het terras, niemand heeft iets gezien.

Misverstand

Samir zou nog een poging hebben gedaan om te vluchten, maar dat lukte niet. Hij werd van dichtbij in zijn hoofd en rug geschoten en stierf ter plekke. De Guardia Civil was snel ter plaatse. Aanvankelijk was er misverstand en werd in Nederland gedacht dat er twee slachtoffers waren. Omdat de auto van Samir op naam stond van wat toen een Amsterdamse Marokkaan werd genoemd. In werkelijkheid was dit Gordon F.

Op het eerste gezicht lijkt het merkwaardig, een ontmoeting op zo’n toch tamelijk afgelegen locatie, maar dat is minder vreemd dan je zou denken: Samir vertoefde veelvuldig in deze omgeving, in de schaduw van het Ierse Costa Cartel en zijn Amsterdamse vrienden. De topmannen van het kartel hadden in dezelfde omgeving ten zuiden van Marbella hun zwaar beveiligde villa’s en landhuizen; de Amsterdamse vrienden huurden hier appartementen of verbleven in luxe hotels. Samir huurde woningen in deze buurt. Hij verhuisde vaak. Officieel handelde hij in onroerend goed, hij had enkele bedrijven op zijn naam staan in Marbella. Hij deed er alles aan dat beeld in stand te houden en probeerde buiten alle schijnwerpers te blijven.

Marteling

Het motief voor de aanslag had waarschijnlijk te maken met Najib Himmich, alias Ziggy. Een loopjongen van Gwenette Martha, een van de kopmannen van de Mocromaffia, die vanaf het eerste begin van de onderlinge oorlog een rol speelde. Toen Gwenette enige tijd in de gevangenis verdween, werkte Ziggy zich op en ging hij samenwerken met Scarface. Toen Gwenette terugkeerde op het toneel, zou Ziggy al ‘te groot’ zijn geworden om nog een ondergeschikte rol te spelen en zou hij hebben meegewerkt aan de liquidatie van Gwenette, in mei 2014. En vervolgens aan die van Samir.

Het bracht hem geen geluk: hij verdween spoorloos, na gruwelijke marteling. Half oktober 2014 was hij voor het laatst gezien. Zijn vriendin Luana Luz Xavier (34), moeder van hun twee kinderen, betaalde de volle prijs voor de keuzes die ze met Ziggy had gemaakt: op 8 december 2014 werd ze voor de ogen van haar kinderen in Amstelveen geliquideerd.

Pjotr

De volgende uit ‘kamp Scarface’ die het moet ontgelden is Peter ‘Pjotr’ R.; op 5 november 2015 wordt hij door twee schutters met zeker 34 kogels onder vuur genomen bij de flat van zijn moeder aan het Fregat in Diemen. In een snelle reflex weet hij in de auto van zijn moeder, een Opel Antara, een eindje weg te rijden en belandt hij half in een sloot. Hij is door zeven kogels in zijn bovenlichaam geraakt, maar hij slaagt erin zich door het raampje van het rechterportier uit de auto te laten glijden. In de sloot wacht hij zo ver mogelijk onder water tot de kust veilig is. Hoewel zwaargewond, overleeft hij. Het vijf man sterke moordcommando wordt in juli 2017 veroordeeld tot gevangenisstraffen van 12,5 tot 20 jaar. In de berichten over het proces staat dat Noffel de uitvoerders zou hebben aangestuurd. Volgens insiders voelde Gordon op dat moment de bui ook hangen: hij zou een dag later naar Dubai zijn gevlucht.

Schijters

Dat was toen. Inmiddels zijn ‘de boekhouders’ allemaal weer terug in Nederland en worden ze af en toe in elkaars gezelschap gesignaleerd in het Nederlandse uitgaansleven. Of de liquidatie van Rachid Kotar hun plannen voor de feestdagen eind 2019 nog verandert? De tijd zal het leren.

Bronnen melden dat Moh Adelaar en Jalal, de andere twee overgebleven ‘boekhouders’, nog af en toe worden gesignaleerd. “Ze bewegen niet veel. De enige die nog wat voorstelde was Rachid: die ging nog achter wanbetalers aan. Hij was sportief, een bokser, hij liep niet achteruit. De anderen zijn schijters.”

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Moord in Rouveen opgelost: 52 jaar te laat

$
0
0

In november was de strenge winter van 1919 al begonnen. Op woensdagavond 19 november waren zes boerenknechten bij elkaar in een boerderij in Rouveen, een dorp in de Overijsselse gemeente Staphorst. Wat drinken, wat kaarten. Twee van hen – die elkaar toch al niet erg lagen – kregen ruzie over het kaarten. Later die avond, op straat, komt het tot een vechtpartij. Er worden wat klappen uitgedeeld. Een van de twee, Roelof Visscher, wordt bewusteloos in een schuur gelegd. De volgende morgen blijkt hij dood te zijn. Iemand moet hem midden in de nacht met een mes hebben gestoken. Pas 52 jaar later bekent degene die dat heeft gedaan, schreeuwend op zijn sterfbed. Rijkelijk laat: een van de andere vrienden is er ten onrechte voor veroordeeld en droeg die last de rest van zijn leven mee. Diens zoon, Derk Rouwhorst, schreef er een boekje over: Moord in Rouveen opgelost.   

Op de koude woensdagavond 19 november 1919 zijn zes vrienden – boerenknechten en boerenzonen – aan het ‘oppassen’ in de boerderij van Hendrik Hoeve aan de Oude Rijksweg 667 in Rouveen. Als je over de A28 van Zwolle richting Meppel rijdt, kun je de afslag Rouveen/Nieuwleusen nemen. Parallel aan de A28 loopt de Oude Rijksweg, van de Lichtmis via Rouveen naar Staphorst. Eén lange weg, met aan weerszijden boerderijen. De boerderij van de familie Hoeve ligt, ruim een kilometer vanaf de Lichtmis, rechts van de Oude Rijksweg.

Woensdagavond is in deze contreien ‘bokavond’: de jongens die verkering hebben gaan ’s avonds naar hun meisje, maar eerst komen ze bij elkaar. Meestal kopen ze met z’n allen een fles jenever voor een daalder (één gulden vijftig). Deze avond zijn er zes jonge mannen bij elkaar.

Roelof Hoeve

Jan Konterman

Koob Petter

Klaas Rouwhorst

Egbert Visscher

Roelof Visscher

Egbert en Roelof hebben dezelfde achternaam, maar zijn geen familie. Egbert – in dialect ‘Eibert’ – was geboren op 4 juni 1987. Zijn ouders hadden een winkel aan huis, zijn grootvader was potschipper. Met een potschip werd turf vervoerd en behalve turf werden er vaak ook wat koopmansgoederen verkocht. In de volksmond werd hij ‘potschippers-Eibert’ genoemd, al was er in de verste verte geen schip meer te bekennen.

Egbert was boer en handelde in meel en veekoeken en vermaalde botten voor veevoer. Later had hij een cichoreifabriek. In ‘Moord in Rouveen opgelost’ schrijft Derk Rouwhorst: “Velen deden niet graag zaken met Egbert, want hij had een slechte naam.” Zijn Rouveense leeftijdsgenoten vonden hem ‘niet aardig.’ Gehaaid, een mooiprater, onbetrouwbaar.

Enig kind

Roelof Visscher was enig kind. Geboren 6 december 1892. Zijn vader overleed toen hij acht jaar was, zijn moeder hertrouwde twee jaar later met Klaas Hol. Roelof woonde als boerenknecht in bij de boer voor wie hij werkte.

De andere hoofdrolspeler is de 21-jarige Klaas Rouwhorst. Hij heeft die avond tijdens het kaarten een woordenwisseling gehad met Roelof Visscher, maar dat had niet veel om het lijf gehad. Toch is dat de aanleiding voor wat er later gebeurt. Roelof is iets eerder vertrokken dan de anderen. Tegen elf uur liepen de vijf lichtelijk aangeschoten in noordelijke richting over de Oude Rijksweg. Daar, rechts van de weg, stond de zogenaamde ‘bakkerschure’: een houten schuur, open aan de voorkant, dicht aan de weg, waar takkenbossen lagen opgeslagen voor de bakkerij aan de overkant, van Jan Timmerman. Het was een soort hangplek, pal naast de boerderij van de familie Stegeman aan de Oude Rijksweg 627, met aan de voorkant een kleine caféruimte. Die sloot meestal vroeg, waarna de gasten in de buurt bleven hangen.

Toen het vijftal aan de weg stond, tussen de schuur en de boerderij van Stegeman, bleek dat Roelof Visscher hen daar stond op te wachten. Hij wilde kennelijk nog een appeltje schillen met ‘die lange’, met wie hij Klaas Rouwhorst bedoelde.

Darmen

Op 20 november om 8.25 uur stuurt de brigadecommandant van de marechaussee een telegram naar de officier van justitie in Zwolle: “Heden morgen een lijk gevonden in een schuur te Rouveen. De darmen hingen uit de buik. Het lijkt wordt bewaakt. Vermoedelijke dader is aangehouden. Bekent verslagene te hebben geslagen, doch niet gesneden of gestoken te hebben.”

’s Morgens om half zeven was Klaas Hol (45) naar de politie gegaan. Hij vertelde dat die ochtend om vijf uur Egbert Visscher bij hem was gekomen en had gezegd: “Je mag wel eens naar je stiefzoon Roelof Visscher gaan zien, die zou wat ruzie hebben gehad met Klaas Rouwhorst.” Klaas Hol was naar de schuur van Gerrit Stegeman gegaan en zag dat Roelof dood in de schuur zat.

De politie werd gewaarschuwd en constateerde dat zich in de schuur het lijk van Roelof Visscher bevond, “in zittende houding op wat verdord gras, terwijl er geen teeken van leven meer in waren te bespeuren. Aan zijn buik en linker zijde had hij een wond waardoor de darmen uitpuilden terwijl zijn onderkleeding en bovenkleeding op die hoogte van de wond bebloed waren.”

Koob Petter (22) verklaart dat hij en de andere vijf op enige afstand van de woning van Gerrit Stegeman waren geweest en dat Roelof Visscher een woordentwist had met Klaas Rouwhorst. “Roelof Visscher zei toen: ‘Waar is die lange nou?’ en hierop deed Visscher één of twee passen voorwaarts in de richting van Rouwhorst en Roelof Visscher bracht toen opzettelijk en gewelddadig met zijn platte hand of zijn vuist een klap of slag toe tegen diens wang.”

Rouwhorst sloeg terug, Visscher zakte in elkaar. “Wij hebben daarop Visscher gezamenlijk in de schuur van Gerrit Stegeman gedragen en aldaar neergelegd. Bloedsporen of iets dergelijks hebben wij bij Visscher niet ontdekt. Wij dachten dat hij wat dronken was en hem een slag was toegebracht waardoor hij bewusteloos was geworden. Een mes of een ander scherp voorwerp heb ik niet bij Visscher of Klaas Rouwhorst gezien.”

Roelof Hoeve (20) verklaart ongeveer hetzelfde en dat ze Visscher in de schuur hadden gedragen. “Wij hebben toen met een zaklantaarn Visscher belicht en hebben geen bloed of iets verdachts aan Visscher opgemerkt.”

Jan Konterman (22) heeft weinig nieuws toe te voegen. Alleen de verklaring van Egbert Visscher (22) wijkt af. Hij zegt dat hij nadat ze Roelof naar de schuur hadden gebracht, naar zijn meisje was gegaan, met wie hij verkering had, en dat hij daar tot vijf uur ’s morgens was gebleven en dat hij toen naar de schuur was gegaan om te zien hoe het met Roelof Vischer was. “Toen zag ik dat hij reeds was overleden en in zittende houding tegen de wand van die schuur zat ongeveer één à twee pas van de plaats waar wij hem ’s avonds tevoren met zijn voeten hadden neergelegd. Ik voelde toen eens of hij soms wonden of iets dergelijks had en toen bemerkte ik, meende ik, dat ik voelde door zijn kleeding heen, dat ik zijn darm buiten zijn lichaam voelde. Ik belichtte hem met mijn zaklantaarn. Hierop ging ik den landbouwer en tevens broodbakker Jan Timmerman roepen die met mij naar dat lijk ging zien.”

Jan Timmerman (48) verklaart dat hij de vorige avond tegen een uur of elf de vijf jongens had gezien die iemand naar de schuur droegen. Hij was eens gaan kijken en had geconstateerd dat het Roelof Visscher was. Die gaf geen teken van leven meer, maar hij had zich er niet druk om gemaakt: hij dacht dat hij dronken was. Deze morgen om vijf uur had Egbert Visscher hem geroepen en was hij gaan kijken. Hij zag aan de ogen dat Roelof Visscher dood was.

Woordentwist

Klaas Rouwhorst (21) vertelt dat ze bij Hendrik Hoeve “eenige borrelglazen jenever of brandewijn hadden gedronken,” hij een stuk of drie, vier. Ze waren aan het kaarten geweest. Daar had hij een woordentwist over gehad met Roelof Visscher, “doch dat was van korten duur.” Daarna ze waren naar de woning van Gerrit Stegeman gelopen, waar Roelof Visscher vroeg:  “Is die lange er ook bij?” Daarop was Roelof op hem afgekomen en die had hem een klap op zijn voorhoofd gegeven en tegen zijn borst. Klaas had hem één klap teruggegeven, daarna grepen ze elkaar vast en vielen ze op de grond. De anderen trokken hen uit elkaar. Een half uur nadat ze Roelof in de schuur hadden gelegd, was hij thuis geweest en gaan slapen.

De politie vindt wel een mes op het lichaam van ‘de verslagene’ maar dat is niet het moordwapen: dit was het mes van Roelof Visscher zelf.

Op 21 november om 11.15 uur wordt Klaas Rouwhorst voorgeleid bij de rechtbank in Zwolle, “op verdenking van mishandeling de dood ten gevolge hebbend.” Diezelfde dag schrijft een Rouveense vader een brief aan zijn zoon die in militaire dienst is en vertelt hij wat er is gebeurd. Hij schrijft dat Klaas Rouwhorst bekend heeft. Dat laatste klopt niet.

Vrij huisje

De Meppeler Courant bericht op 22 november dat “de vermoedelijke dader Klaas R.” ontkent. Volgens de krant hadden de jongens die woensdagavond een ‘vrij huisje’ gehad. “Daar moet veel sterken drank zijn gebruikt, zoodat de jongens in opgewonden stemming huiswaarts keerden.”

Klaas verklaarde bij de rechtbank in Zwolle dat Roelof die avond had geroepen of ‘de lange’ er ook was. Hij snapte dat hij daarmee bedoeld werd, omdat hij de langste was, maar het was “niet bepaald mijn bijnaam.” Toen Roelof hem de eerste klap had gegeven, had hij niks terug gedaan omdat hij nogal drank op had: “Hij slingerde op mij aan.” Klaas had gezegd: “laten we nu geen ruzie maken.”

Egbert Visscher was na zijn bezoek aan Roelof Visscher ’s morgens vroeg naar diens stiefvader Klaas Hol gegaan om te vertellen dat hij maar eens naar Roelof moest gaan kijken, en dat die ruzie had gehad met Klaas Rouwhorst. Ook in een volgende verklaring bij de politie is het Egbert die als enige nadrukkelijk Klaas Rouwhorst aanwijst als potentiële dader. “Tijdens diens slag of wel onmiddellijk daarvóór zag ik dicht bij Klaas Rouwhorst ter hoogte van ongeveer een meter boven de grond een blinkend voorwerp met een vorm van en lemmet van een gewoon knipmes.” Egbert is de enige die iets van een mes zegt te hebben gezien.

Het moordwapen is nooit gevonden. Klaas Rouwhorst had tegen de politie verteld dat hij wel een mes had gehad, maar dat al maandenlang kwijt was. Egbert Visscher verklaart tegen de politie in een volgende verklaring dat hij “thans” zeker weet dat hij het mes van Klaas Rouwhorst vier dagen voor het gebeurde nog bij hem had gezien.

De Meppeler Courant meldt op 29 november dat het mes waarmee is gestoken nog steeds niet gevonden is. En: “Zoomin de overleden Roelof Vischer als Kl. R. stonden als vechtersbazen bekend. Beiden waren knappe boerenjongens.”

Blinken

Egbert Visscher wordt wederom uitvoerig gehoord en verklaart steeds belastender over Klaas. Dat Klaas en Roelof 14 dagen eerder ook al ruzie hadden. Over de vechtpartij zegt hij nu dat hij had gezien dat verdachte een beweging maakte naar de rechterzijde van het lichaam van Roelof. “Het kan wel zijn dat hij iets uit zijn zak gehaald heeft. Ik zag hem toen een stoot toebrengen aan Roelof Visscher (…) Tegelijkertijd zag ik iets blinken op die hoogte. Het kan wel het lemmet van een mes zijn geweest.” Egbert had “eenige malen” aan verdachte gevraagd of hij Roelof gestoken had, althans of hij een mes gebruikt had of iets dergelijks.”

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Het onderzoek van de politie was uitermate oppervlakkig en kennelijk ging men er meteen al vanuit dat Klaas Rouwhorst de dader was. In plaats zich af te vragen waarom slechts één van de betrokkenen duidelijk afwijkende verklaringen aflegde en de schuld bij Rouwhorst legde. Van enig onderzoek of kritische vraagstelling richting Egbert Visscher blijkt niets.

Op 15 januari 1920 staat Klaas Rouwhorst terecht bij de rechtbank in Zwolle. De officier van justitie acht hem schuldig aan “mishandeling den dood ten gevolge hebbende.” Hij eist een gevangenisstraf van drie jaar.

Duistere punten

In het rechtbankverslag in de Zwolsche Courant van 16 januari 1920 staat dat er volgens de officier van justitie in deze zaak “vele duistere punten zijn.” Zoals: dat getuigen maar één klap hebben zien uitdelen, terwijl het slachtoffer meer dan één steekwond had. Dat maar één getuige een blinkend voorwerp heeft gezien. Het is dezelfde getuige die beweert dat hij een mes van Klaas kort tevoren nog bij hem had gezien, terwijl Klaas beweert dat hij dat mes al veel langer kwijt was.

Met zijn advocaat heeft Klaas het ook bepaald niet getroffen. De advocaat had zijn cliënt ettelijke malen verzekerd dat ontkenning zijn schuld niet lichter maakt, maar hij is blijven ontkennen. “Pleiter weet zelf niet wat ervan te denken.”

Hij vindt het wel “wonderlijk dat de verslagene de volgende ochtend in een geheel andere houding is gevonden dan hij daar was neergelegd.”

De rechters lijken ook niet heel erg overtuigd, maar in plaats van nader onderzoek te gelasten of vrijspraak te vonnissen wordt Klaas veroordeeld tot een gevangenisstraf van slechts 1 jaar en 6 maanden. Waarom Klaas niet in hoger beroep is gegaan, is onduidelijk. Omdat de straf zo gering was?  

Teleurstelling

Klaas bracht zijn straf door in de strafgevangenis in Groningen. Hij kreeg weinig bezoek en viel sterk af. Zoon Derk schrijft in zijn boekje: “De straf te hebben gekregen voor een dood die hij niet had veroorzaakt was levenslang een diepe teleurstelling voor hem. Hij was zeer verbaasd dat hij vanaf het begin de enige verdachte was. Het gemak waarmee de rechters aan veel belangrijke vragen voorbij gingen en bovendien meerdere tegenstrijdigheden in de verklaringen negeerden was een aanfluiting voor de Zwolse Rechtbank.”

Klaas kwam vrij op 20 mei 1921. Hij ging eerst weer bij zijn ouders wonen, “maar merkte dat er mensen waren die hem argwanend bekeken, bijvoorbeeld omdat er bij het lopen naar de kerk mensen waren die hem opzij duwden, wilde hij beslist niet meer in zijn geboorteplaats Rouveen wonen en verhuisde hij naar zijn broer Harm die een boerderij had in Dedemsvaart. Hij woonde daarna enige jaren in Groningen. In 1931 ging hij werken bij landgoed Twickel in Delden in de paardenstal. Hij trouwde in 1945 met Johanna Antonio van der Kaaij en daaruit werd de schrijver van het boek, Derk J.A. Rouwhorst geboren.”

Opgekropt

Daarna had zijn vader nog verschillende banen, als laatste bij de overheid, voor het opmeten van aardappelterreinen. Hij overleed in 1963 op de leeftijd van 65 jaar. “Hij heeft altijd zwaar geleden onder de veroordeling en de gevangenisstraf. Zijn leven ging gepaard met veel problemen, wisselende beroepen, de manier waarop hij omging met anderen. Hij was zeer streng en maakte geen gelukkige indruk. Nooit sprak hij over het gebeuren, alles werd opgekropt. Zelfs over zijn geboorteplaats Rouveen sprak hij nooit. Zijn ouders konden niet verdragen dat hun zoon veroordeeld werd. Ze werden erop aangekeken. In 1927 vertrokken ze voorgoed uit Rouveen. Ook geen van hun kinderen bleef wonen in Rouveen.”

Sterfbed

Op 29 mei 1971 volgde de ontknoping, die eigenlijk voor iedereen te laat kwam. De sterfdag van Egbert Visscher. Toen bekende hij de moord op Roelof. “Op zijn sterfbed heeft hij zo’n zware doodsstrijd gehad dat buren hem hoorden schreeuwen.”

Helaas heeft de stervende Egbert geen toelichting gegeven. Niet over het hoe en waarom, maar vermoedelijk is hij later die nacht in z’n eentje naar de schuur gegaan. Roelof zal intussen bijgekomen zijn en had zich ruim een meter verplaatst en was tegen de wand gaan zitten. De beide messteken zijn hem waarschijnlijk in zittende houding toegebracht, nadat het hemd uit zijn broek was getrokken. Het ligt voor de hand dat hij bij bewustzijn was toen hij werd doodgestoken en dat hij een afschuwelijke doodsstrijd heeft gevoerd.

Motief

Over het motief is weinig bekend. Derk Rouwhorst schrijft: “Klaas was een lange statige man die zich kleedde als een heer en was gezien bij de dames. Dat veroorzaakte jaloezie.” Dat kan voor Egbert Visscher een rol hebben gespeeld om hem als verdachte aan te wijzen, al ligt het meer voor de hand dat Klaas voor hem de ideale verdachte was, vanwege de eerdere ruzie tussen Klaas en Roelof. Als mogelijk motief voor Egbert om Roelof te vermoorden noemt de schrijver “dat Roelof had geroddeld over de omgang van Egbert met een meisje.” Anderen menen dat Roelof een oogje had op de vriendin van Egbert en dat ze een soort liefdesrivalen waren.

Het boekje is te bestellen bij boekhandel De Haan in Staphorst voor 2,99 euro 

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Oorlog aan de Medoclaan

$
0
0

(reportage uit oktober 2015)

Veel lezers zullen het filmpje op YouTube hebben gezien. De schietpartij op 4 oktober 2014 bij een villa aan de Medoclaan in Eindhoven, waar een groepje mannen met jacks van No Surrender arriveert en in gevecht raakt met twee mannen uit de villa. Het filmpje duurt nog geen twee minuten en op het eerste gezicht lijkt het een soort slapstick: mannen die op elkaar schieten, wegrennen, struikelen, door een hond worden gebeten en het hazenpad kiezen. Ruim een jaar later zijn de kruitdampen opgetrokken en is duidelijk dat het maar weinig had gescheeld of het was deze middag op een bloedbad uitgelopen.

Nu raakte er niemand gewond, maar voor zeker twee van de aanvallers had het maar een haartje gescheeld of ze hadden het loodje gelegd. Slechts dankzij razendsnelle reflexen én kogelwerende vesten overleefden zij. Om van een mogelijk ander scenario nog maar te zwijgen: als de schutter erin geslaagd zou zijn het wapenarsenaal in de villa tijdig te bereiken, waren de zeven indringers vermoedelijk getrakteerd op salvo’s uit automatische wapens en hadden ze het geen van allen overleefd.

Camera’s

De Medoclaan is een rustige buitenwijk van Eindhoven, aan de Boschdijk. Wat rijtjeshuizen, twee-onder-een-kap, met veel groen. De villa aan de Medoclaan ligt wat achteraf, verscholen tussen bomen en afgeschermd met een hek. Het is onmogelijk het pand ongezien te benaderen: van grote afstand kun je bezoekers al aan zien komen. Twee camera’s bestrijken de voorkant en een groot deel van de toegangsweg. De villa wordt sinds november 2013 gehuurd door William D.(43) uit Maasdriel. Hij woont daar alleen, hij is sinds enige tijd gescheiden. Hij krijgt regelmatig bezoek van Michel G.(35) uit Helmond. Ze sporten vaak samen. William heeft een conflict over een partij drugs met David(24) uit Eindhoven.

Audi

David rijdt meestal in een zwarte Audi die op naam staat van de vriendin van een buurjongen. Met die Audi is hij op woensdag 1 oktober rond één uur ’s middags bij de villa aan de Medoclaan geweest, waar William en Michel allebei aanwezig waren. Michel had zich niet met het gesprek bemoeid, maar wel meegekregen waar het over ging. David had volgens Michel iets gezegd als: ‘Je komt er wel achter wie ik ben en dan zit je zwaar in de problemen.’ William had daarna via zijn PGP-telefoon (‘Pretty Good Privacy’) de boodschap gekregen dat hij het dreigement van David serieus moest nemen: anders zouden ze beiden worden ontvoerd en vermoord.  Maar geen van beiden voelde zich heel erg bedreigd: William D. staat wat hoger in de criminele pikorde dan David. Daar komt bij dat David had geconstateerd dat er een behoorlijk arsenaal met automatische vuurwapens in de villa aanwezig was, en het kan hem onmogelijk ontgaan zijn dat er beveiligingscamera’s waren: de beelden daarvan had hij binnen op een groot scherm gezien.

Motorclub

David meent recht te hebben op geld van William, maar hoe krijg je dat? David is zelf geen lid van een motorclub, maar zijn beste vrienden wel. Het bezoek van zaterdagmiddag moet in dat licht worden gezien: William duidelijk maken dat David geen eenpitter is die je gemakkelijk een poot uit kunt draaien, maar dat hij bij een groep motorjongens hoort. Een deel van die achterban gaat mee op deze missie.

In veel berichten over deze zaak wordt verbazing uitgesproken over het feit dat de bezoekers zo in vol ornaat van No Surrender naar de villa gaan. Terwijl ze wisten dat er camera’s hingen. Ze gingen er waarschijnlijk niet vanuit dat er met scherp geschoten zou worden, al hielden ze er gezien hun eigen uitrusting wel rekening mee. De hesjes dienden als signaal: dit is een actie van No Surrender. Omdat de tegenpartij gelinkt wordt aan Satudarah. Het was misschien wel echt de bedoeling het ‘als heren onder elkaar’ uit te praten. Dat is ook wat buurtbewoners opvingen: ‘Zullen we erover praten?’

Maar toch: zeven man sterk. Met drie man in de Audi van David en vier in een Mercedes Vito bus. Michel G. vertelde dat er op woensdag gedreigd was met ontvoering. In motorkringen leeft sterk de gedachte dat de bus inderdaad daarvoor diende. Het kan op z’n minst één van de scenario’s geweest zijn.

Toeval

Toeval, geruchten, wilde verhalen? Terwijl er zeven man van No Surrender op oorlogspad zijn naar de Medoclaan, cirkelen er in de directe omgeving motorjongens van Satudarah. Die uiteraard beweren dat dit toeval is en iets anders is niet te bewijzen. Feit is dat kort na de schietpartij net aan de overkant van de Boschdijk, op hooguit enkele honderden meters afstand, mannen van Satudarah met hun motoren staande worden gehouden en dat de politie noteert dat men de indruk heeft dat deze hier zijn in het kader van observatie.

De motormannen die David meeneemt zijn niet de eerste de besten. Jori van Z.(26) uit Rotterdam en Sebastiaan (‘Bas’) ter W. (38) uit Amsterdam vormen de kopgroep. Beiden Afghanistan-veteranen. Jori is de bekendste van het stel: hij was prominent in beeld in de aflevering waar Johnny de Mol en Guus Meeuwis voor hun televisieprogramma op bezoek waren bij No Surrender en verschillende inwijdingsrituelen mochten filmen. Jori is daar een van de boksers die kandidaten een flink pak slaag geven.

Portier

Bas ter W. is sergeant-at-arms van het Amsterdamse chapter van No Surrender en als zodanig de ook niet geheel onbekende Dick Vrij opgevolgd. Bas was berucht als portier, waarbij hij extreem veel geweld gebruikte. Hij zou aan Afghanistan een post-traumatische stress-stoornis hebben overgehouden. Het Parool noemt hem een psychopaat, maar het leek toch even de goede kant op te gaan toen hij een opleiding volgde als obductie-assistent, waarbij hij leerde hoe je een patholoog-anatoom kunt helpen bij het vaststellen van de doodsoorzaak bij verdachte sterfgevallen. Op een of andere manier is die carrière naderhand in het slop geraakt.

Beveiliger

Ook van de partij: de dan 39-jarige oud-marinier en Afghanistan-veteraan Pieter van T. (‘Tuur’) uit Tilburg. Vicepresident van het chapter Breda van No Surrender; heeft regelmatig contact met Jori, en staat bekend als persoonlijk beveiliger van Klaas Otto, de baas van No Surrender. Kortom, een illuster gezelschap, ook zonder dat je alles van hun achtergrond weet. Ze houden er rekening mee dat hen een warm onthaal te wachten kan staan: ze zijn gewapend en dragen kogelwerende vesten.

Het speelt zich allemaal af op zaterdagmiddag vanaf kwart voor vier. De bewakingsbeelden geven de Amerikaanse tijdregistratie door.

Om 3.47.15 komt de Audi aanrijden. David stapt als eerste uit en loopt naar het hek van de villa.

 

3.47.36: Jori van Z. zit voorin de Audi. Hij stapt uit en loopt ook naar het hek loopt, even later gevolgd door Bas ter W. die achterin de Audi zat. Op de achtergrond is de Mercedes Vito al te zien.

3.48.04: William D. en Michel G., die in de villa waren, komen naar buiten, vermoedelijk door het geblaf van Astor, de herdershond. Jori zegt tegen William: ‘Mijn broeder krijgt nog geld van jou’ en hij wijst naar David. Daar moeten ze over praten. Het wordt geen goed gesprek. William zegt: ‘Oprotten!’ Jori en Bas doen hun jacks open en laten zien dat het menens is: beiden hebben een vuurwapen in de broeksband.

3.48.39: William en Michel lopen terug naar de villa. Jori, Bas en David rennen door het hek, achter hen aan. Jori geeft een tik aan de hond, die meteen afdruipt. Een commandotruc, en Jori is een hondenkenner. Ze weten dat er zware wapens in de villa liggen en dat Michel een zeer ervaren schutter is. Als die de kans krijgt bij die wapens te komen, hebben ze geen schijn van kans. Jori heeft een wapen in zijn rechterhand, met zijn linkerhand wijst hij naar William: die moeten ze hebben.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Op de oprit, voor de villa, staat de zwarte Mercedes van William D. geparkeerd. David verschuilt zich achter de auto en wenkt naar de mannen in de Vito, Jori en Bas rennen door naar de villa.

Daar speelt zich in enkele seconden iets af dat niet goed op de beelden te zien is. William verklaart bij de politie dat op het moment dat hij de sleutel in het slot deed, hij door Jori in zijn rug werd getrapt. Hij viel, maar kon nog wel een trap uitdelen. Michel is ook gevallen, dat is nog net te zien. Ook niet te zien: op dit moment schiet Jori de enige kogel af, een schot in de lucht.

3.48.48: al vallend, of liggend op de grond, schiet Michel op Bas, die vol in zijn borst wordt geraakt en door de kracht van het schot loskomt van de grond. Eén geluk: hij draagt een kogelwerend vest. Ook Jori overleeft ternauwernood, en slechts dankzij razendsnelle reflexen: hij krijgt van dichtbij het pistool van Michel op zijn hoofd. Er worden twee kogels op hem afgevuurd. De ene schampt links langs zijn hoofd, de andere rechts. Zijn oor wordt geraakt. Tijd om te vluchten.

 

De vier inzittenden van de Vito zijn in de tussentijd ook door het hek gerend, maar als het schieten begint maken ze ijlings rechtsomkeert, waarbij een van hen door de inmiddels weer bij zijn positieven gekomen hond wordt gebeten. Jori en Bas rennen weg, David is nog op het terrein, in de buurt van de zwarte Mercedes, Michel neemt hem onder vuur. Dat is op de beelden goed te zien: links het wapen waar rook uit komt, rechts de vluchtende David die van enkele meters afstand twee keer in zijn rug wordt geraakt. Een derde kogel treft de achterruit van de Mercedes, die aan gruzelementen spat.

3.48.59: alle indringers zijn vertrokken. William en Michel willen wegrijden in de Mercedes, maar als ze de kapotte achterruit zien laten ze die staan. Michel was met een BMW gekomen. Hij gaat er met die auto vandoor, al of niet samen met William, dat is niet helemaal duidelijk. Het enige dat ze meenemen zijn de zware wapens uit de villa, de bijbehorende munitie blijft achter. En minstens zo interessant: de videobanden van de bewakingsbeelden. Er zal in de loop van het proces ongetwijfeld om een reconstructie worden gevraagd en dat zal wellicht duidelijk worden hoeveel schoten er zijn gelost en door wie. Mogelijk is er door de indringers in totaal maar één schot afgevuurd: door Jori, toen hij achter Michel aanrende en in de lucht schoot. Op de beelden is ook nog te zien dat een van de mannen uit de Vito een wapen op Michel richt, waarna Michel op hém schiet, maar het is niet waarneembaar dat er inderdaad een kogel is afgevuurd.

15.51 uur (Nederlandse tijdregistratie): bij de meldkamer komen de eerste meldingen over de schietpartij binnen. Tal van buren hebben gebeld. De politie rukt meteen uit. Agenten treffen bij de villa de loslopende hond aan; een zwarte Mercedes met een schot in de achterruit en veel kogelhulzen. Tegelijkertijd worden op de Rijnstraat, een paar honderd meter verderop, drie motorrijders gesignaleerd. Een van hen, in vol ornaat van Satudarah, wordt aangehouden. Agenten zien een andere motorrijder in de buurt die de situatie lijkt te observeren en op de kruising van de Rijnstraat en de Maasstraat zien ze ook een motorrijder van Satudarah. Maar het is niet aantoonbaar dat hier iets anders aan de hand is dan toeval.

Huurder

De agenten bellen de huurder van de villa: William D.; hij zegt dat hij in het winkelcentrum is en zich wel gaat melden. Dat doet hij pas op 17 oktober en dan doet hij meteen aangifte van poging tot doodslag/moord.

Dankzij de beelden is al snel duidelijk wie er bij de schietpartij betrokken waren, maar als ze zich niet spontaan melden zet de politie het filmpje op internet. Het wordt een hit. De officiële eerste versie is al snel van internet verdwenen, als het niet meer nodig is voor de opsporing, maar alleen al het filmpje dat op YouTube is blijven staan is meer dan driekwart miljoen keer bekeken. In de loop van de tijd worden alle betrokkenen aangehouden, op twee na: Jori en Bas, die zijn ondergedoken in Spanje.

Barcelona

In juli 2015 wordt er in Barcelona op Jori een aanslag gepleegd, waarbij hij een kogel in zijn buik krijgt. Hij is daar samen met een Britse crimineel, die dwars door een ruit springt en er zonder noemenswaardige kleerscheuren vanaf komt. Onduidelijk blijft of de aanslag op beiden was gericht, of op een van hen en zo ja, op wie. Het had te maken met een ripdeal in Spanje. Jori wordt vanuit het Spaanse ziekenhuis uitgeleverd aan Nederland, Bas meldt zich een paar maanden later.

Zwijgrecht

Van de betrokkenen bij de schietpartij zitten alleen de aanvallers nog vast: William D. en Michel G. zijn vrijgelaten in afwachting van het proces. Doordat alle andere betrokkenen zich op hun zwijgrecht beriepen, of nog niet waren gehoord, bleef lang onduidelijk wat er precies was gebeurd. Zo verklaarde William in zijn eerste verhoor dat hij nog nooit van David had gehoord en Michel beweerde dat hij een telefoon in zijn hand had, geen wapen. Later corrigeerde hij dat: Jori had twee wapens bij zich gehad waarvan er eentje op de grond was gevallen. Die had hij snel gepakt en toen was hij uit noodweer gaan schieten. Weer later gaf hij toe dat hij een wapen had meegenomen toen ze naar buiten waren gelopen. Ook was toen nog niet bekend dat er drie projectielen op cruciale plekken in kogelwerende vesten waren beland en dat er van zeer dichtbij gericht op het hoofd van Jori was gevuurd.

Noodweer

Het onderzoek is nog in volle gang en het beroep op noodweer zou best stand kunnen houden, maar één ding staat vast: Michel heeft geluk gehad dat Jori zo snel zijn hoofd weg kon trekken en dat Bas en David kogelwerende vesten droegen.

De advocaten van de verdachten willen weinig commentaar geven en een aantal wil zelfs liever helemaal niet worden genoemd, wat in deze kringen vrij ongebruikelijk is. Marcel Heuvelmans heeft drie cliënten: Jan L., Michel G. en de onbekende Eindhovense ‘handlanger’. Volgens Heuvelmans blijkt nergens uit het dossier dat er een voorraad zware wapens in de villa aanwezig is geweest en is er geen link tussen de ‘handlanger’ en motorclub

DE PLATTE PET EN HET LIJNTJE NAAR DE MEDOCLAAN

Begin oktober 2015 meldt Marcel Haenen in NRC Handelsblad dat er een 48-jarige agent van de Nationale Recherche is aangehouden. ‘Bij politie en Openbaar ministerie wordt gesproken van het grootste justitiële schandaal sinds de IRT-affaire uit de jaren negentig. Jarenlang lekte een ervaren agent gevoelige informatie aan de onderwereld.’

Het Openbaar Ministerie bevestigt dat er iemand is aangehouden op verdenking van corruptie, plichtsverzuim en het witwassen van crimineel geld. Na enkele dagen wordt duidelijk dat er een fout is gemaakt met de leeftijd: de man is geen 48, maar 28.

‘Ervaren’ is ook wat teveel gezegd: het gaat om Mark M. (28) uit Weert, een politiestudent die sinds enige tijd als zijinstromer bij de Nationale Recherche werkte. Voorheen was hij vooral bekend als lokale nieuwsjager. Hij had niet door de screening moeten komen voor deze baan, dat staat wel min of meer vast, maar het is nog volstrekt onduidelijk tot welke informatie hij toegang had: hoe gevoelig die was en wat hij precies heeft doorgegeven.

Er lijkt wel sprake van een lek. Er is een tweede verdachte opgepakt, een 45-jarige man uit Eindhoven, die de informatie van Mark M. zou hebben gekocht. Deze man wordt in de berichten aangeduid als ‘de handlanger’. Zijn identiteit is nog niet naar buiten gebracht. Hij zit nog in alle beperking en zijn advocaat Marcel Heuvelmans kan er nog niets over zeggen.

In NRC wordt gesuggereerd dat de gevoelige informatie te maken heeft met het circuit van motorclubs. Inmiddels is uit verschillende bronnen wel duidelijk geworden dat ‘de handlanger’ geen connectie heeft met motorclubs en ook niet bekend staat als een grote jongen uit het criminele circuit, maar iemand uit de wereld van de autohandel. Dat het om serieuze informatie gaat, zou blijken uit het feit dat er tijdens de huiszoeking bij hem 235.000 euro aan contant geld is aangetroffen. Tot nu toe wordt aangenomen dat dit het geld is dat hij heeft gekregen voor het verkopen van de informatie van Mark M., maar ook dat staat nog niet vast.

Bolides

De vraag is: waarom wordt er een link gelegd tussen de lekkende agent Mark en het motorclubcircuit? Mark M. is boven komen drijven in het onderzoek naar autohandelaar Jan L. uit Oirschot, Hij handelde in exclusieve bolides, met schimmige BTW-constructies en leasecontracten. Pikant, maar niet per se crimineel: in de villa aan de Medoclaan zijn papieren aangetroffen van de auto van Badr Hari, een van zijn klanten. De laatste jaren ging het slecht in de handel en het bedrijf van L. werd failliet verklaard. Bij zijn privéwoning en bij zijn bedrijf had hij al het nodige te stellen gehad met mensen die meenden geld van hem te krijgen. Brandstichting, vernieling. Duidelijk bedoeld om aan te geven dat hij over de brug moest komen. Tot overmaat van ramp werd hij op 8 april 2015 aangehouden op verdenking van faillissementsfraude.

Bodyguard

Ergens in dit onderzoek is de naam van Mark M. op de proppen gekomen. In welk verband is nog volstrekt onduidelijk. Wel duidelijk is de connectie met de Medoclaan in Eindhoven. William D., de huurder van de villa die het aan de stok kreeg met de mannen van No Surrender, was een direct contact van Jan L.; bodyguard, tussenpersoon, buffer. Wie iets van Jan L. wilde, diende zich te vervoegen bij William D. aan de Medoclaan.

Wat het verwarrend maakt: de schietpartij aan de Medoclaan had niets met Jan L. te maken. Dat was alleen een conflict om drugs, tussen David en William.

Handlanger

Blijft voorlopig vooral nog de vraag: welke informatie gaf Mark M. door aan ‘de handlanger’ uit Eindhoven? Was dat inderdaad een paar ton waard? Het lijkt niet te gaan om informatie over het motorclubcircuit. Criminelen hebben vooral belang bij gegevens over lopende onderzoeken en met wie de politie in gesprek is. Dat gaat om gegevens die nog niet voorkomen in de dossiers die aan de advocaten worden verstrekt en die daar wellicht ook nooit in terechtkomen. Had Mark M. überhaupt toegang tot zulke gevoelige informatie?

Het filmpje is te zien via Omroep Brabant

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -

Tanja Groen en ‘de killer van Lappegat’

$
0
0

De zoekactie op de begraafplaats in het Limburgse Heugem naar de in 1993 spoorloos verdwenen Tanja Groen (18) uit Schagen heeft niets opgeleverd. In al die jaren is er nooit ook maar één spoor meer gevonden, nadat ze om middernacht alleen wegfietste van de studentensociëteit in Maastricht naar haar appartement in het acht kilometer verder gelegen Gronsveld. Wel dook steeds één naam op: Wim S. uit Geldrop. Het gerucht over dat ze in een graf zou zijn gedumpt is ook niet nieuw en had jaren geleden ook al te maken met diezelfde nog niet zo heel lang geleden overleden Wim S. te maken. Een reconstructie.

In de nacht van dinsdag 31 augustus op woensdag 1 september 1993 verdwijnt studente Tanja Groen (18) uit Schagen spoorloos. In 2020 zet de politie haar zaak op de coldcasekalender, nadat er in het najaar van 2019 een tip was binnengekomen. Ze zou die nacht in een vers gedolven graf op de begraafplaats in Heugem zijn gedumpt. Dat is in de buurt van haar fietsroute. Op woensdag 22 januari 2020 houdt de politie de hele dag een zoekactie, maar tot frustratie van velen – vooral haar ouders – wordt er niets gevonden.

“De vrouw moet op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn,” zei de beruchte Amerikaanse seriemoordenaar Ted Bundy. Waarschijnlijk wás Tanja in op het verkeerde moment op de verkeerde plek, al weet niemand precies waar. Medestudenten zagen haar even over twaalf uur aan het eind van de Herbenusstraat in het centrum van Maastricht rechtsaf slaan, de Capucijnenstraat in. Daarna lijkt ze van de aardbodem verdwenen. Zoekacties met speurhonden en een helikopter, door studenten opgehangen affiches, door heel Maastricht, in Gronsveld en zelfs in België en Duitsland, leverden geen enkele bruikbare tip op. Alles wijst erop dat Tanja Groen ‘s nachts op weg naar huis het slachtoffer is geworden van een misdrijf.

Wichelroede

Meteen al was er de vrees dat ze een ‘klassiek geval’ zou worden en dat haar naam in de komende jaren steeds zou terugkeren op de lijst met spoorloos verdwenen personen. Dat is inderdaad gebeurd en in de afgelopen 26 jaar is er nog geen enkele aanwijzing boven water gekomen. Afgezien van een fiets die zeven jaar geleden op aanwijzing van een wichelroedeloper is gevonden. De fiets lag in de Maas, op een logische plek langs de route richting Gronsveld, maar bleek niet die van Tanja.

Dinsdag 31 augustus 1993 was voor Tanja Groen een normale dag. Ze begon te wennen aan het Limburgse studentenleven. Per 1 augustus had ze een kamer gehuurd bij de familie Houten in ‘het Kasteel’ aan de Rijksweg in Gronsveld. De familie Houten had recent appartementen gemaakt van de voormalige stallen van de kasteelboerderij vlak naast de kerk. Behalve Tanja woonde er nog een student. Dat Gronsveld, toch op een behoorlijke fietsafstand van Maastricht, bij studenten in de picture kwam als woonplaats, had alles te maken met de kamernood in de Limburgse Maasstad. Er waren zelfs studenten die hun toevlucht over de grens hadden gezocht, in Duitsland of België.

 

“Het is een enge, levensgevaarlijke weg,” zeiden studentes over de route van Maastricht naar Gronsveld. Vooral het ontbreken van straatlantaarns maakte een nachtelijke fietstocht tot een bang avontuur. Op zondagavond 29 augustus waren twee medestudentes uit Gronsveld Tanja voorbijgefietst en hadden ze haar aangeboden in het vervolg samen met hen mee te fietsen. Waarom Tanja op dinsdagavond rond twaalf uur toch alleen in het donker wegfietste, werd door de studenten verklaard als een combinatie van naïviteit en angst om anderen tot last te zijn. “Als ze dat had gewild, had ze zeker met anderen terug kunnen fietsen. Natuurlijk betreuren we het ontzettend dat dat niet gebeurd is, maar je kunt het iemand niet opdringen.”

Op de bewuste dinsdag was ze ‘s morgens uit Gronsveld vertrokken voor introductielessen op de universiteit, aan het eind van de middag was ze tegen vijf uur terug op haar kamer. Daar heeft ze gegeten; om goed zeven uur fietste ze naar de sociëteit van Circumflex in de Herbenusstraat, voor de zogenaamde ‘terugkom avond’. 

Paniek

Het duurde enige tijd voor ze werd gemist. Het waren medestudenten die in de volgende dagen Tanja misten op college. Pas op vrijdag ging er een telefoontje naar het ouderlijk huis in Schagen. Ze zou vrijdag naar huis gaan, het vermoeden was dat ze ziek was geworden en eerder was vertrokken. Toen duidelijk werd dat ze niet in Schagen was, brak er onmiddellijk paniek uit. Haar ouders reisden meteen op zaterdag al naar Maastricht. De politie zette een grootscheepse zoekactie op touw. Eerst is gezocht in een plantsoen in de buurt van de Herbenusstraat. Later concentreerde men zich meer op de mogelijke routes naar Gronsveld.

Tanja woonde er nog te kort om al een voor een vaste route te hebben gekozen. In elk geval moest ze de Maas over en daarvoor komen twee bruggen in aanmerking: de Sint Servaasbrug en de John F. Kennedybrug. Geen enge bruggen, je kunt er niet zomaar in het water vallen, daar moet je echt wat voor doen. De zoekacties met speurhonden en helikopters leverden geen enkel aanknopingspunt en dreggen in de Maas was zinloos. Als ze al in het water was gevallen, zou ze allang zijn gevonden.

Als Tanja de overkant van de Maas heeft gehaald – wat allerminst vaststaat – kan ze door Randwijck zijn gefietst. Dat is een afgelegen gebied aan de overkant van de Maas. Daar hadden zich recent enkele gevallen van aanranding voorgedaan, maar geen verkrachting. Naast tamelijk afgelegen gebieden rond Gronsveld behoorde ook het terrein van het grote woonwagencentrum Vinkenslag, op een steenworp afstand van Gronsveld, tot de terreinen die met behulp van de helikopter zijn onderzocht, al was er volgens de politie geen enkele aanleiding te veronderstellen dat dit er iets mee te maken had: als er problemen waren op het kamp, ging dat altijd om onderlinge onenigheid.

Paragnosten

In de loop der jaren zijn er heel wat tips nagetrokken, ook van paragnosten; er zijn verdachten genoemd, maar nooit was er ook maar één enkel concreet aanknopingspunt. Toen in België de zaak met Marc Dutroux speelde is er gekeken naar een mogelijk verband. Tanja’s ouders reisden op verzoek van de Rijkswacht naar Charleroi om daar op het politiebureau te kijken of er misschien kledingstukken van Tanja tussen stapels uitgestalde spullen lagen, die in drie woningen van Dutroux in beslag waren genomen. Ze hebben alles uiterst nauwgezet bekeken. Er waren ook oorbelletjes en kettinkjes bij, maar niets van Tanja.

Eind augustus 2012 werd er een nieuwe zoekactie gehouden naar de zwartgeverfde damesfiets van Tanja Groen. Een week lang dregden duikers een deel van de Maas af. Aanvankelijk vergeefs. Uiteindelijk werd er een fiets gevonden, maar ook dit leverde niks op.

DE KILLER VAN LAPPEGAT: RIENJA, HENNY, ANNY EN TANJA?

Wim S.

 

“Je opa is een moordenaar!,” roepen de kinderen op school tegen de kleinkinderen van Wim S. (geboren 1938). Zijn dochter wordt op de markt uitgescholden en zijn vrouw durft zich amper in het openbaar te vertonen. In het Brabantse Geldrop is iedereen het erover eens: Wim S. is een slechterik, en hij heeft minstens drie vrouwen vermoord en misschien nog wel veel meer. De Killer van Lappegat(de carnavalsnaam voor het textieldorp) is veroordeeld voor de moord op Rienja Shewpersadsingh (35) uit Eindhoven en is in gevangenschap overleden.

Op woensdag 5 mei 1993 verdwijnt de knappe Hindoestaans Surinaamse Rienja spoorloos. Uit onderzoek blijkt dat zij om vijf uur is ‘uitgeklokt’ bij haar werkgever, Mora Snacks in Veldhoven. Het laatste contact dat haar kennissen zich herinneren is met de vriend van een zus van haar. Hij zag haar ‘s avonds om 22.20 uur voor het laatst voor haar woning in de Van Egmondstraat, samen met een man in een grote donkerkleurige auto. Die man bleek Wim S. te zijn, een oud-collega van de snackfabriek. Het tweetal werd later op de avond nog gesignaleerd in het uitgaansleven van Valkenswaard.

Donkere auto

Rienja had in haar leven veel problemen, maar de laatste tijd ging het weer veel beter. Ze maakte deel uit van een projectgroep ‘begeleid wonen’, ze was aan het afkicken van een drugsverslaving. Ze was moeder van twee zoons (17 en 14) met wie ze een goed contact had. Toen een week na de verdwijning officieel aangifte van vermissing werd gedaan, gingen er bij de Eindhovense recherche heel wat belletjes rinkelen, vooral toen bleek dat een huisgenote van Rienja repte over een kennis van Rienja, een zeker Wim S., die Rienja kende van haar werk bij Mora en die haar enige tijd geleden ook had geholpen bij de verhuizing. Het signalement van ‘de man in de donkere auto’ blijkt overeen te komen met dat van Wim S., bepaald geen onbekende van de politie. Twee keer eerder al had de politie hem op de korrel in verband met spoorloze verdwijningen van vrouwen, beide keren moesten ze hem laten gaan omdat de lijken niet werden gevonden.

Dit artikel lees je gratis. Je kunt onderaan het artikel wel een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven publiceren

Op 6 juli 1993 wordt Wim S. gearresteerd, maar hij ontkent dat hij Rienja op die vijfde mei heeft gezien. Na drie dagen wordt hij vrijgelaten. Het technisch onderzoek gaat verder. In de auto van Wim S. zijn bloedsporen aangetroffen, die na DNA-onderzoek van Rienja blijken te zijn. Wim wordt opnieuw gearresteerd. Er is ook een getuigeverklaring van een vriendin van Rienja, die haar op de avond van 5 mei bij Wim S. in de auto heeft zien zitten. Rienja riep nog ‘hoi’ tegen haar vriendin, maar toen werd het portier dichtgetrokken. Later op de avond werden Rienja en de man gesignaleerd in een café in Valkenswaard. De eigenaar van dat café en zijn vrouw kenden Wim uit de tijd dat ze zelf ook in Geldrop woonden. Daarna verdween Rienja spoorloos. Ondanks deze verklaringen, is het bewijs niet rond te krijgen. Zonder lijk geen bewijs.

Opgegraven

Tijdens het maandenlange voorarrest blijft Wim S. hardnekkig ontkennen. Uitputtende zoekacties van de politie naar het lijk leveren niets op, met als gevolg dat Wim S. op 26 november weer wordt vrijgelaten. Niet voor lang: op woensdag 1 december wordt hij voor de derde keer gearresteerd. De dag ervoor waren de stoffelijke resten van Rienja opgegraven, in een bosperceel aan de Locht, tussen Eersel en Veldhoven. Het lijk was gevonden door jagers die een deel van een mensenvoet zagen. Het was blootgewoeld, vermoedelijk door dieren. Omdat de grond was bevroren kon het lijk niet meteen worden geborgen. Pas nadat over de vindplaats een tent was geplaatst en de bodem was verwarmd met kachels kon het worden opgegraven. In de vroege woensdagochtend constateren rechercheurs dat het om Rienja gaat. Meteen gaat het bevel uit Wim S. aan te houden. Uit de sectie blijkt dat Rienja is gewurgd.

Twee keer eerder werd Wim S. verdacht van moord, op twee jonge vrouwen die nog altijd spoorloos zijn. In de zaak van de spoorloze verdwijning van de 23-jarige Anny van der Groen-Heyligers, in 1966, wordt de dan 27-jarige Wim S. voor het eerst als potentiële dader genoemd. Op woensdagmiddag 30 november verdween Anny uit haar flat aan de Boutenslaan in Eindhoven. Ze verkeerde in een ernstige huwelijkscrisis, het enige dat haar op de been hield was haar 14 maanden oude baby, waar ze bijna ziekelijk voor zorgde. Het had er alle schijn van dat ze overhaast was vertrokken, met de bedoeling snel terug te keren. Haar baby lag gewoon in de wieg toen haar man aan het eind van de middag thuiskwam. Ondanks het koude weer had ze geen jas meegenomen, ook geen geld of paspoort. Een meisje dat een kamer bij de familie Van der Groen huurde weet dat Anny om half twee nog thuis was, daarna is ze door niemand meer gesignaleerd. Diezelfde huurster lichtte de politie in over het feit dat er in de dagen voor de vermissing een aantal keren een man in huis was geweest, officieel om als loodgieter wat klusjes te doen. Hoe dit contact precies tot stand was gekomen, is niet bekend, evenmin of de relatie uitsluitend uit kluswerk bestond. Duidelijk werd in ieder geval dat Wim S. de bewuste ‘loodgieter’ was geweest.

Henny Maas

Ruim acht jaar later wordt Wim S. opnieuw door de politie gehoord in verband met het spoorloos verdwijnen van een jonge vrouw, de 15-jarige Henny Maas uit Geldrop. Ze kwam uit een weinig harmonieus gezin. Haar vader was latent homofiel, moeder was als opvoedster ongeschikt. Er waren voortdurend botsingen met de kinderen, niet in het minst met de 15-jarige puber Henny. Na een aanvaring met moeder, op dinsdagavond 18 februari 1975, liep Henny boos van huis weg. Ze was van plan de nacht door te brengen in het KAJ-gebouw achter de Ter Borghstraat, dichtbij de woning van de familie S., waar ze wel eens over de vloer kwam. Het gebouw was kort daarvoor in brand gestoken en was niet veel meer dan een bouwval. Henny is die nacht of avond wel in dat gebouwtje geweest. Twee schoolvrienden vonden de volgende ochtend een briefje van Henny, waarin stond dat ze naar Wim S. zou gaan. Henny zelf was er niet meer. De jongens belden ‘s morgens vroeg bij Wim aan. Of hij Henny had gezien. Maar Wim zei van niks te weten.

Een politieman die destijds bij deze zaak was betrokken, oud-rechercheur Ad van Oosterhout, kan zich de gebeurtenissen nog levendig voor de geest halen: het zit hem nog steeds dwars dat de zaak niet is opgelost. Van Oosterhout: “Wim S. is aangehouden; we zagen een duidelijk verband met de verdwijning van Anny Heyligers, maar we hebben het niet rond kunnen krijgen. Ook al omdat er ook dit keer geen lijk was.” Een paar dagen na de vermissing van Henny Maas was er opnieuw brand in het KAJ-gebouw. In het televisieprogramma Deadline vertelde Van Oosterhout dat Wim S. hiervan werd verdacht. De bedoeling zou dan geweest zijn eventuele sporen van een misdrijf uit te wissen.

Dat de politie de verdenking tegen Wim S. inzake de verdwijning van Henny Maas zeer serieus nam, blijkt ook uit het feit dat, toen de Ter Borghstraat in de jaren tachtig werd gerenoveerd en ook het huis van de familie S. tegen de vlakte ging, de politie de grond onder en nabij de woning uitputtend heeft afgegraven, op zoek naar stoffelijke resten van Henny Maas. Er is niets gevonden.

Anny, Henny en Rienja. Drie vrouwen met de nodige problemen, drie vrouwen die Wim S. kenden en op de dag van hun verdwijning met hem werden gesignaleerd. Ze hadden ook uiterlijk overeenkomsten: knappe, donkere vrouwen. Net als Tanja.

In 2012 kwam naar buiten dat Wim S. ten tijde van de verdwijning van Tanja Groen op een camping in Valkenburg stond, zo’n tien kilometer van Gronsveld. Dezelfde camping waar ook Tanja met haar ouders heeft gestaan. Bovendien zou hij tegenover een medegevangene hebben bekend dat hij iets met de verdwijning van Tanja te maken had gehad, maar toen de politie hem daarover ondervroeg ontkende hij.

Waardeer dit artikel!

De berichten en reportages op deze site zijn gratis. Iedereen vindt dat vanzelfsprekend en misschien is het dat ook wel. Anders dan wellicht wordt gedacht is het bijhouden van deze site amper rendabel. Het wordt dan ook erg op prijs gesteld als er af en toe als waardering een bijdrage wordt gegeven.

Mijn gekozen waardering € -
Viewing all 166 articles
Browse latest View live